Het eiland Skye en de Ben Nevis - zomer 2002


  • De foto's

  • DAG 1, zaterdag 27 juli

    20:30, Noordzee

    We zijn op reis, de hele dag zijn we al in een lui tempo op weg. Eigenlijk zijn we op weg van Ede naar het eiland Skye in het noorden van Schotland voor een wandeltocht van 9 dagen, maar het duurt dagen om er te komen, per trein, bus, boot, bus, trein, nog een trein, een boot en het laatste stukje per auto. Vanmiddag zijn we in alle rust naar Amsterdam vertrokken waar we in de drukkende hitte een uurtje op de dam naar de toeristen hebben zitten kijken tot de bus naar IJmuiden arriveerde. We werden bij de reusachtige veerboot afgezet en 10 minuten later zaten we ons al te verbazen in de luxe twee-persoons hut met douche en wc. Ik heb blijkbaar op internet een verkeerd vakje aangeklikt en toch weer een luxe hut geboekt in plaats van de goedkope economy hut onder het autodek, nou snap ik waarom het 500 Euro kostte. Maar eigenlijk waren we erg blij met die verrassing. Het luie tempo zet zich voort aan boord, op naar het Scandinavische buffet in het "seven seas restaurant".

    DAG 2, zondag 28 juli.

    8:30

    Het spiegelbeeld van 12 uur geleden. We zitten weer aan het buffet, ditmaal voor het ontbijt. Het scandinavisch buffet was gisteren erg lekker, beter dan bij de Stena Line. Het enige vervelende was dat ik een graat in mijn keel kreeg die ik niet weg kon krijgen. Ik probeerde met grote stukken brood en cake mijn keel "schoon te vegen", maar het resultaat was dat ik alleen maar barstensvol kwam te zitten, terwijl de graat vrolijk bleef prikken. Nu, 12 uur later, zit hij er nog steeds, maar ik weet niet of er nou echt wat zit of dat er alleen maar een wondje zit van een graat. Waarom ik toch altijd, zucht.

    Vandaag wordt het een beetje spannend. We hebben zeeen van tijd om de trein naar Glasgow te vinden, maar in Glasgow hebben we maar een half uur om de trein naar Fort William te halen. Normaal gesproken tijd zat, maar in dit geval moeten we naar een ander station! Een alternatief is er niet, het is de enige trein vandaag en de bus vertrekt voordat we aankomen. Ik heb mezelf een beetje in deze ongelukkige situatie gemanoeuvreerd omdat ik zelf alles los van elkaar via internet heb geboekt. Pas nadat ik de boot had geboekt ontdekte ik bij het boeken van de trein dat de trein die ik wilde hebben niet meer reed. De info op de website van Scotrail klopt niet meer, shit. Naja, als ik het geweten had, had ik niet geboekt, dus who cares. Maar voorlopig eerst maar eens onze weg in Newcastle vinden en het station gaan zoeken, we zijn op reis, leuk. Ah, land in zicht.

    12:00

    Het gaat af en toe een beetje rommelig, maar wat telt is natuurlijk het resultaat. Het eerste rommelige ding was toen de boot in zicht van de haven opeens rechtsomkeert maakte en we doodleuk weer richting IJmuiden begonnen te varen. Een aantal minuten later passeerden we een losgeslagen strandbal ofzo en we maakten nogmaals een bocht van 180 graden. De Deense kapitein verontschuldigde zich voor de vertraging, hij dacht dat hij iemand in het water had zien liggen en had graag een drenkeling willen redden. Het ontschepen ging daarna vlotjes, maar toen we in de bus naar het station wilden stappen bleek dat onze 20 pond ongeldig was. We hadden niet genoeg kleingeld, euro’s werden niet geaccepteerd en het wisselkantoor was dicht op zondag. Wat nu? Ik ben dus maar gaan bedelen en kreeg zo de 2 pond bij elkaar voor de bus. Vanaf dat moment ging het soepel. We vonden snel en geldautomaat en zitten nu zelfs in een eerdere trein naar Glasgow, zodat we maar liefst 4 uur overstaptijd hebben in plaats van een half uur. En als klap op de vuurpijl laat zojuist het vervelende stukje achter in mijn keel los en heb ik het opeens op mijn tong. Tjemig, een garnalenpoot! Toch iets te gulzig geweest gisteren.

    Newcastle was trouwens veel leuker dan ik dacht, eigenlijk jammer dat we er niet meer tijd hadden. Onmiskenbaar Engels met een paar juweeltjes, zoals het Castle Keep, een prachtig oud kasteeltje op een steenworp afstand van het station. Het uur dat we nog hadden, hebben we gebruikt voor een razendsnel bezoek aan het kasteel. Veel te kort, maar erg leuk. Wat is Engeland toch leuk.

    16:00 uur Glasgow

    Central Station. Net als in veel Britse steden hier een mengeling van klassiek en modern. Starbucks, Burger King, maar ook een traditionele pub en winkeltjes in leuke houten pandjes. Eigenlijk vind ik de sfeer op deze stations best erg leuk, net als de sfeer op straat. We hebben 4,5 uur en hebben het eerste kwartier gebruikt om de looptijd te testen tussen Central Station en Queen Street Station. Op de terugweg over twee weken hebben we echt maar een half uur en zijn er geen alternatieven. Als we dan de trein missen, missen we ook de boot naar huis. Maar het is maar 7 minuten lopen van platform naar platform, geen probleem dus. Behalve deze kennis heeft de test ook twee natte pakken opgeleverd. Het mooie weer verdween namelijk al buiten Newcastle en voorbij Edinburgh begon het te regenen. Maar ondanks dat en ondanks dat we 4 uur op de trein moeten wachten heb ik het prima naar mijn zin. Ik heb geen garnalenpoot meer in mijn keel en ik kick gewoon wel op Engeland, euh, Schotland bedoel ik natuurlijk. Petra kwalificeert haar leukheidsfactor met een 6 met de mededeling "tsja, ik zit nu gewoon op de trein te wachten". Ik zit toch wel op een dikke 8.

    20:00, Grianlarich

    Goh, we zitten op de West-Highland-Way, 3 jaar geleden liepen we hier te zwoegen en de plekken waar we langskomen staan nog op mijn netvlies gebrand. Ik herinner me zelfs nog hoe moe ik was overal. Het is droog geworden en een vaal zonnetje schijnt op het bosrijke nevelige landschap. Prachtig hier, good to be back.

    Tentjes bij Beinglass Farm, drogende regenkleding bij Bridge of Orgy en zelfs een vermoeide rugzakker op The Way zelf, een feest van herkenning. Zelfs 3 jaar na dato voel ik nog de heimwee die ik voelde toen dat avontuur over was. Maar ons wandelavontuur moet deze keer nog gewoon beginnen natuurlijk.

