The Dales Way - England, Augustus 1997

  • De foto's

  • dag 1, 27 aug 1997 - Van Ilkley naar Appletreewick, 12 mijl (19 km)

    7:30 - Ilkley

    We zijn net opgestaan en tot onze ontsteltenis regent het, maar we hebben besloten om toch te gaan lopen. We hebben regenpakken en hoezen voor de rugzakken en onze schoenen zijn waterdicht. We gaan proberen het schema aan te houden van het wandelboekje dat ik gisteren gekocht heb en dat zou ons in 7 dagen over de Dales Way naar het Lake District moeten voeren. We doen waarschijnlijk niet het hele stuk, het plan is om 5 dagen te doen tot Sedbergh. Vandaag 12 mijl, van Ilkley naar Appletreewick, 19 km…

    16:30 - Appletreewick

    We hebben het gehaald, de eerste etappe, yes! Het weer viel mee, van tijd tot tijd regen en zwaarbewolkt. Eigenlijk viel het weer niet mee, maar we hadden er met de regenpakken en beschermhoezen weinig last van. In het begin had ik wat last van m’n gewrichten en Petra van de rugzak, maar al snel werd alles warm en soepel. Toen we Ilkley uitliepen liepen we op met een collega rugzakker, Alwin, een ex-militair en ex-politieman die de Dales Way al voor de 5e keer liep. Alwin wist elk bijzonderheidje, elke afslag en babbelde aan een stuk. Het was eigenlijk wel fijn om op onze eerste lange afstandstocht een gids te hebben voor het eerste deel, zodat we ons zelfvertrouwen een beetje konden opbouwen.

    Na een paar uur lopen, veel langer dan we van plan waren voor de eerste rust, kwamen we bij de verlaten kloosterruïne van Bolton Abbey en iets verder was het Cavendish Pavilion. Alwin stelde voor om daar een ‘cuppa tea’ en een ‘vegetable soup’ te gaan nuttigen. Ik stemde enthousiast toe omdat mijn voeten wat moe werden en omdat een droge plek ook wel weer een aangename verandering van omgeving leek. De soep smaakte prima en we knapten wat op bij het warme haardvuur. Een halfuur later moesten we toch het Cavendish Pavilion verlaten en ons weer in de regenpakken hijsen voor de volgende etappe door de stromende regen.

    We staken de Wharfe rivier over en volgden het pad langs de rivier naar het westen. Alwin wees tot mijn genoegen een aantal eetbare dingen aan onderweg, hazelnoten, eetbare bladeren en wilde champignons. Hij verzekerde me dat ik er geen kleuren van zou gaan zien en ik werkte er een paar naar binnen, erg lekker.

    Het landschap varieerde. De basisingrediënten waren groene heuvels, ommuurde weilanden, leuke oude dorpjes en vooral veel schapen. Af en toe een bosje en meestal liepen we langs de rivier. Tientallen ‘kissing gates’ en ‘stiles’, trapjes over een muurtje heen. Twee keer moesten we ons een weg tussen de koeien door banen en Alwin wist precies natuurlijk weer precies van te voren te vertellen dat achter het volgende muurtje een hele lieve hond zat en inderdaad, we betaalden het kwispelende dier de tol, 2 chocoladekoekjes en liepen verder.

    Al babbelde, de regen viel en onze voeten baanden zich ritmisch een weg door het met ‘liquid grass’ (koeienstront) bezaaide gras. Eigenlijk werden we niet veel vermoeider en even was er de verleiding om met Alwin mee te gaan naar Grassington. Maar toch, het was pas onze eerste dag en we wilden het niet forceren, dus op de splitsing naar Appletreewick namen we afscheid. Alwin wees naar wat schoorstenen achter het volgende weiland en zei ‘that’s the New Inn’. Een stevige hand, een groet en Petra en ik liepen de laatste 100 m naar het dorp en naar de New Inn, een prachtig moment. Grijze lucht, een modderig pad en de haven in zicht…wow..

    Helaas was de New Inn dicht en ging pas om 19.00 open, maar zelfs dat kon het plezier niet vergallen. Er was nog een tweede pub in het dorp, de ‘Craven Arms’ en daar zouden we vanavond in ieder geval een warme maaltijd kunnen krijgen. Uit mijn wandelboekje leerde ik dat er nog een tweetal B&B (Bed & Breakfast) adressen waren en daar konden we terecht.

