7 dagen door Parc du Luberon - voorjaar 1998


  • De foto's

  • Dag 0 Merindol

    19:00 uur, Merindol

    Na een lange hete autorit hebben we de Provence bereikt. Eigenlijk hebben we gemengde gevoelens over het feit dat we de perfecte omstandigheden (goed weer, goed eten en lekker luieren) in de Elzas hebben verruild voor een "onzekere toekomst" in Luberon.

    Tegen 18:00 uur kwamen we aan in Merindol, het geplande startpunt. We waren moe en een beetje gespannen, een beetje zenuwachtig, vooral toen we naar de kale, van de hitte zinderende heuvels achter het dorp keken. We hadden eigenlijk groene beboste heuvels verwacht en niet een halve woestijn. In het dorpje was alles dicht, ook het office du toerisme waar we wilden vragen of er een camping in het dorp is. Gelukkig kwam net de koster uit de kerk en hij gaf ons de naam van een boer met een camping en de naam van een gite d’etappe. We moesten dus eerst op zoek naar een plek om te overnachten en een plek om de auto een week achter te laten, het liefst dicht bij het begin van de route.

    Ik wilde eerst het startpunt van de route vinden en we vonden de bekende rood-witte markering precies waar hij wezen moest. Een kilometer verder vonden een B&B, een prachtig huis in de bossen met zwembad en een prachtige tuin. We mochten de auto daar een week laten staan, perfect!

    We pakten onze rugzakken in en namen onze laatste douche voor ons avontuur. Ik krijg een beetje het Engeland gevoel nu ik onze rugzakken in een vreemde slaapkamer zie staan.

    We zijn een beetje onzeker, maar dat had ik wel verwacht. We zetten door, het wordt vast een prachtige ervaring.

    We moesten met het eten wachten totdat de gastheer het potje Petanque met de visite afgemaakt had, het spel mag volgens Provencaalse traditie niet onderbroken worden en we werden pas tegen negen uur gevoerd. Maar het was het wachten waard, we hebben buiten op het terras heerlijk provencaals gegeten: vooraf Tabouille (een soort cous-cous gerecht), als hoofdgerecht bourride (verschillende groenten, en verschillende vissoorten in ons geval zalm, inktvis en zeeslakken, uit de oven ) met ailoli (knoflook-mayonaise). Vervolgens konden we kiezen uit een heleboel verschillende kaassoorten. Daarna konden we nog kiezen uit 3 verschillende deserts: aardbeientaart, nog een soort taart en chocolade mousse.

    Voor en na het eten moesten we steeds de drie honden en twee katten aaien en Petra zat dus zoals verwacht weer onder de uitslag aan het eind van de avond.

     

     

    Dag 1 - Merindol – Lauris, 5h 30m (ca. 22 km, hoogteverschil 900m)

    Nico:

    13:00 uur. La tapi bergerie.

    Over deze plek ben ik al weken aan het fantaseren. Op de kaart staat hij aangegeven als een rood hutje en er staat bijgeschreven abri et citerne , schuilplaats en een waterbak. Deze hut was voor mij als een vuurtoren voor de eerste dag, halverwege de route en de zekerheid van een plek om te schuilen indien nodig. We zijn hier aangekomen onder ideale omstandigheden, maar wel op het heetste punt van de dag. Het is inderdaad een prima plek om te schuilen en met schaduwrijke plekjes om te zitten en binnen voldoende slaapplaats voor een man of vijftien. Hier blijven we een paar uur rusten.

    De belangrijkste hindernis hebben we vanmorgen overwonnen, namelijk een plek vinden waar de auto een week kan staan en daadwerkelijk van start gaan. We vertrokken om half negen en het was nog redelijk koel. De lucht was helder en het rook overal heerlijk. We vonden snel het begin van de route, de GR6, en begonnen boven het dorp uit te stijgen. Op de heuvel was geen schaduw en ondanks het vroege uur hadden we het al snel warm. In het begin was ik wat onzeker en gespannen. Voor een deel omdat ik vannacht een verschrikkelijke droom had, waarin Petra in een afgrond donderde. Achter pa aan wandelen is toch gemakkelijker. Petra wandelde achter mij aan en babbelde vrolijk over alle bloemetjes en vlindertjes die ze om zich heen zag.

