In de voetsporen van Franciscus - najaar 2001


  • De foto's

  • Oktober 2001 – In de voetsporen van Franciscus van Assisi

    Proloog

    Assisi, 1 okt 2001

    Na een lange rit zijn we op het startpunt van onze wnadeltocht aangekomen, de oude stad Assisi in midden-Italie. Het kostte meer tijd en moeite om hier te komen dat we dachten, 3 dagen en bijna 1600 km. We zijn via Belgie en Luxemburg gereden. Deels om Erik, die een avond voor ons uit Ede vertrok z’n vergeten telefoonoplader te brengen, maar eigenlijk vooral omdat we dat gewoon een leukere route vinden dan de snelle route door Duitsland. Nadat we Erik in z’n met hangglider beladen "hotel le peugeot rouge" bij de Luxemburgse grens hadden ontmoet reden we verder voor een overnachting in de herfstige Elzas. We konden nog 1 nachtje op de camping in Eguisheim staan voordat de poort tot het voorjaar dichtging en we zijn de volgende dag pas laat vertrokken om nog even de prachtige herfstsfeer tussen de volle verkleurdende wijngaarden op te snuiven. De drukke hectische snelweg bracht ons die dag niet verder dan Como, net over de Zwitsers/Italiaanse grens ten zuiden van de Godhardtunnel, waar we op een leuk kampeerterreintje bedolven werden onder een regen van goudgele herfstbladeren die kruidig geurend op ons neerdwarrelden, prachtig.

    Ook de volgende dag verliep hectisch en eindigde idyllisch. Via nog meer snelwegen en een korte stop in Parma bereikten we aan het eind van de dag Umbrie, waar Assisi in het zachte licht op de flanken van Mont Subasio lag te schitteren. Binnen de stadsmuren staken de vele koepels en torens van de baseliken en kerken omhoog. De basiliek van de heilige Franciscus domineerde de '‘kyline'’ Een gigantisch complex verrijst op de plaats waar Sint F. begraven ligt. Geen slecht grafje voor een kluizenaar die armoede predikte. Deze heilige heeft rond 1200 de kloosterorde van de Franciscaners gesticht en hij is eigenlijk de reden voor ons bezoek hier. Franciscus leefde in Assisi en heeft onder andere een pelgrimstocht naar Rome gemaakt. Het plan is om ongeveer de helft van die pelgrimstocht te gaan lopen in een dag of 9 tot ongeveer Rieti. De reden was eigenlijk wat wereldser dan je zou verwachten op een pelgrimstocht, ik kon niet zo snel een andere leuke wandelroute vinden in dit gebied.

    We mogen de auto hier op de camping net ten oosten van de stadsmuur laten stan en we vertrekken morgen voor de eerste etappe naar Spello. Het lijkt een redelijk zware tocht te worden met veel hoogteverschillen. Eigenlijk hadden we gisteren al willen starten, maar we wilden na de drukke reisdagen toch nog even wat acclimatiseren en Assisi goed in ons opnemen. Vandaag hebben we dus uitgebreid rondgekeken in het stadje. Prachtige nauwe straatjes en een doolhof van steegjes en trappetjes. Samen met vele pelgrims hebben we de kerken bezocht met hun schitterende fresco’s van Giotto en de zijnen. Uiteindelijk hebben we de tombe’s van Clara (de oprichtster van de clarissenorde) en Franciscus bezocht en daar begon eigelijk onze eigen ‘pelgrimstocht’ in de voetstappen van deze man. Ik vind het ongelofelijk wat de simpele gedachten ‘armoede en kuisheid’ teweeg hebbe gebracht hier. Uiteindelijk wordt Franciscus 800 jaar later met alle denkbare pracht en praal vereerd. Wat een prachtige gebouwen en schilderingen en duizenden pelgrims die het komen bezoeken. Assisi bruist van de (spirituele?) energie. Zelfs op een niet-gelovige als ik maakt dat wel indruk. Ik vraag me alleen wel af of Fransiscus zich niet zou omdraaien in z’n graf als hij deze vorm van ‘armoede’ ziet.

