USA, New York & Florida - herfst 1995


  • De foto's

  • Het hoofddoel van deze reis was het bijwonen van een Space Shuttle lancering op Cape Canaveral, een van mijn grootste wensen. Ik had bij de NASA een lanceerpas aangevraagd voor de STS-74 vlucht en bij Arke een reis geboekt. Na wat gezoek bleven er twee mogelijkheden over. Vliegen met Iceland Air met een verblijf van 3 dagen op IJsland, of vliegen met Biman Bangladesh met een verblijf van 2 dagen in New York. We kozen voor het laatste…

    Dag 1 - zaterdag 28 oktober 1995. ‘New York, New York’.

    Vanmorgen waren we natuurlijk veel te vroeg wakker. Pa en ma zijn gisteravond gekomen om ons naar Schiphol te brengen. Om 8.00 reden we volgens de planning weg en we waren mooi op tijd op Schiphol om de tickets bij de Arke balie om te wisselen. Tot mijn schrik was namelijk vorige week de Shuttle lancering uitgesteld en zou nu plaatsvinden op de dag waarop we terug zouden vliegen. Gelukkig was het gelukt om nog een paar dagen extra vrij te krijgen en om onze terugvlucht te verschuiven. Nadat we nog even wat gedronken hadden namen we afscheid en gingen we door de douane.

    Bij gate G-3 zagen we het toestel van Biman Bangladesh staan en de passagiers bestonden voor 95% uit met tulbanden, gewaden en doeken uitgedoste Bengalen. Een paar Nederlanders en Amerikanen. We hadden gelijk al bijna een uur vertraging omdat het toestel ‘not ready for boarding’ was, slik. Binnen hing een wat onbekende sfeer. Bloemetjesstoelen, bloemetjesbehang en een zoete scherpe etensgeur.

    De vlucht in de DC-10 verliep rustig, alleen bij de afdaling boven Long Island kregen we behoorlijke turbulentie. Kotszakken werden aangerukt en een aantal mensen ging over hun nek. De landing zelf was rustig en eindelijk waren we in Amerika.

    Het kostte 3 pogingen om door de douane te komen, eerst hadden we geen verblijfadres ingevuld en daarna vergat Petra haar visa-waiver. Op de bagage moesten we een uur wachten omdat er iets kapot was gegaan, verschrikkelijk. Toen we het luchthavengebouw uitkwamen werden we gelijk aangeklampt of we een taxi wilden. Ik dacht dat het opdringerige ‘runners’ waren, maar het bleek een efficiënt systeem om toeristen op plaats van bestemming te krijgen. Ik zei dat ik een shuttle-bus naar het Edison-hotel wilde en ik werd gelijk naar een bus gebracht. Voor $26,- werden we naar 42nd street gebracht, waar we over moesten stappen op een gratis shuttle-bus.

    We zagen al snel de bekende skyline van Manhattan, eerst het World Trade Center, toen het Empire State Building, Chrysler Building en de Brooklyn- en Manhattan Bridge. Zigzaggend door streets en avenues tussen gele taxi’s door met uitzicht op de ene na de andere wolkenkrabber. Toen we bij het hotel werden afgezet en onze kamer was gewezen waren we helemaal totaal uitgeput, aspirine, washandje, tv en proberen wakker te blijven tegen de jet-lag. Wat doen we onszelf weer aan...

    Na eventjes wat te hebben gerust zijn we naar de lobby gegaan waar we een man van Americantour International troffen. We hebben voor $66,- een voucher voor een bustour door Manhattan. We kunnen 2 dagen onbeperkt reizen met Grey Line, dat was ons al aangeraden door Jaap en ik vond het erg fijn dat we dat hier gelijk al in het hotel konden regelen.

    Naast het hotel zit een Japans restaurant waar we een sushi maaltijd zijn gaan eten, jum jum. Wel wat onbekend, toen ik een flinke hap kruidenboter nam bleek het een soort Japanse sambal te zijn aaaaaaarch!. Petra zat zo te klooien met haar stokjes dat de ober haar zwijgend een vork kwam brengen. Zo gauw we een bord of glas leeg hadden werd het gelijk weggehaald en tenslotte werd automatisch de rekening gebracht waar automatisch 15% tip bij was geteld. Het eten was lekker.

    Dag 2 - zondag 29 oktober. ‘New York, downtown’.

    Het lukte om tot ongeveer 7 uur te slapen, zodat we misschien geen last krijgen van jet-lag. De eerste actie was de tv aanzetten, tekenfilms, nieuws, en televisie-dominees. De grappigste vond ik de zender van ‘referent huppeldepup’, een of andere tv-dominee, met het thema van vandaag: ‘Help me Lord!, I’m getting fat’, pfff.

    We zijn naar buiten gegaan en toen begon ik toch wel erg te kicken. Het was helder fris herfstweer. Het was rustig, alleen wat yellow-cabs en joggende New Yorkers. We zijn door naar 5th Avenue gelopen, twee blocks verder. De stad is verdeeld in blocks, verticaal de Avenues en horizontaal de Streets. Streets lopen East of West vanaf 5th Avenue. Wij zitten 228 West 47 street. 228 west vanaf 5th Avenue dus, dat is ongeveer 200 m vanaf het belangrijkste plein New York, Times Square, een van de beroemdste plekken ter wereld.

    We liepen via het Rockefeller Center en St. Patrick Cathedral naar het Grey Line gebouw waar we onze voucher inwisselden voor een busticket. We zaten op het open bovendek van een dubbeldekker, koud, maar wel mooi om foto’s te maken. We reden naar het zuiden langs de USS Intrepid, het warenhuis Macey’s en het Empire State Building, wauw.

    We besloten eerst de trip naar het vrijheidsbeeld en Ellis Island te maken. De boot vertrekt vanaf Battery Park, helemaal in het zuiden, dus we konden vanaf de bus nog Greenwich Village, Little Italy en nog veel meer ongetwijfeld beroemde wijken zien. Ik probeerde bij elke Avenue die we kruisten een foto te maken van een leuke drukke straat met het World Trade Center op de achtergrond.

    Bij de boot naar Liberty en Ellis Island moesten we een poosje wachten, maar we werden vermaakt door een paar acrobaten. Met turnnummers en krachtpatserij gaven ze de boodschap ‘get an honest job and stay off the drugs’. Het was een kort bootritje over Upper Bay naar Liberty Island. We hadden het wereldberoemde uitzicht over de skyline van Manhattan, wow, klik klik klik. We brachten een uurtje op Liberty Island door en zijn het eiland rondgelopen. Erg onwerkelijk om onder het vrijheidsbeeld te staan en naar de wolkenkrabbers van New York te kijken. De volgende stap was Ellis Island, het eiland waar de meeste immigranten aankwamen. Het was een erg mooi plekje met een grote geschiedenis. Petra en ik moesten steeds het gevoel onderdrukken dat het een museum over de holocaust was. In Europa betekenen oude zwart-wit foto’s over grote groepen mensen begeleid door uniformen meestal wat anders. We hebben een poos rondgelopen, foto’s gemaakt van Manhattan en een film bekeken. Het werd donkerder en donkerder en toen we halverwege de Upper Bay waren begon het te regenen en te stormen, ijskoude wind. Het geheel leverde wel weer een mooi plaatje op van de wolkenkrabbers. Terug op het vasteland zijn we lopend naar het World Trade Center gegaan. Voor $6.00 per persoon gingen we met een supersnelle lift naar de 106e verdieping. De liftrit duurt ongeveer even lang als thuis naar de 12e. 10 verdiepingen van te voren begint hij al af te remmen.

    Het was ondertussen donker geworden en het uitzicht was fantastisch. De bruggen, vliegvelden en wegen leken wel parelsnoeren. Sommige wolkenkrabbers stonden als vuurtorens tegen de achtergrond, terwijl anderen alleen silhouetten waren. Ik hoop dat de foto’s gelukt zijn.

    Mijn ongerustheid over het halen en vinden van de Grey Line bus bleek onterecht. Ik zag mezelf al zoekend door donkere steegjes dwalen. (vanmorgen was op tv dat er vannacht drie mensen vermoord zijn). De bus kwam er net aan en we konden een deel van de tour afmaken. Het was erg rustig, 4 of 6 passagiers, en we zaten allemaal gezellig bij elkaar bij de gids. De tour ging de mist in, want we kwamen in een verschrikkelijke gridlock terecht, dat is New Yorks voor verkeersopstopping. Bij het VN gebouw werden wat Arabische diplomaten onder begeleiding van een tiental politieauto’s weggeleid. De hoofdreden voor de gridlock bleek het afzetten van 6th avenue te zijn, een van de hoofdaders. Ik vond het wel grappig en het voordeel voor ons was dat we op Times Square werden afgezet i.p.v. bij het Grey Line gebouw.

    Ik raakte in de bus in gesprek met een meisje uit Chicago en ze vertelde me dat ik geld kon halen bij ATM’s (automatic teller machines). In het hotel konden ze me vertellen dat op 44th street/Broadway een teller machine zat, vijf minuten lopen. Het was een afgesloten ruimte waar je met een pasje naar binnen kon. Voordat ik mijn pasje kon pakken ging de deur open en werden we binnengelaten door een dakloze bedelaar die zei dat de portier er niet was, maar dat dat niet erg was. ‘There’s just you and me here!’ Ik hoorde hem babbelen en babbelen en ondertussen pinde ik snel $100,-, eindelijk geld. Dat hebben we namelijk nodig voor de taxi dinsdag. Ik wilde de bedelaar een dollar geven, maar toen ik me omdraaide was hij nergens meer te bekennen.