    We werden door mr. en mrs. Jackson gastvrij onthaald met een kop thee en een mooie kamer. Vriendelijk praatgrage mensen. Erg Engels, het huis staat vol met prullaria en een prachtige tuin. Uit het raam zien we het vriendelijke dorpje van grijze steen, de groene heuvels met de grappige muurtjes en overal schapen. Petra is ondertussen al dikke vrienden geworden met de huiskat Florence en ik geniet gewoon van…eh…ik geniet gewoon…

    dag 2, 28 aug 1997 - Van Appletreewick naar Kettlewell, 12.3 mijl (20 km)

    8:00 - Appletreewick

    Gisteravond hebben we gegeten in de Craven Arms, goed eten en veel eten. Wat een rust hier, je hoort alleen vogels en schapen. De zon is gaan schijnen en het is nog lekker fris buiten. We voelen ons sterk, nergens spierpijn en goed uitgerust. Om 8:30 staat er weer een fors Engels ontbijt klaar met eieren, witte bonen, worst, spek en toast en de velden in richting Kettlewell.

    Ik heb steeds het idee dat we in een adventure of sprookje zitten dat zich 1000 jaar geleden afspeelt, we zijn reizigers in een middeleeuws landschap met een belangrijke boodschap voor de koning ofzo. In de verte hoor ik schapen en het geluid van pannen en van beneden komt de geur van eieren en gebakken spek. Mrs. Jackson is een dikke vriendelijke vrouw die alleen streng is voor haar echtgenoot, mr. Jackson, een tengere vriendelijke man met een uilebril en een streepjes pyama. Nou, genoeg voor nu, rugzak inpakken, ontbijten en verder de Yorkshire Dales in, ditmaal met z’n tweeen…

    16:30 - Kettlewell

    Wat een dag. Gisteren was de route ‘easy’ en vandaag ‘moderate’ en ietsje langer. De eerst blaar, Petra heeft er een op haar kont van het waterflesje dat is gaan schuren. Petra heeft ook wat last van haar voet, maar verder geen problemen, lekker moe. Het was perfect wandelweer vandaag, droog, bewolkt en een beetje wind.

    Het begon zoals gewoonlijk met een stevig ontbijt en de dagelijkse rib-uit-mijn-lijf=but-who-cares, 40 pond vandaag, 140 piek. Eigenlijk betaal je voor B&B gewoon hotelprijzen, maar het is veel en veel leuker en gemoedelijker.

    Na anderhalf uur bereikten we Grassington, het dorp tot waar Alwin gisteren gegaan is. Leuk dorp, maar een beetje druk en toeristisch. We liepen met de grote rugzakken een klein theehuisje in waar we gelijk een derde van de beschikbare ruimte innamen. We kregen wat misnoegde blikken van een oud vrouwtje dat bijna over Petra’s rugzak viel. We slobberden maar snel onze lauwe thee met melk naar binnen en verlieten het dorp.

    Alwin had ons gisteren voor het volgende deel van de route gewaarschuwd en ook ons wandelboekje waarschuwde ervoor dat het pad erg onduidelijk zou worden. We liepen eerst volgens plan over een boerenerf waar we door de bagger moesten waden en waar we ons weer tussen koeien moesten doorwurmen. Twee stiles over en volgens de gids moesten we dan de stenen muur volgen. Ik keek op van het wandelboekje en zag overal om ons heen stenen muren lopen tot aan de horizon in elke denkbare richting. Geen pad te zien en ik koos op goed geluk een richting. Ik schatte de kans op 25% dat we goed liepen. Een half uur later liepen we ploeterend hoog over de moors, de grassige en stenige vlakten over de bergen. Het begon te waaien en het dreigde te gaan regenen…en we waren verdwaald. In de beschutting van een muur deden we de regenhoezen over de rugzakken en trokken onze truien en jassen aan. Ik verruilde mijn loopgids voor de kaart en het kompas en ging met de verrekijker rond zitten kijken. Ik zag in de verte nog wat zoeken

    Een uur later liepen we het dorpje conistone binnen en daar zagen we de rivier Wharfe terug. De laatste 5 km naar Kettlewell gingen over een smalle verharde weg met aan weerskanten stenen muurtjes en braamstruiken. We waren getuige van een bijna ongeluk toen links van de weg 5 schapen over een muurtje sprongen en de weg oprenden. Een tegemoet komende landrover maakte bijna Haggis van ze. De chauffeur van de landrover en ik maakten beide een hek open om de schapen in te jagen, dat werkte. Een boer heeft nu 5 schapen minder en een andere boer 5 schapen meer. We liepen Kettlewell binnen en vonden snel een B&B. We waren 5 minuten binnen en toen begon het te plensen, geluk gehad.