    23:30 Fort William

    Pjew eindelijk in Rhu Moor guesthouse aangekomen. We werden verwacht, maar ze waren toch ook wel wat bang dat we de trein gemist hadden in Glasgow. Wat een lange dag, tijd voor een lange nacht, zzz.

    DAG 3, maandag 29 juli

    11:30 Fort William

    Over een half uur reizen we verder naar Mallaig en dan met de veerboot naar Skye. Ik ben een beetje duf na het inspannende reizen van de afgelopen dagen en het zware ontbijt zonder lichaamsbeweging helpt ook niet echt. Maar vanaf morgen is dat niet meer dan een zoete herinnering, dan begint de trek.

    Gisteren kregen we van Ian McPherson ons pakketje met kaarten en route informatie en daaruit bleek dat mijn beeld van de komende 9 dagen toch iets anders was dan wat ik opmaak uit de documentatie. Ik had eigenlijk een redelijk makkelijke tocht in gedachten, maar ik zou me wel eens hevig kunnen vergissen. De beschrijving heeft het vaak over het doorwaden van "burns", riviertjes en het woord "boggy", modderig, komt ook wat te vaak voor. We lopen ook grote stukken op kompas dwars door de bergen en dalen, omdat er simpelweg geen paden zijn en er wordt veelvuldig gewaarschuwd voor afgronden, moeras en vooral voor het weer. De apotheose is op dag 7, waar we de ruige Storr bergen moeten doorkruizen, zonder pad. Iets dat met slecht weer wordt afgeraden. Poeh, m’n luchthartigheid begint om te slaan in een lichte nervositeit, de juiste houding voor een avontuur als dit, vind ik.

    Fort William is niet superenerverend, maar er hangt wel een flinke buitensportsfeer. Veel buitensportzaken en overal lopen rugzakkers met grote schoenen stoer rond te kijken, West Highland Way volk. Nu ik hier weer ben herinner ik mij nog goed de vermoeidheid en opluchting na 8 dagen WHW en de schrik slaat me een beetje om het hart als ik me bedenk dat Julie (waar we Skye geboekt hebben) tegen me zei dat de WHW bij Skye vergeleken niet voorstelt en dat Skye dan ook niet voor "American type hikers" is, oh, oh. Ze zei zelfs dat ze geen Amerikanen meer boekte omdat die zichzelf altijd overschatten en dan in de problemen komen, slik.

    18:00, Kilmore, Skye

    Na nog een prachtige treinreis door de highlands en een leuke oversteek met de veerboot zijn we eindelijk aangekomen op Skye. Julie McDonnald pikte ons op bij de pier en bracht ons naar haar B&B. Wat een mooi plekje aan de kust, uit de meeste ramen is het vaste land te zien, aan de andere kant van de Sound of Sleat. Het is weer zachtjes gaan regenen en de bergen aan de overkant zijn dreigende donkere vormen die af en toe hun koppen in de grauwe wolken steken. Op de Sound dobbert af en toe een bootje en met vaste regelmaat komt de veerboot naar Mallaig voorbij. Het is verrassend groen hier, we kijken zelfs uit op een echt bos. Het heet hier dan ook de tuin van Skye, verder naar het noorden wordt het kaler. Julie McDonnald zal ons de komende dagen naar de beginpunten van de wandelingen en van de eindpunten naar de B&B’s rijden. Ze sprak ons moed in door te zeggen dat het vooral de Amerikanen zijn die hier in het stof, of liever gezegd de modder bijten, vanwege hun "we’ve done it all" instelling (hee, waar heb ik dat eerder gehoord). De West Highland Way is een makkie zegt ze, over een pad lopen is wat anders dan door de heidevlaktes lopen. Pjew, maar niet te hoog van de toren blazen met al m’n ‘wandelpad ervaring’ dus. Het wordt een weekje baggeren en bidden dat m’n GPS niet uitvalt. We hebben trouwens uitstekende kaarten en m’n GPS kent goddank het Britse coordinaten systeem, dus navigatie zou geen probleem moeten zijn. Ik heb wel Petra een uurtje instructie gegeven in het gebruik van kaart, kompas en GPS. Eigenlijk is dat gewoon noodzakelijk als je met z’n tweeen dit soort gebieden ingaat en gelukkig pikt ze het snel op.

    23:00

    Spanning en sensatie. Een paar Engelse wandelaars hadden ongeveer tegelijk met ons moeten arriveren, maar ze belden tegen die tijd op dat ze verdwaald waren. Het is nu 7 uur later, stikdonker en hun batterijen van hun GSM zijn op. Volgens hun laatste melding zitten ze ergens aan de kust en zien ze een vuurtoren en als ik op de kaart kijk heb ik een redelijk idee waar ze zich dan moeten bevinden. Ik had mezelf al aangemeld als zoekvrijwilliger en stond al klaar in regenpak met twee zaklampen, extra batterijen en GPS in m’n hand, maar Julie moet van de politie bij de telefoon blijven, dus ik loop m’n avontuur mis, shit, dat leek me nou wel kicken.

    DAG 4, loopdag 1 (14,5 km), dinsdag 30 juli

    8:00 , Kilmore

    De verdwaalde hikers zijn terecht, om 00:30 uur werden ze thuisgebracht door de politie. Julie dacht dat ze op het vaste land zaten, maar op basis van wat ze door de telefoon vertelden over wat ze om hun heen zagen, dacht ik dat ze op Skye zater, net onder de berg. Julie vertelde dat aan de politie en dat is precies waar de reddingsboot uit Mallaig ze vond doordat ze het flitslicht van hun camera als baken gebruikten. Goh, jammer dat onze reddingsaktie van gisteren niet doorging, want dan had ik ze gevonden en had lekker de held kunnen uithangen.

    De weersvoorspelling is slecht en de lucht is dreigend. Het regent nog niet, maar de bergtoppen gaan verscholen achter laaghangende bewolking. Onze route vandaag gaat niet over een pad, maar dwars door het veen en langs de kust. Het kon wel eens zwaar worden volgens Julie en na wat onze collega’s gisteren is overkomen ben ik erg blij met m’n GPS. We beginnen met een "cooked breakfast" en dan gaat het beginnen.

    11:30, 5 km

    Het gaat langzaam, maar erg goed. We hebben nu 2 uur gelopen en hebben de rivierdoorsteek gehad. Dat stelde gelukkig helemaal niks voor, de schoenen hoefden niet eens uit. We lopen niet over een pad, maar dwars door de moors op een zo strak mogelijke koers. Het regent gelukkig niet, maar de grond is drassig, boggy. Ook de gevreesde midgets (piepkleine bijtende vliegjes) vallen nog mee, al is de voorhoede op dit moment wel bezig met een verkenning. Verder veel schapen, orchideeën en wat herten. En rust, heel veel rust. Yeah, een prima hike deze eerste paar uur, houden zo.

