West Highland Way - Schotland, mei 1999


  • De foto's

  • Proloog 1 (18 mei 1999)

    Fort William, 17:00 uur

    Vreemd, we zitten aan het eindpunt van de West-Highland-Way. Stralend weer, precies aan de voet van de Ben Nevis, de hoogste berg van Schotland. We zijn al een paar dagen in Schotland en met kleine stapjes komen we steeds dichter bij ons avontuur. Vandaag zijn we dus in Fort William aangekomen, waar we onze auto achterlaten en we de trein nemen naar het beginpunt bij Glascow, Milngavie. We hebben de laatste voorbereidingen getroffen: treinkaartjes gekocht, een extra kaart, de B&B gezocht waar we onze auto mochten stallen en de route naar het station geoefend. Terwijl we op de camping de rugzakken definitief inpakken en onze wandelkleren aantrekken veranderen we langzaam van vrolijke kampeerders in wat zwijgzame rugzakkers. De voortekenen zijn niet allemaal gunstig. Het weer gaat omslaan en een schotse vrouw schudde haar hoofd toen ze van onze plannen hoorde en zei " that’s going to be very tough".

    De bekende spanning maakte zich van ons meester, hebben we genoeg getraind? Hebben we de juiste spullen? Halen we het? Waarom kustte die uitgeputte rugzakker de grond bij het bord "end of de West-Highland-Way"?

    Pijnzend staar ik naar de Ben Nevis, nog geen kilometer verderop. Hoe zijn we er over negen dagen aan toe als we hem weer zien, wat zullen we beleefd hebben? Ongetwijfeld hoogtepunten en dieptepunten.Maar als ik in de richting van The Way kijk, die vlak boven de camping loopt, dan hoor ik een bekend stemmetje in mijn hoofd… "maak je geen zorgen, het wordt fantastisch!"… ik ben benieuwd. We hebben nog een dag respijt, morgen reizen we met onze wandeluitrusting naar het beginpunt, deels door het gebied dat we te voet moeten doorkruizen, ik weet nog niet of ik zal kijken…

    Proloog 2 (19 mei 1999)

    Milngavie, 17:00 uur

    Alles gaat volgens plan, we hebben de auto bij het Rhu Mhor quest house in Fort William geparkeerd. Er stapte een man met een rode baard en een kilt naar buiten en toen ik hem vertelde dat we de West-Highland-Way gingen lopen schudde hij zijn hoofd en zei "you fools, better take a look at the graveyard here first then". Slik. Toen ik zei dat de weersverwachtingen niet zo gunstig waren zei hij "oh, may God be with you’ en hij vroeg mij om mijn autosleutels, zodat hij in een noodgeval de auto zou kunnen verplaatsen. Ik gaf ze af en met een onzekere glimlach namen we afscheid, tot over acht dagen. De treinreis duurde vier uur en ging voor een deel langs de West-Highland-Way. Schitterende panorama’s, vooral bij Rannoch Moor. Ondanks alle slechte voortekenen jeuken mijn voeten. Bij Barloch Quest House aangekomen vertelde Brian Watts dat ik Julie Deans van Easyways, ons reisbureautje, moest bellen. Julie zei dat we voor morgenavond een ander B&B hebben gekregen, omdat er een sterfgeval was. Deze nieuwe zit middenin het dorp, mooi zo. Ook erg goed dat Julie op deze manier in de gaten houdt en snel iets anders voor ons kan regelen. Dit beschouw ik maar als een goed voorteken. Mmm, wat wel weer een beetje luguber is is ons uitzicht. In de tuin ligt een grote zwarte hond, helemaal in het verband, zeker een ongeluk gehad ofzo. Daarachter het huis van de buren, waar we door het raam een man zien liggen. Zo te zien in het verband, zeker een ongeluk gehad ofzo.. Volgens mij moet ik maar even ophouden met voortekenen te zoeken en me gewoon bij de pub vol gaan laten lopen met Guinness, naja, een beetje vol dan…. Eentje…

    Dag 1, donderdag 20 mei, Milngavie-Drymen, 20 km

    9:00 uur, Milngavie (0 km)

    We gaan beginnen. Het weer is goed, halfbewolkt en een beetje fris. Net een fors Engels, oeps, Schots ontbijt achter de kiezen en de rugzakken ingepakt. We moeten vandaag 20 km over bijna vlak terrein, niks ernstigs, ik heb er zin in.

    10:30, Carbeth (6km)

    Prachtige route tot zo ver. We waren snel het dorp uit en het pad, of The Way zoals hij overal genoemd wordt, liep door een berkenbos dat vol stond met blauwe klokjes. Overal hoorden we vogels, vooral veel roodborstjes en vinkjes gezien. Na een half uur verlieten we het bos en veranderde het landschap in velden, heuvels, dennebos en veel brem. We zagen gelijk ons eerste hert en een paar meter verderop een om aandacht schreeuwende fazant. Het weer is zelfs nog beter geworden, een strakblauwe hemel en een lekker windje.

