Nieuw Zeeland 2004


  • De foto's

  • Proloog, Ede, 19 maart 2004

    Een raar moment, de vooravond van het vertrek. Morgenochtend vertrekken we naar Nieuw Zeeland. Verder dan we ooit geweest zijn en verder zullen we nooit meer komen. Er komen 5 weken vol indrukken aan, vol trektochten, landschappen, natuur en allerlei reispieken en dalen. 5 weken die met donderend geweld zullen worden vastgelegd in mijn verslagen, verhalen, op foto, video en geluid, waarna mijn harde schijf, website en cdrom’s uit zullen puilen van herinneringen en impressies waar ik nog jaren plezier aan zal beleven. Mooi... Maar dit moment zal in de vergetelheid verdwijnen. De vooravond van het vertrek is een onbetekenend stipje. Alles is ingepakt, alles is geregeld, de atmosfeer is vol van dat wat komen gaat. Stilte voor de storm. Juist op dit vreemde moment komen er bij mij wat merkwaardige gedachten opborrelen. Veroorzaakt door het feit dat ik nog met beide benen in het alledaagse sta en nog helemaal niet in reismodus ben. Mijn rugzak staart me dom aan en ik staar dom terug, is dat nou mijn leven de komende 5 weken? Waarom moet ik nou weer zo nodig zo’n godallemachtig roteind weg. 2 nachten opgevouwen in een vliegtuigstoel om naar de herfst te vliegen terwijl hier overmorgen de lente begint. Waarom kiezen we ervoor om duizenden euro’s uit te geven en vervolgens ruim een maand met mijn jas als hoofdkussen in een klein tentje door te brengen in een groen nat koud land aan de andere kant van de aardkloot. Normaal gesproken hoef ik daar geen seconde over na te denken en ik zou nu lyrische regels en verzen uit mijn reisverslagen kunnen gaan citeren. Ik weet ook best dat ik over een paar dagen zeer breed grijnzend geweldige landschappen in me sta op te nemen en dit weer in lyrische regels en verzen in een nieuwe reisverslag aan het opnemen ben. Maar nu, aan de vooravond van het vertrek, in het uur dat in de vergetelheid zal verdwijnen, kijk ik vanuit mijn knusse computerkamer naar het natte kille buiten. In mijn comfortabele stoel denk ik aan de reisstress, de vermoeidheid over een paar dagen, de jetlag, de afschuwelijke tropische hitte van Singapore, de verschrikkelijke beruchte sandfly’s van Nieuw Zeeland. Aan de natte voeten tijdens de trektochten, het eentonige eten, de stinkende kleren, de spierpijn, de kou, de regen, de natte spullen, de kleine vochtige kille tent, het geregel, het gezoek, het geplan, het gezeik bij de grenzen, het gehaast op de vliegvelden. Tjemig, thuis is ook best lekker, de laatste thuis-uren tikken weg, comfortabel en warm. Best wel mooi eigenlijk, dat contrast... yeah, best wel mooi...


    Kepler Track (4 dagen)


    Na een lange vermoeiende reis, waarbij we 24 uur in vliegtuigen en 17 uur op vliegvelden moesten doorbrengen kwamen we aan de andere kant van de wereld aan. Christchurch, Nieuw Zeeland. Singapore was verrassend leuk geweest, maar Christchurch was onverrassend onverrassend (jawh, denk daar maar eens over na). Niet dat dat veel uitmaakte, want onze reisdoelen, de nationale parken, lagen vooral aan de andere kant van het zuidereiland en het plan was om daar zo snel mogelijk heen te scheuren. Aldus geschiedde. In 2 dagen reden we van Christchurch langs de nogal saaie oostkust naar het zuiden, her en der waarschuwingen en bijna-bekeuringen oppikkend omdat we blijkbaar wat keurigheidsregeltjes overtraden ("you must be a overseas tourist"). Nadat ik na een avondje voor-teveel-geld-pinguins-kijken ook nog eens een zware koortsige verkoudheid had opgelopen en het structureel begon te regenen werd het onuitgesprokene toch uitgesproken: "dit is het niet he?" zei Petra, "volgende keer gaan we naar Australie of de VS". Hahaha, "yeah, this sucks, nog 4 weken en dan mogen we naar huis".
    Kortom, we begonnen niet geweldig, maar toen we Te Anau aan de zuidwestkust bereikten veranderden onze stemming recht evenredig met het landschap. Prachtige regenwouden, fjorden, meren en exotische vogelgeluiden. Om mijn verkoudheid de kans te geven om zich terug te trekken stelden we de eerste wandeltocht een dag uit en gingen alvast het prachtige Milford Sound bekijken. Een een verplicht nummer en helaas nogal een dure tourist trap, maarja. Dat zijn we ook, tourists. Maar de volgende dag werden we hikers... of 'trampers' zoals ze hier zeggen. Eindelijk konden we op weg voor onze eerste 'great track' en dat was het, een great track. Het verslag...

