Cevennes (GR67) - herfst 1999


  • De foto's

  • Proloog, Anduze 3 oktober

    Gisteren zijn we van huis gegaan en we zijn eindelijk op ons stratpunt aangekomen. Ruim 1200 km, waarvan zo’n 1000 km door de regen. Ook onze overnachting in Bourgogne was waterig en vanmorgen hebben de tent zeiknat moeten inpakken. Maar het weer wordt beter, het is droog geworden al is de lucht nog dreigend. Anduze zou de makkelijkste plek van de tocht moeten zijn, qua overnachting, maar liefst 5 campings en een gite. We waren een beetje geschokt toen bleek dat alle vijf campings al gesloten waren. Dat belooft wat voor de volgende week. We staan nu bij een boerderij en mogen de auto hier een week laten staan, zoals gewoonlijk zijn we een beetje gespannen voor de tocht. Vinden we overnachtingsplaatsen? Hoe wordt het weer? Vinden we op tijd proviand? (we hebben voor drie dagen rantsoenen). Hoe zwaar wordt het? Petra is ditmaal wat ongeruster dan ik. Ze heeft weinig gelopen de afgelopen maanden, ze is haar regenbroek vergeten en de kans dat we moeten wildkamperen neemt nu sterk toe. We hebben niet veel info kunnen vinden over het gebied dat we binnentrekken morgen. Het wordt een verrassing. Acht dagen op avontuur…

    Dag 1, Anduze – Colognac ( 20km)

    9:00 uur, Anduze.

    Tent opgebroken, auto geparkeerd en koffie gezet. Onze eerste wandeldag begint. Waarschijnlijk is vandaaag de dag waar we spierpijn van het klimmen en dalen oplopen. Onze Nederlandse buurman, de enige andere gast op het kleine campinkje, haalde stokbrood en croissants voor ons en het vriendelijke oude boertje kwam een babbeltje maken en zei iets over ‘froid’ en ‘penible’.Hij drong erop aan dat we naam en adres achterlieten, zodat hij als we binnen acht dagen niet terug zijn actie kan ondernemen. Zoals voorspeld is het halfbewolkt en fris. Maar ik twijfel er niet aan dat we zullen opwarmen.

    10:30 uur

    Het eerste opstakel heeft ons een alternatieve route doen kiezen. Twee agressieve honden versperden ons de toegang tot een boerderij waarachter de GR zou moeten lopen. Met onze wandelstokken vochten we ons een doorgang, maar we konden het pad niet vinden. We vochten ons een weg terug en gingen een paadje in met blauw/gele markering, waarschijnlijk de GR6 ofzo. We ploeterden een poosje omhoog tot een leuk uitzicht, waar we even rustten.

    Het is halfbewolkt, een graad of 21 zo te voelen, perfect wandelweer. Mm, de afgelopen anderhalf uur hebben we nog maar vijf minuten op de geplande GR67 doorgebracht, hopelijk vinden we hem zo terug.

    13:00 uur

    We vonden de GR67 en vanaf dat moment was hij gemakkelijk te volgen. Tot zover is het landschap heel anders dan ik me had voorgesteld. Geen ruige kale rots en heide, maar een groen en geurig provencaals landschap. Grijs-witte boerderijen met paarse luiken en uitbundige tuinen. Overal bloemen en vlinders, het lijkt eigenlijk net de Provence.

    Ik moet nog wel even wennen aan het wandelritme. Vanmorgen had ik niet zo’n honger , maar nu ben ik duizelig en wat slapjes van de honger en misschien wat vochtgebrek. De 20 kilo vallen nog wel mee en gelukkig lopen we redelijk vlak. Volgens de kaart is iets verderop een klein dorpje, misschien is daar iets lekkers op een terrasje te bemachtigen . Tja het hoeft toch niet alleen maar afzien te zijn.

    15:30 uur

    Het dorpje had een kerk en een cafe, meer hadden we ook niet nodig (eigenlijk hadden we ook alleen het cafe maar nodig, maar de kerk stond wel pittoresk). We hadden het terras voor ons alleen en we bestelden koffie en een omelet. Terwijl ik om me heen keek naar de verkleurende natuur en het stille grijze dorpje, besefte ik me opeens dat we heerlijk in een herfstzonnetje op een Zuid-Frans terras zaten, yeah. Vrolijk haalde ik mijn wandelgidsje tevoorschijn om eens te kijken hoeveel kilometers we al hadden afgelegd, 15, 16?… 7 km!!?, Shit! Ik telde in de gids de uren die we nog moesten, vijfenhalf uur. Dat betekende dat we, als we niet meer zouden rusten, om 19:30 uur zouden aankomen, na zonsondergang, slik. We gingen verder in een behoorlijk tempo.

    Nu zitten we anderhalf uur later bij de kruising met de GR63, we hebben zo hard gelopen dat we 20 minuten voor op het schema zijn, even rusten dus.

    19:00 uur

    Pjew, we hadden verkeerd gelezen, 3 km, in plaats van 3 uur, dat scheelde 2 uur!! We maakten niet veel voortgang, moeilijke bospaadjes door fantastische kastanjebossen. Eerst vulden we onze zakken nog met tamme kastanjes, maar dat leek wat belachelijk. Overal waar je keek waren kastanjes.