    Na een uur waren we de heuvel weer afgedaald en kwamen op een bosrijk pad. Toen we even later de rood-witte markeringen van de GR kwijt waren, viel er vreemd genoeg wat spanning van me af, we waren verdwaald, so what.

    Met behulp van kompas en kaart maakte ik een schatting van waar we zaten en volgden de route tot we iets tegen kwamen wat er op de kaart stond, het dorpje Borrys. Daarna vonden we de GR snel weer terug en liepen zonder problemen verder naar bergerie de la Tapi. Hier hebben we de schoenen uitgetrokken, soep en hardkeks met leverpastij gemaakt en een paar uur in de schaduw zitten lezen, heerlijk

    Het volgende stuk zou zwaar moeten worden en het werd zwaar. Een smal stenig paadje de heuvels op. In een half uur moesten we 300 m. klimmen. Het was me ondertussen duidelijk geworden dat we nooit zouden kunnen wild kamperen, omdat onze watervoorraad lang niet toereikend zou zijn voor meer dan een dag. We moesten dus minimaal verder tot de 1e gite in Lauris. Maar gelukkig hadden we nu het zwaarste stuk gehad en het grootste deel ging nu vlak. Nog een pas die in het wandelboekje als pijnlijk werd omschreven en een paar km. door een beboste vallei richting Lauris.

    Om 18:00 uur kwamen we de eerste bebouwing tegen en al snel vonden we een gites d’etappe. We mochten onze tent niet opzetten, dus we kregen een stapelbed op een kamer toegewezen, waar nog 3 andere stapelbedden stonden. Gelukkig hadden we de kamer voor ons alleen.

    Omdat we door ons geld heen zijn en omdat we nog moesten eten, zijn we verder gelopen richting Lauris, een wandeling van nog drie kwartier, maar nu zonder bepakking. Tot onze verbijstering bleek er toch geen pin-automaat te zijn, de B&B mevrouw in Merindol had ons verteld dat we in Lauris konden pinnen, en de ontreddering sloeg even toe. Gelukkig hadden we nog wel een credit-card en zijn we een drie-gangen-menu gaan genieten in een heerlijk provencaals restaurant.

    Een vriendelijke ober legde uit wat elk menu op de kaart betekende. We maakten onze keuze uit heerlijke provencaalse gerechten. Omdat ik mijn zaklampje was vergeten moesten we voor donker terug zijn (de weg naar de gite was ver en onverlicht) stonden we een uur later weer op straat. Drie kwartier later bereikten we vlak voor donker de gite. Het geldprobleem proberen we morgen op te lossen door vanuit Lourmarin naar Cadenet te komen, waar wel een pinautomaat zou moeten zijn.

     

     

    Dag 2 - Lauris – Lourmarin, 4h (ca. 16 km, hoogteverschil 800m)

    Cap de Serre, 607 m:

    De laatste anderhalf uur hebben we 400 m. geklommen, waarvan 200 m. in het laatste half uur. Daarmee hebben we ook gelijk het zwaarste deel van de dag gehad. Met dat idee zitten we nu lekker in de schaduw van een boompje, met een panorama uitzicht van 360 graden om ons heen.

    Vannacht hebben we weer niet zo goed geslapen. Naast onze slaapkamer begon om 23:00 uur een feest, dat tot midden in de nacht duurde. Toen dat voorbij was begon aan de andere kant van de kamer, waar een stal was, een paard te briesen en met zijn hoeven over de grond te schrapen en daar hield hij de hele nacht niet meer mee op.

    Maar toch vond ik de sfeer in zo’n gite heel leuk: oud houten meubilair, een open haard, een zelfbedienings bar. En door de open ramen kwam de heerlijk geurende provencaalse ochtend binnen. Het ontbijt bestond uit stokbrood met jam en een grote kom koffie.