    12:00 uur, Beech Tree Inn (11 km)

    Het landschap werd grasland, stenen muurtjes en schapen, afgewissild met wat moors, zompige heide en gras. Vreemd genoeg werd het drukker, terwijl we toch allemaal dezelfde kant op lopen. Er verschijnen wat wolken aan de blauwe lucth, maar de loopomstandigheden zijn nog steeds ideaal. Hier bij de Beech Tree Inn zijn we even gestopt voor een kop soep en een glas limonade.

    16:00 uur, Drymen (20 km)

    Het landschap bleef landelijk en het weer goed. We beginnen de gezichten van onze medewandelaars al te kennen. Mensen die zitten te rusten en de opmerkingen die we naar elkaar roepen worden steeds meliger. Vanmorgen riep een schot ons toe dat de eerste 140 km het zwaarst zijn, maar dat het daarna makkelijker wordt, de grapjas. Om 15:30 uur wandelden we Drymen binnen. De B&B’s gaan meestal pas om 16:00 uur open en op het dorpspleintje zagen we dan ook een aantal ‘collega’s’ languit op het gras liggen. We hebben eerst een zooi lekkers gehaald bij de lokale spar en zijn toen maar hun voorbeeld gaan volgen.

    20:00 uur, Drymen (20km)

    We hebben onze alternatieve B&B gevonden en werden gelijk op een terrasje gezet met een kop thee en koekjes. Op een steenworp afstand hebben we ons bij de Clachon Inn, de oudste pub van Scholtland, lekker vol gegeten. Het eten was voor de verandering gewoon een keer lekker, of misschien beginnen we al iets minder kieskeurig te worden. Zo’n wandeltocht kan ook wel eens een lesje in nederigheid zijn. Als je koud, moe en hongerig een dorpje binnenkomt is waarschijnlijk gewoon alles lekker. Gelukkig zijn we niet echt moe geworden, want dit is de lichtste etappe. Geen blaren, geen wonden, geen zere gewrichten, pijnlijke eeltplekken of hele stijve spieren, nog niet, zo te voelen is alles nog prima voor elkaar. Alleen een blik op de dreigend betrekkende lucht doet wat vrezen.

    Dag 2, vrijdag 21 mei Drymen-Rowardennan (22 km)

    8:00 uur, Drymen

    Oh,oh, ik had beter niet uit het raam kunnen kijken. Het weer is eindelijk toch omgeslagen. Donkere wolken, motregen en harde wind, zucht… We hebben hog een uur in een warm, droog huis, terwijl de geur van gebakken eieren en spek onze kamer bereikt. Vandaag moeten we 22 km, iets verder dan gisteren. Vandaag hebben we ook de eerste beklimming, 200 m klimmen naar Conic Hill. Daarna dalen we af naar Loch Lomond, waar we vervolgens twee dagen langs lopen. Het deel langs Loch Lomond schijnt het zwaarst te zijn, vanwege het oneffen pad. Het is nogal moeilijk om te zien hoe slecht het weer nu is. Waarschijnlijk wel regencapes, maar vaak lijkt het van binnen gezien erger dan wanneer je erin loopt. Het grootste nadeel is dan het uitzicht weg is.

    11:00 uur, Garadh Ban Woods ( 25 km)

    Aan de ontbijttafel vroeg een Engelse wandelcollega of we de kaart hadden bestudeered. Ik knikte en zei "Conic Hill". Hij knikte op zijn beurt en keek met opeengeperste lippen naar buiten, waar regenvlagen langsjoegen. Conic Hill is de eerste klim op de Way. "slechts" 200 meter , maar helemaal kaal en onbeschermd. In dit stormachtig weer misschien net iets meer dan een kuitenbijtertje. We zitten nu aan de rand van het woud, de regen is gelukkig gestopt, maar het waait nog hard. Net om de bocht ligt Conic Hill.

    13:00 uur, Conic Hill ( 28 km)

    Allemachtig, dat kleine bergje verzette zich hevig zeg, maar we hebben hem eronder, letterlijk. We zitten nu aan de Loch Lomond kant, op tweederde van de top, alweer aan het afdalen dus. We kwamen een half uur geleden een prachtig dicht dennenbos uit en we werden gelijk bijna omver geblazen, wat een wind. Links lag Loch Lomond en voor ons Conic Hill. De klim zelf stelde niet zoveel voor, wat is nou 200 m, maar het begon ontzettend te stormen toen we boven waren. De regen en hagel ging compleet horizontaal en het waaide zo hard dat we niet konden blijven staan. We hebben in elkaar gedoken in een greppel het ergste van het buien uitgezeten, fantastisch. En even later begon gewoon de zon te schijnen. Ik liep constant met een gigantische grijns te genieten, het ruige landschap, het ruige weer, heerlijk. Petra keek iets minder blij, maar toen de zon begon te schijnen begon ze ook weer voorzichtig te glimlachen. Vanaf de top konden we de rest van de route voor vandaag en morgen zien lopen. Gelukkig hadden we wel een prachtig uitzicht!