    13:30, 8 km

    Wat een luxe toen we een paadje vonden. Het drassige pad voerde door een prachtig bos. Enorme oude berken, met hun voeten in het mos. Varens, kleurige paddestoelen, bloemen en kleine vogeltjes begeleiden ons op weg naar de kust. Maar helaas begeleiden ook de minder leuke fauna ons: horzels, midgets en teken, we zitten onder de teken. Het begon te regenen en het vrolijke paadje verdween om plaats te maken voor een macaber landschap van stinkende schapenlijken, schedels en borrelend moeras. Ik wilde op een grote witte steen stappen om over een modderstroompje te springen, maar gelukkig zei er een stemmetje in mijn hoofd dat het vreemd was dat hier zomaar een grote witte steen lag. Het bleek een opgezwollen half vergaan schaap. Toen ik de diepte van de modder wilde peilen verdween mijn stok anderhalve meter diep de prut in en heel voorzichtig zochten we onze weg door het gevaarlijke veen, eng. We beginnen het te herkennen, als er grappige wollige bloemen opduiken moet je oppassen. Maar we hebben ondertussen de kust bereikt en het is weer droog geworden. Even genieten van de lunch die Julie voor ons heeft klaargemaakt en ondertussen de sokken laten drogen. Nog geen mens gezien, wat een rust, heerlijk.

    16:30, Gilean,13 km

    De lunchpauze kwam tot een natuurlijk einde doordat het flink begon te regenen. We waren gewaarschuwd om niet te dicht langs de kust te lopen vanwege rotsen en afgronden, dus ik koos gewoon een strakke koers van 20 graden die ons een paar uur later hier in het gehucht Gilean bracht. Het was ruig , drassig terrein, met nogal wat hoogteverschil en de Hobbit liep behoorlijk te mopperen en grommen onder haar regencape. Ik loop ook liever op een paadje, maar eigenlijk vond ik het ook wel kicken om zo dwars door te steken. Door die groene wereld met op de achtergrond de Cuillin bergen. Inmiddels is het droog en zijn we weer bij zee. Petra is even schelpen zoeken en we zijn beide weer in een uitstekend humeur. We moeten nog een uurtje lopen ofzo, maar we hebben alle tijd.

    21:30. Kilmore (14, 5 km)

    Gedouched, gegeten en een pint Guiness achter de kiezen. Relaxed dagje vandaag. Beetje zwaar terrein, maar omdat we niet kamperen is het gewicht geen grote factor en de afstand was ook niet dramatisch. We hebben er 8 uur over gedaan, maar hebben wel een paar hele lange pauzes gehouden. Ik was niet moe aan het eind en behalve dat de restanten van de bloedblaren van Jotumheimen van twee weken geleden nu door de nattigheid als grote lappen vel aan m’n voeten hangen heb ik verder geen schade of pijntjes opgelopen. Zelfs Petra die de afgelopen weken flink last had van haar nieuwe schoenen had nu geen enkel probleem, behalve wat humeurproblemen tijdens de zwaarste regen. Al met al een goede niet te zware dag om mee te beginnen. Het schijnt trouwens in de hele UK gigantisch noodweer te zijn, behalve in dit noordwesthoekje van Schotland, hier regent het gewoon, zoals altijd.

    DAG 5, loopdag 2, woensdag 31 juli (11,5 km)

    8:00 Kilmore

    Donker, grauw, nat en er staat een straffe wind. Maar het lijkt nog niet te regenen. Volgens het nieuws is de rest van Schotland overstroomd en de twee Amerikaanse wandelaarsters die ook in ons B&B zitten, zitten vast. Glasgow is niet meer bereikbaar per trein, Edinburgh ook niet.

    11:30, "midget ridge"

    We trekken weer door de zompige moors (heidevelden). Eerst langs de kust, maar daarna hoger en hoger om de ravijnen en rivieren te vermijden. Het enige geluid is de wind, de meeuwen en af en toe het oeoe van een zeehond of het blaten van een schaap. De midges steken geluidloos en laten ronde rode vlekken achter net als de teken. Dat klinkt een beetje zuur, maar eigenlijk is de overlast nihil. Het landschap is rustgevend. Overal vredig kauwende schapen tegen een achtergrond van de groene heuvels rond de blauwe lochs (meren). We lopen over de moors, een zompig veen gebied met veel heide en varens. Af en toe een bosje doorkruist door murmelende beekjes en van de typische witte Schotse huisjes op onverwachte plekjes, leuk hier. Het ging langzaam vanmorgen. We hebben eigenlijk anderhalf uur zitten wachten tot de McDonnalds ons naar het pad brachten, een paar km van ons eindpunt van gisteren. Het blijkt dat de hele route zo in elkaar zit, we lopen niet een aaneensluitend stuk, maar eigenlijk losse dagwandelingen, waarbij we gebracht en gehaald. We kunnen zelfs onze bagage laten vervoeren naar het volgende B&B. Dat de route niet aansluitend zou zijn ontdekte ik pas in Fort William, omdat ik daar pas de beschrijving en de kaarten kreeg, wel een beetje een teleurstelling. Vooral omdat we dan elke dag dus moeten bellen en opgehaald worden met de auto. Een van de leuke dingen van een week lopen is dat je je dan even helemaal losweekt van de drukte en auto’s zijn dan onwelkom. Naja, het is niet anders en ik ban niet van plan om ermee te gaan zitten, af en toe een teleurstelling incasseren hoort ook bij reizen. Ondanks dat heb ik het prima naar mijn zin.

    13:30

    Lunch op het strand. Nou ja strand, een strook van een paar meter met rotsen en zeewier, het is vloed. Het groene varenrijke bos stopt hier pas bij zee, een mooi plaatje. En helemaal uitgestorven. Nog steeds geen pad gezien trouwens, we lopen de hele dag door de moeilijke "boggy" moors en onze sokken en schoenen zijn natuurlijk ook al doorweekt vanaf de start. Maar het weer is prima. Droog, bewolkt en tegen de 20 graden. Perfect wandelweer. Nog een paar kilometer het strand volgen en dan zijn we in Drumfear, vanaf daar lopen we weer op weggetjes, dat is toch wat fijner.

    18:00 Broadford (26 km)

    Weer zo’n rustig dagje, we moeten oppassen dat we niet te relaxed worden. Op het "strand" viel ik ook al pardoes in slaap. Julie heeft ons opgepikt en naar het B&B hier in Broadford gebracht. De logica daarvan ontgaat me enigszins, omdat ze ons morgen weer komt halen om ons naar het beginpunt te brengen, dus waarom slapen we niet gewoon zoals de afgelopen 2 nachten bij haar. Na morgen is dat gesleep gelukkig afgelopen, dan lopen we gewoon van B&B naar B&B, leuk.