    We zijn gaan eten aan Broadway bij Texas Rib’s, een soort steakhouse. Amerikanen hebben toch maar weinig gevoel voor eten. De ribs waren gegrild en daarna opgewarmd in de magnetron. Het was wel lekker, maar niet heerlijk. Het steakhouse in Zeegse is een stuk beter. Naast ons zaten twee Franse dames waar we een beetje mee babbelden, opvallend veel Fransen in New York trouwens.

    Terug in het hotel zijn we nog even naar het café gegaan voor een drankje. Voor het café was wat gebeurd, al was ons niet duidelijk wat. Het had iets te maken met hoeren geloof ik, want twee daarvan kwamen even bij ons aan de bar wat drinken omdat het buiten zo koud was. Wat een dag, wat een stad. Mijn (onze) eerste indruk van New York is eigenlijk alleen maar positief. De stad is schoon, netjes, overzichtelijk en lijkt gewoon erg veilig. Ik loop liever ‘s avonds hier over straat dan in Groningen. We hebben natuurlijk maar een heel klein stukje gezien, alleen een deel van Manhattan, en er is wel erg veel police. Overweldigend, grootste dit, hoogste dat, duurste zus en belangrijkste zo. Vanmiddag had ik even de gedachte ‘zo, nu heb ik dus alles gezien en hoef ik nooit meer ergens heen’. Indrukwekkend, ik ben blij dat we New York in onze vakantie ingepland hebben... Tjemig, we hebben zelfs ‘happy birthday’ voor het vrijheidsbeeld moeten zingen.

    Dag 3 - maandag 30 oktober 1995. ‘New York, uptown’

    Vanmorgen hetzelfde ritueel, ontbijten bij Edison-café en daarna de kou in. Het was weer fris helder herfstweer. We wilden vandaag het tweede deel van de tour doen naar uptown Manhattan en Harlem. We liepen met een omweg via 5th avenue naar het Grey Line Station. Bij het Rockefeller-center hebben we nog een poosje bij een kunstijsbaan staan kijken. Het was in tegenstelling tot gisteren erg druk, zo te zien allemaal mensen op weg naar hun werk. Om kwart voor 10 waren we bij Grey Line en een kwartiertje later vertrok de bus. Het was ditmaal geen open bus, maar overdekt zonder ramen. Eh, dat klinkt een beetje toerist-onvriendelijk, maar alleen het glas mistte, dus we konden nog wel wat zien. Het was wel jammer omdat fotograferen moeilijker was dan vanaf een open dubbeldekker, maar het was wel wat warmer. We reden langs Central Park West Avenue waar allerlei beroemdheden wonen; Barbara Streisand, Bruce Willis, Demi Moore enz. We kwamen ook langs het Dakota gebouw waar John Lennon vermoord is.

    Bij ‘Cathedral ff St. John The Devine’ zijn we even gestopt om binnen te kijken. Ik gaf een bedelaar een dollar, maar i.p.v. dankjewel vroeg hij om meer, pfff, maarja, ik benijd hem niet. Even later reden we Harlem in, het andere gezicht van New York. Hier zijn de straten niet netjes en schoon en overal zie je zwarten verveeld rondhangen. Hier zou ik niet graag rondlopen. Van het ene op het andere moment zaten we in de rijke buurt aan de oostkant van Central Park. Halverwege het 2½ mijl lange park zijn we uitgestapt en verder gaan lopen.

    Central Park zag er mooi en ontspannen uit met de verkleurende bomen, de grijze en rode eekhoorns, meren, rolschaatsers en natuurlijk de joggers met hun walkmans. (walkmen?) We hebben een poos in de zon zitten kijken naar de passanten. Hoe rustig het er ook uitziet, je hoort altijd overal verkeer, helikopters en sirenes. Bovenop de hoogste wolkenkrabbers hoor je nog toet-toet en wew-wew-wew. Dat toeteren hier is wel gek. Ze staan met z’n allen voor het stoplicht en zo gauw het op groen gaat beginnen ze allemaal te toeteren. Voetgangers wagen hun leven voortdurend. Als je wacht op het ‘walk’-signaal is er meestal niets aan de hand, maar de meesten lopen door ‘do not walk’ en de auto’s remmen niet eens af. Ik heb al een aantal mensen weg zien duiken.

    Aan de zuidkant van Central Park was een ijsshow in voorbereiding. Er waren een aantal dansparen aan het oefenen en technici waren hun camera’s en blimps aan het opstellen. We zijn even op de tribune gaan zitten kijken en ditmaal was het Petra die ontzettend kickte, ze is gek op kunstschaatsen. Terug op 5th avenue zijn we verder naar het zuiden gelopen richting Empire State Building. Halverwege kwamen we bij de New York Library, waar we even binnen zijn gaan kijken. Er lag het origineel van het boek van Galileo waarin hij de orbital mechanics uitlegde, impressive..

    Een paar blocks verder zag ik een enorme computerwinkel, waar ik kwijlend heb rondgekeken. MS Office voor $249,- belachelijk goedkoop. De volgende halte was eindelijk het Empire State Building, lange tijd het hoogste gebouw ter wereld. We gingen met de snellift naar boven en het uitzicht was schitterend. In het noorden Central Park met omringende wolkenkrabbers en in het zuiden het financial distrist met daarachter het vrijheidsbeeld en Ellis Island. Vanaf de 86e verdieping hebben we nog even collect naar Paterswolde gebeld. We zijn een poos boven gebleven en hebben natuurlijk weer veel te veel foto’s gemaakt.

    Vlak om de hoek van het Empire State Building ligt Macy’s, het grootste warenhuis ter wereld. Ik vond het niet zo leuk, gewoon een soort super-Hema van 9 verdiepingen.

    Het was ondertussen 6 uur geworden en we waren doodop. Onderweg naar het hotel hebben we nog een trui en t-shirts gekocht en daarna naar het hotel.

    Na even wat gelezen en geschreven te hebben zijn we naar 7th avenue gelopen naar een Chinees restaurant. Het eten was lekker, maar ik niet. Ik kon geen hap door m’n keel krijgen en werd misselijk en dizzy. Petra denkt dat ik overwerkt ben, maar volgens mij is het de open bus geweest. ‘s Nachts koortsige dromen en allebei erg slecht geslapen. Eigenlijk denk ik achteraf dat het gewoon jet-lag was.

    Dag 4 - 31 oktober 1995. ‘Van JFK Airport (New York) naar JFK Space Center (Florida)’

    Het is nu 05.05, het is Halloween, ik hoop dat we daar vanavond iets van meemaken. 5 Minuten geleden kregen we de ‘wake-up call’, want we moeten om 7 uur op JFK airport zijn. Op naar Florida.

    Voor het hotel stond een taxi waar we gelijk konden instappen. Ondanks het vroege uur was het al behoorlijk druk en we maakten nu van dichtbij de ruige rijstijl van de New Yorkse ‘cabbies’ mee. Met gierende banden van stoplicht tot stoplicht en de snelweg op naar JFK Airport vreemd genoeg keurig de maximum snelheid.

    We werden voor Delta Airlines terminal afgezet en inchecken daar verliep glad. Om 8 uur zaten we in de MD-81 op weg naar Orlando.

    Het was bewolkt, dus op de grond was niets te zien. Alleen boven Florida brak de bewolking. Ik vond het een lekker vluchtje, veel fijner dan Biman. Petra vond het onzin. Als ik zou willen had ik zelfs op internet kunnen inloggen aan boord (er was telefoon bij elke plaats).

    We waren om 10.30 in Florida en na mijn telefoontje naar Cruise America werden we met een taxibusje opgehaald. Helaas kan je pas vanaf 13.00 campers ophalen, dus we hebben een poos in de hitte zitten wachten. Gek, vanmorgen liepen we nog met winterkleren en das te bibberenen en nu ik dit schrijf zitten we in een camper met de airco vol aan te zweten. Toen we de camper aan het inladen waren raakten we aan de praat met een Duits echtpaar die er net 4 weken zuidoost op hadden zitten. Ze vertrekken morgen en hadden nog wat voorraden over die ze ons schonken, aardig.

    Met het zweet in mijn handen reed ik de highway naar het noorden op richting Orlando. We wilden de Beeline op richting Cape Canaveral. Het is hier toch wel erg anders dan het zuidwesten, de straten zijn veel smaller, het is drukker en het is helemaal plat. Het lijkt gewoon een beetje op Nederland.

    We reden toevallig gelijk goed en bij een ‘gasstation’ zijn we even gestopt om noodvoorraden in te slaan, chips en cola en zo. Toen we op de Beeline zaten wierp ik een blik op de benzinemeter en tot mijn schrik zag ik dat hij in het rood stond. Net als vorig jaar bij Flagstaff zag ik hem razendsnel naar 0 bewegen. Ik verwachtte elk moment tot stilstand te komen, maar vonden op tijd een benzinepomp bij Cocoa-beach.

    Volgens de kaart moest er een campground zijn in de plaats Cape Canaveral, maar we konden niets vinden. Er waren een heleboel mobilhome-parks, maar die waren voor permanente bewoning. Op aanwijzing van een aardige Zweedse dame en een nog aardigere bejaarde Amerikaan vonden we uiteindelijk in het donker het ‘Jetty Park Campground’, midden op de Cape aan de oceaan. Het was donker toen we aankwamen, maar volgens mij zitten we maar een paar mijl van Kennedy Space Center, cool. We zijn allebei hartstikke moe, te moe om te kicken. Morgen zal het wel heavy worden, KSC here I come.

    Het is net of we gewoon onze vakantie van vorig jaar voortzetten, precies dezelfde camper. Het is heel leuk om weer terug te zijn, maar vreemd genoeg niet zo bijzonder. Ook het rijden was na 5 minuten weer als vanouds en de full-hookup kon ik in het donker zonder problemen aansluiten.