    18:00 uur, Rowardennan (42 km)

    Pjew, moe, was toch wel even zwaarder dan gisteren. Al met al aardig wat klimmetjes. Nadat we Conic Hill waren afgedaald liepen we constant langs Loch Lomond, meestal door dicht bos. Het weer was buiig, maar toch was het de meeste tijd droog. Het laatste stuk ging in een soort trance, je voelt de vermoeidheid pas als je stopt, nu dus. We moeten nu de Anchorage cottage bellen om ons op te halen, maar eerst even een whiskietje in het Rowardennan Hotel, om het eind van de etappe te vieren.

    21:30 uur, Anchorage Cottage

    We belden Anchorage Cottage en 10 minuten later kwam Mr. Corbally met zijn fourwheel drive aanscheuren. Toevallig kwamen er net twee zeer vermoeide amerikaanse meisjes, Rachel en Rebecca, aanstrompelen die ook naar Anchorage Cottage moesten. Deze B&B was zeer luxe en er hing een erg leuke sfeer. Na een douche waren we weer opgeknapt om opnieuw naar het Rowardennan Hotel te gaan voor een diner. We gingen met zijn vieren, zodat Mr. Corbally maar een keer hoefde te rijden. Rachel en Rebecca waarschuwden ons dat we niet het alternatief langs de waterkant moesten nemen, omdat die doodvermoeiend is, maar dat waren we ook al niet van plan. Het eten was best lekker en om 21:00 uur belden we Mr. Corbally om ons weer op te komen halen. Volgens hem was het extreem slecht weer en hij wees ons op de vers gevallen sneeuw in de heuvels, tje , sneeuw. En hij zei mopperend: sneeuw in de zomer… Morgen wordt het waarschijnlijk nog slechter, shit. Voor we naar bed gingen gingen we nog even naar de lounge, daar kregen we nog een lekker likeurtje. Even een video gekeken van de omgeving van Loch Lomond.

    Dag 3, zaterdag 22 mei, Rowardennan-Inverarnan (22 km)

    8:30 uur , Anchorage Cottage

    Vandaag komt de man met de hamer, de derde dag is voor mij altijd de zwaarste dag. Mijn spieren doen wat zeer van het klimmen en dalen van gisteren en ik heb hoofdpijn. Ik denk dat ik te weinig gedronken heb gisteren. Het weer is hetzelfde als gisteren, harde wind en buiig. Ondanks alle horrorverhalen en de uitgeputte Amerikaanse meisjes van gisteren (die de route andersom lopen) denk ik nog steeds dat het vandaag niet zo moeilijk moet zijn. Maar ik heb gisteren op Conic Hill ook al een lesje in nederigheid gehad, dus ik zeg het maar niet hardop.

    13:00 uur, Loch Lomond (50 km)

    Toen we begonnen te lopen werd het droog en eigenlijk bleef het droog. Het eerste uur liepen we over een brede bosweg, continu omhoog. Ik voelde me niet fit, hoofdpijn en mijn spieren waren moe, de man met de hamer. Na anderhalf uur verdween de weg en kwam het beruchte rotspaadje. Ongelijk, stenig, stijgend en dalend en tonnen modder. Vreemd genoeg vonden m’n spieren dit wel lekker, want langzaam verdween de stijfheid uit m’n benen en kwam ik in een lekker, maar onregelmatig tempo. Ik weet niet precies waar we zijn, ongeveer op eenderde schat ik.

    18:00 uur, Inverarnan (64 km)

    We zijn er, tjemig, het leek wel of we er nooit zouden komen. We hebben er negen uur over gedaan, net als gisteren. Stenen, boomwortels, modder, stenen, boomwortels, modder, modder en modder. Sommige stukjes waren ook heel erg mooi, bemoste boomstammen en rotsen en overal blauwe klokjes ertussen. Af en toe een geit of schaap. En natuurlijk collega wandelaars met dezelfde wanhopige blik in hun ogen. De laatste kilometers waren eigenlijk een opluchting, na 20 km boog het pad weg van het meer en werd het beter begaanbaar. Vreemd genoeg liep ik ‘s middags veel beter dan ‘s morgens, halverwege de middag leek alle vermoeidheid weg en de man met de hamer verslagen. Op het laatst bereik je een soort evenwicht waarbij je niet echt veel moeier meer wordt en waarbij rusten ook niet meer zoveel verlichting brengt. Je voeten en spieren doen wel pijn, maar het is zo’n constante pijn dat je je moet concentreren om het te kunnen voelen. Je loopt dan in een soort trance, nulmode noem ik dat altijd. De laatste kilometers liep ik dus in nulmode, met een grijns. Het gevoel was een combinatie van "fantastisch" en "verschrikkelijk"!! Dus dit was de zwaarste etappe van de West Highland Way, ik kan het me voorstellen….