    DAG 6, loopdag 3 (15,5 km), donderdag 1 augustus.

    8:00 Broadford

    Het stinkt in onze kamer en ik ruik het ondanks dat we er al de hele nacht slapen. De oorzaak is onze drogende sokken en schoenen. Nadat ze eerst doorweekt zijn geraakt in het veen, zijn we langs de kust gelopen over een glibberige laag zeewier. Ons schoeisel verspreidt nu dus de onwelriekende geur van rotte vis en zure modder. Daarbij komt natuurlijk gewoon de voetengeur van twee dagen natte voeten. We hebben een poging ondernomen om de sokken te wassen, maar zo te ruiken is dat niet helemaal gelukt.

    Vandaag wordt het een lange dag, volgens de beschrijving 25 km. Maar de voorafgaande dagen bleek de beschrijving steeds de afstand te overschatten, dus misschien is het wat minder. Als het inderdaad minder is en we voelen ons nog goed, dan gaan we misschien proberen om het volgende B&B te halen, 7 km verder. Dan hoeft Julie ons niet helemaal te komen halen.

    Heerlijk gegeten in de Cutters gisteravond, Petra kwam tijdens het wandelen gisteren aanlopen met Sint Jacobsschelpen (de Shell schelp) en mosselen en vanaf dat moment had ik die voor ogen voor het diner. Aldus geschiedde en nog verrekte lekker ook, onbrits veel knoflook en delicaat gebakken in plaats van barbaars gefrituurd zoals ze met hun "scampi" doen.De fles wijn was niet zo verstandig misschien, maar hij is niet slecht gevallen, al heeft Petra wat hoofdpijn.

    12:00 Boreraig (30 km)

    Niet te geloven. Heel Groot Brittanie staat onder water en wij liggen in de zon met de thermometer op 23 graden.

    We bevinden ons tussen de ruines van het dorpje Boreraig dat tijdens de clearings is verlaten. Nadat de poging om Bonnie Prince Charles op de Engelse troon te krijgen in 1745 mislukte, verloren de clan-leiders veel van hun rechten en op een of andere manier leidde dat ertoe dat ze zich als grootgrond bezitters gingen gedragen en de arme boeren van hun land joegen. De logica ontgaat me een beetje, maar dat is de locale uitleg. Julie raadde ons plan om naar Elgol te lopen af. Volgens haar is het nog 10 mijl verder dan de huidige 25 km en in totaal zou het dan 40 km worden. Ik geloof er niks van, maar Petra veto-de het plan door een deel van de bagage in Julie’s auto te laten liggen, nu moeten we haar wel weer treffen. Ik was wel even een beetje sacherijnig omdat we nu de optie niet meer hebben, terwijl het volgens mij niet veel meer dan 25 km is en de rugzakken zonder kampeerspullen sowieso niet meer dan een kilo of 12 wegen. Naja, het was te mooi weer om lang sacherijnig te blijven en we gingen op weg. Het vage pad vonden we niet en het was weer een paar uur heuvel op, heuvel af over hekken en door bagger tot we hier aan de kust kwamen. Hier zou een duidelijk gemarkeerd pad moeten zijn, maar veel meer dan een vaag schapen spoor zie ik niet. Aan de andere kant, schapen bouwen geen bruggetjes, dus dat zal het wel zijn. Maar vanaf hier is de route simpel, gewoon langs het strand blijven lopen. Mijn GPS is trouwens en fantastisch hulpmiddel in dit terrein. Tijdens pauzes zoek ik op de kaart belangrijke punten op de route en zet die als waypoints in het GPS. Tijdens het lopen hoef ik dan alleen nog de pijl te volgen en te proberen om niet in een gat vol modder te trappen.

    14:30 Suisnish (33 km)

    Poeh, het is warm, vochtig warm. Het nodigt uit tot lange pauze’s in het schaaprijke gras met uitzicht op de oceaan en de bergen. De Cuillins, het spectaculaire gebergte van Skye, is helemaal zichtbaar. Scherpe rotsige vingers steken de blauwe hemel in. Morgen zullen we ze beter leren kennen. Morgen, ah, morgen geen afspraken meer, gelukkig, die afspraak om 17:00 uur bij het theehuis begint obsessieve vormen aan te nemen in mijn hoofd. Ik wil namelijk geen afspraken als ik wandel, grmpf. Petra maakt het niets uit, de zon en de zee in plaats van kale regenachtige vlaktes, het valt haar alles mee. Toch zei ze ook een paar keer dat ze wel het kamperen mist, omdat je dan pas echt het natuurgevoel en de wandelrust krijgt. Nou, op weg, we moeten om 17:00 uur bij het theehuis in Torrin zijn, grmpf.

    18:30 , Elgol (41,5 km)

    Toch best moe nu. De laatste 2 uur hebben we stevig doorgestapt en we waren net voor 17:00 uur bij het theehuis. Niet veel later kwam Julie aanrijden en bracht ons naar het B&B in Elgol. Een prachtig plekje. Zo’n eenzaam typisch Schots wit huisje in een groen kaal landschap. Een oude moeke gaf ons thee met koekjes en stuurde ons toen het bad in, een douche is er niet. We zijn de enige gasten, lekker. Toch nog even haasten, want er is voor ons om 19:00 uur gereserveerd in het restaurant. Dus snel in bad, kleren wassen, snel de kaarten en documentatie voor morgen bij elkaar zoeken. Snel de batterijen voor de digcam opladen (is 5 dagen meegegaan), snel de GPS met waypoints voor morgen lade. Snel even het dagboek bijwerken, snel een paracetamol naar binnen werken en nu snel naar het restaurant. Pfff, mmm, iets gaan niet helemaal goed geloof ik. Effe time-out, vanaf morgen geen tijdsverplichtingen meer.

    DAG 7, vrijdag 2 augustus, loopdag 4 (20 km)

    8:15 Elgol

    Weer verukkelijk gegeten gisteren, maar dat mag ook wel voor 55 pond. Zalm en een dubbele portie kreeft en krab. Het heeft me anderhalf uur gekost om de schaal vol kreeftenstaarten te pellen en de eigenaar kwam zeggen dat ik tot 22 uur de tijd had. Toen ik uiteindelijk dessert bestelde zette hij dat voor me neer, terwijl hij op zijn horloge tikte en zei: "remember, 10 o’clock’, maar het was een grapje natuurlijk. Aardige mensen hier trouwens, toen we door het dorp liepen met onze rugzakken gingen er duimen omhoog, werd er gezwaaid en er stopte zelfs spontaan een meisje om te vragen of we een lift wilden. Volgens mij komt het door het prachtige weer dat iedereen zo vrolijk is, iemand zei me dat het in 5 jaar niet zo mooi geweest is. Belachelijk weer, strakblauw en de zon schijnt. We zijn gisteren allebei verbrand, dat gelooft straks niemand thuis.