    19:00

    Het ritueel is begonnen. Een vraag gevoel van onzekerheid dwingt ons om de rugzakken helemaal uit te pakken om precies te kijken wat we er thuis allemaal hebben ingestopt. Niets vergeten? Niets teveel meegenomen? We zetten en leggen alles klaar om morgen met zonsopgang zo snel en efficient mogelijk te kunnen vertrekken. We willen vroeg weg, omdat er een klim van 900m op het programma staat en het hier nog gewoon zomer is. Op een terrasje met een drankje is dat heerlijk, maar met 20 kilo op je rug op weg naar de top van de Mont Subisio iets minder prettig. Ook qua planning heb ik nog wat "achterstallig onderhoud" gedaan en heb het plan alsnog iets gewijzigd om zoveel mogelijk kampeerkansen te hebben. Het helpt allemaal niet echt, zoals gewoonlijk voel ik de spanning, een lichte nervositeit. Hoe zwaar wordt het? Zijn de oude vooroorlogse kaarten echt goed genoeg? Zijn er wel campings? Zijn ze open? Is er water? Wordt het leuk? Voorlopig zit ik nog even in een comfortabele tuinstoel met een wijntje naar de zonsondergang te kijken. De merels worden weer luidruchtig en in het dal gaan de eerste lichtjes aan. Nu nog campinggast, morgen een pelgrim.

    Dag 1, Assisi – Spello, 6 uur.

    7:30, Assisi (500m)

    We werden wakker van de vogels en waren voor zonsopgang uit de tent. De volle maan stond laag in het westen en aan de roodblauwe hemel is geen wolkje te zien. Ondanks dat het oktober is zou het wel eens een warme dag kunnen worden. We moeten altijd even een drempel over als we de auto vol comfort achterlaten om met de rugzakken te vertrekken. Voor een deel zit dat gewoon tussen de oren, want onze ‘luxe’ tent is precies even klein als onze wandeltent en in beide gevallen slapen we op zelf-opblazende matjes. Het grootste verschil zit hem eigenlijk in de stoelen en de grote hoeveelheid lekkers (alcoholisch en non-alcoholisch) in de auto. Maar paradoxaal genoeg is de "lichtgewicht" uitrustig toch altijd weer even erg zwaar als we beginnen.

    Volgens de wandelgids moeten we vandaag netto 6 uur lopen, 900m omhoog en dan 1000m omlaag. Ik schat dat we er een uur of 9 over doen en dan tussen 17:00 en 18:00 aankomen. Tijd om te vertrekken dus.

    10:00, Eremo delle Carceri, 800m

    Terwijl we uitgeleide werden gedaan door de kerkklokken van Assisi begonnen we aan de lange klim over de flanken van Mont Subasio. Ondanks het vroege uur en het schaduwrijke bos liep het zweet al snel in straaltjes naar beneden. Rechts van ons zagen we af en toe de vallei, helemaal in nevelen gehuld, prachtig. Na anderhalf uur bereikten we het klooster van Carceri. Dit was vroeger de kluizenaarsgrot van Franciscus en die grot is nog steeds te bekijken. Via piepkleine gangetjes en trapjes dwaalden we fluisterend rond tussen de monniken en nonnetjes, ik waande me even in andere tijden. Een van de monniken zag onze rugzakken en ik zei dat we in de voetsporen van Franciscus richting Rome liepen. De monnik nam ons spontaan mee voor een rondleiding. Naar de grot van Franciscus, maar ook diep in het binnenste van het heiligdom waar de monniken (slechts 4) leven. Tenslotte zegende hij ons en we vervolgden onze weg.

    13:00, Mont Subisio, 1260m

    Pjew, het hoogste punt bereikt. We stegen verder over steile bospaadjes en uiteindelijk over de kale weiden rond te top, alsof we op de kale kruin van een reuze monnik stonden. Het is verrassend groen overal al komen af en toe voorzichtig wat herfstkleuren tevoorschijn.

    Vanmorgen kraakte de wagen behoorlijk, maar nu ik hier in het zonnetje en een fris windje hardkeks lig te eten en over de Apenijnen uitkijk is het leed alweer ver weg. Vandaag rest nog de 1000m afdaling naar Spello in ongeveer 2.5 uur. Een paar Amerikanen een uurtje terug zeiden dat ze een camping hadden gezien tussen hier en Spello, dus misschien komen we daar nog wel terecht. Nu nog even lekker over de bergen staren.