    Probleempje. Volgens de wandelgids moeten we morgen maar 5.5 mijl en overmorgen 17.5. Dat vonden we te veel, 28 km met rugzakken. We wilden een dorp verder zodat we overmorgen geen 28 km hoeven. Ik belde de B&B’s in het volgende dorp, maar het was vol, en verder is er geen accommodatie in de buurt. Ik had geluk bij Cam Houses. Dat betekend dat we morgen 14 mijl moeten, 22.5 km en overmorgen dezelfde afstand. Voor ons een record afstand. We moeten het halen morgen, want vanaf hier komen we in het meest verlaten deel van de Yorkshire Dales.

    20:00 - Kettlewell

    We zijn net terug uit de Kings Head waar we een pub meal en een pint Guinness hebben genuttigd. Eigenlijk trokken we weer dezelfde conclusie, niets mis het met Engelse eten, of we hebben gewoon niet zo’n verfijnde smaak. In ieder geval is het elke keer een perfecte afsluiting van een vermoeiende dag…

    dag 3, 29 aug 1997 - Van Kettlewell naar Cam Houses, 14 mijl (22.5 km)

    8:00 - Kettlewell

    Vandaag wordt het misschien zwaar.Een record afstand en helaas is het gaan regenen. We hebben allebei een beetje spierpijn van de kapriolen die we gisteren in de moors moesten maken om naar beneden te komen. Het B&B waar we nu zitten is het minst gezellig en het duurst tot nu toe, maar who cares. Een bed en een maaltijd zijn zowiezo een feest na een loopdag. Volgens ons nieuw schema moeten we morgen 14 mijl en overmorgen 5.5 als we inderdaad volgens plan in Sedbergh stoppen. Ik ben benieuwd of we stoppen, maar eerst, ontbijten en dan 22.5 km lopen, slik…

    11:30 - Buckden Bridge (7 km)

    Ellende, ik zit nu gehurkt tegen een muurtje in de regen en de harde wind. Ongeveer 7 km afgelegd. In het begin ging het niet goed, regenpak aan, regenpak uit, regenpak aan, uit, aan, uit. We kwamen langzaam vooruit en ik had zware benen. Petra heeft hoofdpijn en last van haar heupen. Onze regenpakken blijken niet geschikt om te dragen tijdens het lopen, je wordt van binnen natter dan van buiten. De schoenen zijn gelukkig echt goed waterdicht. Het tweede uur ging het bij mij wat beter en ook Petra kijkt nu weer iets vlotter uit haar ogen. Even rust en wat chocoladekoekjes en water. Donker, nat, winderig en m’n neus drupt, maar ik vind het nog steeds een prachtig avontuur…

    15:00 - Beckermonds (15 km)

    Nog 4.5 mijl te gaan, nog ruim 7 km. Het weer is gelukkig wat beter geworden. Toen we om 13:00 druipend van de regen in onze regenpakken de George Inn in Hubberholme binnenliepen wat het enige commentaar van de serveerster ‘just loveley eh?’. Aah, wat een oase was dat. Ik zette mijn schoenen bij het haardvuur en de rugzakken in een hoek. Een kop koffe en even rust. Toen we weer verder moesten keken mensen ons medelijdend aan. Well, zoals Clint Eastwood zei: ‘a man’s gotta do what a man’s gotta do’.

    Het werd droog en het landschap werd ruiger en verlatener. Nooit helemaal verlaten, want we bleven gezelschap houden van de schapen die gewoon overal lijken te zijn. Om de 100 m moesten we wel over een stile of door een hek en het pad bleef de rivier volgen. Af en toe wat hazelnoten en pruimen brachten de stemming omhoog.