    Na een babbeltje met een halfblinde paddestoelenzoeker, besloten we om door te lopen naar Colognac, in plaats van naar Lasalle. In Lasalle is een camping en die is bijna zeker dicht. De andere reden voor Lasalle was eten, er zijn restaurants. Volgens de paddestoelenzoeker zou er in Colognac een bistro zijn, dus we kozen voor Colognac. De laatste vijf kilometer stegen we bijna voortdurend en we begonnen behoorlijk vermoeid te raken. Het was wel een prachtig pad in het steeds zachter wordende licht.

    Toen we Colognac naderden, begonnen we vast uit te kijken naar een kampeerplekje, want eigenlijk wilden we niet in een gite slapen. Er bleek geen bistro te zijn, geen restaurant of cafe. De gite bood geen diner en was eigenlijk dicht. We vulden onze waterflessen en liepen terug naar een grasveldje bij een riviertje.

    Om 19:00 uur stond de tent. Het begon te waaien en het werd koud en donker. Een beetje gehaast maakten we eten, zo’n pak van Bever, rijst met cashewnoten. Verrassend vullend en best lekker. Helaas komen we nu een maaltijd te kort hopelijk kunnen we de komende dagen ergens dineren. Na een flinke slok whisky, kropen we in de slaapzakken.

    Dag 2, Colognac – Col de l’Asclier (13,5 km)

    10:00 uur, Colognac.

    Om 8:00 uur stonden we op. De zon was op, maar scheen nog niet in ons bivak. Het was erg koud en winderig. We pakten zo snel mogelijk in en liepen terug naar het dorp, waar we op het dorpspleintje ontbeten. De boulangerie was gelukkig open, dus stokbrood met kaas en appelbroodjes, in plaats van hardkeks. Terwijl we koffie maakten kwamen er steeds mensen langs die ons vertelden dat het erg koud was. Tsss, vertel mij wat. Uiteindelijk zijn we toch nog de gite/cafe ingedoken om even op te warmen en voor een tweede koffie. Het is trouwens een prachtige heldere herfstdag, mooie kleuren, prachtig licht. Lichamelijk ben ik er wat minder aan toe, het was te zwaar gisteren denk ik. Koppijn en zere heupen, misschien komt de man met de hamer vroeg op deze tocht. Ik maak me wat zorgen over de pijn in m’n heupen. Op het Pieterpad heb ik er eens zo’n last van gehad dat ik een week bijna niet kon lopen.

    Vandaag stijgen we tot 1100 m., en daarna dalen we naar een gite op 500 m, Hopelijk is hij open, ik heb er geen telefoonnummer van. We zijn vandaag weer laat weg, maar we hebben wat tijd bespaard, door naar Colognac te lopen in plaats van naar Lasalle.On y va….

    11:00 uur, 800 meter

    Tot mijn grote opluchting lijkt de pijn in mijn heupen gewoon wat spierpijn, het trekt wat weg tijdens het lopen.

    Wat een sfeer, goudgele bospaden de berg op. Overal kastanjes en dennebomen. Het is ontzettend helder en in de verte zien we duidelijk de Mont Ventoux in de Provence liggen. Toen we op een onbegroeid stuk een uitzicht naar het zuiden hadden zagen we de Middellandse Zee! Het dorpje leek net een ansichtkaart toen we het verlieten, jammer dat we niet veel dorpjes meer tegenkomen. Ik geloof dat we pas over drie dagen weer een dorp zien. We lopen hoog vandaag, net iets onder de 1000 meter, waarschijnlijk een dag vol uitzichten.

    13:00 uur

    Nog steeds op dezelfde berghelling. Het pad loopt bijna horizontaal en we sukkelen in een lekker rustig tempo door. De GR67 is goed aangegeven en het pad meestal makkelijk. Soms moeten we wat klauteren, maar nooit heel erg. Het is bijna wolkenloos en de zon is lekker warm, niet te heet. We lopen hoog, want we kijken over de meeste bergtoppen heen tot aan de horizon. De Cevennes zijn niet zo heel hoog, tenminste niet die kant die wij kunnen zien. Wat het meest opvalt is de rust. We zijn deze twee dagen nog geen enkele wandelaar tegengekomen, belachelijk.

    Vanmorgen toen ik de tent uitkroop had ik effe een dip. Koppijn, stram, spierpijn en rillend van de kou. Ik had niet verwacht dat ik nu met een big smile in het zonnetje zou liggen lunchen. Petra vindt het hier ook erg leuk, overal vlinders, bessen en onbekende beestjes. Goh, net vakantie. We hebben min of meer besloten om vanavond niet af te dalen naar het dorp, of de gite halverwege. Als we de bron kunnen vinden die in de wandelgids staat, dan blijven we boven en zoeken een kampeerplekje. We hebben nog voor twee dagen eten, net genoeg tot Bar des Cevennes, het volgende dorp op onze route.