    Ik ben benieuwd hoe deze vakantie verder gaat verlopen. New York was fantastisch, glitter, druk, wow. Florida is geloof ik een beetje tam en rustig. Ik denk dat we ons aanpassen en deze weken rustig aan doen. Het doel is nu niet zo veel mogelijk zien, maar allereerst de Space Shuttle (morgen) en daarnaast, gewoon vakantie. Zo, nu kruip ik even in ‘mijn’ luie stoel met een boek en een glas wijn, alsof ik hier gisteren nog was, leuk...

    Dag 5 - woensdag 1 november 1995. ‘Kennedy Space Center’

    Zodra het licht werd zijn we opgestaan. Het was vannacht broeierig en klam, kwestie van wennen denk ik. Gisteravond lagen we om acht uur al op bed, uitgeteld, dus vanmorgen was het vroeg. Ik kon voor het eerst de camping bij licht zien, wauw. Vlak aan het strand en vol palmbomen. Zoals de Duitsers van gisteren zeiden is het niet zo druk. Ook niet heel rustig, maar plaats zat.

    De eerste echte koffie werd even uitgesteld omdat Petra op een scherpe steen trapte waarvan een stukje in haar voet bleef zitten. Ik ging met een pincet aan het werk om het stuk eruit te krijgen en al snel zag de camper eruit als een abattoir. We wilden net de moed opgeven en een dokter gaan zoeken, maar toen lukte het. Het bloed spatte in het rond en ik rende naar de buurcamper voor pleisters. Nadat de buurvrouw zich verontschuldigde voor haar halfontklede staat kreeg ik een doos pleisters mee en het advies Petra’s voet omhoog te houden. Al met al leek het erger dan het was, als het maar niet gaat ontsteken.

    Buiten is het nu heerlijk. Een zwoel briesje, de zee en ontbijt met cornflakes, gebakken brood en eindelijk echte koffie.

    Nadat we even naar het strand zijn gelopen zijn we met een kaartje van de buren naar ons hoofddoel gereden, Kennedy Space Center. We kwamen binnen vanuit het zuiden via State Road 3 over Merritt Island. We zijn gelijk kaartjes gaan kopen voor Imax en de red tour. De Imax film was wel mooi, maar niet zo spectaculair als ik gedacht had. Petra zei ‘ik heb nog niets gezien wat ik niet bij jou heb gezien’. De tour was het hoogtepunt. Via de vergane glorie van Apollo werd de spanning langzaam opgebouwd tot we langs het gigantische Vertical Assembly Building reden en opeens lanceerplatform 39A en 39B in beeld kwamen. We reden vlak langs 39B, waar een groot bord ‘go Columbia, go!’ nog aangaf dat hier 12 dagen geleden STS-73 vertrok. Als alles meezit zullen we de landing meemaken. Aan de andere kant zagen we pad 39A waar de Space Shuttle Atlantis staat te wachten voor de lancering over 10 dagen, WOOOW! de Space Shuttle de Space Shuttle!!! klik klik klik!

    We maakten een stop op een mijl afstand en dankzij mijn nieuwe telelensje kon ik de Atlantis goed in beeld krijgen. Op de terugweg stopten we nog even bij het VAB, waar de Endeavour klaar gemaakt wordt voor de volgende vlucht, die kregen we niet te zien helaas. We kregen wel de gelegenheid om om de gigantische Saturnus V maanraket heen te lopen die als een gevallen reus uit Gullivers reizen uitgestrekt lag naast het VAB.

    Terug bij het visitor-center hebben we een poosje naar een live-verbinding met de Columbia staan kijken. Cathy Coleman werd geïnterviewd door schoolkinderen over marshmellows en m&m’s. Bij de informatiedesk heb ik nog even gevraagd waar we moeten zijn tijdens de lancering en waar we het best de landing kunnen zien. Voor de landing is de beste plek waarschijnlijk op Spaceport USA zelf, of wanneer de Columbia vanuit het Noorden komt vanuit Titusville. Het is een soort gok die we moeten nemen. Vanuit Titusville zie je de landing zeker, maar wel van een grote afstand. Vanaf KSC heb je 50% kans dat je het veel beter ziet dan vanuit Titusville en 50% kans dat je helemaal niets ziet, afhankelijk van de windrichting.

    De landing is aanstaande zondagochtend om 6.48 am en als extra bonus hebben we de avond daarvoor om 10.30 pm een Titan lancering, gaaf. We hebben lang niet alles gezien en we hebben besloten om zondag na de landing de rest te bekijken. Het schokkendste was dat we voor ruim $200,- aan souvenirs hebben gekocht, vooral veel ruimtevaart t-shirts.

    We zijn teruggereden richting Jetty Point. Opeens kwamen we bij een bord ‘Stop, Cape Canaveral Air Force Station’, oh oh. We werden tegengehouden en ik kreeg opeens flashbacks naar vorig jaar, bij Edwards Air Force Base. Ik zei ‘I guess we took a wrong turn somewhere huh?’. De soldaat grijnsde en vroeg waar ik heen moest. Ik zei ‘Jetty Park campground’. Hij keek over z’n schouder alsof hij heel hard stond te twijfelen of hij me via de basis zou sturen. Hij besloot toch van niet en legde me uit hoe ik moest rijden. Toen we wegreden zei Petra ‘zo, dat is de tweede Air Force Base die we bezocht hebben, leuk he?’ Cape Canaveral AFB is de plaats waar de Titan zaterdag wordt gelanceerd.

    Terug op de campground hebben we ons met de airco aan binnen opgesloten omdat we geen muskietenspray meer konden kopen. Na een kwartier zag Petra toch opeens een mug, shit. Het bleek dat Petra’s raampje nog open stond.

    Dag 6 - donderdag 2 november 1995. ‘Naar Kissimee, panne’

    Blauwe lucht, zon, palmbomen en een graad of 28. We hebben rustig ontbeten en toen zijn we richting KSC gereden. Het eerste doel was een slaapplaats vinden in Titusville voor de laatste 3 nachten. We hadden namelijk wel onze terugvlucht een paar dagen kunnen uitstellen, maar de camperhuur niet. Voor de laatste paar dagen waren we dus aangewezen op een huurauto en motels. Vanuit KSC konden we gratis alle hotels in de omgeving bellen. We hebben gereserveerd bij het Budget Motel, $26,- per nacht.

    De rest van de ochtend hebben we bij het visitor center doorgebracht, om de dingen te zien die we gisteren niet gehaald hebben.

    Na de middag reden we de Beeline op richting Orlando met als doel een campground te vinden in de buurt van Epcot. We misten de afslag naar Kissemee en kwamen in een labyrint van wegen die meestal niet op de kaart stonden, verschrikkelijk. We vonden in zware stress de weg naar Epcot, maar toen ik de airco inschakelde kwam er een krakend geluid uit de motor. Ik schakelde gelijk de airco weer uit, maar de motor bleef rammelen en schudden, shit. We bleven doorrijden en omdat we maar een paar mijl van Kissimee waren besloten we te proberen om Cruise America te bereiken.

    Alles staat hier behoorlijk slecht aangegeven en we moesten de weg door onbekend gebied deels op de zon en deels op intuïtie vinden. We zagen een bord ‘Gator Park’, dat zit aan dezelfde weg als Cruise America, een goed teken. In Kissimee nam ik de afslag ‘mainstreet’ omdat ik dacht dat dat wel de grootste weg door Kissimee zou zijn en dat men een ‘Gator Park’ wel aan de grootste weg zou willen hebben, bordjes ‘Gator Park’ hadden we al een poos niet meer gezien, een minder goed teken. Opeens zag ik weer een bordje: ‘Gator Park, 1 mile’. Vreemd, ik dacht dat Cruise America toch ruim een mijl voor Gator Park zat. Ik keek naar rechts en zag een rij campers, joepie, gehaald, Cruise America.

    Ik reed het terrein op naar de werkplaats en liet demonstratief de motor draaien die klonk als een centrifuge met bronchitus. Er kwam een monteur aanrennen die de motorkap opendeed, 5 sec. keek en ‘yup’ zei en weer wegliep. Even later kwam de vrouw van de balie ons vertellen dat we een andere kregen. Gelukkig, want er lijkt van alles mis met deze camper. Goh, wat hebben we een troep, dat past nooit meer in twee koffers. De nieuwe RV was even groot en bijna hetzelfde, ook een Chevrolet. Alles leek alleen wat nieuwer en minder gammel. Ik ben blij dat we een andere hebben, Georgia kenteken dit keer.

    We zijn teruggereden richting Disneyworld en na een kwartiertje waren we bij de luxe KOA-camping. Wel duur, maar met een gratis busrit naar Disney.

    Dag 7 - vrijdag 3 november. ‘Epcot’

    Natuurlijk prachtig weer. Zoals elke ochtend zitten we buiten bij de camper te ontbijten. Als ik rondkijk dan zie ik een eekhoorn vlakbij, een vijver met palmbomen rondom waarin allemaal rare eenden zwemmen. zwart met rode knobbelkoppen. Verder zie ik dennebomen waar Spaans mos aanhangt, supermarkten met neon-reclame en een hele kudde eenden die bij de deur van de camper gaan zitten..huh?. Oh, ik zie het al, Petra staat brood met pindakaas naar buiten te gooien. De eenden waren wat opdringerig en toen het brood op was gingen ze naar de volgende camper. Petra zei ‘deze eenden ga je niet voeren, ze komen het gewoon zelf halen’.

    We hebben gisteren de planning wat bijgesteld. Vandaag met de bus naar Epcot en morgen weer naar Cape Canaveral. Morgenavond is de lancering van de Titan rake en we moeten ook nog een plek in Titusville zoeken waar we de landing kunnen zien.