    12:00, An-Scron pas, 50 km

    Na enige consternatie over het wel of niet krijgen van een lunchpakketje (onze documentatie zei van wel, de B&B mevrouw zei van niet, maar omdat we toch eten nodig hebben en ik dreigde dan maar zelf te gaan maken, ging de mevrouw toch een broodje voor ons smeren) waren we om 9:15 op weg en om 10:00 uur waren we bij het begin van onze route voor vandaag. Volgens onze documentatie had Julie ons vandaag moeten ophalen en bij het begin van het pad moeten afzetten, maar ik ben blij dat ze dat niet deed. Lekker gewoon beginnen te lopen in plaats van eerst met de auto. Het gaat hard vandaag over een redelijk goed pad. Ondanks het geweldige weer is het landschap hier in de Cuillins wat naargeestig. Kale bergen met daartussen zompige moors, met af en toe een plukje bloeiende heide, niet zo mooi als de voorgaande dagen, maar wel leuk.

    14:00 , 55 km

    Uur na uur stappen we in een gestaag tempo door de Schotse hitte. Huh? Dat klinkt niet; ‘Schotse hitte’. Belachelijk weer, tegen de 30 graden. Waar zijn de woeste mistige moors nou? De stormachtige regen? Mmm, ik mag natuurlijk niet klagen nou iedereen met een grote grijns naar de lucht wijst en zegt dat het jaren lang nog niet zulk mooi weer is geweest. Beetje heel warm nu, al staat er een verkoelende wind. Dit is toch beter dan regen natuurlijk, alhoewel, (grijns).

    17:30 Sligachen Hotel (62 km)

    Elke keer dat we een wandelaar met een tent voorbij zagen komen hoorde ik Petra zeggen "ik wil ook kamperen". De kans op dit weer is nihil en een kampeertrektocht op Skye zou in "normale" weerscondities erg zwaar zijn, nog afgezien van het gewicht van de rugzakken. Aan de andere kant doet de luxe en het geregel van de B&B’s wel enigszins afbreuk aan het trekkinggevoel. Als je in ruig weer op onherbergzame plaatsen aankomt in zo’n comfortable B&B is het alleen maar lekker, maar in dit geval is die zogenaamde loodzware trekking toch een beetje tam. Tja, zo blijft er altijd wel wat te zeiken natuurlijk. Maar in dit geval, in het Sligachan Hotel, zijn we voor de verandering wel tevreden met onze hotelkamer, terwijl we nota bene tegen een kampeerveldje vol tentjes aankijken. We hebben namelijk de bruidssuite gekregen, een torentje, en hebben 270 graden om ons heen een geweldig uitzicht. Uit een van de ramen zien we hetzelfde shot als van de webcam :http://www.camvista.com/scotland/scenic/skye.php3?pageMode=nonjava#, waar ik al weken regen en mist voorbij zag komen. Het bruggetje met de stenen ervoor waar ik steeds rugzakkers vandaan komen. Nu kwamen we er zelf vandaan, leuk.

    DAG 8, zaterdag 3 augustus, loopdag 5 (22 km)

    8:00 Slagachan (62 km)

    Beetje stijf en een beetje duf. We beginnen te wennen aan lang slapen en krijgen steeds meer moeite om om 7:30 uur op te staan. Misschien omdat onze lichamen graag willen herstellen van de loopdagen. Gisteravond hebben we in de pub gegeten en daar de rest van de avond doorgebracht. De bar meals waren zoals verwacht niet zo lekker, maar zeker een rugzakker waardig. En de guinness maakte veel goed. Ik kan de route voor vandaag niet helemaal goed overzien, ik mis een stukje kaart, maar het lijkt erop dat we veel asfalt gaan lopen naar Portree. 18 km met weinig hoogteverschil, een makkie dus. Het is prachtig buiten. Er hangt wat nevel rond de Cuillins en de zon staat nog laag. Mooie schaduwpartijen dus die het relief in het landschap contrasteren. De eerste rugzakkers gaan al op weg, wij gaan eerst op weg naar de ontbijtzaal voor de dagelijkse bacon & eggs.

    12:00 Loch Sligachan (68 km)

    Wat een geweldige rust. De afgelopen uren hebben we een stenig paadje langs de kust gevolgd met af en toe idyllische watervalletjes verscholen tussen varens en bloemen, gewoon klef. De zeemist strekt af en toe z’n klauwen naar ons uit, maar bereikt ons steeds net niet. We hebben nu het weggetje naar Portree bereikt en rusten even met wat koffie op een bankje aan de rand van het Loch, terwijl wat nieuwsgierige schapen en vogels een kijkje komen nemen. Wat een geweldige rust hier.

    14:30

    Het enige dat onze vredige rustpauze in deze heerlijke landelijke omgeving verstoord, zijn de midgets, duizenden en duizenden midgets. Alleen op Petra’s ledematen zijn er al meer midgets gesneuveld dan Schotten bij de slag van Culloden en Felkirk bij elkaar. En ze blijven komen, aanvalgolf na aanvalgolf. Een voordeel is dat ze niet door kleren heen bijten en dus alleen op blote huid schade kunnen aanrichten, in mijn geval de hand waarmee ik schrijf. Lang leve onze hoofdnetjes, midgetproof zegt de verpakking en dat klopt. Behalve de midgets is het een prima dag. Niet te warm, niet te koud, droog en het landschap is volgens de gewenste specificaties: velden vol schapen, uitzicht op zee en bergen en witte huisjes her en der in het landschap gestrooid, vogels, bloemen en af en toe een beekje. Een ontspannen wandeldag. Zo, nu nog even een paar honderd midgetweduwen maken.