    ‘s Avonds hebben we gegeten bij de Stagger Inn. Erg lekker moet ik zeggen, eendeborst, haggis en een fles wijn. In de Stagger Inn zagen we een hoop bekende gezichten. Je haalt de wandelaars en de niet-wandelaars er trouwens zo uit. Mensen met make-up, handtasjes en nette kleren zijn de niet-wandelaars. Sandalen, gympen, regenpakken zijn de wandelaars. Toch wel een grappig effect dat je min of meer dezelfde mensen ziet ‘s avonds. Je krijgt een beetje het gevoel dat je samen een avontuur beleeft. Iedereen heeft over dezelfde rotsblokken geklauterd, door dezelfde modder gebaggerd en dezelfde regens vervloekt.

    Dag 4, zondag 23 mei , Inverarnan- Tyndrum (21 km)

    8:00 uur, Beinglass Farm (64 km)

    We hebben overnacht op een kleine boerderij. Overal om ons heen lopen schapen (buiten dus), vogels onder de dakpannen. ‘t Ziet er wel leuk uit. Het weer is nog slechter geworden. De wolken hangen zo laag, dat je de bergtoppen niet meer kan zien. Het is helemaal grijs en het regent zachtjes. De tocht zou in vergelijking met gisteren een makkie moeten zijn, dat mag van mij ook wel, toch nog een beetje stijve spieren van gisteren.

    11:30 uur, Glen Falloch (71 km)

    Eenmaal buiten viel het weer mee. De wolken stegen wat en de bergtoppen werden weer zichtbaar. Hier en daar was zelfs blauwe lucht te zien en het stopte met regenen, perfect. Geen bospaadjes langs het meer meer, maar een landweggetje langs een wilde rivier tussen kale groene heuvels. Overal schapen en helaas ook overal drek en modder. Petra’s humeur daalde tot een dieptepunt toen ze tot de knieen in de modder wegzakte en ze haar schoenen volschepte, jech. Nog geen "bekenden" gezien, alleen vanmorgen aan de ontbijttafel zaten we met dezelfde engelsen als bij de B&B in Drymen. Ze hadden dezelfde verbazingwekkende waarneming gedaan als wij. Op de eerste dag hadden ze een vrouw zien strompelen, waarvan ze dachten dat ze de eerste (makkelijke) dag niet zou halen. Wij hadden die vrouw op de tweede dag gezien en in gedachten had ik haar de Indiaanse naam gegeven: vrouw-met-de-dikke-kont-die-waggelt-als-een-eend. Wonder boven wonder zagen we haar gisteren weer, ze loopt nog steeds! De engelsen hadden haar gisteren ook gezien, maar pas in de Stagger Inn, waar we elkaar allemaal weer zagen. Nu ik dit zit te schrijven op een stenen trappetje bij een watervalletje, komen net de eerste "bekenden" langs, aangeduid als Tante-Rie-met-het-gele-jasje, en je gelooft het niet de-vrouw-met-de-dikke-kont-die-waggelt-als-een-eend! Applaus.

    16:30 uur, Tyndrum (85 km)

    Het landschap veranderde in dennebos en hei en van hoog op de heuvels keken we neer op de vallei en de rivier. Het weer werd steeds beter en de zon ging schijnen. Toen we de heuvel waren afgedaald kwamen we bij wat boerderijen, waar een herder met een hond wat schapen bij elkaar aan het drijven was om de lammetjes een injectie te geven. Ongelooflijk wat hij met die hond kon. Een bepaald fluitje was een bepaald commando en de hond leverde keurig de lammetjes bij zijn baasje af. Het laatste stuk hebben we met een amerikaans stel gelopen die de wandeling net zijn begonnen. Aardige lui. Om precies 16:00 uur kwamen we bij de B&B aan en stond ons kopje thee klaar. Dezelfde afstand als gisteren, maar nu bijna 3 uur sneller! Vandaag was ook niet zwaar, 21 km, meestal goed te lopen en niet al te veel heuvels. Wel ontzettend veel modder, nog meer dan gisteren. "De-man-met-de-hamer" die na drie dagen komt, lijkt definitief verslagen, vandaag liep ik heel wat lekkerder dan gisteren. Gek, als je loopt dan kom je in een soort andere dimensie. Je loopt op plekken waar je anders niet kan komen en zelfs de dorpen zijn niet hetzelfde. Je zou theoretisch met de auto naar Tyndrum kunnen rijden, maar je bent er dan eigenlijk niet echt, het is een ander Tyndrum dan het dorp dat je na vier dagen te voet bereikt. In Fort William, het eindpunt waar de auto staat, voelde ik me ook niet helemaal aanwezig. Alsof je achter glas zit. Ik zag vermoeide wandelaars met modder op hun schoenen en een gelukzalige grijns op hun gezicht, maar ze zaten in een andere werkelijkheid, de werkelijkheid van wind in je gezicht, je voeten voelen, zweet, regen , modder en een ontzettend voldaan gevoel. Ik ben blij dat wij nog vier dagen in die werkelijkheid mogen doorbrengen en dat ik over vier dagen Fort William vanuit dat perspectief kan zien. Alle twijfel van het begin is weg, we hebben de conditie en de goede spullen, het gaat als een speer…. En nu als een speer naar de pub…