    15:00 uur, vlakbij Col de Fageas (hoop ik), 1200 meter.

    Pjew, effe zwoegen zeg. Het afgelopen uur zo’n 400 meter geklommen. Alleen door een gil van Petra onderbroken, omdat ze voor de zoveelste keer bijna op een adder stapte, terwijl ik er voor de zoveelste keer net naast stapte zonder hem te zien. Brrr, daar moet je niet te hard over nadenken. We zien de Col met televisiemast eventjes niet meer, hopelijk ligt hij net om de hoek. Daarna volgt een afdaling naar Col de l’Asclier op 900 meter. Daar moeten we beslissen wat we voor de nacht gaan doen.

    17:30 uur, Col de l’Asclier.

    We hebben de bron gevonden en een prachtig plekje voor de tent bij een bordje "prive"., zal wel Frans zijn voor "kamperen toegestaan", ofzo. We zitten redelijk beschut, al ben ik er niet helemaal gerust op. Zolang de wind niet draait, zitten we wel goed. Ik maak de tent maar even aan het hek vast.

    Hehe, lekker in het zonnetje met een fantastisch uitzicht. Het laatste stuk was zwaar vandaag, vooral omdat mijn hoofdpijn nog niet helemaal weg is. Morgen is het iets langer, maar volgens mij minder klimmen. Overmorgen wil ik maar niet aan denken. Ik begin zo langzamerhand met koken, we hebben nog een uur daglicht.

    Dag 3, Col de l’Asclier – Aire de Cote (13 km)

    8:30

    Wauw, fantastisch, wat een uitzicht om mee wakker te worden. De bergtoppen om ons heen vangen de eerste zonnestralen. Het is koud, het ijs zit op de tent, maar de wind is gelukkig gaan liggen. We hebben dus weer 12 uur geslapen, want als het donker wordt, wordt het snel koud. Ik slaap licht en wordt vaak wakker, maar toch voel ik me uitgerust. Ik voel me fit vandaag, geen spierpijn meer, geen hoofdpijn meer, de man met de hamer was een dag te vroeg dit keer. Toen we uit de tent kropen kwamen er drie mannen met geweren aanlopen. Ze wilden weten wanneer we vertrokken omdat ze wilden gaan jagen. We braken dus gelijk maar op en zijn naar de bron gelopen om te ontbijten. Petra’s slaapzak en de tent zijn nat, dus moeten we die onderweg ergens drogen. Ah, koffie…

    12:00 uur, Col de Bonperrier

    Schitterend hier, we liepen twee uur lang hoog over de kammen van de bergen in het nog zachte licht met scherpe schaduwen. Beneden ons huisjes en dorpjes. Het is helderder dan gisteren. Mont Ventoux steekt scherp uit boven een wolkendek in de verte. Nog veel verder weg zien we de besneeuwde toppen van de Alpen, tjemig, die moeten zo’n 200 km ver weg zijn.

    Ik begon me een beetje zorgen te maken over het water. Als de gite bij Air-de-Cote dicht is, moeten we wel water zien te vinden, of anders moeten we twee dagen met onze drie liter doen. Voor de veiligheid gingen we er vanuit dat er geen water zou zijn en dat we dus anderhalve liter moeten overhouden om te koken en om morgen te drinken, krap. Ik besloot om te proberen de gite te bellen, maar kreeg geen verbinding. Net op dat moment zagen we in de verte wandelaars aankomen, de eersten in drie dagen. Het bleek een groep engelsen te zijn, met een mobiele telefoon waarmee ze net lokaal hadden gebeld. Er moest 04 voor het nummer. Tjemig, wat een toeval, vast omdat ik in Anduze wat kleingeld in de vijver had gegooid voor geluk. Ik belde Air-de-Cote en iemand nam op, yes! Ze waren open en we kunnen er eten! Yes!! Anders was ons laatste pak eten opgegaan en dat (lichte) pak wil ik graag als noodvoorraad houden, perfect. Deze Col de Bonperrier is trouwens een lekker warm plekje. Een kruising van wandelpaden bij een verlaten boerderij. We laten hier de spullen drogen en nemen een lange pauze, we hoeven niet al te ver vandaag. Petra is een beetje teleurgesteld dat we vanavond niet kamperen. Zo overdag in het zonnetje vind ze wildkamperen ook erg leuk. ’s Avonds in de wind op een plek waar je eigenlijk niet mag staan terwijl er honden (wolven??) in de verte huilen is ze wat minder dapper. Ah, we hoeven dus niet meer extra zuinig met water te zijn, het is weer vrij drinken!!

    15:00 uur, Col du pas, 833 meter

    Het is warm geworden. We zitten nu aan de zuidwesthelling van een berg. Uit de wind en in de zon. Het is nog steeds erg helder. We krijgen zo een klim van 200 meter (te vergelijken met de zwaarste klim van de West-Hihgland Way, Schotland). Niet echt schokkend, maar toch nemen we eerst maar even een flinke pauze. Flink wat water en wat chocola voor de energie.

    We hebben netto ook nog maar een uur te gaan, lekker, al is het wel allemaal omhoog. Ik zit me ontzettend te verheugen op het eten vanavond. Hopelijk een lokale lekkernij met veel paddestoelen enzo, jum.