    Om 8.30 stapten we in de bus richting Disneyworld die ons bij het Transportation Center afzette. Met de monorail gingen we verder naar Epcot. Het park bestond eigenlijk uit twee delen, future-world, een soort super-evoluon en een permanente wereldtentoonstelling, the worlds showcase. Van future world waren een aantal dingen van een beetje saai tot echt niet leuk en een aantal dingen van leuk tot ontzettend leuk. We begonnen met ‘World of motion’. Dit was een ritje met een wagentje door een informatief ‘spookhuis’ ook vol special effects. De sfeer was heel erg Disney door de muziek, de vertelstem en animaties. Het thema was hier beweging, van de uitvinding van het wiel tot aan de toekomstige ruimtevaart. Zo waren er nog een aantal paviljoens, wonders of life, universe of energy, innovations, spaceship Earth (de grote bol), living seas, the land en journey into imagination.

    Om 11.00 ging de World Showcase open en dat gingen we eerst bekijken. Het plan was om daarna de rest te bekijken, maar dat hebben we lang niet gehaald.

    Het begon met Mexico, waar we een ritje over een rivier door de jungle maakten en de geschiedenis van Mexico te zien kregen. We gingen een grote tempel in en binnen zaten we opeens in een Mexicaans stadje bij nacht met souvenirsshops en restaurantjes.

    De volgende was Noorwegen. We liepen een leuk dorpje met een stafkirke binnen waar we in een vikingscheepje stapten. We voeren weg, het dorp uit, een bos in. Opeens stond er een trol voor ons die ons wegtoverde. We voeren achteruit door het bos en kwamen op een waterval af, slik. Gelukkig stuurde een andere trol ons weer weg. Donker, donder en bliksem, opspattend water en opeens voeren we bij nacht over de Noordzee onder een gigantisch booreiland door. We eindigden in de haven van een klein vissersdorp. We hebben er nog een kaartje van Oslo gekocht en opgestuurd naar Erik en Anne in Oslo, grappig. De volgende was China, met een prachtige 360° film, indrukwekkend. Petra begon het daarna steeds over vakantie in China te hebben.

    Er volgden nog Duitsland, Italië, America, Japan, Marocco, Frankrijk, Engeland en Canada. Allemaal heel echt omdat ze overal een deel van een stad in het betreffende land hebben nagebouwd, een beetje Madurodam op ware grootte. De Epcot-medewerkers kwamen ook echt uit de betreffende landen dus in Frankrijk deed in m’n best om me in het Frans verstaanbaar te maken, wat net zoals in het echte Frankrijk niet lukte. Toen we voor de boulangerie een wijntje zaten te drinken kreeg ik opeens heel veel zin in een vakantie naar Frankrijk.

    Amerika slaagde heel goed om de volksaard tot uitdrukking te brengen. Er werd een luidruchtige heroïsche voorstelling gegeven over hoeveel ze wel niet in 200 jaar bereikt hadden. Op het hoogtepunt werd er koude lucht door de zaal geblazen zodat je vanzelf kippevel kreeg, van trots natuurlijk. Het ging zover dat het beeld geschetst werd dat voor de pilgrim-fathers de Amerikanen er al wel waren, maar in Engeland woonden in afwachting van hun reis naar hun Amerika. Als je dan na afloop al die vette konten als eenden naar buiten ziet waggelen dan schud je toch in gedachten een beetje je hoofd, met een glimlach, het blijven toch net grote kinderen die Amerikanen.

    Om zes uur zijn we naar France teruggegaan en zijn we bij ‘Bistro de Paris’ gaan eten. Franse koks, Franse bediening en dus Frans eten. Escargots en eendeborst, jum jum. Riesling was er niet, dan maar een fles witte tafelwijn. Ik bleef sportief en maakte een praatje in het Frans met de ober over de vakantie. De wijn hielp me en Petra vroeg waar ik zo goed Frans had geleerd. Ik denk dat het toeval was dat hij me begreep.

    Na het eten was het donker en rond het meer glinsterde de lichten van verschillende landen, de Eifeltoren zag er heel echt uit. Om 21.00 begon Illuminations, een vuurwerk en lasershow boven de world showcase. Daarna gingen we net als iedereen naar huis, leuke dag.

    Dag 8 - zaterdag 4 november. ‘terug naar Cape Canaveral’

    Relatief uitgeslapen. Het is bewolkt en een stuk kouder. Toen ik net het verslag van gisteren maakte probeerde een vogel mijn dagboek onder te schijten. Gelukkig kon ik een deel opvangen met mijn hoofd, shit. Om half twaalf zijn we weggereden met als doel Jetty Park. We beginnen de weg een beetje te kennen en kwamen zonder problemen in Titusville aan waar we op zoek gingen naar een goede plek om de landing te zien morgen. Overal vanaf highway 1 konden we het VAB zien staan aan de andere kant van de Indian River. Plekken zat, alleen blijft het erg ver weg.

    We zijn het Wildlife refuge ten Noorden van KSC ingereden, deels om het te bekijken en deels om te kijken of er misschien een betere plaats is om te kijken. Het is een prachtig moerasgebied met allerlei tropische planten, vogels en natuurlijk alligators. Burgers Bush, maar dan echt. Bij het visitor center hebben we een wandelingetje gemaakt over een vlonderpad door het oerwoud. Tussen de waterplanten zwommen grote karpers en schildpadden en overal zag je reigers, lepelaars en pelikanen.

    We reden verder richting de kust en volgens de kaart passeerden we op zo’n 100 m de Shuttle landingsbaan, maar door de begroeiing konden we hem niet zien. Toen we bij de kust aankwamen hadden we wel een mooi overzicht over de ruimtehaven, het VAB rechts en de twee lanceerplatforms (waarvan 1 met Shuttle) links. Terwijl Petra met de golven aan het spelen was heb ik nog een poosje met de verrekijker naar de Atlantis staan turen. Het werd al laat en ik wilde ook nog even langs het space center om te vragen of de lancering en landing nog op schema lagen. Het was een mooi ritje in de ondergaande zon. Toen we nog even stopten omdat Petra een arend dacht te zien zagen we opeens twee bobbels boven het eendekroos. Een enorme alligator lag ons aan te staren...slik, en de grote zwarte vogels die we de hele tijd boven ons zagen cirkelen waren volgens de ranger ‘vulptures’, gieren...slik...

    We overleefden de terugtocht en vanaf een tankstation in Titusville nam ik nog een bejaarde spacefan op sleeptouw naar Kennedy Space Center. Het begon te schemeren en na de benodigde info zijn we snel doorgereden naar Jetty Park. Gelukkig was er nog plaats al waren er veel mensen om de Queen Elisabeth II te zien uitvaren. We waren net op tijd. Met 3 zware toeten werd de enthousiast zwaaiende menigte vaarwel gezegd. Mooi gezicht in donker. Aan de overkant van de haven en de baai zagen we de rode zwaailichten, ten teken dat het terrein nog ‘clear’ is. en dat de Titan-lancering doorgaat. Vanuit de camper kunnen we de zwaailichten net zien.

    We hebben 2½ uur in de wind op de pier naar de zwaailichten zitten kijken tot het lanceervenster voorbij was. Uitgesteld, zucht.

    Dag 9 - zondag 5 november. ‘Columbia komt, Titan gaat’

    Om 05.00 ging de wekker na een heel kort nachtje. Gelukkig hebben we de route al een paar keer gereden, zodat het nu met een slaperige kop in het donker geen problemen opleverde. In een half uur waren we op KSC. Het visitor center was gelukkig open en toen ik binnen liep hoorde ik via de constante shuttle-verbinding nog net ‘we show a good burn’, de remmanoeuvre was uitgevoerd zodat de Shuttle nu wel moet landen op KSC. Ik hoorde Houston zeggen dat alles ‘go’ was voor de landing op baan 33. Jahoe, dat is naar het Noorden, dus recht over waar wij staan, goed gegokt. Op het tv-scherm zag ik de blauw/groene globe met de Shuttle erop die ik zo goed van Internet ken. De hete terugkeer in de atmosfeer verliep soepel en ik zag de Columbia met de grote S-bochten beginnen. Regelmatig kwamen er tv-beelden van de landingsbaan en het VAB tussendoor en ik zag dat de zon bijna opkwam. Een paar losse roze wolken en een licht briesje, perfect landingsweer. Gek om die van CNN bekende beelden hier op het scherm te zien en te beseffen dat je er echt staat. Een kwartier voor tijd gingen we naar buiten om een goede plek te vinden om te kijken. Het was erg rustig, ongeveer 30 a 40 man en het hele parkeerterrein was vrij.

    De zon kwam op en het licht was gelukkig genoeg voor foto’s. Opeens zag ik een soort morse-signaal van kleine wolkjes bijna recht boven ons, ik greep de verrekijker en wauw, de Columbia begon op te lichten in mijn blikveld. Beng-beng!, alsof iemand twee rotjes achter je neergooit, de typische dubbele sonische knal van de Shuttle als hij door de geluidsbarriëre gaat. We zagen de Columbia met een grote boog de ‘heading alignment cilinder’ volgen en toen vloog ze vlak voor ons langs voor de landing, wauw! klik klik klik klik. Ze verdween achter de bomen en we renden naar binnen waar we de rollout op het tv-scherm konden zien. Na nog een poos replays te hebben bekeken zijn we eerst buiten in de camper gaan ontbijten.

    We zijn naar Titusville gereden om wat boodschappen te doen. Vanuit Titusville kan je KSC zien liggen en met mijn verrekijker kon ik de staart van de zojuist gelandde Shuttle boven de bomen uit zien steken. We vonden geen echte supermarkt en hebben in een mall bij een soort drogist wat boodschappen gedaan. Er zat ook een PC Jenney’s, waar we vorig jaar zo goedkoop onze schoenen hebben gekocht.