    Dag 5, maandag 24 mei, Tyndrum- Bridge of Orchy (10 + 6 km)

    Mijn spieren voelen nog steeds wat stijf aan als ik uit bed kom, maar zo gauw we lopen trekt dat snel weg. Vooral mijn knieen en kuiten, van het afdalen. Vandaag is een makkie, eigenlijk een soort rustdag van 10 km. Maar omdat we niet weten wat we 3 uur in Bridge of Orchy moeten doen zullen we er waarschijnljk 6 km bij lopen. Onze B&B is namelijk 6 km verderop, we kunnen ook bellen, dan worden we opgehaald. Het weer is hetzelfde, bewolkt en buiig en af en toe een opklaring. Het zou vanmiddag iets beter moeten worden. Ach, het is nog niet echt storend tot nu toe, zolang het maar niet continu plenst.

    11:30, Ben Dorein (91 km)

    wow, prachtig landschap. Indrukwekkende bergen en langsgierende wolken. We lopen nu op het deel dat ik vanuit de trein met open mond zat te bekijken. Af en toe komt er een trein langs met mensen die met open mond naar buiten zitten te kijken. Ongetwijfeld hebben ze medelijden met ons, twee voorovergebogen gestaltes in regencapes terwijl de hagel ons geselt. Niet wetende dat mijn grijns onder mijn cape breder is dan ooit. Ik geloof dat ik meer medelijden heb met de treinreizigers en automobilisten, dan zij met ons.

    13:00 uur, Bridge of Orchy (96 km)

    Het officiele eindpunt voor vandaag, om 13:00 uur al, belachelijk. Ontzettend leuk om in Bridge of Orchy aan te komen. Deze plek sprak al erg lang tot mijn verbeelding. Niet dat er iets anders is dan een station en een hotel, maar juist dat hotel is een soort wandelaars-oase. We zitten nu dus ook in de bar van dat hotel. Het hotel probeert een hiking-sfeer uit te stralen,, met bordjes "walkers welcome" en een speciaal hok voor de rugzakken. Grappig alle "bekenden" komen voorbij, blijbaar liepen wij vooraan vandaag. De meesten komen even binnen. Alle groepjes, meestal twee personen, hebben een naam gekregen: "de engelsen", "de engelse vrouwen", " de andere engelse vrouwen", "de-vrouw-met-de-dikke-kont-die-waggelt-als-een-eens en haar man", "de oude mannetjes met wit haar","het gezinnetje","de amerikanen","de belgen", "de nederlandse jongens","de-mensen-zoals-wij". Niet dat die laatste twee net zoals wij zijn, maar dat vingen we op uit een conversatie die ze samen hadden, waarbij de vrouw zei:"er zullen toch wel meer mensen zoals wij zijn?", vandaar. Hier in de bar zitten weer de wandelaars en de niet-wandelaars. De wandelaars hebben iets triomfantelijks over zich en kijken elkaar grijnzend aan en groeten ieder ondertussen bekend gezicht dat binnen komt. De niet-wandelaars bekijken dat allemaal met wat verbaasde blikken, alsof ze proberen te begrijpen waarom we allemaal zo grijnzen. Tjemig, Bridge of Orchy, Yeah…

    16:30 uur, Achallader (102 km)