    Gek hoe alle kleine dingen tijdens een wandeltocht veel groter worden. Een kilometer, een uur. Een kop koffie is al een luxe, een pak gedroogd voedsel is bijna zijn gewicht in goud waard, nou ja, heel wat in ieder geval. Het scheelt je in het beste geval uren lopen. Een bronnetje langs de weg, zoals gisteravond, maakt het mogelijk om op hoogte te blijven kamperen, scheelt uren omlaag en omhoog en nog belangrijker, we hadden dan dat prachtige uitzicht niet gehad toen we de tent opendeden. De zonsondergang is ook belangrijk. Op dat moment moet je tent staan en moet je gegeten hebben of de kou maakt het allemaal een stuk onaangenamer. Maar juist dat feit dat alles een paar dagen allemaal veel intensiever wordt dat vind ik leuk. Je focust je op dit soort dingen en op het landschap. De buitenwereld bestaat niet meer en de tijd kruipt voorbij. Je bent geen programmeur of klinisch chemisch analist meer, maar alleen nog maar een rugzakker, een wandelaar, een reiziger, een mens. Zo, genoeg filosofie, bikkelen!

    17:30 uur

    De klim was lang en heet, maar dankzij het lage tempo niet verschrikkelijk zwaar. Het uitzicht werd mooier naarmate we meer stegen. Het laatste stuk ging door een geurend dennenbos, eindelijk wat koeler.

    De gite d’etappe van Aire-de-Cote is een prachtig gelegen boerderij met wat weilanden met paarden. Vanuit de verte zagen we al rook uit de schoorsteen komen en wat dichterbij roken we de open haard. We zijn tot nu toe de enige gasten en hebben een grote slaapzaal voor onszelf.

    Aah, een heerlijke douche, eindelijk wat schone kleren, alleen ondergoed natuurlijk. We stonken behoorlijk , geloof ik. Om 19:00 uur is het diner. Tot die tijd nog even relaxen in het zonnetje met een boek.

    Dag 4, Aire-du-Cote – Barre-des-Cevennes.

    7:30 uur

    Voor de zon opgestaan en heerlijk warm geslapen in een houten stapelbed op een grote slaapzaal. We waren de enige gasten. Het diner was enorm, een gigantische hoeveelheid en erg lekker. Ik kreeg mijn zelfgeplukte paddestoelen in de vorm van een omelet. Verder een liter wijn, een rundvleesschotel met pasta, een bord kaas en een schaal fruit. Ik geloof dat ik een beetje erg heb zitten schranzen, volgens Petra was de hoeveelheid voor ongeveer 4 personen en heb ik voor 3 personen zitten eten. Na afloop kwam de eigenaar vertellen dat het nu echt op was, oeps. Het is ook belachelijk goedkoop, het diner is 70 franc per persoon en de overnachting 40 franc (13 gulden) per persoon. Dat was alleen de wc met wc-papier al waard.

    Vandaag wordt een lange dag, zesenhalve loopuren en dan bereiken we weer beschaving: Barre-des-Cevennes. Het is weer prachtig helder weer. De maan en Venus stralen helder boven het ochtendgloren, de tweelingen, orion, de stier. De wintersterrenbeelden. Nu eerst even ontbijten.

    11:15 uur. Col Salides, 1014 meter

    Wat een schitterende ochtend! De eerste zonnestralen schenen door het nevelige bos op bevroren weiden vol paddestoelen. In het bos hing een dikke herfstgeur van paddestoelen en dennebomen. Af en toe kwamen we langs een open plek en konden we zien dat we op een kilometer hoogte zaten. Mooie vergezichten en we konden de route van de afgelopen dagen helemaal terugvolgen tot de tv-toren waar we aan het eind van de tweede dag langsliepen. Toen we op een stil paadje liepen, hoorden we gekraak in het bos. Zachtjes probeerden we dichterbij te komen. Het klonk als een zwaar beest, krakende takken en geschraap over de grond, waarschijnlijk een wild zwijn. Het gekraak kwam dichterbij en we zagen beweging. In hield mijn camera gereed en het kwam uit de bosjes… een man met een plastic tasje, zucht. Het bleek een paddestoelen-zoeker, de eerste van de twintig die we het volgende uur tegenkwamen. Toen we het bos verlieten, namen we even een pauze (hier dus) en eindelijk kon Petra haar nieuwsgierigheid bevredigen en kijken wat we bij de gite als "piquenique" hadden meegekregen. Een half stokbrood, een paar kaasjes, ham, een blik konijneleverpastij, twee eieren en twee appels, jummie.

    14:00 uur,lunch

    Hehe, we lopen lekker. We moeten ver vandaag, 23 km., maar we zijn al ruim over de helft. Nog ongeveer een uur tot ‘l Hospitalet, het gerucht gaat dat daar voorraden te verkrijgen zijn. Maar eerst eten we hier even ons lunchpakketje met kazen en pate op, samen met een soepie.