    Toen we de gite verlieten, liep het boerderij-hondje ons nog een paar honderd meter achterna. Maar toen we een paar keer hard ‘allez!’ riepen en naar de boerderij wezen ging hij liggen en bleef liggen.

    We verlieten het landschap van wijngaarden en klaprozen veldjes en verruilden het voor de beboste heuvels met bloemenweitjes. Prachtige omgeving en een heerlijk weertje, alleen die 20 kilo op mijn rug had wel wat minder mogen zijn.

    Het plan verder is om vanmiddag op een camping in Loumarin aan te komen, waar we wat kleren kunnen wassen en vanwaar we op onze speurmissie moeten om geld te scoren. Vanaf dit punt nog twee uur looptijd.

    17:30 uur, Loumarin

    De rest van de wandeling was een afdaling naar Loumarin. Het was warm omdat we op het heetst van de dag doorliepen om vroeg in Loumarin te zijn. In het dal aangekomen liepen we over een leuk weggetje het laatste stukje naar het dorp, door wijngaarden en langs leuke provencaalse huisjes met gekleurde luiken en bijna overal een zwembad.

    In Lourmarin hadden we een gigantische meevaller: bij het postkantoor , wat wonder boven wonder open was, konden we met een credit-card geld halen, wow, dat scheelt uren lopen!

    Blijkbaar is het vandaag een geluksdag voor ons, want eerder op de dag hadden we ook al zo’n gelukje. We waren namelijk honderd meter op weg het verkeerde pad in. Toen werden we aangesproken door twee franse rugzakkers, waarvan er een ook nog eens een topless dame was. Ze vertelden ons dat we de afslag gemist hadden. Het waren de eerste "collega’s" die we tijdens onze wandeling tegen kwamen en laten die nu net op de plek zitten waar wij verkeerd afslaan.

    Loumarin is een gezellig dorpje, een beetje toeristisch, maar wel leuk. Drie jaar eerder waren we hier toevallig al een keer geweest met Lard & Yvette. Na een colaatje op een terrasje, liepen we verder naar de camping, een kwartiertje buiten het dorp. We zetten de tent op (eindelijk kamperen), namen een douche en deden een wasje.

    Ondertussen hadden we besloten om vanavond maar weer uit eten te gaan in het restaurant naast de camping. Vervolgens maakten we ons op voor een paar serieuze luier-uren in de schaduw in het gras. Het enige wat ik mistte was een zak chips. Omdat ik wist dat dat zou blijven knagen heb ik toch maar een half uur luier tijd opgeofferd en ben teruggelopen naar het dorp, waar ik gelijk ontbijt heb gehaald voor morgenochtend. Daarna hebben we nog een paar uur liggen genieten, van een volgens ons, welverdiende rust.

    Het restaurant naast de camping was een beetje depri, helemaal verlaten, dus we besloten om toch maar weer naar het dorp te lopen. Daar hebben we op een terrasje van een cafe een simpele, maar lekkere maaltijd genoten. Het was heerlijk zwoel weer en het was erg gezellig op de terrasjes. Dit is de sfeer die we in Noorwegen misten. We lagen vroeg op bed, een uur of negen.

     

    Dag 3, Lourmarin – Buoux, 5h 20m (ca. 21 km, hoogteverschil 1100m)

    Om 7 uur ging de wekker en we kropen een beetje stijf de tent uit. Het tent opbreken ging vlot. Het ontbijt bestond uit stokbrood met camembert en een pak melk wat ik gisteren gehaald had. Ik vind het nog steeds ongelofelijk om te zien wat een troep er allemaal uit zo’n rugzak komt en nog ongelofelijker dat het er ook weer allemaal in past.