    We hebben toch maar het extra stuk van zes kilometer gelopen, de West-Highland-Way wordt dus een stukje langer voor ons. Achallader is een eenzame boerderij aan de voet van twee grote kale bergen, Beinn a Chreachain en Beinn an Dofhaidh. Er staan nog een paar huizen die ook bij het dorp horen, iets verderop. Vanuit onze kamer kijken we op een ruine van een toren en een klein vervallen kerkhofje. Verder is er niets te zien dan weiland, bomen, heuvels en schapen. Het weer is erg slecht geworden en de wind giert om het huis. Gelukkig kunnen we hier vanavond eten. Wat een prachtig desolate plek, als het ergens spookt dan spookt het hier. Er was wel een lichte verontrusting vandaag. Mijn voeten werden nat en toen ik mijn schoenen bekeek leek het erop alsof de zool op een paar plekken begint los te laten, shit. Nog drie dagen te gaan. Als de zolen echt loslaten dan ga ik bij de hakkenbar wat koppen tegen elkaar rammen. Maar ik ga door, zool of geen zool, desnoods op mijn sandalen. We hebben al een echt W.H.W embleem gekocht voor op de rugzakken, en die mogen er natuurlijk alleen op als we hem ook echt helemaal uitlopen. We zaten met een erg nationalistische schot en twee erg grappige engelse stellen in de B&B. Aan twee tafeltjes kregen we tegelijkertijd het eten geserveerd: tomatensoep, varkensfilet met peperroomsaus, aardappalen en groente, en een lekker ijsje toe. De schot verdween gelijk na het eten naar zijn kamer en sprak geen enkel woord met de engelsen. Gelukkig voor hem waren wij nederlanders en kon hij met ons een tafeltje delen. De engelsen waren een erg vrolijk gezelschap, vooral toen ik wat whisky uitdeelde, leuke avond. Een van de vrouwen vernielde en passant nog even een raam toen ze een kat wilde binnenlaten. Om 10 uur lag iedereen te pitten.

    Dag 6, dinsdag 25 mei , Bridge of Orchy-Kingshouse Hotel (20 km)

    11:00 uur, Ranoch Moor (108 km)

    We zijn al weer bijna twee uur onderweg en zij net voorbij Inveroran Hotel, waar een deel van onze "lichting" naar toe is gelopen gisteren. Het weer is eigenlijk weer gewoon hetzelfde. Donker, dreigend, winderig, af en toe een bui en af en toe een zonnestraal. Vandaag trekken we over Ranoch Moor, het meest ongastvrije deel van de route. Heide en moeras en nergens bescherming tegen het gure weer. Kingshouse Hotel is de enige overnachtingsmogelijkheid tussen Ranoch Moor en Glencoe, dus daar zien we iedereen (die ook 8 dagen over de tocht doet) weer terug vanavond. Ik heb vannacht verschrikkelijk gedroomd over dat de zolen van mijn schoenen loslieten. Ik ben vanmorgen gelijk gaan kijken of ze nog goed vast zitten.

    12:30, Ba Bridge (119 km)

    Het tempo ligt behoorlijk hoog vandaag en ik voel mijn voeten een beetje. De ondergrond is een stenige militaire weg uit 1750 ofzo. We zijn vandaag over de helft en zitten aan de voet van de vulkaan-achtige berg die Rannoch Moor domineert. Het pad gaat vanaf hier omhoog een heuvelkammetje over en vandaar zouden we Kingshouse Hotel moeten kunnen zien, negen kilometer verderop. Aan de andere kant van de heuvel passeren we ook Blackrock Cottage, een verlaten boerderij die ik op foto’s in mijn gids zag staan en ook al lang voor deze tocht mijn fantasie prikkelde:"hoe zou het zijn om daar te lopen, na zes dagen door de highlands te zijn getrokken". Over een paar uur weet ik het, eigenlijk weet ik het nu al. Een van de luxes die we ons veroorloven is een (veel te zware) thermoskan met heet water en een pot poederkoffie. Op momenten zoals deze bewijst die kan zijn waarde. Met een warme kop koffie, diep in een windjack op Rannoch Moor, heerlijk.

    15:00 uur, Kingshouse Hotel (122 km)

    Tjee, we zijn er al. Maar een hele leuke plek om vroeg te zijn. Een mooi wit gebouw in Schotse stijl met een restaurant en twee bars, yeah. Een eigen bad en een geweldig uitzicht over de Glencoe bergen. De laatste kilometers hebben we flink doorgestapt, omdat we het hotel al zagen liggen. Iets te hard, want toen ik binnenstapte kreeg ik kramp in mijn kuit, shit. Het regende en waaide toen we aankwamen en het was behoorlijk koud, dus ik zag al voor me hoe de mensen binnen twee stoere rugzakkers met wapperende regencapes zagen, die weer en wind trotseerden. Maar in plaats daarvan kwam ik hinkend met een van pijn vertrokken gezicht binnenstrompelen, shit. Er is een soort pikorde onder de wandelaars, bovenaan staan de bikkels die met kampeeruitrusting lopen en elke nacht in de regen hun tent opslaan, ongeveer 10% van de wandelaars. Dan de lui die in de B&B’s , Inn’s, questhouses en bunkhouses,etc. overnachten, maar wel al hun spullen zelf dragen, zo’n 30 % van de wandelaars. En dan nog het grootste deel dat hun bagage laat vervoeren en alleen een regenjas en flesjes water meeneemt in een dagrugzakje, de overige 60 %. Wij vallen bij deze wandeling in de middelste categorie. De ene bar zit vol kampeerders op zoek naar een droog, warm plekje. Dus wij gaan maar naar de andere, want we horen niet echt bij de kampeerders met onze luxe kamer, net een heerlijk warm bad gehad.