    DAG 7 (Kepler 1), 26 maart 2004

    8:00, Te Anau

    Het lijkt een mooie dag te worden. Het waait hard, maar de zon laat zich regelmatig zien. Ik ben herstellende van een flinke verkoudheid (die klote pinguins), maar de koorts en hoofdpijn zijn weg en ik heb vannacht goed en lang geslapen. Het zag er gisteren niet naar uit, maar we gaan het dus toch doen, de Kepler Track. De Kepler is een van de ‘great walks’ van Nieuw Zeeland en we willen tenminste 1 van die ‘great walks’ doen deze vakantie. Ze zijn populair en moeten vooraf worden gereserveerd. Maar het is nu eind maart en dus naseizoen en het lukte probleemloos om tickets te bemachtingen. Het wordt een 4-daagse huttentocht, dus we laten de tent en slaapmatjes in de auto en de auto op de camping. We moeten wel de slaapzakken, warme kleren en voor 4 dagen eten meenemen, dus zoveel gewicht besparen we niet. Vandaag moeten we 19 km lopen en 900m stijgen, al met al toch een aardig zware dag Ik heb er zin in, erg veel zin. Het wordt de eerste meerdaagse (m.u.v. de oliebollen/champagne hike in januari) sinds mijn vervelende maandenlange knieblessure die ik vlak na Canada opliep. Mijn voeten jeuken. Dus rugzakken inpakken en op weg!

    12:30, Brod Bay

    Prachtig hier. Gematigd regenwoud met varenbomen, mos en paddestoelen. Overal klinken exotische vogelgeluiden, net een echte jungle. En inmiddels ook een woud vol regen en hordes sandflies. Het meest voorkomende wildlife maakt me het schrijven bijna onmogelijk. Tot nu toe dus Tolkien-achtig regenwoud, zelfs de Alduin rivier uit de film (Lord of the Rings natuurlijk) zullen we over een paar dagen bereiken. Vanaf hier gaan we stijgen, 900m tot Luxmore hut, nog 4 uur te gaan. Het schijnt nogal zwaar te stormen daarboven, slik.

    14:15

    Mmm. Al bijna 2 uur zwoegen we bergopwaards. Petra is tot op elke vezel doorweekt en loopt flink te mopperen. Ik heb ergens nog wat droge vezels, maar mijn shirt en sokken zijn doorweekt. Tijdens het lopen zie ik niks, mijn bril beslaat van binnen en regent vol van buiten, allemaal een groene natte waas. Je kan twee dingen doen, je zo goed mogelijk beschermen met zoveel mogelijk lagen regenkleding of het gewoon opgeven en zo weinig mogelijk aantrekken dat nat kan worden. We zijn eigenwijs en doen het eerste, zoals de meesten trouwens. Het is wat te koud voor de tweede optie.
    We zijn nu ongeveer halverwege de klim en het wordt wat lichter naarmate we meer wolken beneden ons laten. Af en toe zien we zelfs wat blauwe lucht en soms hebben we even uitzicht op Te Anau, hoopgevend ver beneden ons. We naderen de wolken en af en toe wordt het Tolkien-achtige woud nog Tolkien-achtiger wanneer de nevelslierten om de bemoste oude bomen zweven. Het is druk trouwens. Als het goed is zijn er nog 48 anderen op weg naar Luxmore hut en zijn er 50 anderen op weg van Luxmore hut naar ergens anders (de hut is volgeboekt namelijk). Brrr, ik krijg het koud. Mijn natte kleding zou allemaal 'sneldrogend' moeten zijn, maar 'snel' is natuurlijk erg relatief. Gelukkig hebben we droge kleren in waterdichte zakken bij ons. Nog zo'n 1.5 a 2 uur zwoegen tot de hut, let's go.