    Toen we na de middag via KSC terugreden viel ik bijna in slaap, toch wat last van het vroeg opstaan. De planning is nu als volgt, twee dagen Jetty Park, dan via een omweg door het moeras naar Kissimee. Dan Universal Studio’s en misschien nog een park en vrijdag de camper inleveren.

    Met moeite konden we onze ogen openhouden tot 22.30, toen het lanceervenster voor de Titan openging. Samen met een paar Amerikanen zaten we te wachten. Er gebeurde weinig, af en toe hoorde je dat er iets omgeroepen werd op de basis, maar het was te ver weg om te horen wat er gezegd werd. De raket was niet te zien, alleen de felle schijnwerpers gaven aan waar de raket zich moest bevinden. Af en toe kwamen er wolken over en met een beetje fantasie was de schaduw van de Titan dan op de wolken te zien. Er voeren bootjes door de haven en er vlogen helicopters over om te kijken of er echt niemand binnen het lanceergebied was. Om 00.00 was er nog niets gebeurd maar er waren groepjes mensen met radio’s die meer wisten en nog steeds bleven. Petra wandelde richting ‘radiogroepje’ om poolshoogte te nemen. Opeens kwam ze terugrennen ‘10 seconden! nog 10 seconden!’.

    Ik sprong naar m’n camera en een paar seconden later begon de lucht op te lichten. Het leek lang te duren voordat de raket boven de horizon uitkwam en het duurde zo’n 10 tot 15 seconden voordat de donder ons bereikte. Het volume was minder dan we verwachtten. Op een enorme vuurstraal maakte de Titan een grote boog. Eerst naar het zenit en toen naar de horizon. Na een minuut of twee een flits en, separation, de eerste trap uitgebrand. In het licht van de volle maan zagen we de rookkolom het hele traject beschrijven, alsof een reus met wolken een grote onregelmatige boog probeerde te tekenen.

    Door mijn verrekijker zag ik de Titan verder gaan tot het een klein stipje was. Hij lichtte nog een keer op, 2e trap afgestoten, wow. De ervaring is toch heel anders dan op tv waar de camera constant op de raket gericht is. Nu zie je de raket echt met een grote boog langs de hemel vliegen en de omgeving oplichten. Dit was toch zeker twee avonden wachten waard… vind ik…

    Dag 10 - maandag 6 november. ‘rust’

    Behoorlijk uitgeslapen. Om half elf werd ik duf wakker. Ik hoop dat de vermoeidheid nou eens uit mijn systeem is. Gisteravond begon ik uitputtingsverschijnselen te vertonen, lichte hallucinaties, grote dingen die langs me vlogen en knipperende lampen in de lucht. Die dingen waren er wel maar niet waar ik ze zag. Een hand dextro’s hielpen me door de Titan-aftelling heen, maar ik vermoed dat rust beter is. Petra heeft me vanmorgen een pep-talk gegeven en ik heb weer zin om ‘to boldly go where no man has gone before’. Het doel is Ocala National Forest, een park met bossen, meren, beekjes en campings. Vandaag blijven we nog hier om Petra de kans te geven om in de Atlantische Oceaan te zwemmen in November. Blauwe lucht, witte stranden, palmbomen, 25°C. Yeah, herfst is mijn favoriete jaargetijde.

    Terwijl Petra tussen de pelikanen zwom heb ik een krant gehaald en heb rustig in de schaduw gezeten met een boek en een zak chips. Petra vertelde me later dat ze zich was rotgeschrokken in het water. Toen ze zich omdraaide zag ze opeens op een paar meter van haar vandaan een grote haaievin op haar afkomen..tjemig.. Ze bleef stokstijf staan en een paar lange seconden later kwam er een grijnzend hoofd van een etterventje boven water. Het bleek een rotjochie met een haaievin op zijn rug te zijn, hahaha.

    Halverwege de middag zijn we de plaats Cape Canaveral ingereden en hebben we boodschappen gedaan voor de barbecue. De groenteboer was de eerste persoon die ik heel positief over Clinton hoorde praten. Toen ik opperde dat Colin Powell wel eens de volgende president kon worden zei hij dat hij dat zelfs hoopte ondanks het feit dat hij democraat is. ‘That would really shake op the republican party’. Bij een kleine supermarkt hebben we een deel van het dagboek gekopieërd en opgestuurd naar Erik. Het valt toch steeds weer op dat we als toeristen ontzettend vriendelijk en hulpvaardig behandeld worden, leuk. We zijn om half vijf al begonnen met barbecuen omdat het helaas om 18.00 al donker is. We haalden het niet helemaal en om 18.30 zaten we in het stikdonker met 4 of 5 katten en duizenden muggen. Ik ben naar binnen gevlucht om te douchen terwijl Petra nog even het vlees gaar laat worden. Het vuur was al bijna uit, volgens mij is het om de katten.

    Dag 11 - dinsdag 7 november. ‘naar Ocala Forest’

    Vandaag zijn we weer nieuw gebied ingegaan. Via Kennedy Space Center en Titusville zijn we naar het noorden gereden over de US 1. Het doel was Ocala National Forest. Het was een mooie weg door moerasachtig gebied, slaperige dorpjes en paardenranches. Het bos leek af en toe even op een gewoon bos, maar meestal leek het toch meer op een ondoordringbare moerasjungle met palmen, lianen, mangroves en ongetwijfeld wilde dieren. Aan het begin van het park zijn we bij het visitor center even gestopt. We werden een half uur aan de praat gehouden door een vriendelijke dame, de parkranger. Ze waarschuwde ons voor beren, panters, alligators, giftige slangen, teken, hondsdolle eekhoorns, muskieten en jagers. Zaterdag gaat het jachtseizoen open en als je dan wilt wandelen moet je een fel oranje vest dragen en constant geluid maken, tjemig.

    De camping die we uitgezocht hebben is erg primitief en ligt midden in de jungle. Om ons heen het geluid van rennende eekhoorns en vogels die klinken als autoalarmen. Het is alleen wel erg warm en vochtig. Morgen gelukkig wat koeler. Om drie uur kwamen we aan op de camping en we zijn eerst even een eindje gaan wandelen. Morgen gaan we kanoën, een 7 mijl 5 uur durende trip door de jungle. Volgens de informatie komen we ook door grasachtig gebied met veel alligators waar we de weg niet goed zullen kunnen vinden. Gewoon de stroom volgen tot aan de brug waar we zullen worden opgepikt. ‘the alligators won’t bother you, but you’ll sure see them, there a lot of them out there’, slik...

    Dag 12 - woensdag 8 november. ‘Ocala Creek, Juniper Springs’

    Vannacht kwam de eerste thunderstorm over. Hij ging gelukkig niet recht over, maar we kregen wel een staart mee. Vanmorgen was het woud doorweekt en het was een stuk killer.

    We zijn naar de kano-verhuur gegaan en hebben een kano en instructies gekregen voor $40.00,-. Het zou een tocht van ca.5 uur zijn met een enkele stop in het midden.

    We hadden alleen de fototas en een tas met dikke trui, een peer, twee pruimen, een kaart en een halve gallon water. Wiegel wiegel, zwabber stapten we in. Petra kon niet zo goed sturen, dus, zwabber, zwabber, wiegel, wisselden we van plaats. Vijf meter na het vertrek kwam de eerste hindernis, een omgevallen boom over de kreek. Petra ging op de bodem van de kano liggen (zwabber zwabber) en ik boog als een limbodanser achterover tot mijn neus net onder de stam doorging (wiegel). De kreek was in het begin zo’n 2 meter breed en aan de oevers stonden palmen en cipressen. Af en toe splitste het water zich, maar elke aftakking kwam steeds weer op de hoofdstroom uit. De beek kronkelde voortdurend en we moesten veel moeite doen om alle boomstammen en takken, vooral die onder water, te omzeilen.

    Als we even ophielden met roeien was het bijna totaal stil. Het enige dat we hoorden was af en toe een schreeuwende vogel, en het gekraak van takken. Waarschijnlijk eekhoorns, maar het klonk als naderende beren, slik, roei roei roei, morgen zal ik wel spierpijn hebben. Het feit dat achter elke tak een giftige slang (‘don’t grab the trees’) en achter elke rietpol een alligator (‘oh, there plenty af them out there’) maakte de tocht wel spannend, vooral omdat we de kano niet echt onder controle hadden en de kans om om te slaan behoorlijk groot was. (‘you’ll probably kapseis if this is your first time’). Na twee en een half uur zagen we een houten vlondertje, het midway punt, pjew. Ik was al ongerust dat we verdwaald waren. Met gevaar voor eigen leven was ik halverwege al een keer uitgestapt om in de jungle een plas te doen. Nu eindelijk wat vaste grond. We haalden de kano uit het water en gingen op de kant even in het zonnetje zitten uitpuffen. Vijf minuten later zagen we een andere kano aankomen. Het bleek een Duits stel, Thorsten en Bernadette, die een kwartier of een half uur na ons zijn vertrokken en die zelfs gewaarschuwd waren dat de enigen op de kreek een Hollands stel was die voor het eerst in een kano varen, wij dus. Opeens kwamen er nog een paar kano’s aan, Oost-Duitsers, en van de andere kant een Amerikaan in een kajak. De Amerikaan zei dat hij stroomafwaarts zo juist een 6 feet lange alligator was tegengekomen, die langs zijn kajak kwam liggen en hem ging liggen aanstaren, slik. Wij hadden alleen maar een grote zonnende schildpad gezien. We gingen verder en het landschap veranderde in rietvelden omzoomd door hoge palmbomen, wat loofbomen en cipressen. Dit zag eruit als de everglades-plaatjes. De stroming werd wat sterker en de botsingen met bomen werden wat harder. In het open water tussen de rietvelden ging het wat langzamer.