    Het is nu wat fris en het waait. We zijn allebei wat moe, maar we hebben nog een eind voor de boeg. We zitten nu weer even met water en koekjes, maar 2 minuten geleden werden we ruw gestoord door een boer op een trike met een hond achterop. Hij wilde toevallig net door het hek waar we tegenaan zaten. Dus sokken en schoenen weer aan, troep in de rugzakken en alles een paar meter verplaatsen. Nou, nog even rondstaren en naar de schapen luisteren en op naar Cam Houses…

    17:30 - Cam Houses (22.5 km)

    ‘ah, you are the couple for tonight, come on in and leave your boots here.. would you like a cup of tea? We eat at about half past six, is lamb allright?’. Wow, oh man, yes please, a cup of tea. Lam, ja, heerlijk, perfect, alles is perfect. Wat een welkom, Cam Houses, een toevluchtsoord halverwege een heuvel in een kaal land. We zijn moe, niet totaal uitgeput, maar wel heel moe. De laatste anderhalf uur ging over een schapenpad over de moors, een woestenij van hoog gras en modder. We waren in gezelschap van duizenden schapen, overal om ons heen. Heel in de verte zagen we het enige bewoonde huis in mijlen tegen de berghelling hangen, Cam Houses. Het pad was op afstand niet te zien, maar volgens onze wandelgids moesten gewoon op de boerenschuur in de verte aflopen en bij die schuur omhoog de berg op tot Cam Houses. We ploeterden voort door de lege uitgestrektheid, maar we werden steeds vrolijker naarmate we Cam Houses naderden. De laatste stiles en de laatste meters en daar was de kleine boederij

    20:30 - Cam Houses

    We aten inderdaad lam met de familie, met z’n vieren rond de keukentafel. Mrs. Smith en Robin zijn rustige mensen. Robin is een sheepfarmer, een stille tengere man met een lange grijze baard. Hij praat zachtjes en met een voor ons nauwelijks verstaanbaar dialect. Na het eten kregen we koffie in de gezellige zitkamer met een haardvuur en een gepensioneerde herdershond die constant geaaid wilde worden. Uit het raam keken we neer op de velden het het pad waarlangs we omhoog zijn geklommen. Groene en paarse velden met witte stipjes, gras, hei en schapen…

    dag 4, 30 aug 1997 - Van Cam Houses naar Dent, 14 mijl (22.5 km)

    11:30 - Winshaw (5.5 km)

    De eerste rust. Zojuist zijn we een stijl modderpad de heuvel opgeklommen en we zijn wel even aan een pauze toe. Het weer is prachtig, al vind ik het al snel te warm in de zon. De lucht is superdoorzichtig, des te mooier omdat het eerste deel van de toch vandaag over de Pennine Way ging, een oude Romeinse weg over de bergkammen. Eigenlijk hebben we wat omgelopen omdat we bij Cam Houses gelijk via een stijle weg naar de bergkam klommen en op de Pennine Way uitkwamen. We hadden eigenlijk horizontaal moeten blijven tot de Pennine Way naar ons toe kwam. Kostte wat energie, maar het uitzicht daarboven was schitterend.

    Na een uur daalden we af naar Far Gearstones en we zijn nu net aan de overkant van het dal weer omhoog geklommen. We zitten hoog en kijken neer op de lappendeken van ommuurde weilandjes met schapen en koeien. Volgens mij hebben we het ergeste klimmen en dalen voor vandaag gehad en we gaan zo verder naar het spoorweg viaduct bij Ribblehead.

    Gisteren zagen we steeds op ons pad verse voetsporen van een collegawandelaar. Een bepaald patroon van nopjes dat we de hele dag zagen. Vandaag volgen we weer hetzelfde patroon, weer heel vers. Het geeft op lastige punten wel een geruststellend gevoel om de bekende sporen te zien. Ik geloof dat we de wandelaar ontmoet hebben, een van een groepje van drie Engelse jongens die met een tentje in de buurt van Cam Houses kampeerde omdat ze de B&BD van 28 pond te hoog vonden.

    Ik heb voor de zekerheid gisteravond B&B in Dent gereserveerd. Ik moest een dure mobiele telefoon gebruiken omdat er naar Cam Houses geen telefoonlijn loopt, dat geeft een beetje de afgelegenheid aan.

    17:00 - Dent (23 km)

    Nu zijn we wel kapot. Petra is beschadigd bij haar hakken en tenen, de vellen hangen erbij. We zijn vermoeider dan gisteren. Ik voelde me vanmorgen beter dan gisteren, maar wat ons waarschijnlijk een beetje genekt heeft is dat we geen echte pauze hebben gehouden. We wilden een kop soep en thee nemen in Lea Yeat, maar bij ‘Tea in the woodshed’ was niemand te vinden. We hebben een poosje met wat andere wandelaars zitten wachten, maar toen er niemand kwam zijn we maar verder gelopen.