    17:00 Luxmore Hut (1100m(

    Het stopte met regenen en het bos werd ook voor mij weer zichtbaar. Het licht werd gefilterd door de boomtoppen en baardmossen die overal nara beneden hingen in een zacht groen licht. Een halfuur later bereikten we de boomgrens en zagen we 800m lager Te Anau liggen.Aan de andere kant van de graat keken we de south fjord in. Toch niet helemaal voor niks omhoog gezwoegd. Ruim een half uur later stonden we plotseling voor de Luxmore hut.
    Zoals verwacht is het druk, maar er waren natuurlijk nog slaapplaatsen over. Niet de besten, want we waren niet de eersten, maar ook niet de slechtsten, want we waren ook niet de laatsten. Gewoon een stapelbed in een tochtige kille slaapzaal vol drogende sokken. Behalve de slaapzaal is er de keuken, waar ook een aantal tafels en stoelen staan en waar de ramen een prachtig panorama bieden, hier zit iedereen. Er hangt een wat verrassende sfeer, dezelfde sfeer als op de trails. Een hele andere sfeer dan in de noorse hutten of in de schotse guesthouses aan de West Highland Way. Het is hier, mmm, minder gezellig, de mensen bemoeien zich weinig met elkaar. Het lijken solisten, gemiddeld een jaar of 30 de sexen gelijkelijk verdeeld. Er valt soms zelfs een complete stilte terwijl er zo'n 30 mensen in de ruimte zijn. Niet dat het nou onaangenaam is of dat er een bedrukte sfeer hangt, het is gewoon rustig, wel vredig eigenlijk. Goddank zitten we niet in hetzelfde loopschema als de schoolklas die een dag voor ons uit loopt. Goh, als Petra niet naar de pinguins had geweild dan had ik geen kou gevat en dan waren we gisteren vertrokken en dan had ik nu tussen een groep pubers gezeten, wat kan het leven toch mooi zijn hahaha.
    Behalve wat gezonde vermoeidheid ging het lichamelijk verrassend goed vandaag. M'n knie gaf geen krimp, een opluchting. Mijn verkoudheid is nog niet over en hij heeft zo te voelen nog niet besloten hoe hij op een paar uur bikkelen moet reageren.

    DAG 8 (Kepler 2)

    8:00, Luxmore Hut

    Een wat ruige nacht. Buiten stormde en regende het en binnen lag iemand gigantisch te snurken. Toen ik tegen schemer ook nog met zware koppijn wakker werd en er een vervelende pijn in mijn enkel voelde kostte het wat moeite om positief te blijven. Maar de snurker werd wakker, de aspirine begon te werken en de regen maakte plaats voor zon. Misschien wordt het nog wel wat dus. Mijn spullen zijn allemaal droog, maar Petra heeft wat problemen. Ze heeft geen sneldrogend shirt gedragen en die is nu nog doorweekt. Ze moet vandaag dus haar enige droge shirt riskeren of in nat goed gaan lopen. Er wordt door de huttenwaardin voor onderkoeling gewaarschuwd omdat we bijna de hele dag onbeschermd over de berkammen lopen, de 'alpine crossing' van deze trek. We gaan nog een paar honderd meter omhoog en passeren de 1450m hoge Mt Luxmore. Als het helder is kunnen we er op. Ah, ontbijt en koffie, veel koffie.

    12:30, Hanging Valley Shelter

    Tjemig, wat een ochtend. De zonneschijn was van korte duur en de huttenwaardin maande iedereen tot spoed omdat er slecht weer op komst was. Niet veel later liepen we in een lange rij door de hagel die keihard horizontaal van rechts kwam. Even later ging de hagel over in sneeuw en de wereld werd witter, kouder en gladder. De route ging vooral over bergkammen en af en toe was het een kunst om op de been te blijven. Stoppen en rusten kon alleen bij de 2 emergency shelters. We zitten nu bij de tweede, vlak voor de afdaling naar Iris Burn Hut. Petra's gezicht spreekt boekdelen, ze vind het niet leuk. Ze is (weer) doorweekt en haar regenhoes die over haar rugzak zat is door de harde wind weggerukt. Naast de regenbroek en thermo ondergoed weer wat voor haar boodschappenlijstje, en wel bij de eerste mogelijkheid. Het bevalt me niets dat haar spullen niet in orde zijn bij deze weersomstandigheden. Toen ik mijn jas opendeed om mijn camera te pakken merkte ik hoe razendsnel ik in de stormachtige wind afkoelde, eng gewoon. Nu rest nog de lange afdaling naar Iris burn Hut, aan de rand van het lokkende regenwoud dat we af en toe diep beneden ons zien liggen.