    Toen we om 8:15 uur begonnen te lopen was het windstil en het begon zelfs al warm te worden. De weg naar Vaugines steeg ligt en we liepen een uur lang over asfalt. We konden goed merken dat het onze derde wandeldag is en dat onze spieren toch een beetje vermoeid beginnen te raken. Ik begon een beetje op te zien tegen het stuk na Vaugines, waar we moesten stijgen van 375 m. naar 900 m. Mijn angst bleek gegrond. De volgende twee uur was afzien. Onze spieren protesteerden bij elke stap en het zweet gutste van ons hoofd en eigenlijk vanaf alles.

    We moesten om het kwartier stoppen om even op adem te komen en voor een slokje water. En een paar keer verbeelde ik me dat Petra verwijtend naar me keek. Toen ze zei:"Kijk ik zo beschuldigend genoeg?" , wist ik dat het geen verbeelding was en eerlijk gezegd als ik naar mezelf had kunnen kijken had ik ook verwijtend gekeken. Met de kaart in de hand probeerde ik mezelf steeds moed in te praten, maar dat hielp geen zier, het bleven gewoon 500 m. bloed, zweet en tranen. Maar we bereikten de 900 m. en daar hielden we een lange middagpauze.

    Petra:

    We hebben nog een pak melk genuttigd en een pakje hard-keks met leverpastei

    Onderweg weer erg veel bloemen gezien en heel veel verschillende soorten vlinders.

    De afdaling viel ook niet echt mee.Vandaag kwamen we wel wat andere wandelaars tegen. In het dal wilden we wat gaan drinken bij een restaurant, maar we mochten hier niet alleen maar wat drinken, we werden weggestuurd. Om 16:15 kwamen we bij de gite aan. We kregen de laatste twee plaatsjes. Er komt een groep Noren en dan is het vol.

    Nico:

    Het was een beetje een gezapig zooitje, die Noren. Ik probeerde een babbeltje te maken met een van de Noren, maar hij gaf alleen hele korte antwoorden op mijn vragen. Toen een ander lid van de groep langskwam om te vragen of hij meeging om een biertje te zoeken, kreeg hij een :"ah drank" blik in zijn ogen en ging ervan door. Een babbeltje met een van de Noorse vrouwen ging al helemaal niet.

    We wandelden even in de richting van het dorp en bij een telefooncel hebben we even naar Erik gebeld. Hij moest hard lachen en zei "wacht maar tot de wijn op tafel komt".

    Bij de telefooncel liepen twee Franse rugzakkers langs die breed lachend bonsoir riepen. Wat lijken Fransen dan toch vrolijk en gezellig vergeleken bij Noren. We wandelden terug naar de gite en zagen dat de bazin wat kruiden in de berm aan het plukken was voor ons avondeten.

    Terug op de kamer zagen we dat we de twee vrolijke Fransen als kamergenoten hadden gekregen, i.p.v. 2 norse noren. Eindelijk kon ik even mijn babbeltje maken.

    Het avondeten was gezamenlijk. We gingen met zijn allen aan houten tafels zitten. De Noren aan een grote tafel en wij met de Fransen aan een klein tafeltje. In het begin was het erg stil aan de Noorse tafel, maar zoals Erik al had voorspeld, werden ze steeds luidruchtiger en vrolijker toen de wijn op tafel stond, rare jongens die Noren.

    Het eten was lekker, vooral het voorgerecht was verrukkelijk: gegratineerde courgette met knoflook, mint en belchamelsaus en nog wat geheime kruiden. Het was zo lekker, dat de Fransman aan ons tafeltje het recept vroeg en aan zijn vriendin vroeg om het ook eens te maken. Het hoofdgerecht bestond uit gevogelte met gekookte graan met kruiden. En als nagerecht taart met warme puddingsaus en verse aardbeien. Wat kun je hier toch verschrikkelijk lekker eten. Ik ben bang dat als we thuiskomen alle pasta nog over hebben.

    Na het eten gingen we gelijk naar bed.

    Ik was gebroken en had een barstende koppijn. De tocht van vandaag is me eigenlijk te zwaar geweest. Petra denkt dat ik iets onder de leden heb, omdat zij het beter vol kon houden.