    De tocht ging uren lang over een vochtige heide en veengebied, een oneffen modderig en stenig pad met natuurlijk weer alleen schapen. Zomp-zomp-zomp-zip-splash-zom-zomp. Het was warmer dan voorgaande dagen en we werden dorstiger. Het was een beetje zwaar vandaag, maarja, het moet ook niet te gemakkelijk gaan.

    Dent is een leuk dorpje en we kregen weer een super welkom in het B&B huis. Mrs. Allen stuurde ons gelijk door naar de mooie tuin, waar we op een bankje moesten gaan zitten en waar we een kop thee in onze handen kregen gedrukt. Heerlijk, schoenen uit, sokken uit en lauwe thee naar binnen slurpend in een klein parkje met een prachtig uitzicht over de heuvels. Mr. Allen kwam kennis maken en na een babbeltje werd ons onze kamer gewezen. Een leuke kamer met natuurlijk zoals altijd spullen om thee te maken, inclusief de thee en de koekjes. Eindelijk weer een keer een tweepersoonsbed. Wat ook standaard is geworden om iedere dag de kleren die we aan hebben in de wasbak te wassen en dan de volgende dag aan de rugzak te drogen, we hebben beide maar 2 setjes kleren en dan heb ik het nog niet over de trekkingbroeken waar de modder onderhand tot aan onze dijen komt. Petra’s broek en sokken zitten ook nog eens onder het bloed van haar schuurplekken op haar heup en haar voeten, het was geen aanstellerij.

    Na evaluatie van de opties is het plan als volgt. Morgen wordt zowiezo een rustige dag. Deels omdat Petra’s voeten er behoorlijk erg aan toe zijn en deels omdat we anders geen goede aansluitende trajecten kunnen vinden. Morgen dus 5.5 mijl, 9 km, en dan rust. We hebben dan het oorspronkelijke plan volbracht en 58 mijl (93 km) gelopen. Morgen besluiten we of we verder gaan met de ‘extended mission’ om maar eens in ruimtevaarttermen te spreken. Dat zou betekenen nog 3 dagen lopen, respectievelijk 19, 19 en 13 km tot in het Lake District.

    dag 5, 1 sep 1997 - terug naar Ilkley

    8:30 - Dent

    We stoppen. Petra’s voeten liggen nog steeds open, het regent pijpenstelen en de extra 5.5 mijl naar Sedbergh hebben niet zoveel meerwaarde. Het was een prachtige tocht door het Yorkshire Dales National Park en we komen zeker nog een keer terug om hem af te maken. 84 km gelopen in 4 dagen, dat is ruim 20 km per dag, we zijn tevreden. Hopelijk genezen Petra’s voeten snel zodat we ergens anders nog een tocht kunnen maken, en zo niet, dan niet.

    We gaan proberen om een bus of trein naar Ilkley te vinden. Het is zondag en ik vrees dat het wel eens lang kan duren voordat we terug zijn, maar we hebben nog 2 weken de tijd. Nu eerst ontbijten en misschien dat mr. Allen nog ideeën heeft. Gisteravond heb ik nog een poos met mr. Allen zitten praten, hij is een gepensioneerde leraar in informatie technologie en een radio amateur, we hadden dus wel wat om over te praten.

    10:15 - Dent Station

    De beste en misschien enige optie om in Ilkley te komen is met de trein van Dent Station naar Leeds en dan overstappen op de trein naar Ilkley. Dent Station ligt echter niet zoals verwacht in Dent, maar in Cowgill, bijna 8 km van Dent. Gisteren zijn we er zelfs langsgekomen, vanaf ‘Tea in the woodshed’ zagen we het station boven ons liggen. Mr. Allen bood voor de tweede keer aan om ons naar Dent Station te brengen en we grepen het aanbod met beide handen aan. We betaalden 30 pond en ik gaf hem 5 pond voor de rit naar het station. We wisten niet van te voren hoe duur deze B&B was, maar het bleek dus de goedkoopste tot zover, en de meest gastvrije. De meesten waren gezellig, maar de B&B in Dent bij Pat en Neville Allen was voor ons de topper.

    Over een half uur gaat de trein naar Leeds en we zitten nu in de kleine wachtruimte van Dent Station. De wind giert en de lucht is donkergrijs en stort zichzelf van tijd tot tijd in bakken naar beneden. Donkere wolken jagen boven onze hoofden voorbij. Het enige geluid is de gierende wind en vreemd genoeg af en toe een schaap. Ik ben toch blij dat we vandaag gestopt zijn. Anderhalf uur naar Leeds en vandaar de trein naar Ilkley zien te vinden….