    18:00, Portree (84 km)

    Een van de leukste momenten van een wandeldag is als het wandelen stopt: het aankomen. In dit geval het aankomen in zo’n B&B waar verdacht vaak een mevrouw MacDonald de deur open doet, zo ook in Portree. Er ontstaat gedurende zo’n wandeltocht een vast ritueel bij het aankomen. Schoenen en sokken uit, rugzakken leegmaken, kopje thee met koekjes, douchen, kleren wassen, spullen ordenen, zodat we ‘s morgens binnen 10 minuten weer vertrekklaar zijn en dan lekker gaan zitten bijkomen voordat we op jacht gaan naar voedsel. Vandaag is het B&B een nogal gewoon rijtjeshuis in een ongezellige buitenwijk van Portree. Maar ach, ik zit er niet mee. Deze MacDonalds zijn erg vriendelijk en we hebben een geweldige wandeldag achter de rug. Ik heb lekker geslapen, nergens pijntjes of blessures of zelfs maar vermoeidheid (nu ik gestopt ben, ben ik best moe trouwens). Petra had een wat slechtere dag en de 22 km, waarvan 15 asfalt, viel haar zwaar. Maar toch vond ze het ook een goede dag. De bergen die we morgen van dichtbij gaan bekijken worden verborgen door de dichte zeemist, die de hele dag al over Portree hangt. Maar de bergen zijn pas voor morgen, eerst maar eens op jacht naar voedsel (en drank)

    DAG 9, zondag 4 augustus, loopdag 6 (20 km)

    8:00 Portree

    Mevrouw MacDonald sputterde een heel klein beetje toen ze vroeg hoe laat we wilden ontbijten en ik zei "8:00 uur". Het arme mens moet dus vroeg op op zondag. Maarja, wij hebben vandaag weer zo’n onwelkome tijdslimiet, om 16:30 uur worden we door een taxi opgepikt in the middle of nowhere. We hebben geen contact gehad met de taxi maatschappij en ik kan me bijna niet voorstellen dat dit werkt, naja, we zien wel. We gaan vandaag omhoog, nog lang niet zo heftig als morgen, maar het zou wel eens een lastig paadje kunnen worden. Vooral voor Petra, ze is niet zo goed in klauteren en zelfs op de makkelijkste hellinkjes haalt ze soms levensgevaarlijke capriolen uit. We zijn allebei een beetje stijf, vooral in de enkels.

    10:00 Portree

    Traag, trager, traagst. Lekker vroeg weg nadat we eerst nog even deursluitles hadden gehad, omdat we vannacht blijkbaar het hele huis hadden gewekt door met de deuren te slaan. We zijn nu net aan de andere kant van de haven, maar het is hier zo leuk dat we maar niet wegkomen. De felroze, blauw, groen, geel en witte huisjes rond de haven. De vissersboten, de beboste heuvels, waar de nevel tegenaan ligt. Alles is nog in diepe zondagsrust, behalve de luidruchtige schelpenzoekende meeuwen. Maar goed, de nevelige bergrug wacht en om 16:30 uur wacht de taxi op ons, let’s move out.

    12:30, Sweaty Peak (300 m)

    Het gaat nog steeds niet snel, maar we zijn bovenop de kliffen. Raar weer, 20 graden maar erg vochtig. Als je loopt zweet je je te pletter en als je zit krijg je het koud. Af en toe hebben we een schitterend uitzicht over het nevelige landschap en het water en af en toe worden we helemaal opgeslokt door de mist. Eindelijk m’n mistige moors.

    16:30, carpark

    De rest van de middag zijn we door de mist gestruind. Omdat we niets konden zien had ik een soort parcours langs hoogtelijnen gemaakt en wat geoefend met lopen op kompas. Dat valt toch niet mee in de mist in een ongelijk moerassig gebied. Qua navigatie was het best leuk vandaag, maar voor de rest matig omdat we niets konden zien. En nu zouden we hier om 16:30 moeten worden opgehaald door een taxi, ik vraag me af of dat werkt.

    19:00, Portree (104 km)

    Nee dus, geen taxi. Het begon ondertussen zachtjes te regenen en we zijn dus maar gaan lopen richting Portree in de hoop op een lift. Na ongeveer drie km extra, nog net boven de sjacherijngrens, werd de hoop bewaarheid. We werden door Spaanse toeristen meegenomen naar Portree en uitgezet in het centrum. Toen we vlakbij het B&B liepen stopte er een auto en de bestuurster vroeg of we Vermaas heetten. Het was onze taxi. Diepste verontschuldiging, ze was ons vergeten, ze vond het heel erg, blah blah blah. Eigenlijk vond ik het een nogal onvergefelijke fout om in de bergen met slecht weer zo’n afspraak te vergeten, heel fout, heel gevaarlijk. Maar ik voelde me niet echt boos omdat ik het min of meer verwacht had en sowieso altijd voorbereid ben op dit soort dingen. We hadden nog genoeg energie over om eventueel de 15 km extra naar Portree te lopen en we hadden ook nog wel genoeg water, eten en droge warme kleren. Het enige dat we niet hadden en wat ik miste was onze kampeerspullen, dan ben je pas echt onafhankelijk. Deze gebeurtenis gaat wel zwaar wegend het ervaringspotje in, laat je veiligheid nooit op zo’n manier van anderen afhangen. Gelukkig deed ik dat al niet, we waren voorbereid. Een andere veiligheidskwestie: de tocht voor morgen. Ik heb de kaart en de route bestudeerd en ik vind het te gevaarlijk, we doen het niet. Het lijkt loodzwaar, maar dat is het probleem niet. Er zit nogal wat klauterwerk bij op steile rotswanden. Ik denk dat deze tocht wat dat betreft over Petra’s limiet zit, ze is niet goed in klauteren, een ‘no go’, shit.

    DAG 10, maandag 5 Augustus, loopdag 7

    8:30 Portree

    Vandaag is een beetje onzeker, misschien lopen we helemaal naar Uig, maar dan moeten we waarschijnlijk 26 km langs een drukke weg. Mijn kaart gaat tot ongeveer halverwege en vanaf daar kan ik niet zien of er wandelpaden naar Uig zijn. Misschien komen we onderweg wel een wandelaar met kaart tegen waarop ik even kan kijken of we liften gewoon een stuk.

    11:30 (114 km)

    Portree ligt inmiddels ruim 10 km achter ons en Uig is nog zo’n 15 km te gaan. Het is heet en de zon is fel. Dit is een van die lange marsdagen, waarbij we in een hoog tempo kilometers vreten op pijnlijk asfalt. Zo’n dag waarbij je al lopend in slaap sukkelt en in nulmodus raakt.Een potentiele blaren-en-zonnebrand-dag en een verzekerde zere-voeten-dag. De zon brandt onverbiddelijk op het glinsterende asfaltlint dat door landelijk Skye loopt. Gek, al zijn het dorpjes van niks, Portree en Uig worden vanuit wandelperspectief gewilde bestemmingen. Hoe meer kilometers onder de voetzolen voorbij zijn geschoven, des te gewilder de bestemming. Van Portree naar Uig lopen duurt ook langer dan van Nederland naar Afrika vliegen.

    14:30 (12 km)

    Tjemig, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. We overwogen vanmorgen om eerst langs het tourist office of een boekhandel te lopen om een blik op een topografische kaart te kunnen werpen, want ik heb alleen maar kopieën van de oorspronkelijke route. Ik wilde kijken of er toevallig wandelpaden naar Uig gingen als alternatief voor de grote weg. Maar we besloten om die extra kilometers maar niet te lopen, Uig is al ver zat. Een uur geleden liepen we bij Annishader van mijn kaart af en precies op dat punt, exact op de rand van mijn kaart!, stond een fietser op een topografische kaart te kijken, precies de kaart die ik nodig had, allemachtig! Dit bestaat toch gewoon niet? Lang leve de techniek: met mijn digitale camera heb ik wat foto’s gemaakt van die kaart en als ik die foto’s terugkijk en inzoom heb ik een prima topografische kaart waar ik doorheen kan scrollen, geweldig. Het uiteindelijke doel, een wandelpad naar Uig vinden, mislukte helaas. De topkaart geeft namelijk hetzelfde beeld als mijn GPS, een lange drukke hete weg naar Uig zonder alternatieven.