     

    Dag 4, Buoux – St-Saturnin, 4h 50m (ca. 20 km, hoogteverschil 700m)

    Vannacht moest ik naar de wc. Omdat we met zijn vieren in de kamer sliepen, probeerde ik zo zachtjes mogelijk te doen en geen licht te maken. Ik lag ook nog boven in het stapelbed en het was stik en stik donker. Op de tast klom ik uit bed en gleed bijna uit over kleren die Petra op het trapje had hangen, maar ik kon net een spagaat voorkomen. Als een slaapwandelaar liep ik met mijn armen vooruit in de richting waar ik de deur vermoedde en schopte daarbij de prullenbak omver. Toen ik de krakende deur weer achter me had gesloten, probeerde ik tevergeefs het lichtknopje te zoeken. Ik voelde overal deuren maar geen lichtknopje en keerde onverrichte zake terug naar onze slaapzaal. In het donker sloop ik naar mijn rugzak en probeerde als een dief in de nacht, mijn rugzak te bemachtigen, gelukkig wist ik waar ik hem gelaten had. Vijf minuten later kroop ik opgelucht weer in bed en deed mijn ritselende slaapzak dicht. Ongetwijfeld had niemand me gehoord. We ontbeten weer met zijn allen en aan de Noorse tafel was het weer erg stil.

    Tegen 9 uur verlieten we de gite. Ik had verwacht dat ik gigantische spierpijn zou hebben na de tocht van gisteren, maar vreemd genoeg voelde ik me een stuk fitter dan gisterochtend. Maar Petra zag er nu uit alsof ze een paar nachten had feest gevierd, met dikke blauwe wallen onder de ogen en daaronder grote witte vochtzakken. Maar toen we een maal weer liepen trok dat weer weg, waarschijnlijk een allergie voor de kat in huis of het kaas-schaap.

    De wandeling was een lange, niet te stijle afdaling naar Apt, door bossen en langs bloemenveldjes. Overal om ons heen horen we weer vogeltjes en krekels. Dit is toch wel een heel leuk, vrolijk gebied om doorheen te wandelen.

    Het is nu 21:00 uur en we zitten een km. of vijf buiten St.Saturnin d’Apt.

    Petra schrijft, ik dicteer. De wijnfles is leeg, dus ik hoop dat er wat zinnigs uit komt.

    In Apt hebben we twee uur in een parkje zitten lunchen. Bij een winkel hadden we broodjes, geitekaas en melk gekocht en gedurende het heetste deel van de dag hebben we dat lekker naar binnen zitten werken. Met het brandertje hebben we nog een soepje gemaakt en daarna hebben we nog even zitten lezen.

    We verlieten Apt om een uur of twee, eigenlijk nog te vroeg, want de wandeling de heuvel op was smoorheet. Een paar km. voor ons ontstond een onweersbui en we waren een beetje ongerust omdat onze route in de richting van de onweersbui ging. Maar het viel mee, het weer bleef prachtig. Een paar uur later, na een hete maar mooie tocht tussen de wijngaarden en lavendel-velden door, bereikten we de plek waar de camping van St.Saturnin d’Apt zou moeten zijn. Helaas was de camping er niet meer. De volgende camping was ruim drie km. verderop. Het was warm en ik was moe en ik had me ingesteld op het eindpunt. Ik baalde dus als een stekker dat we nog ruim drie km. verder moesten lopen (bijna een uur) en het was ondertussen ook al bijna 18:00 uur. Het verstand ging op nul en we liepen in een hoog marstempo de laatste kilometers.

    De camping was gelukkig open. En zelfs onze wens om nog een fles wijn te kunnen kopen ging nog in vervulling.

    Het laatste brood werd voor onze neus weggekocht en de haringen gingen niet de grond in, maar toch waren we blij dat we een plaatsje hadden gevonden om te overnachten.