    Het weer is en blijft perfect. Ik heb net even via m’n GSM de weersverwachtig van internet gehaald en het blijft hier de komende vier dagen in ieder geval nog goed, great.

    16:00 uur, ‘l Hospitalet

    Vandaag hebben we er al 17 km. op zitten, nog vijf te gaan. We zijn nog niet echt moe, lekker. Goh, wat een landschap net. We kwamen een uur geleden bij een gigantische canyon aan, Corniche des Cevennes. Helemaal alleen stonden we boven aan de rand naar beneden te staren. Behalve de paddestoelen zoekers en wat ruiters zijn we vandaag niemand tegengekomen. ‘l Hospitalet is een beetje een verlopen restaurant met een zo te zien wat verlopen clientele, jagers, stropers, rugzakkers, dat soort volk. Geen voorraden, maar wel water, we hebben alles dus maar even volgetankt. Daarna buiten even ons eigen terrasje gebouwd en onszelf de luxe van een colaatje gepermiteerd. 15 FF per persoon, de helft van een overnachtingsprijs in Air-du-Cote.

    18:30 uur, Barre-des-Cevennes

    Pjew, nou voel ik mijn voeten wel, 24 km vandaag. Na ‘l Hospitalet liepen we een half uur langs een redelijk drukke weg, wat een verademing toen het pad weer de natuur in dook. Een uur later liepen we Barre-des-Cevennes binnen. Een ongezellig donker dorpje, waar de meeste huizen zijn dichtgespijkerd. Er was een bakker en een kruidenier en het lukte om wat blikken voedsel, brood en wijn te kopen. Volgens de kruideniersvrouw was de camping nog open en ze had gelijk. Net voor de zon achter de horizon verdween stond het tentje en waren we aan het koken. Na het eten hief ik mijn glas wijn naar het landschap, wat een ontzettend volle dag was dit…

    Dag 5, Barre-des-Cevennes – Col de Jalcreste ( 20 km)

    8:45 uur , Barre-des-Cevennes

    Het was minder koud vannacht, geen ijs op de tent. We zijn om 7:00 uur opgestaan en voor zonsopgang liepen we bepakt en bezakt door het dorp. Er was nog geen brood te krijgen, dus het ontbijt bestond uit een pak koekjes, bah. We hebben geen mensen gezien op de camping en zijn dus maar vertrokken zonder te betalen. Het eerste stuk van de route is kilometervreten, 8 km. over asfalt, niet zo lekker.

    10:30 uur

    Pjew, dat viel mee. Na een paar honderd meter dook de GR67 het bos in over een pad dat parallel aan de weg liep. De weg is overigens erg rustig, we hebben de afgelopen anderhalf uur misschien 10 of 15 auto’s gezien.

    11:00 uur, Plan de Fonrmort, 900 m.

    Hee, volgens de wandelgids zou deze 8 km. bijna tweeenhalf uur moeten duren, we hebben er drie kwartier korter over gedaan. Komt wel goed uit, want vandaag is ook een dag met meer dan zes loopuren.

    Het is kil en het waait wat, maar wel zonnig en de hemel is strak blauw. Echt stabiel herfstweer. We zien achter ons de top van Mont Aiguoal, de hoogste berg van de Cevennes. Gisteren liepen we er vlak langs en nu is hij al weer ruim 30 km. ver weg. Aan de andere kant van het dal ten zuiden van ons zien we nog steeds de tv-toren van dag twee. Op deze manier hebben we een leuk overzicht over het traject dat we gelopen hebben. Het is koud, we gaan verder…

    12:30

    Kut, verkeerd gelopen en niet zo’n beetje ook. Anderhalf uur geleden de verkeerde GR ingeslagen, Stevenson’s Route. Te ver om terug te gaan, dus we kiezen hier een alternatieve route naar Jalcreste. Tjemig, er zitten hier een paar verschrikkelijk burlende herten in het bos, vlakbij, klinkt erg indrukwekkend. Vandaag hebben we trouwens voor het eerst herten gezien. We gaan nu een ongemarkeerd pad zoeken, maar het moet niet zo moeilijk zijn, want het loopt vlak langs een rivier. De rivier horen we al in de verte, als dat hert tenminste z’n snuit even houdt. Ik vraag me af of ze gevaarlijk zijn trouwens. Voor de zekerheid doe ik maar snel even weer m’n schoenen aan.