    Af en toe kwamen we weer langs Thorsten en Bernadette en Thorsten riep naar me ‘zuërst die baseballcap, und dan die peddel, dan wissen wir das euch es wieder gschaft habt’. Ik grijnsde terug en voer weer tegen een boom.

    Twee uur later hoorden we de weg en om de volgende bocht was opeens de brug waar we werden opgepikt. Het avontuur was helaas voorbij. We hebben Thorsten en Bernadette een kop koffie aangeboden en daarna zijn we met z’n vieren in Ocala gaan eten bij Pizza Hut. Thorsten is wapenhandelaar en voor zaken hier. Zijn rental was een rode convertable, wow. Maar ja, speedlimit blijft 55 mph. of je nou convertable of camper rijdt. Na het eten brachten ze ons terug naar de camping (33 mijl) en we namen afscheid. Thorsten zei dat we elkaar misschien bij de lancering zouden zien. ‘you always meet twice in life’ zei hij.

    Dag 13 - donderdag 9 november 1995. ‘Nog een dag Ocala Forest’

    Vannacht was het koud, in de 30’s, tegen het vriespunt. Ik vond het wel lekker, want de vochtige hitte ligt me niet zo. Vanmorgen werd ik eigenlijk voor het eerst goed uitgerust wakker zonder koppijn. We hebben Disney even uitgesteld en we blijven vandaag in het Ocala Forest. Op sommige plekken lijkt het net een dennebos uit Californië en op andere plekken een jungle.

    We zijn eerst naar Ocala gereden om twee extra koffers te kopen voor souvenirs en de provision-kits (slaapzakken, pannen etc.). We hebben ze tweedehands gekocht voor weinig geld bij een thrift-shop. Dat zijn een beetje lugubere winkels. Florida is heel erg in trek bij gepensioneerden en er gaan er dus ook een heleboel dood hier of ze willen hun spullen kwijt. In die thrift-shops kan je dan voor een zacht prijsje tweedehands spullen kopen van zo’n jaar of 30, 40 geleden die je normaal altijd in oude films ziet, vooral ontzettend veel kleren, wel grappig. We kochten dus een oude koffer met 30 jaar oude vakantiestickers uit Montana.

    We reden terug naar het bos en gingen naar het visitor center bij Kerr-lake, we zagen in het gastenboek dat Thorsen en Bernadette ons net voor waren geweest, bijna voor de tweede keer in ons leven ontmoet. We konden geen geschikt picknickplekje vinden, dus we zijn maar bij het visitor center gaan staan, waar we de inhoud van onze doggy-bags van gisteren hebben opgegeten. We hadden bij pizza-hut de restanten van onze maaltijd meegekregen in een doggy-bag, leuke gewoonte.

    Na het eten zijn we via een dirt-road naar de Lake Eaton trail gereden. Mag eigenlijk niet met een gehuurde camper maar de weg was stevig en goed begaanbaar. Bij Lake Eaton hebben we de trail gelopen, een wandeltochtje van een paar kilometer langs het meer. Het wandelen is toch wat minder ontspannen als je steeds borden tegenkomt met ‘warning, alligators live here’. Ook slangen en zwarte beren zitten hier. We hebben bij de waterkant nog een poosje staan staren of we een paar ogen of neusgaten tussen de waterlelies zagen, nada. Gisteren tijdens het kanoën zagen we in een omgevallen boomstam zware klauwsporen. Ik zei al tegen Petra dat het misschien wel een beer geweest was. Vandaag in het visitor center zagen we dezelfde sporen in een stuk hout, bereklauwen, zonder saté-saus.

    Na het Eaton trail zijn we weer naar Juniper springs campground gereden waar we weer in een zwaar zuidelijk ‘Laverne’ accent begroet werden, ‘haa, y’all decided to stay anatha night with as?’ Morgen moeten we dus wel wat vroeg weg om de camper om te ruilen voor de auto, helaas.

    Dag 14 - vrijdag 10 november 1995. ‘Your flight has been cancelled’

    Vanmorgen vroeg hebben we alles ingepakt en schoongemaakt, ‘we’ is in dit geval vooral Petra. Om 10.00 reden we weg richting Ocala. De tank was bijna tweederde, dat zou moeten lukken naar Kissimee. De laatste camperrit verliep zonder problemen en we vonden Cruise America gelijk. Zonder problemen leverden we de camper in.

    Nadat we een poos op een taxi hebben staan wachten werden we bij Alamo afgezet. Omdat we nu twee extra koffers hebben hebben we voor $36,- extra een twee categorieën grotere auto genomen. We hebben nu een ‘fullsize’ type, een luxe oldsmobile die heerlijk over de weg zoeft. We zijn naar Titusville gereden om in te checken in het Budget Motel. Het was een motel uit een film met van die kamers waaruit je rechtstreeks naar buiten stapt. De beheerders zagen er nogal verlopen uit en het interieur was al niet veel beter. De kamer was oud, net alsof we een jaren-zestig decor binnenstapten, de kakkerlak die tegen de muur omhoog rende maakte het beeld compleet. De klanten leken voornamelijk jagers of vissers. Pickup trucks, camouflagepakken, lang haar met caps. Een beetje de Amerikaanse variant op de met trainingspakken en gouden kettingen behangen Amsterdammers op de campings op de Veluwe. We betaalden $39,- voor de lanceernacht en daarna $28,- per nacht.

    We hadden nog wat tijd over dus we gingen op zoek naar een reisbureau. In een mall vonden we ‘United National Travel’ en we zeiden dat we onze vlucht wilden reconformeren. Het was een probleem omdat Biman een van de weinige airlines blijkt te zijn zonder gratis nummer, long-distance naar New York dus. Biman nam niet op en we kwamen in de hold, shit. ‘Ik probeer het nog 60 seconden en dan moet je maar zelf gaan bellen’ zei de bazin die wat op Agneta-Abba leek. Ze gaf de opdracht ‘60 seconds’ aan haar medewerkster, maar die had medelijden en bleef 10-minuten lang het Biman-muziekje aanhoren. Eindelijk werd er opgenomen en na nog twee holds zeiden ze aan de andere kant ‘your flight has been cancelled’, godverdegodver, kut. (excuser les mots). Ik haat Bangladesh Air. De reismevrouw kreeg te horen dat er in het weekend niet gewerkt werd bij Biman en dat ze onze gegevens maar moesten faxen en dat ze dan maandag bericht kreeg. Ze had er ook niet zoveel vertrouwen in en vroeg gelukkig het tel.nr. en de naam van de persoon aan de andere kant. Ik moest $10.00,- voor het telefoongesprek betalen. Als het goed is krijgen we een alternatieve vlucht naar huis. Ik was het zo zat dat ik het liefst ter plekke voor $499,- een ticket naar Amsterdam met Martinair wilde kopen, maar dat wilde Petra niet.

    Nadat we de schok enigszins verwerkt hadden zijn we nog even naar Kennedy Space Center gereden om te kijken wat de lanceerstatus is. 30% kans dat het weer te slecht is morgen en 40% overmorgen, mmm. Terug in Titusville zijn we naar de Chinees gegaan, dat was tenminste weer even leuk. Aardige bediening, lekker en goedkoop eten.

    Dag 15 - zaterdag 11 november 1995. ‘Launch scrub en Magic Kingdom’

    De wekker stond op 05.00. 1 sec. voor de wekker ging schrok ik wakker en vroeg ‘is het al 5 uur?’, tringggggg. Ik deed het licht aan en zag een kakkerlak tegen de muur oprennen, jech.

    Om 05.30 reden we richting KSC. Bij de afslag stond de sheriff de weg te wijzen en lanceerpassen te controleren. We kwamen zonder problemen bij de view-area op de NASA-causeway, zover waren we nog niet geweest. Het was druk, maar er waren tientallen mensen bezig de auto’s efficient te laten parkeren. Heel goed georganiseerd allemaal, typisch Amerikaans. Langs de view-site stonden luidsprekers waarop de conversatie tussen Mission-control in Houston en de bemanning van de Atlantis te volgen was. Met de verrekijker hadden we een mooi uitzicht op de in de schijnwerpers staande Space Shuttle, wauw, ik had de tijd van mijn leven…

    Het aftellen verliep goed en het weer was perfect. Zo’n 20 minuten voor de lancering bleek dat het weer bij alledrie de backup-landingssites in Spanje en Afrika ‘no go’ waren, te veel wind en te veel bewolking. De vluchtleider kwam met het plan om op T-minus 5 min. (5 min. voor lancering) de lanceerklok voor max. 7 min. stop te zetten om te kijken of het weer beter werd. Atlantis piloot Halsell leek nogal zenuwachtig, een beetje giebelig, begrijpelijk, brrr. Zo’n 7 min. voor de lancering werd de ‘loopplank’ ingetrokken, ‘go for access-arm retraction’. Enkele ogenblikken later moesten alle vluchtleiders hun go/no go geven. Iedereen was ‘go’ maar toen flight-readiness Houston aan de beurt kwam klonk er een droevig ‘no go’. Op T-5 wilde de flightcontroller zijn ‘hold’ laten ingaan, maar Houston zei dat er weinig kans op succes was omdat het weer alleen maar slechter zou worden. ‘I’m afraid we must scrub, lets put it off for today’, helaas. Door mijn verrekijker zag ik de access-arm terugdraaien, zodat de astronauten weer konden uitstappen. Jammer dat de lancering niet doorging, maar erg leuk om zo’n countdown mee te maken, net shuttle-sim op mijn computer.

    We reden terug via de gate aan de zuidkant. We kwamen over Cape Canaveral Air Station waar pas de Titan is gelanceerd. We verlieten de basis via de gate waar we pas per ongeluk terecht kwamen en werden teruggestuurd. In Titusville hebben we het hotel voor nog een nacht geboekt en hebben we bij een donutshop ontbeten, koffie en donuts.