    Toen de tent stond en het brandertje vrolijk water voor koffie en pasta maakte en vooral toen de fles wijn ontkurkt was, steeg mijn humeur met sprongen. Petra zegt: " We lijken wel Noren, we hebben wijn nodig om weer vrolijk te worden".Vlak achter ons staan caravans met luidruchtige fransen. Ze waren zo asociaal bezig dat we er alleen maar om konden lachen. Iemand ging een half uur op een trompet oefenen/spelen, ongelofelijk vals, wat een eikels, haahhaha...

    Een fors gebouwde nederlandse vrouw ( tante Rie figuur) liep mopperend langs onze tent. Even later kwam er een tenger gebouwde nederlandse man (ome Niek figuur) vragen of ze wilde ophouden met trompet spelen, dat hielp, ze hielden gelijk op.

    Zo mijn glas is leeg, nu ga ik proberen om mijn slaapzak te bereiken...

     

    Dag 5, St-Saturnin - Gordes, 6h 30m (ca. 26 km)

    Vanmorgen was de tent kleddernat van het condens en ook de voeteneinden van de slaapzakken waren nat. We hebben ze even laten drogen terwijl we koffie maakten, maar dat hielp niet veel. Ik had vandaag dus extra water bij me, wat ik niet kan drinken.

    De route vandaag liep grotendeels horizontaal. Een kilometer of 25 door van Gogh landschapjes, klaprozen en graanvelden, provencaalse huisjes omringt door cipressen en weer al die verschillende soorten bloemen.

    Tegen de middag bereikten we het dorp Rousillon, het zag er prachtig uit, hoog gelegen op rode rotsen. We liepen er naar toe door wijngaarden en kersengaarden. Het dorp is gelegen op okerformaties en heeft zelf ook een okerkleurige uitstraling. Het was een mooi dorp, maar het was er ook erg toeristisch en heel erg druk. En die drukte waren we niet meer gewend.

    Toen ik op een gegeven moment omringt was door mensen en me niet meer kon omdraaien, omdat ik dan iemand met de rugzak omver zou stoten, werd het me allemaal wat te veel. We verlieten zo snel mogelijk het dorp om weer te worden opgenomen in de van Gogh landschapjes.

    Vanaf dat moment zagen we ons einddoel van de reis voor vandaag bovenop een berg liggen: Gordes. En naarmate we dichterbij kwamen leek het dorp hoger op de berg te liggen. Halverwege de middag stak de mistral op, een keiharde wind die uit het noorden komt. Eigenlijk was het wel lekker, want de zon was erg scherp vandaag.

    Een paar uur later bereikten we Gordes. Daar hoorden we dat de camping nog twee kilometer verderop lag. Na de ervaring van gisteren hadden we zoiets eigenlijk wel verwacht en de teleurstelling was dan ook niet zo groot.

    Toch wel moe bereikten we om vijf uur de camping. Eigenlijk was het gewoon een perfecte camping: een prachtig uitzicht, een zwembad en zelfs aparte tentplaatsjes een beetje afgeschermd tegen de mistral.

    We zetten de tent op, namen een douche ,ontkurkten de wijn en stortten ter aarde. Weer een dag voorbij.

    De schade is bij mij redelijk beperkt gebleven. Mijn voeten worden wat hard van het eelt en ik heb wat spierpijn in mijn schouders (en natuurlijk die klote-muisarm).

    Petra is er iets erger aan toe, een beetje verbrand en haar voeten worden door tape bij elkaar gehouden. Voor Petra is dit de langste wandeltocht tot nu toe, qua kilometers voor ons allebei.

    Nou verder met die fles wijn en zometeen naar het restaurant.

    Petra:

    Net voordat we Gordes bereikten, trapte ik op een slang. Ik gaf een harde gil toen ik een hard gesis hoorde en voelde dat ik met mijn voeten ergens op stond. Ik had geluk, ik werd niet gebeten. Ik geloof alleen niet dat de slang het overleeft heeft, helaas.