    14:30 uur, Cassagnas

    Na wat gekloot bij de rivier vonden we het pad naar Col de Jalcreste. Het is een oud spoorbaan waar de rails zijn uitgehaald. Dit pad moet ons bijna helemaal tot Jalcreste brengen. Om er helemaal zeker van te zijn dat we nu op de juiste route zaten liepen we nog een half uurtje door en toen lieten we ons in een weitje op de grond ploffen voor een lekkere lange pauze. De zon schijnt fel, dus we doen een poging om de van de dauw en vorst doorweekte tent wat te drogen. Dit soort ongemakken hebben we de "rafelige randjes van het avontuur" genoemd. Wat er ook onder valt zijn mijn zere kapotte lippen, Petra’s schuurplekken, de blaar onder m’n eelt, blaren in mijn hand (!) van de stok, koekjes als ontbijt en lunch, de vrieskou ’s morgens voor zonsopgang, de spierpijn de eerste dagen, de man met de hamer (koppijn en spierpijn t.g.v te drastische overschakeling naar een nogal intensief wandelritme), zere voeten, zere schouders, zere rug, zere nek, natte slaapzak, 4 dagen geen douche of schone kleren, geen wc’s. En dan te bedenken dat dit zo ongeveer ideale omstandigheden zijn. Tjee, als ik dit teruglees dan denk ik bijna "waar ben ik in godsnaam mee bezig". Nee, deze "rafelige randen" maken het avontuur alleen maar completer, het voegt relief toe aan de tocht. Je geniet des te meer van een buitgemaakte croissant of van een rustpauze van een half uur in de zon. Gisteravond hadden we een blik bonen, een oud stuk stokbrood en een fles wijn en eigenlijk smaakte dat minstens zo goed als ons vier gangen diner van 400 FF van vorige week.

    De lichamelijke ongemakken worden trouwens wel minder naarmate je in het ritme komt, al voel ik aan mijn voeten nog wel de 24 km van gisteren. En aan de andere ongemakken wen je gewoon.

    Ik moet zeggen dat ik nu heerlijk in het zonnetje zit te schrijven en dat het dan iets makkelijker is om filosofisch te doen dan om 7:00 uur ’s morgens in het donker of op het moment dat je ontdekt dat je verkeerd gelopen bent.

    17:30 Col de Jalcreste

    Net na de pauze kreeg ik een berichtje van Erik. Hij vertrekt van de Provence naar Spanje. Ik heb hem de coordinaten van Col de Jalcreste (opm: in die veronderstelling was ik dus, in werkelijkheid waren het coordinaten van een plek boven Parijs, maar Erik had dat door voor hij in Parijs aankwam) opgegeven en we ontmoeten elkaar hier vanavond.
    Er bleek geen camping te zijn, dus we hebben een goedkope gite genomen, 39FF per persoon. Het is een hut met ongeveer 10 stapelbedden, dus als er meer mensen komen moeten we de ruimte delen. Het is er wel goor, er lagen duizenden dooie vliegen binnen. Petra is gelijk met een bezem tekeer gegaan. Er zijn hier wat pizzaria-achtige restaurants, dus onze voorraad spreken we maar niet aan. We hoefden niet op Erik te wachten met eten, want hij komt pas over een uur of drie.

    22:00 uur

    Goh, al uren donker en nog niet op bed. We zijn gaan eten in het restaurant tegenover de gite. Koud, stil en niet erg lekker. Na een uur kwam er al een peugeootje met een hangglider op het dak aanrijden. Mijn broer kwam grijnzend aanlopen en we hebben boven koffie en rode wijn onze verhalen zitten te vertellen, leuk. Morgen loopt Erik het traject met ons mee.

    Dag 6. Col de Jalcreste – Col-du-Pradel

    8:30 uur

    Mmm, een beetje uit mijn ritme gevallen. Gisteren laat naar bed (22:30 uur i.p.v. 19:30 uur) veel drukte. Razend verkeer (zeker twee auto’s per tien minuten) en meer dan 10 mensen aan de bar. Erik heeft zijn laptop bij zich en ik heb even zijn dagboek gelezen en een e-mail geschreven. Erg leuk, maar qua wandelrust een heel klein beetje verstorend, gelukkig hebben we nog drie wandeldagen. Toch maken we maar even gebruik van de luxe van een auto en gaan wat eten zoeken in een dorp in de buurt. Geen haast vandaag.

    14:00 uur Les Ayres

    Een warme wat benauwde dag vandaag. In het verlopen hotel dat bij de verlopen gite hoorde (andersom eigenlijk) bestelden we vanmorgen bij de verlopen barman ontbijt. Vanaf de andere kant van de eetzaal vroeg de barman met een hoofknik wat we wilden. Ik riep ‘ommelets et cafe au lait" Het was een paar seconden stil terwijl hij ons met een blik opnam alsof we hem zwaar beledigd hadden. "ommelettes???" riep hij uit.De andere gasten keken verschrikt op. "oui, c’est oeufs" zei Erik behulpzaam. Hoofdschuddend liep hij weg en af en toe hoorden we hem het woord "ommelettes" tegen iemand mompelen. Lange tijd later kregen we toch onze ommelettes. Een redelijk ontbijt, stukken beter dan die gore koeken van gisteren.

    Erik en ik waren eerder in een dorpje op zoek geweest naar een bakker, maar we waren onverrichte zake teruggekeerd nadat een man met een geweer ons vertelde dat er geen bakker te vinden was. We vroegen waar de man op joeg,"Cerfs et Sanglier". "Huh, Serviers?" vroeg Erik, Ik zei "nee, eikel, herten en zwijnen."