    We besloten om vandaag alsnog naar Disney-world te rijden en het Magic Kingdom te doen. Ruim een uur rijden. Het was rustig en onze witte full-size Oldsmobile zoeft heerlijk over de weg.

    Het Magic Kingdom was erg leuk, maar we vonden Epcot wat leuker. Er waren wel wat hele leuke dingen zoals het huis van Mickey Mouse met z’n rode autootje ervoor en de typische Disney-sfeer overal, vriendelijke vrolijke kleuren en mensen en alles een beetje sprookjesachtig. Net als veel dingen in Amerika is alles gewoon heel goed geregeld. Het is net of Amerikanen hogere eisen stellen en hogere kwaliteit krijgen. In Bangladesh zal het wel wat anders zijn.

    Om zes uur gingen we weg. Ik wilde nog even naar KSC om te vragen wanneer de volgende lanceerpoging is. Bij de gate werd ik tegengehouden, maar gelukkig kon de bewaker me vertellen dat morgenochtend om dezelfde tijd een nieuwe poging gedaan wordt, wekker weer op 05.00 dus.

    Dag 16 - zondag 12 november 1995. ‘ Lancering Atlantis!! en Universal Studio’s’

    De wekker ging weer om 05.00. We waren eerder klaar dan gisteren en bij Dunkin’ Donuts hebben we een beker koffie gehaald. Ik deed even asociaal en kreeg terecht van Petra op mijn kop, maar in zo’n filmdecor moest ik het gewoon even doen… ik draaide bij Dunkin Donuts met piepende banden de weg op, waardoor er een leuk rookwolkje bleef hangen en een arme bediende misschien later mijn ‘burning rubber’ spoor moest wegpoetsen….tja…

    Het was erg rustig op de weg, rustiger dan gisteren en er stonden ook lang niet zoveel campers langs de oever van de Indian River in Titusville. Ik kreeg even twijfels, maar gelukkig zag ik in de verte de zwaailichten van de sheriff die onze lanceerpas controleerde en ons de NASA-causeway opstuurde. Op de radio hoorden we dat er op state-road 3 een ongeluk was gebeurd en dat iedereen die naar KSC via de gate bij Titusville moest komen. Gelukkig waren we al binnen. SR-3 is de weg waarover we vanuit Cape Canaveral steeds naar KSC gingen. Het was minder druk dan gisteren en erg koud. Een graad of 10 en het waaide, brrr. We waren 2 uur voor de lancering aangekomen en we hoorden dat de astronauten waren ingestapt en het luik gesloten en verzegeld.

    Het weer op 2 van de 3 backup-landingsites in Spanje en Afrika was ditmaal ‘go’, maar nu leek het weer hier op de Cape niet mee te zitten, een wolkendek op 6000 ft. Het weer hier was ‘no go’, maar de voorspelling was dat het rond lanceertijd zou breken. Er was vandaag een lanceervenster van 10 min.

    Een half uur voor de lanceertijd begon een lokaal Christelijk radiostation het geluid van NASA-TV uit te zenden, hetzelfde dat we continue over de speakers horen. Gelukkig, want eindelijk kon het raam dicht. Ik werd toch wat onrustig en ben buiten rond gaan lopen en natuurlijk steeds door de verrekijker gaan turen. Even later moesten alle vluchtleiders weer hun go/no go geven en werd het weer spannend. Er klonken opgewonden ‘go go go go go’ tot er opeens een teleurgesteld ‘no-go’ van de flightcontroller op de Cape kwam. Vanuit Houston kwam er een nog teleurgestelder ‘copy’. Het punt was dat het hier nog steeds bewolkt was. ‘Houston, we get you a weather update in 2 minutes’ hoorden we en boven ons hoofd vloog astronaut Cabana met het Gulfstream Shuttle Training Aircraft rondjes om gaten in de bewolking te zoeken. Hij kreeg de opdracht om wat ‘final-approaches’ te maken om te kijken of de Shuttle zich goed zou gedragen in dit weer.

    Een paar minuten later vroeg Houston hoe het ervoor stond (de countdown stond op T-9 min. and holding). De man hier twijfelde en twijfelde en begon lange verhalen op te hangen, maar Houston onderbrak hem ‘do we copy that we have a go?’ De weerman twijfelde nog even heel hard en zei toen iets als ‘nou, vooruit dan maar’.

    Een gejuich ging op om ons heen. Vanuit Houston hoorden we ‘Atlantis, we have a go for launch, T minus 9 minutes and counting’. Er ging weer een gejuich op. De droge stem van ‘This is Shuttle launch control’ kwam er even tussendoor om uit te leggen dat het doorging, Yes!

    De laatste minuten tikten weg en ik hoorde alles wat ik in Shuttle-simulator op mijn computer thuis zelf moest doen. ‘..APU prestart…cabin leak test…commcheck…APU-start…’. ‘2 minutes’. We liepen naar de waterkant om niemand voor ons te hebben. ‘20 seconds’. Slik, mijn camera met telelens en verrekijker scherp gesteld. Ik zag de ignitors aangaan, de vlammenwerper die de brandbare gassen vlak voor de lancering verbrand zodat ze niet in de motoren ophopen. Weer gejuich. ‘Main engines to ignition’, yes yes yes een enorme stoomwolk begon te ontstaan. ‘SRB ignition and LIFT OFF!! of Space Shuttle Atlantis with onboard the Russian docking module…’. WAAAAAUUUUW!!! De stoomwolken lichtten op en langzaam rees de Atlantis daar bovenuit op een felle vuurstraal. Steeds sneller en sneller en toen de donder (minder luid dan verwacht) ons bereikte ging er weer een gejuich op. Door mijn verrekijker zag ik een dikke witte rookkolom die eindigde in een gloeiende punt. ‘Atlantis, go for throttle up’. Even een kleine steek in m’n buik want elke keer hoor ik dan de laatste woorden van de Challenger piloot Dick Scobee ‘roger, go for throttle up’. Nu ging het goed en een halve minuut later zag ik de twee uitgebrande boosters van de Atlantis wegtuimelen. Dat is het laatste wat we zagen, want toen verdween de Shuttle achter de wolken, goede reis Atlantis.

    Attention visitors, return to your vehicles immediatly!’ De rookkolom van de SRB’s dreef onze kant op en als een soort fall-out komen daar druppeltjes van een brandende chemische stof uit, niet gevaarlijk volgens NASA, maar wel onaangenaam, tjemig. Ik moest heel erg aan het ‘sproei sproei sproei’ commando uit dienst denken, maar ik kon de neiging om de pot met poedermelk over m’n gezicht te hoppen weerstaan.

    Terwijl we richting de uitgang reden hoorden we dat alles volgens plan was verlopen en dat Atlantis in de ruimte was op het hoogste punt van haar baan. Wij zetten koers naar het westen voor een bezoek aan Universal Studio’s. Dat was wel een succes. We vonden het allebei het leukste park. Leuke attracties en nagebouwde stadsdelen. Het was natuurlijk heel erg op de filmwereld gericht. Het leukste vonden we ‘murder, she wrote’, waarbij het publiek even regisseur werd en het gezicht van een scene bepaalde. De rit met de DeLorean in back to the future was ook een van de leukste.

    Terug in Titusville hebben we bij een Mexicaans/Cubaans restaurant gegeten, erg lekker. De Marquarita was wat sterk omdat ik nog moest rijden, dus Petra mocht bijna ‘broer’ tegen de ober zeggen. Bij de uitgang van het restaurant hing een gesigneerde foto van David Leestma, astronaut. Dit stadje ademt heel erg de sfeer van ruimtevaart uit, overal het uitzicht op KSC, het VAB en de lanceerplatforms, raketten in de parken i.p.v. standbeelden en veel bedrijven met het woord ‘space’ er in. Dit gebied heet ook Spacecoast tot ten zuiden van Cocoa Beach.

    Dag 17 - maandag 13 november 1995. ‘hoe komen we thuis?’

    Om half 8 waren we op met het plan om naar Merrit Island Wildlife Refuge te gaan. Buiten stond iemand zijn autoramen af te vegen. Toen hij mijn NASA trui zag vroeg hij of ik gisteren de lancering gezien had. We raakten aan de praat over ruimtevaart, computers, internet, reizen, politiek. Tim Schoenfelder had zelfs een e-mail adres en we spraken af contact te houden. Om 12 uur stonden we nog steeds naast de auto te praten en we besloten even wat te gaan eten bij de mall.

    Om 15.00 namen we afscheid omdat we naar het reisbureau moesten. Toen we binnenkwamen riep Vivianne al ‘sorry, heard nothing from them’, shit shit shit. We gingen terug naar het hotel waar we een telefoonnummer in New York belden dat we van Arke in Ede hadden gekregen dat we moesten bellen in geval van problemen. Daar konden ze niets voor ons doen, een of andere oetlul zei dat ze alleen hielpen bij problemen met een ‘landenarrangement’, daar zou Arke in Ede nog wel even wat over horen. (noot: achteraf heeft Arke Ede hun excuses aangeboden). Ik probeerde alsnog Biman in New York te bellen, maar dat resulteerde in 30 minuten in de hold en een tel.rekening van $22,-. We baalden verschrikkelijk en besloten om maar een enkele reis Orlando-Amsterdam te kopen voor $500,-.