    We hebben menu du jour genomen met ijs na en een glas wijn, want we hadden ook al twee glaasjes bij de tent op.

    Het eten is iets minder lekker dan we gewend waren de laatste dagen, maar het smaakt weer goed. Vooraf salade met kaas en noten en een lekker sausje, het hoofdgerecht bestond uit patat met vlees met knoflooksaus.

    We gingen moe naar bed. Het waaide verschrikkelijk hard en daardoor sliepen we de eerste paar uur niet, want de tent stond ook niet echt heel erg stevig. Gelukkig ging de wind in de loop van de nacht liggen en konden we nog een paar uur lekker slapen.

     

    Dag 6, Gordes – Fontaine-Vaucluse, 5h (ca. 20 km, hoogteverschil 800m)

    Petra:

    Vanmorgen konden we moeilijk uit bed komen. Het opruimen ging ook niet zo vlot. Nico haalde twee baquettes en een grote pot jam en twee liter melk in het camping-winkeltje.

    We ontbeten met koffie, chocomelk en stokbrood met jam.

    Om kwart over negen vertrokken we eindelijk. Om kwart over tien waren we pas weer bij het startpunt van de GR-route. We liepen bijna gelijkt verkeerd. Wel over een heel erg leuk weggetje.

    Uiteindelijk waren we pas om half elf weer bij het startpunt van de GR-route (ietsje verder dan we begonnen) en Nico maakte zich enigszins zorgen of we het wel zouden halen vandaag.

    Na een tijdje kwamen we bij de abdij van Senanques aan. Daar hebben we even gerust en een fles melk leeggemaakt.

    Het is vandaag een erg mooie route. Een bergpaadje omhoog, een stuk over de vlakte en weer een afdaling naar het dorp. We lopen steeds door het bos en we zien mooie bergrotsen en bergriggels. En weer erg veel bloemen en vlinders.

    Om ongeveer vijf uur bereikten we het dorp. We besloten om eerst maar naar de camping te gaan en de tent op te zetten. Daarna zijn we Fontaine de Vaucluse ingelopen. Een gezellig toeristisch dorp. Hier ontspringt de rivier de Vaucluse. Veel winkeltjes, restaurantjes en terrasjes. We zijn even rondgelopen. Ik heb in de oude papiermolen gekeken, waar nog steeds papier wordt gemaakt.

    We hebben een fles wijn, brood kaas en kersen gehaald en heerlijke olijven. Vandaag heeft Nico weer gekookt. Cup a soup, pasta en brood. Helaas was de kaas niet goed, maar we hadden wel lekkere kersen als nagerecht. Daarna nog een poosje lezen en weer vroeg naar bed. Het was weer een erg mooie dag, met bijzonder mooi weer, maar ik ben nu wel een beetje stijf.

     

    Dag 7, Fontaine-Vaucluse - Maubec, (ca. 12 km, hoogteverschil 300m).

    Nico:

    Vandaag hebben we uitgeslapen, maar liefst tot acht uur. Dat lijkt vroeg, maar we gingen al om negen uur naar bed, dus we hebben 11 uur geslapen. Eigenlijk hebben we vannacht voor het eerst goed geslapen. We hadden nog brood van gisteravond en een blikje vis en samen met een kop koffie en een kop chocomelk was dat ons ontbijt. Ook hadden we nog twee heerlijke broodjes met chocolade en amandelspijs.

    Van de brander hebben we goed gebruik gemaakt. Ik heb hem gelukkig niet voor niets meegesjouwd deze vakantie. In het begin is het een beetje eng zo’n grote steekvlam, maar ik begin te wennen aan het gebruik van de brander.

    De route vandaag was niet al te zwaar, we gingen eerst weer een stukje de berg op en daarna volgden we lange tijd een bosrijk paadje dat heel langzaam weer afdaalde. We zijn extra lang boven gebleven, omdat we beseften dat dit onze laatste loopdag was van deze tocht. We verbaasden ons nog steeds over de grote hoeveelheid bloemen, vlinders en insekten.