    We waren om 10:00 uur weg en kregen gelijk een klim van bijna 400 m. voor onze kiezen, pjew. Eenmaal boven zagen we Mont Ventoux boven de wolken uitsteken, verder was het wat heiig. Om half twee kwamen we hier in Les Ayres aan , een slaperig gehuchtje, waar we bij een herbergje wat eten probeerden te krijgen. "tros tard" Te laat, er was geen brood meer. Dan maar een ijsje en kastanjes. Een paar minuten geleden namen we afscheid van Erik, hij moet nog terug naar zijn auto. Wij gaan ook weer verder richting Le Pededis.

    18:30 Le Pradel

    Tjemig, wat een middag. Nadat we afscheid hadden genomen van Erik verlieten we Les Ayres via een ontzettend stijle helling. Het zou anderhalf uur naar Le Pradel zijn, maar we deden er uren en uren over. Bij het laatste stuk naar de gite in Pradel raakten we het pad kwijt en moesten we zelf ons pad zoeken, de steile berghelling af. Een half uur bloed, zweet en tranen. Toen we eindelijk opgelucht op de weg stonden en bij de gite aanklopten bleek deze vol te zijn, grrr. Het was trouwens ook helemaal geen gite d’etappe zoals op het bordje stond, maar een gite d’hote.. hotelkamers. Duur en er waren er ook maar twee. Maar we konden water bijvullen en we kregen een tip voor een kampeerplek.

    We staan nu in de tuin van een afgelegen huis, waar niemand thuis is. Beetje brutaal, maar ja, we moeten toch een plekje hebben. Nu snel koken voor het donker wordt. Wat een dag.

    Dag 7, Le Pradel – Mialet

    8:30 uur

    Heerlijk geslapen. Eigenlijk voelt het toch veel beter om in je tentje te slapen en ’s morgens in het zonnetje te ontbijten tussen de vogels en kastanjes dan in een stinkende hut te slapen en te ontbijten tussen lawaaiierige Fransen. Alles is wel weer een beetje nat, maar ja, droogt snel in de zon.
    Gisteravond hadden we bij het diner gezelschap van een (schijnbaar) uitgehongerde lapjeskat. We hebben toch maar wat van onze schaarse voorraad met haar gedeeld en daarna werd het een poeslief schootkatje. Er kwamen nog wat mensen hier achter het huis kijken, maar gelukkig niet om ons weg te sturen, ze vonden het gewoon een leuk huisje.
    We zijn zojuist door onze voorraden heengegaan, we hebben nog een pak koekjes en drie sultana’s. Lunch hebben we dus ook niet meer, alleen nog een goed diner. Het laatste lichtgewicht pakket van Bever. Vanavond eindigen we in een dorp, dus daar moeten we morgen wat eten zien te krijgen. Water is ook op, maar 1 km. terug bij de gite zit een bron, dus ga ik zo even zonder rugzak die kant op.

    13:00 uur, montagne de Veille Mort

    Het water heb ik uit een bron gehaald en voor de zekerheid ontsmet met chloor. Het gaat langzaam vandaag. Laat weg en een lange tocht over moeilijk terrein. Wel erg mooi trouwens, we lopen over een bergkam op ongeveer 900 m. met prachtige uitzichten naar beide kanten. De afgelopen dagen zijn opeens de kastanjebomen verkleurd, het zijn prachtige gele bomen in een groen dennebos geworden. Wat minder leuk was dat zonet opeens vlakbij een paar geweerschoten gevolgd door een zwaar geloei en gejank. Even later begonnen er honden te blaffen en het geloei werd luider. Het hield een paar minuten aan en toen nog twee schoten en het was stil, bah. Het lijkt hier trouwens Nevada wel, de helft van de mensen heeft een geweer bij zich. (De andere helft heeft een paddestoelenmandje)

    15:00 uur, Le Pereyet

    Middagpauze, goh, laat al. Petra loopt al een paar dagen met een pak melk te zeulen en eindelijk breken we het aan. De waarde is natuurlijk aanzienlijk toegenomen en het smaakt verrukkelijk, vooral na het chloorwater dat we de hele dag drinken. Verder een soepje, een Mars, een pakje Sultana’s en wat kastanjes. Nu hebben we alleen nog een zakje pinda’s, wat isostar repen en de Tibetaanse stoofpot. En, heel belangrijk, genoeg koffie.

    Het laatste uur liep het vlot, eerst een zandweggetje en toen zelfs asfalt. We zagen langs de kant een stoicijnse grote zwarte geit waarvan we eerst dachten dat het een Mouflon was, maar waarschijnlijk was het gewoon een stoicijnse grote zwarte geit.

    ’s Morgens is het de laatste dagen wat minder helder, maar in de middag klaart het wat op. We zijn nu wat afgedaald naar 630 m. en de kastanjebomen zijn hier nog helemaal groen en de heide bloeit nog. Oef, half vier en we moeten nog een behoorlijk eind, on y va…

    17:30 uur

    Tjemig, bikkelen zeg. Nog een uur voor donker en even een verplichte pauze. Net als gisteravond is dit een beetje zwaar en te haastig om echt leuk te zijn. Als we eenmaal weer water en eten hebben is alles natuurlijk weer prachtig, maar nu doen mijn voeten zeer en is het nog drie kwartier lopen naar een camping die waarschijnlijk toch dicht is (kom op Nico, positief blijven, tuurlijk is hij open). Ach zolang we er maar water kunnen krijgen is er geen probleem. (We hebben wel vaker op gesloten campings gestaan).