    Ik koester het ‘voor wat hoort wat’ principe en heb het irrationele idee dat mijn eeuwige geluk daar nauw mee samenhangt, helemaal met dit soort bizarre voorvallen. Het kon dus zijn dat ik voor een goede daad beloond werd, maar ik kon me helemaal geen goede daad herinneren. Het alternatief was dat ik die goede daad dus nog moest gaan verrichten. Het eerste dat me te binnen schoot was de niet opdagende taxi van gisteren, ik besloot om toch maar geen klacht tegen ze in te dienen, zand erover.

    Op dit moment zijn de omstandigheden niet zo ideaal; het is bloedheet en we zitten in een stinkend veldje te lunchen. Overal schapenmest, oppassen dat ik geen giarda oploop ofzo. Van twee wandelstokken, een regencape en een scheerlijn heb ik een zonnescherm gemaakt, maar het blijft heet. 17 km gelopen, nog ongeveer 10 te gaan schat ik, ver, een beetje beulen.

    18:00 Uig (131 km)

    Tjemig, de laatste 10 km hebben we zonder rusten afgelegd, continu langs de drukke weg, verschrikkelijk. Maar eigenlijk niet eens zo verschrikkelijk als ik dacht, ik ben gewoon zoals verwacht in slaap gevallen. Maar leuk is anders en ik ben erg blij dat we er zijn en dat we het huisje in Sheader gelijk vonden, lang leve het GPS. Wat geweldig om aan te komen toch altijd. Mevrouw MacKenzie stopte ons een bord met scones toe (warme zoete broodjes) en twee vriendelijke schaapshonden deden een wedstrijdje wie het meest geaaid kon worden. De schoenen van de hete voeten, kopje thee en even uitblazen. De MacKenzies zijn wat oudere mensen in een afgelegen ouderwets boerderijtje. Geen douche, maar een badkuip, geen verkeer, alleen eindeloze heidevelden vol schapen. Sfeervol hier, leuk. De schaapshond vertoonde zijn kunsten nog even, de schapen werden van de ene wei naar de wei aan de andere kant van de weg gebracht en binnen naar hun hok geleid. Leuk gezicht. Erg knap dat ze dat kunnen die honden (ze trainen ze zelf). We konden het ook mooi zien vanuit ons slaapkamerraam.

    DAG 11, dinsdag 6 augustus, loopdag 8

    7:30 Uig

    De schade van gisteren is beperkt gebleven. Een beetje zere voetzolen, toen ik uit bed stapte, maar niet strammer dan normaal. We hebben wel allebei onrustig geslapen en ik heb ontzettend liggen dromen. Misschien van het bier en de whisky. Goh, de laatste dag alweer, de achtste loopdag. Jammer dat dit ritme van lopen, eten en slapen zo voorbij is. Vandaag wordt een dag zonder wandelpaden, natte voeten dus waarschijnlijk. Het is nog mistig, maar hopelijk trekt dat nog op, want het zou ook een dag van prachtige uitzichten moeten worden.

    12:30 (135 km)

    We begonnen met een verhittende klim, geteisterd door wolken midgets en met een uitzicht van nul omdat het potdicht zat. De 27 km van gisteren is toch nog wel voelbaar en Petra had het even behoorlijk gehad. Maar toen we boven waren en de mist boven de Quiraing optrok was alle pijn vergeten. Schitterend, mysterieus, prachtig. Een spannend landschap van grijze scherpe rotsen met groene weiden ertussen( http://home.hccnet.nl/petra.vermaas/scot2002/scot5.jpg). De nevelflarden maakten het extra spookachtig. Dit is de plek waar de highlanders in de tijd van Engelse of Viking aanvallen hun vee en dochters verstopten. We bleven naar fotograferen en toen we ons eindelijk konden losrukken van het uitzicht en de nevelige heuveltoppen overstaken werden we aan de andere kant beloond met een prachtig uitzicht. De noordkust van Skye, eilandjes, kliffen en aan de horizon Lewis Island, oftewel de outer Hebrides, het uiterste noordwesten van Schotland. Er rest nog een behoorlijke afdaling en een paar kilometer drassige moors en dan zijn we bij ons eindpunt, het kasteel van Duntulm, jammer.

    15:00

    Nog niet in Duntulm, maar honger en een mooi plekje dwingen ons tot de laatste lunchpauze van deze wandeltocht. Het was nog even behoorlijk ploeteren omdat we in een moeras terecht kwamen, een doolhof van drab en stinkende borrelende modder. We zijn allebei een paar keer kniediep in de prut gezakt, maar we hebben een uitweg gevonden. Een paar hekken over en de eerste huisjes van Duntulm doemden op.

    17:30 Duntulm Castle Hotel (141 km)

    De eindscore is 141 km, vandaag de kortste (10 km) en gisteren de langste (27 km). Ik ben die 141 km verrassend goed doorgekomen. Geen blessures of pijntjes, alleen wat muggenbulten, een etterige horzelsteek en een paar dozijn midgetbeten. Petra heeft het wat zwaarder gehad, wat last van haar enkels, knieën en heupen van het gestuntel door de moors (ik mag het natuurlijk niet zeggen en eigenlijk niet een denken en helemaal niet opschrijven, maar allemachtig wat is dat mens verschrikkelijk traag als het pad ophoudt. Ik heb letterlijk uren en uren op haar staan wachten. Niet erg bij een mooi uitzicht, maar redelijk irritant in een wolk midgets).