    15:30

    De afdaling was bijna net zo verhittend als de klim omdat we pal in de zon aan de zuidkant van de berg naar beneden gingen. We liggen nu even te rusten in de schaduw van een olijfboom vol groene vruchtjes, olijven dus. We hebben zojuist de eerste blik op Spello gehad. Het stadje met de stadsmuur en grote kerk lonkt. Ik schat nog zo’n 3 kwartier lopen en dan moeten we een plek zoeken om te slapen. De camping van de Amerikanen zijn we niet tegengekomen, maar dat had ik ook eignelijk niet verwacht. Waarschijnlijk wordt het toch een hotelletje.

    17:00, Spello (350m)

    Het klooster waar ik voor onderdak wilde aankloppen was helemaal in plastic verpakt, het werd gerenoveerd. We hebben daarom onze intrek genomen in een simpele herberg, die nog duur zat is trouwens, 120000 lire, 130 piek ofzo. We kunnen dus na 1 dag al douchen, eigenlijk is dat valsspelen. Hopelijk kunnen we morgen wel kamperen. Het was een zware dag, maar ik ben meer loom en slaperig dan lichamelijk moe. M’n voeten branden wat, maar verder voel ik geen pijntjes en nauwlijks vermoeidheid. Maarja, het is altijd afwachten tot de volgende dag hoe de spierpijn zich ontwikkeld. Petra heeft meer problemen met haar voeten zoals gewoonlijk. Maar met wat tape blijven ze aan elkaar hangen. Verder is ze zelfs verbrand, in oktober, belachelijk. Nu maar eens op zoek naar een terrasje waar we een welverdiend glas wijn en olijven kunnen scoren.

    Op het terrasje:

    Spello is iets minder mooi dan Assisi. Er is wat meer verkeer en nog meer bouwvakkers aan het werk. Er wordt blijkbaar overal nog keihard gewerkt om de schade van de aardbeving van een paar jaar geleden te herstellen. Toch zijn ook hier leuke doorkijkjes, trappetjes en straatjes. Terwijl de ondergaande zon de bergen verlicht zitten wij op een terrasje aan een coupe heerlijk Italiaans ijs, wow. Het hoogtepunt vandaag vond ik de hermitage van Cerceri, waar de monnik ons rondleidde. Dat moment pastte goed in de sfeer die ik in m’n hoofd heb bij deze wandeltocht.

    Dag 2, Spello – Montefalco (5 uur)

    7:00

    Zoals gewoonlijk moet Petra weer met geweld uit bed worden gehaald. Lekker gegeten gisteravond en lekker geslapen. Vandaag is het een beetje onzeker waar we uitkomen. Het originele plan moet ons in 5 loopuren naar Montefalco brengen, 18km verderop. Maar als er inderdaad in Bevagna een camping blijkt te zitten dan stoppen we daar na 3 loopuur. De etappe gaat door het dal vandaag en lijkt vlak. Gelukkig voor Petra, want ze heeft overal spierpijn, ik ben er wat beter aan toe. De lucht is weer strakblauw en volgens mij wordt het een relaxte dag.

    9:30

    Hehe, we zijn een goed uur onderweg en eindelijk een beetje ontsnapt aan het drukke verkeer. We hebben tot nu toe alleen nog maar over asfalt gelopen en ik ben bang dat dat nog wel even zo blijft. Het is druk in de vallei al verkeren we nu even tussen omgeploegde akkers, waar de vogels het geluid van de autostrada verderop overstemmen. Het weer is perfect, droog en zonnig en een graad of 20. Spello glinstert een paar kilometers achter ons en daarachter de bijna 1300m hoge Mont Subasio waar we gisteren overheen zijn gekomen.

    13:00 Bevagna

    Helaas, de camping is 4 km de verkeerde kant op en ook nog bergopwaarts. We pakken dus toch het originele plan op en lopen naar Montefalco. Jammer, we hadden ons verheugd op kamperen. Schitterend stadje trouwens weer, dat zou je door de teleurstelling bijna over het hoofd zien.