    Bij het reisburo probeerde Joanne, de manager nog wat trucjes. Ze belde KLM in New York om te proberen of we onze Biman-tickets bij KLM konden gebruiken, geen succes. Tenslotte vond ze een goedkope vlucht van Jordan Airways van New York naar Amsterdam, de helft goedkoper dan met Martinair en 4 keer goedkoper dan KLM. Ze belde Jordan Airways, maar die wilden geen creditcards accepteren, shit shit shit, geen tickets. Joanne zei dat we in het ergste geval zelf de tickets moesten kopen in New York, maar dat ze in ieder geval plaatsen heeft gereserveerd voor ons. Morgenochtend om 9.00 probeert ze nog een keer de creditcard erdoor te krijgen en dan krijgen we waarschijnlijk wel alvast tickets. Mochten we nog wat kunnen regelen met Biman in New York, dan mogen we de tickets terugsturen zonder dat het in rekening wordt gebracht. Morgen moeten we wel een eerdere Delta-vlucht naar New York hebben, maar dat was wel te regelen in Orlando, zei Joanne. Bah, wat een zooitje allemaal zeg, kut. Joanne heeft wel 5 keer gezegd ‘never fly Bangladesh Air again’.

    Dag 18 - dinsdag 14 november. ‘Ondanks de wet van Murphy toch naar huis…’

    Vanmorgen om half 8 troffen we Tim weer bij z’n auto, we zijn met hem bij Dunkin’ donuts gaan ontbijten. Om kwart over negen waren we bij het reisburo, nog niets gehoord van Biman.

    Hadden we ook eigenlijk niet verwacht. We betaalden zo’n $550,- en kregen de tickets. We hadden voldoende tijd om naar Alamo in Orlando te rijden om de auto in te leveren. Dat verliep soepel en even later waren we op het vliegveld. Omdat we nu eerder zouden vliegen en we Biman op Kennedy Airport nog willen traceren, wilden we een eerdere vlucht. Dat was op zich geen probleem, alleen doemde er nu twee andere problemen op. Op dat moment zag ik deze problemen even niet meer als verborgen oplossingen, maar meer als persoonlijke aanvallen op mijn waardigheid als mens. Maar toch hebben zulke momenten in hun ellendige belachelijkheid toch ook altijd iets grappigs…

    Het eerste probleem was dat meneer Clinton ruzie had gemaakt met het congress en dat er nu geen geld meer was voor de regering. Binnen enkele uren zou het totale overheidsapparaat tot stilstand komen, inclusief de douane en luchtverkeersleiding. Vanaf dat moment zou het niet meer mogelijk zijn om het land te verlaten. Maar goed, nog enkele uren de tijd…

    Het tweede probleem. In New York woedde een storm en op de monitors zagen we dat de ene na de andere vlucht werd gecanceld. La Guardia Airport werd niet meer gebruikt en JFK had nog slechts één baan ter beschikking. Gelukkig vertrok ons toestel, maar wel met een uur vertraging. Toen we in de buurt van New York kwamen, kwamen we in de ‘file’. We hebben bijna een uur in een wachtlus gezeten, wachtend op toestemming voor de landing. We zaten in de wolken met hevige turbulentie.

    Final Approach was verschrikkelijk. We werden door elkaar geschud en mensen begonnen te kotsen en gedempt te schreeuwen. Landing zelf was ruig en het toestel stuiterde terug de lucht in. De tweede touchdown ging beter en mensen begonnen opgelucht te klappen, pjew. Ik was blij dat we op de grond waren, ik ben niet gauw bang in vliegtuigen, maar na die eerste touchdown die mislukte zweette ik peentjes. We liepen de terminal uit naar buiten. In de wind en regen renden we op zoek naar de Royal Jordanian terminal. We hadden nog een klein uur tot het vertrek. We vonden het gebouw en uitgeput lieten we onze tickets aan de balie zien. Een hooghartig trutje vertelde ons dat wij niet gereserveerd hadden en dat het vliegtuig vol zat. Mijn mond viel open van verbazing, ik begon steeds beter te begrijpen hoe mensen van traumatische ervaringen hysterische lachbuien krijgen. Ik slikte mijn lachbui in en vroeg ‘so, what next?’ Ze zette ons op een wachtlijst voor het geval dat er nog mensen zouden annuleren, er waren nog 5 wachtenden voor ons. We werden nu echt kwaad en hadden opeens energie om weer een eind te rennen, naar de Air Italia balie dit keer, want het trutje vertelde ons dat Biman daar zat.

    Bij de deur werden we tegengehouden door een bewaakster die vroeg of we wel tickets hadden. Ik zei ‘yes of course’ , gelukkig had ik nog net de wijsheid om het woord ‘bitch’ er alleen maar achteraan te denken en niet hardop uit te schreeuwen. Ik liep door. Ze hield me weer tegen en wilde de tickets zien. Trillend van woede en vermoeidheid haalde ik de tickets tevoorschijn en we mochten verder.

    De Italiaan zag de blik in mijn ogen toen ik met grote stappen op hem afkwam en deed een stap achteruit zodat ik net niet bij hem kon achter de balie. Ik legde hem, nog steeds trillend van woede, het probleem uit. Hij zei dat hij er niets aan kon doen en dat er vandaag geen vlucht naar Nederland ging. Ik had net van Royal Jordanian gehoord dat KLM vandaag nog naar Amsterdam vloog. Ik had al m’n zelfbeheersing nodig om hem niet ter plekke een kaakslag te geven en ik kon met mijn tanden op elkaar uitbrengen: ‘oh yes there is, KLM has a flight to Amsterdam and I want to be on it’. De bediende was ondertussen behoorlijk nerveus geworden en stamelde iets over de supervisor en riep angstig een meisje die er met onze Biman tickets vandoor ging. De hal was bijna leeg en Petra en ik ijsbeerden woedend voor de balie heen en weer terwijl het personeel ons allemaal een beetje bang aankeek alsof we gewelddadig zouden worden. Ik zag het meisje met de tickets in een hokje aan de telefoon en ik liep er heen en zei ‘who are you calling, don’t bother calling Biman because you’ll not get hold of them, just get us on another flight’. Ze zei dat ze KLM aan het proberen was. Ik werd iets kalmer en vriendelijker en vroeg een andere Italiaanse schone (ik was kwaad, maar niet blind) die even niets te doen leek te hebben om uit te zoeken hoe laat KLM vertrok. 11.25, geen tijdprobleem daar. Maar het was ondertussen bijna 19.00 en ik wilde nog een kans maken met Royal Jordanian omdat KLM misschien ook vol zat. Ik vroeg mijn tickets terug en we zetten het op een rennen door de storm en regen naar het Royal Jordanian gebouw. Ik ging dit keer naar een andere balie en de man daar checkte ons zonder problemen in! Onze bagage was al apart gehouden omdat we niet waren komen opdagen. Ik vroeg wat er nou aan de hand was en De Trut aan de andere counter had een verkeerd knopje ingedrukt, ze waren met z’n vieren bezig de computer weer aan de gang te krijgen tot er iemand op het idee kwam om hem maar eens van pauze af te halen. Jezus! Ik wilde ze dat toetsenbord wel uit hun handen rukken en ze de hersens mee inslaan! ‘Als je niet met een computer kan omgaan moet je een andere baan zoeken koe!’. Natuurlijk was ik op dat moment niet meer mijn normale kalme geduldige zelf en was ik niet echt in de stemming om mijn lot te laten afhangen van miskleunende computergebruikers.

    Nog 20 minuten tot vertrek en het rode lampje ‘now boarding’ knipperde. Gate 24, helemaal aan de andere kant natuurlijk, kut kut kut, weer rennen. Petra hield het niet meer vol en we vertraagden even. Net op tijd kwamen we bij de L1011 van Royal Jordanian aan en ik kon bijna niet geloven dat we het gehaald hadden. Het enige probleem is nu dat Biman geen toestemming heeft gegeven voor Royal Jordanian en dat we de tickets nu dus zelf betaald hebben, well, fuck you!, we zijn op weg naar huis. Die 800 gulden ga ik desnoods zelf halen in Amsterdam, grrr.

    We kwamen op de taxi-baan weer in de file, een uur lang sjokten we verder in een eindeloze rij vliegtuigen, maar eindelijk op weg naar huis.

    Dag 19 - Woensdag 15 november. ‘Eindelijk thuis’

    Een comfortabele rustige, maar erg lange vlucht. Vlak na zonsopgang zei de piloot achterstevoren dat we Amsterdam naderden. Daarna nog een keer in het Engels. Ik ben geloof ik nog nooit zo opgelucht geweest dat ik weer op Nederlandse bodem ben. We hadden een goede aansluiting met de trein en waren voor de middag thuis.

    Nadat we Tiendeveen en Paterswolde hadden gebeld begrepen we dat ze nogal ongerust waren geweest omdat bijna niemand nog Amerika in of uit kan dankzij de massale ambtenaren ‘stakingen’. Wij waren een van de laatsten die het land konden verlaten zei ma, pjew.

    We zijn gelijk naar Arke gegaan en ons verhaal verteld. Ze willen optreden als tussenpersoon naar Biman om ons geld terug te krijgen. Ze vonden bij Arke dat we ons goed staande hadden gehouden en de juiste beslissingen hadden genomen.

    Tjemig, wat een avontuur, we zijn kapot, hebben een jetlag, moeten morgen weer werken, maar hebben een fantastische vakantie gehad. Zelfs om de terugreis kunnen we al voorzichtig grijnzen, we did it (highfive).

    Epiloog

    Van Arke kregen we weinig hulp en ik heb uiteindelijk zelf Biman in Amsterdam zover moeten krijgen dat ze ons het geld terugbetaalden. Een jaar later kwam ik erachter dat Biman net in die week de landingsrechten in Amsterdam was verloren wegens een ruzie met de KLM. Tja, wel wijze lessen geleerd, tijdens zulke reizen moet je er vanuit gaan dat je in principe gewoon op jezelf bent aangewezen en dat je niet blindelings op reisorganisaties en luchtvaartmaatschappijen moet vertrouwen…

    Maar toch, een droom is in vervulling gegaan, ik heb een Space Shuttle lancering meegemaakt, mission accomplished….