    Al met al vond ik het een mooie tocht. De "engelse sfeer" van pubs en leuke dorpjes viel wat tegen, het is wat killer en zakelijker hier, maar daarentegen was het landschap juist weer een stuk afwisselender dan we dachten. Het was een middelzware wandeltocht, maar we hebben ontzettend mazzel gehad met het weer. Onder "normale" Schotse omstandigheden zou de zwaarte behoorlijk omhoog zijn gegaan denk ik. Een ander moeilijk aspect waarmee "geadverteerd" werd was de navigatie. Een vereiste was dat je goed met kaart en kompas overweg kan en dat is absoluut niet overdreven. Sommige stukken waren wegens gebrek aan markeringspunten en mist volkomen onnavigeerbaar, waarbij je constant door moeras en rotsen van je koers werd afgedwongen. Als je dan niet continue exact weet waar je bent, kan je helemaal verkeerd uitkomen. Navigatie voor gevorderden. GPS, of iemand het onsportief of onecht vindt boeit me niet, het was DE oplossing voor elk navigatieprobleem. Wel in combinatie met een topografische kaart en kompas trouwens, anders loop je nog vast. Zonder mijn GPS had het een hoop zweetdruppels meer gekost. Het laatste stuk naar Duntulm was een plaatje. Vanaf de Cnoc-Roll, een heuvel achter het dorpje zagen we het hotel, met daarachter de kasteelruine liggen. Het geluid van meeuwen en zeehonden kwam ons tegemoet, terwijl we afdaalden naar het hotel. Het hotel is sfeervol, zo’n wit gebouw vol schoorsteentjes tussen weilanden en boomgaarden. We kregen weer een geweldige kamer met uitzicht op het kasteel, dat een paar honderd meter hiervandaan op een rots in zee staat . Prachtig plekje.

    Halverwege het diner, wat trouwens erg goed was, kregen we tot mijn verrassing een fles wijn aangeboden van onze travel agent. Helaas hadden we toen allebei al een pint bier voor onze neus staan, maar we mochten toch een fles wijn van de kaart uitzoeken die we toen maar mee naar onze kamer namen. Onze travel agent had vernomen dat onze taxi niet was komen opdagen en dat we ook de volgende dag geen gebruik meer van deze taxi hadden gemaakt. Als troost dus een fles wijn. Merkwaardig, ik heb geen melding van die gebeurtenis gemaakt en was dat na dat bizarre kaart incident van gisteren ook niet van plan. Blijkbaar heeft dat toch weer een gelukje opgelevert, proost!


    DAG 13 donderdag 8 augustus

    Toegift, de Ben Nevis (22 km, 1344 meter)

    Nadat we gisteren door Meneer MacKenzie vanuit Duntulm naar Portree zijn gebracht, konden we daar in de bus naar Fort William stappen, voor 15 pond per persoon, slik. Honderden mensen stroomden Porttree binnen omdat daar de Highland-games vandaag werden gehouden, maar wij waren een van de weinigen die het dorp juist verlieten. We zagen nog wel de "big band" met veel doedelzakken, drums, mannen in kilts, mooi gezicht.

    Vandaag is het goed weer en we konden we eindelijk een 3 jaar oude rekening vereffenen. Nadat we de West Highland Way gelopen hadden, zouden we nog een poging wagen om de Ben Nevis, de hoogste berg van de UK, te bedwingen. Maar we hadden toen geen puf meer om de 1344 meter te overbruggen. Vandaag hebben we de handschoen alsnog opgepakt en zijn we de berg opgegaan. Samen met tientallen anderen zijn we in 4 uur naar de top gesjokt. Verhittend, maar niet erg moeilijk. Het pad is niet steil en meestal goed te belopen. Het uitzicht onderweg was prachtig, Fort William, Glen Nevis en zelfs een stuk van de West Highland Way. Maar op de top zat het potdicht, we zijn pardoes het wolkendek op een kilometer in de lucht ingelopen. Toch was het er leuk. Een uitgelaten sfeer en vele picknickende rugzakkers, waaronder wij dus. De afdaling was natuurlijk even lang, maar ging veel sneller. Uiteindelijk heeft ons het avontuur 9 uur gekost, waarvan 7,5 loopuren, veel, 22 km, 1344 m omhoog en weer naar beneden. Een van de zwaardere dagen uit onze carrière, al ervaar ik hem niet zo. Was het het waard? Dit was voor een deel een prestatiewandeling en daar hou ik meestal niet zo van. Het was ook erg druk, daar hou ik ook meestal niet zo van. Maar ditmaal had ik gewoon best zin om lekker met z’n allen een poosje te lopen bikkelen, het was leuk en het was beslist de moeite waard. Petra knikt instemmend.

    DAG 14, vrijdag 9 augustus

    Nog een luie dag in Fort William. Eerst rustig Scottisch Breakfast, hoewel we de energie vandaag niet echt nodig hebben is zo’n eitje met spek en champignon, tomaat en pannenkoekje toch wel erg lekker. Inkopen gedaan en een poos op een bankje voor de tourist office zitten kijken en duiven gevoerd. ‘s Middags nog even naar de whisky distillery Ben Nevis gelopen. Rondleiding gehad en 2 whisky’s geproefd, ook beide gekocht natuurlijk en een klein flesje voor de buurvrouw die onze post en planten verzorgt.‘s Avonds weer gegeten in de pub.

    DAG 15, zaterdag 10 augustus

    Vroeg op, vroeg ontbijt en vroeg met de trein naar Glasgow. Alles loopt voorspoedig. De 40 minuten overstaptijd in Glasgow zijn ruim voldoende om van het ene station naar het andere station te lopen. En ook onze trein naar Newcastle vertrekt mooi op tijd. De enige smet op de dag was een verschrikkelijk vervelend etterventje in de trein op de bank voor ons, van een jaar of 6. Hij zat z’n ouders geweldig te jennen en ik zag door m’n ooghoeken dat Petra met haar vingers begon te trommelen en met haar lip begon te trekken, ohoh, red alert. Op een bepaald moment besloot het ventje z’n grenzen te gaan verleggen en draaide zich om naar ons, oeioeioei, helemaal fout. Het ventje keek uitdagend naar ons en begon met Petra’s opklaptafeltje te rammelen. Er leek opeens een geweldige spanning in de trein te hangen, iedereen keek gespannen naar Petra. De tijd leek te vertragen en een gewelddadige ontknoping leek onafwendbaar. In gedachte grijnsde ik gemeen naar het ventje en zag nog net hoe hij met een treiterende blik met zijn kleine vingertjes tussen het tafeltje en de bank naar Petra zat de grijnzen.... BENG!! Met een klap sloeg Petra het tafeltje tegen de bank, hoopvol probeerde ik een krakje van brekende vingertjes op te vangen, maar het was niet meer dan een schampschot. Hevig geschokt en verbaasd riep het jochie uit "that really hurts!!" en even leek hij te overwegen om te gaan janken en schreeuwen. Maar de sardonisch blik in de ogen van mijn echtgenote deed hem op de vlucht slaan, heel verstandig, heel goed ingeschat. De stilte was verbroken en in gedachten ging er een applaus op in de trein. Mensen knikten goedkeurend en licht grijnzend en toen het gezinnetje-from-hell de trein had verlaten hoorden we flarden van gesprekken: "zag je wat die vrouw deed? Eigen schuld dikke bult, net goed!". De rest van de reis naar huis verliep zonder bijzonderheden. Treintje, busje, bootje en ’s avonds weer een heerlijk Scandinavisch buffet op de boot.