    Toen we afdaalden namen we een verkeerd paadje en belandden midden in een goed gevulde kersen boomgaard. Honderden donker rood, zoete, sappige kersen keken ons aan en zeiden ‘pluk ons! Pluk ons!’. In eerste instantie beheersten we ons en liepen er langs (en keken ondertussen rond of we niet in zicht waren van een boerderij), de kersen bleven aandringen en ten slotte streken we de hand maar over onze buiken. Als uitgehongerde gieren stortten we ons op de kersenbomen en in vijf minuten aten we ons helemaal vol aan kersen. Daarna keken we elkaar een beetje schuldig aan en zochten we het juiste pad weer op.

    Langzaam maar zeker nam de beschaving weer toe. Meer huizen, meer mensen en vooral meer auto’s. Een uur later waren we de vallei overgestoken en kwamen aan op de laatste camping in Maubec.

    Aan het begin van de wandeltocht ben ik in het boek "De Hobbit" van Tolkien begonnen, het verhaal van een reis door een magische wereld, met dwergen, tovenaars en betoverde wouden. Nu aan het eind van onze queeste hebben nou ook de hoofdpersonen uit het boek het einde van hun tocht bereikt. Omdat ik elke pauze er een stukje in las en er daarna nog wat over na liep te mijmeren, liepen soms werkelijkheid en fantasie een beetje door elkaar, waardoor ook onze wandeling soms wat magisch voor me kreeg.

    Morgen proberen we met de bus naar Merindol te komen. Maar nu eerst, om het goede einde van een avontuur te vieren, op zoek naar een restaurant.

    Helaas was er in geen velden of wegen was een restaurant te bekennen, zelfs de lokale snackbar was gesloten wegens verbouwingswerkzaamheden. Gelukkig hadden we onder in de rugzakken nog een laatste noodrantsoen met pasta en hardkeks met vis. De brander deed voor de laatste keer zijn werk en eigenlijk hebben we heel lekker gegeten voor ons tentje. De enige grote afwezige was de fles wijn.

     

    Dag 8, Maubec - Merindol

    We zijn vroeg opgestaan omdat we de bus van half negen naar Cavaillon moesten halen. Die bus vertrok ook niet uit Maubec, maar vanuit Robion, op een loop-afstand van een half uur.

    We namen de geuren en kleuren van de Provencaalse ochtend nog eens goed in ons op tijdens het laatste wandelingetje. We voelden al eventjes een kleine steek van heimwee.

    We wisten niet hoe we van Cavaillon naar Merindol moesten komen, maar de buschauffeur was erg hulpvaardig, al wist hij zelf vreemd genoeg ook niet welke bus naar Merindol ging. Er zijn in Frankrijk vele busmaatschappijtjes die allemaal wat losse trajecten hebben, erg verwarrend.

    De buschauffeur wees ons een kantoortje waar we het konden vragen en een half uur lager waren we op weg naar Merindol. Bij de bushalte kwamen we wonder boven wonder de B&B monsieur tegen in zijn auto. Hij bood ons een lift aan, maar we liepen liever zelf het laatste stuk.Even na tien uur bereikten we het huis en onze auto.

    Omdat het zo vroeg was vonden we het zonde om de dag hier te slijten en eigenlijk kampeerden we ook liever. Een beetje lullig was het wel, de B&B madame leek teleurgesteld, maar begreep het wel. We gaven haar nog wel een flesje cognac omdat we de auto hadden mogen laten staan.

    Wat is het een lekker gevoel om alles weer bij de hand te hebben, de auto, boeken en vooral de stoeltjes. We hoefden opeens niet meer zo strak te plannen, "een camping verder" was opeens weer een optie. Zelfs boodschappen doen zonder op gewicht te hoeven letten was opeens een heerlijke luxe, om maar te zwijgen van schone kleren. Wat heerlijk om nog een week vakantie over te hebben en wat leuk dat we "normaal" kamperen opeens als luxe beschouwen in plaats van iets primitiefs.