    16:00 Montefalco

    Een uur geleden liepen we na een paar hete uren de stadspoort van het middeleeuwse Montefalco binnen. Onderweg kregen we net nu het nodig was wat extra aanmoediging. Een mannetje gaf ons een paar trossen druiven en een ander mannetje in een vrachtwagentje stopte speciaal even om te zeggen hoe leuk hij het vond dat we deze route liepen. Mijn Italiaans is nog slechter dan m’n Russisch en dat leidde tot verwarring. Ik vroeg aan het mannetje of hij wist waar we in Montefalco konden kamperen en ik dacht dat hij zei ‘bij het sportveld’. Maar waarschijnlijk dacht hij dat ik zei ‘we gaan kamperen’, waarop hij misschien zei ‘goh, sportief.’. We konden in ieder geval geen sportveld vinden en al helemaal geen camping en vermoeid namen we uiteindelijk onze intrek in de herberg Ringhiera Umbra, net binnen de veilige stadsmuren. Weer al die kampeeruitrusting voor niks meegsjouwd en het eten in de rugzakken is ook nog niet aangebroken. Voorlopig sjouw ik dus nog ruim 10 kilo teveel mee, naja, Franciscus had het ook niet makkelijk zal ik maar denken. Montefalco is weer net zo’n leuk stadje als de andere stadjes op ons pad. Zoals de naam al zegt ligt het hoog en toen we het stadje naderden zagen we aan de overkant van het dal Spello en ver weg zelfs Assisi liggen.

    Onze voeten doen trouwens zeer van het hoge tempo op het asfalt de hele dag. Samen met de spierpijn van het stijgen en dalen van gisteren doet nu gewoon alles zo ongeveer zeer. Lekker, nu voelt het tenminste alsof je wat gedaan hebt. Mm, die grote mond heb ik eerlijk gezegd ook alleen maar als ik met m’n tenen wiebelend op m’n rug lig. Buiten klinken Italiaanse kreten, duiven en scooters. Er staat een kerkklok vlakbij die om het kwartier slaat. Bouwvakkers hameren er lustig op los, zoals in alle stadjes. Italië is een luidruchtig land.

    We zijn weer afgekoeld, gewassen en zitten wat salami en kaas te eten op onze kamer. Maar we zijn weer genoeg hersteld om naar buiten te willen. Even naar de kerk een kaarsje branden voor de sfeer en dan een terrasje zoeken. Ik vind die contrasten van zo’n wandeltocht altijd wel leuk. Overdag een beetje beulen en ’s avonds lui genieten. Het zou het mooist zijn als dat genieten zich in de natuur zou afspelen, maar ik geloof dat we daarvoor toch in het verkeerde land zitten.

    Dag 3, Montefalco - Spoleto

    7:00, Montefalco

    Oef, de spierpijn sloeg toch wel even toe gisteren. Vooral in m’n bovenbenen en kuiten. Na het diner van antipasti, pizza en wijn ging ik dan ook helemaal uit. Petra is een avondmens en pest me ermee dat ik zo vroeg instort. ’s Morgens is het precies andersom, dan ben ik blij dat k om 7 uur uit bed kan en wil Petra er nooit uitkomen. Raar eigenlijk, want tijd zit gewoon tussen je oren. Omdat er in deze tijd van het jaar maar 12 uur daglicht zit moeten we eigenlijk met de zon opstaan, helemaal als we kamperen en het wat kouder wordt. Ik heb tegen Petra gezegd dat ze dan in haar hoofd overal 2 uur bij op moet tellen, dan lijkt het niet of je om 9 uur uit bed komt en er om 23 uur ingaat. Maarja, dat werkt ook niet, want zelfs na die 10 uur slaap wil ze er nog steeds niet uit.