    22:00 uur

    Gaaap, he,he. Leuke avond, we hebben in het hotel gedineerd met John en Tina, het amerikaanse stel dat we toevallig weer tegen het lijk liepen en een engels echtpaar, Bob en Joan. De kok had zijn teen gebroken en iedereen werd aangeraden om maar in de bar te eten. Omdat, ja we weten eigenlijk niet waarom. Iedereen at in de bar, behalve wij zessen. We aten met zijn zessen in een hoekje van de verder lege eetzaal van het restaurant, met een deur verder de overvolle bar. Het eten was weer erg lekker, dus de reserve kok kan er ook wel wat van. De engelsman werkt in een gevangenis en Tina is advocaat , dus werd er interessante informatie over de verschillende rechtssystemen uitgewisseld. De engelsman was erg praatgraag, iets te praatgraag naar mijn zin. Vanuit ons slaapkamerraam zien we herten lopen die op zoek zijn naar etensresten uit het hotel. Dat werd al in onze reisgids beschreven.

    Dag 7, woensdag 26 mei, Kingshouse Hotel – Kinlochleven (15 km)

    7:00 uur, Kingshouse

    Hmm, ik heb me een uur vergist, toen ik mijn rugzak had ingepakt zag ik dat het pas 7:00 uur was in plaats van

    8:00 uur, naja. Tjemig wat een weer. De wind giert om het hotel en het gebouw kraakt in zijn voegen.

    De lucht is helemaal grijs, geen bergen of wolken meer te zien. Harde striemende regen en nog niemand die zijn hoofd buiten de deur durft te steken. Ik ben bang dat dit geen lekkere tocht wordt vandaag. Erg jammer, want vandaag gaan we over de Devil’s Staircase, wanneer we uit de Glencoe Vallei klimmen. Het zou de mooiste en spectaculairste uitzichten van de tocht moeten opleveren, maar als het weer niet verbetert, komt daar niet veel van terecht.

    9:00 uur

    We hebben net ontbeten en de eerste dapperen zijn vertrokken, voorovergebogen in de regen en wind. Binnen is het een vrolijke sfeer, iedereen lijkt elkaar te kennen, wij kennen ook bijna iedereen. We zijn met zijn allen zes dagen door de highlands getrokken en we zullen vandaag allemaal het weer moeten trotseren en de Devils Staircase moeten gaan nemen. De afstand is niet groot vandaag, maar 15 kilometer, we hebben dus tijd zat om nog even bij het haardvuur te zitten en naar het ongastvrije "buiten" te staren. Een lange engelsman (van de vier grapjassen) zei dat we vanaf de staircase een mooi uitzicht over de bergen zouden hebben, hij keek naar buiten naar het grijze niets en liep hard lachend de lounge uit, grmpf.

    14:30 Kinlochleven (136 km)

    Het was te nat om te schrijven onderweg. Getfer, wat een klotenweer. We verlieten om 9:30 uur het Kingshouse Hotel, diep in onze regencapes (wij hebben ook een bijnaam gekregen: "the cape people" ). In rij liepen de wandelaars door de modder en plassen. Al gauw voelde ik mijn voeten nat worden, shit, mijn schoenen hebben het gewoon opgegeven. We passeerden een groep kinderen met lerares en leraar en twee honden, ze liepen met volle bepakking en de meesten gewoon op gympies. Ze zagen er nogal zielig uit, helemaal doorweekt met wanhoop op hun gezichten. Na een uur boog het pad af en begonnen we Glencoe uit te klimmen, bij een eenzaam huisje aan de voet van de berg. Terwijl we voetje voor voetje de berg opschuifelden werden we opeens ingehaald door John en Tina. We zijn de rest van de tocht bij elkaar gebleven. Bovenaan Devils Staircase heb ik mijn flesje whisky tevoorschijn gehaald en John en ik namen een flinke slok. Lekker warm, maar de coordinatie wordt eventjes wat minder. Regen, regen, regen, pas toen we bijna Kinlochleven bereikt hadden werd het droog. We hebben eigenlijk niet echt gerust en waren dus erg vroeg in Kinlochleven. Af en toe leek het pad meer een rivier dan een weg. Mijn voeten en sokken zijn doorweekt en mijn voeten nat, brrr, maar gelukkig heeft het geen blaren opgeleverd.