    18:30

    Als een fata morgana verscheen het bord "camping le Bergerie, 300 m". Volgens de kaart moest hier helemaal geen camping zijn. We troffen een lege camping aan bij een huis waar een groep Fransen Jeu de Boules aan het spelen was. Ze hadden allemaal rood doorlopen ogen en een adem om te snijden, wijn en knoflook. Maar ze waren erg aardig en we kregen een plekje op de camping en een hand. Ik had me vergist in de zonsondergang, hij gaat rond 19:30 uur onder, nog een uur om te douchen (yes!) en te koken dus.

    Dag 8 Mialet – Anduze

    9:00 uur.

    Lekker laat op, we hoeven niet ver op deze laatste dag. Vannacht hoorden we uilen naar elkaar roepen en krekels tsjilpen, zuid-franse geluiden die hopelijk lang in mijn herinnering blijven.

    Onze Tibetaanse stoofpot was onverwacht lekker en we konden met een volle buik gaan slapen. Helaas moeten we wel met een lege buik naar Mialet lopen, want ontbijt is er niet meer. Onze franse buurman, de enige andere persoon op de camping (ik geloof dat hij hier woont) heeft ons uitgenodigd voor koffie, er is dus hoop op een hapje.

    Het werd een grote kop koffie en een enorme paddestoel. Jean-Pierre legde uit dat paddestoelen met witte stelen eetbaar waren en als de stelen rode aders hebben zijn ze giftig. Jean-Pierre komt uit Parijs, en daar barst het natuurlijk van de paddestoelen, dus hij zal het wel weten. Ik vond mijn naald ook nog terug, zodat ik een lekkere blaar onder een eeltplek netjes kon doorboren, dat voelt beter. En nu op naar Mialet.

    11:00 uur, Mialet.

    Oeps, iets in de schaal vergist. Mialet was in onze gedachten uitgegroeid tot een levendig stadje met terrasjes, leuke marktjes, restaurants en volop winkeltjes, bakkers en kruideniers.

    In werkelijkheid is het een piepklein slaperig dorpje met oude-van-dagen en honden. Er is een leuk kerkje en een kraantje, dat is alles. Geen bakker, geen lunch.

    Toen gebeurde het tweede wonder (het eerste was de ontmoeting met de engelsen de tweede dag). We waren net klaar met lachen over onze misrekening en ik haalde net met een frons mijn allerlaatste energiereep tevoorschijn, toen er toeterend een autootje met "boulangerie" erop aan kwam rijden en voor onze neus stopte. Een lief uitziend meisje deed de achterklep open en toonde haar waren, eh, haar bakkerswaren dus. Tjee, mijn eeuwige geluk werkt nog steeds uitstekend. Ontbijt met lekkere broodjes in het zonnetje.

    12:30 uur, ergens langs de Mialet

    Een aangenaam tochtje. Veel huisjes, dorpjes en gewassen. Een van de oorzaken van het verkeerde idee over Mialet werd ook duidelijk. Er zijn wel degelijk terrassen, maar dat zijn akkers de terrasvormig zijn aangelegd, geen gezellige parasolletjes dus.

    Het is weer warm vandaag en net als gisteren een beetje broeierig. We lopen nu ook laag vergeleken met de rest van de tocht, tussen de 100 en de 200 meter, een kilometer lager dan een paar dagen geleden.

    Maar het loopt lekker. We beseffen heel hard dat dit de laatste uren van de tocht zijn, dus we proberen alles nog eens goed in ons op te nemen.

    15:30 uur, Anduze

    We zijn er, tenminste, wij zijn op een terras in Anduze. Mensen staren ons aan. Stinken we? Zien we er oververhit uit? Of staan Petra’s bergschoenen niet bij haar minijurkje? Hahahah, who cares, we did it… Mijn eerste actie in Anduze was een wandelboekje kopen van de Vercors.

    17:30, Anduze, camping

    De auto teruggevonden, een praatje met de vriendelijke boer, alles van ons afgesmeten, tent opgezet en gedouched, aaaah.

    De route vandaag was de minst mooie van de acht, maar wel een goede voorbereiding op de niet-wandel-wereld. Het grootste deel ging over asfalt. Veel verkeer, veel bebouwing en veel bordjes "verboden toegang" en "prive terrein". Natuurlijk is dat het perspectief na een week door de natuur trekken en bijna niemand zien. Toen we hier ruim een week geleden aankwamen, zag datzelfde landschap er uit als rustige landweggetjes langs vriendelijke dorpjes. Geen applaudiserende rugzakkers aan het eind zoals bij de West-Highland-Way, maar toch voelde ik me wel glorieus toen we Anduze kwamen binnenstappen en op het terras bevreemde blikken kregen toegeworpen. Hier bij de boerderij komen verschillende gezinsleden af en toe vragen hoe onze tocht geweest is. Naar waarheid kan ik dat zeggen: "magnefique!"