    We kunnen pas om 8 uur ontbijten, shit. Dit vind ik nou een groot nadeel van een hotel, je hebt zelfs je eigen tijd niet meer in de hand. De originele planning voor vandaag is netto 6 uur, we doen daar ongeveer 9 uur over. Als we om 9 uur weggaan komen we dus tegen 18:00 in Spoleto aan, 23 km verder. Maar we gaan weer een poging doen om een camping te vinden. Ik weet redelijk nauwkeurig de locatie van een camping bij San Brizio, 4 uur lopen hiervandaan. Hopelijk kunnen we hem vinden en hopelijk is hij open.

    10:30, Fratta

    Montefalco ligt alweer ver achter ons. Het is weer een warme wat heiige dag en we hebben de afgelopen uren weer over landweggetjes door de vallei gesjokt. De bergen rond de vallei zijn bijna onzichtbaar door de dikke laag vochtige lucht. We zitten nu op een terrasje van de enige bar in Fratta, maar de waardin doet of zo ons niet ziet en we worden niet bediend, naja, dan niet. Ze komt zelfs met een schelle stem een leuk hondje onder m’n stoel wegjagen met een bezem, de heks. We hebben 2 uren gelopen, dus nog 4 uur naar Spello of we vinden over ongeveer 2 uur de camping bij San Brizio. Ik heb zo’n zin in kamperen, ik ben bijna in staat om in Spoleto de trein naar Assisi te pakken als we weer in een hotel moeten.

    13:00 San Brizio

    Shit, gesloten. Na uren in een hoog tempo tussen de omgeploegde akkers en het drukke verkeer te hebben gezwoegd slaat die wel even een flinke deuk in het moraal en het humeur. We zijn nu een paar kilometer van de route afgeweken en het is vanaf hier 3 loopuur naar Spoleto. Eigenlijk hebben we er geen zin meer in, het is letterlijk de moeite niet waard. We kappen ermee, nemen de bus naar Spoleto en dan de trein naar Assisi en we gaan de extra dagen die we dan overhebben besteden in het herfstige stille Frankrijk.

    18:00, Assisi

    We zijn inderdaad met de bus naar Spoleto en met de trein naar Assisi gegaan. Eigenlijk stopt de trein niet in Assisi, maar in Angeli en vanaf daar zijn we met een overvolle bus vol pelgrims naar Assisi gereden. Vanaf de baseliek was het nog een ruim halfuur bergopwaarts naar de camping, waar we de auto terugvonden. Ik ben toch wel wat teleurgesteld. Geen spijt dat we nu gestopt zijn, maar ik vind het jammer dat het niet leuk was. Waarschijnlijk zou het landschap nog wel mooier geworden zijn, maar campings waren er niet meer na Spoleto en wildkamperen is hier erg moeilijk. Elke nacht in een duur hotel in een lawaaierig stadje zagen we niet meer zitten, hoe mooi die stadjes ook zijn. En om dan toch met volle bepakking te blijven rondzeulen is dan gewoon te zwaar om leuk te blijven. Ik moet de teleurstelling maar even wegslikken en een poosje leuk gaan ‘autokamperen’. We kamperen tenminste weer, een hele verademing.

    Epiloog

    Tja, een mislukte wandeltocht. Niet zo heel erg mislukt, want we hebben toch nog 3 dagen gelopen en een beeld van de streek gekregen (en onze prioriteiten). We hebben na de wandeltocht de nadruk meer op cultuur gelegd en we hebben Siena, Florence, San Gimignano, Vinci en Pisa bezocht. Die Italiaanse steden en stadjes zijn schitterend en de fresco’s in kerken en kathedralen zijn erg indrukwekkend. Eigenlijk heb ik nergens mooiere steden gezien dan in Italie (en nergens lekkerder ijs gegeten trouwens).

    Maar eerlijk gezegd zijn we niet van die cultuurfreaks en die drukte hebben na een paar dagen wel gezien. De drang naar verstilde natuur werd zo sterk dat we na een paar dagen via de riviera naar Frankrijk zijn gescheurd. Daar hebben we nog anderhalve week gekampeerd op kleine boerderijcampinkjes waar we helemaal alleen waren. Noten, kastanjes en paddestoelen gezocht en nog een paar dagen in de Morvan gewandeld. Yeah, ondanks dat het niet allemaal zo gelopen is als we gepland hadden zijn toch weer wat prioriteiten duidelijk geworden.