    Vanavond speelt Manchester United tegen Bayern Munchen, de UEFA cup finale. We overnachten in een Inn, een soort pub met slaapgelegenheid, lijkt me wel grappig om de voetbalwedstrijd hier mee te maken. We spraken af met John en Tina die ook de wedstrijd graag wilden zien, om 19:00 uur eten in de Inn. We lliepen nog even naar het dorp, even het aluminium museum in. De aluminium fabriek gaat sluiten over een paar maanden en dat is zo ongeveer de enige werkgever in Kinlochleven, wat een strop voor zo’n dorp. De wedstrijd was wel grappig. We zaten naast de Schotse leraren en kinderen. Sommigen waren voor Manchester United omdat de coach een Schot is, maar de meeste waren gewoon tegen de engelsen en juichen hard als de duitsers het eerste doelpunt maken. In de laatste 90 seconden veranderd de wedstrijd totaal, 2 doelpunten voor engeland die dus de wedstrijd winnen. De nederlanders die tegen de duitsers zijn juichen het hardst. Na de wedstrijd is het bedtijd.

    Dag 8, donderdag 27 mei, Kinlochleven- Fort William (24 km)

    8:00 uur, Kinlochleven (136)

    Het laatste stuk, een van de zwaarste etappe’s, misschien wel de zwaarste. Mijn schoenen zijn bijna droog, maar die van Petra een stuk minder, brrr, 25 kilometer op natte schoenen is vragen om problemen maar we kunnen nu niet meer opgeven. Gisteren hebben we vijf uur gelopen zonder te rusten en dat voelen we ook nog een beetje. Gelukkig is het nu droog, al ziet de lucht er dreigend uit.

    Net als gisteren lopen we vandaag met John en Tina, ze zitten in een andere B&B, maar ze komen zo hier langs. Het wordt wat zwaar vandaag, maar ik heb er wel zin in.

    13:30 uur, halverwege.

    Het weer is stukken beter dan gisteren, het is droog. De midges komen helaas tevoorschijn, maar zolang je loopt heb je daar geen last van. Het loopt ook een stuk makkelijker. Breed pad, wel stenig, maar geen modder. Mooi landschap van kale bergen, heide en natuurlijk overal schapen. We lopen weer met John en Tina en doordat amerikanen nou eenmaal graag babbelen, gaat de tijd ook snel.

    17:00 uur, nog 2 km!

    Eigenlijk is het laatste stuk wat saai, een asfaltweg, maar in mijn fantasie lopen we nu langs de Champs d’ Elysee, bijna bij de triomphboog. We worden binnengehaald door juichende mensenmassa’s, bloemen, kransen , champagne…

    18:00 uur , Fort William (160 km)

    Yeah, yes, yeah!!!

    Lange tocht vandaag, erg lang, erg moe, beetje zere voeten. Veel opgeluchte wandelaars bij het bord "End of the West-Highland-Way", Slokje whisky, paar foto’s en een zucht van verlichting….we did it!.

    Het laatste stuk was vooral veel bos en goed te lopen. Wel nog wat modder, maar eigenlijk was het vandaag een lekkere dag. Zonnig, droog, beetje warm, maar een lekkere laatste dag. Helaas vonden de midgets dat ook, maar die kleine ettertjes hadden gelukkig niet terug van mijn deet. Eigelijk heb ik niet zo veel last van die beestjes, ze steken, maar het jeukt me verder niet. Behalve wat rode vlekjes heb ik er geen last van, het zijn er alleen zoooo veel. Op ongeveer een uur lopen van Fort William zagen we opeens de Ben Nevis opdoemen en beneden ons de camping waar we 9 dagen geleden zaten te mijmeren over deze tocht. In gedachte zwaaide ik even met een grijns naar mijn 9 dagen jongere ik daar beneden en stak mijn duim op…"maak je geen zorgen, het wordt fantastisch!". Bij het B&B zagen we onze auto terug, de roodharige Schot liep in z’n kilt rond en riep me van verre al toe ‘I had great fun with your car!’..hahaha, eikel. John en Tina zaten in hetzelfde B&B, dus we konden met z’n allen nog even nagenieten van de tocht bij een goede maaltijd en wat pints of Guinness…

    Epiloog (anderhalve week later)

    Wauw, wat een tocht was het. We hebben er allebei nog nachten van gedroomd. We werden allebei een aantal keren wakker met de gedachte ‘in welke B&B zijn we vandaag ook alweer’. Petra vond het landschappelijk niet de mooiste tocht die we gedaan hebben, maar voor mij was het de meest indrukwekkende wandeltocht tot nu toe. Eigenlijk vond ik die echte wandelsfeer die overal hing het allerleukst, ik heb van (bijna) elke meter genoten.