    15:30, Iris Burn Hut

    Uiteindelijk moesten we toch de dampende relatief warme schuilhut verlaten en weer de kou in waar de hagel en sneeuw nog steeds geweldig horizontaal voorbij joeg. We sleepten ons voort over de graat en als ik achter me keek zag ik Petra diep weggedoken in haar jas en voor de helft wit aan de kant waar de sneeuw vandaan kwam. Maar toen we begonnen af te dalen kwam er snel een einde aan het zware weer. Nog even klonk er een donderklap boven ons, alsof de weergoden woedend waren dat we ontkwamen, maar we werden al opgenomen in de heerlijke groene rust van het regenwoud. Geen storm meer, geen ijskoude sneeuwvingers meer die ons van de graat probeerde trekken. Vredig dwarrelde de sneeuw neer tussen de woudreuzen, waarvan de stammen schuilgingen onder een dikke laag donzig groen mos. Toen we nog verder afdaalden verdween de sneeuw en werd er zelfs even een fel warm licht zichtbaar in het noorden, de zon! Kabbelende beekjes, af en toe een vogel, varens, paddestoelen, wat een heerlijk vredig landschap na het geweld daarboven. Uiteindelijk bereikten we Iris Burn Hut, waar de gezichten inmiddels bekend worden. Het was een dag van hoogtepunten en dieptepunten, letterlijk en figuurlijk. Vooral voor Petra was het afzien met haar natte kleren en haar afkeer van slecht weer. Ik vond het af en toe even zwaar, maar over het algemeen vond ik het een prachtige dag vol voldoening. Het giet inmiddels weer, dus we zijn min of meer veroordeeld tot de hut. Buiten de hut is trouwens toch niets dan bos, de beschaving is 2 dagen lopen weg. Goh, zo diep zitten we nu in de wildernis van Fiordland National Park. Het enige dat me als einzelganger van het wildernisgevoel afhoudt zijn al die anderen. Met je tentje is toch heel wat intensiever dan in zo'n hut, maarja, met dit weer vind ik het wel best zo. En 'when in rome, do as the romans do'.

    DAG 9 (Kepler 3)

    7:30, Iris Burn Hut

    Zo gauw het licht wordt staat iedereen tegelijk op. Iedereen wordt dan namelijk wakker van iedereen en iedereen ziet dan dat het licht wordt en dat het tijd is om op te staan, euhm. Net als gisteren hadden wij de slaapplaatsen het dichtst bij De Verschrikkelijke Snurker. Niemand wil later opstaan dan een ander en dan later bij de volgende hut aankomen en dan dichter bij De Verschrikkelijke Snurker dan een ander. Toen DVS een van zijn zeldzame stille momenten had hoorden we ze, de kiwi's, de versie met de veren. De huttenwaardin vertelde gisteravond al dat ze hier zaten en deed het geluid na, leuk.
    De sfeer is een stuk levendiger dan gisteren, we hebben nu allemaal hetzelfde meegemaakt en de gezichten worden bekender. Vandaag wordt waarschijnlijk een lange natte regenachtige dag door het regenwoud. Het is bijna allemaal horizontaal en beschut dus we kunnen onze regencapes gebruiken zonder oververhit te raken en misschien lukt het Petra dan ook een keer om droog te blijven.
    Ontbijt. We hebben voornamelijk droogvoer bij ons en als ontbijt hebben we 'cooked breakfast'. Ei met aardappels, spek en witte bonen, allemaal in gevriesdroogde vorm. Het ziet er niet uit, maar tot onze verbazing smaakt en ruikt het verrassend goed, net echt. Wat echt indruk maakte op onze tochtgenoten was ons toetje, van thuis meegebrachte chocolade mousse. Iedereen stond verlekkerd te staren en we hebben de pan met de lepel maar even de tafel laten rondgaan. Als ruil scoorde ik een bodempje wijn van een amerikaan die 4 dagen lang een fles meesleept, tjemig, ik dacht dat alleen Petra zulke dingen deed.

    10:00

    Wat een prachtige dag. De regen laat gelukkig nog even op zich wachten en we hebben er nu anderhalf uur schitterend regenwoud op zitten. Af en toe komen we door een open stuk en dan zien we de besneeuwde bergen om ons heen. Verse sneeuw, gevallen toen wij daar gisteren liepen. Mijn lichaam is een beetje moe van de afgelopen dagen, maar het is een gezonde vermoeidheid, spierpijn heeft iets weldadigs. Het genot is daarom dubbel zo groot om nu bijna slenterend door dit geweldige groene woud te bewegen. Yeah, dit is lekker en ik zie aan de gelukzalige grijnzen van onze af en toe passerende collega's dat ze er net zo over denken. Mm, ik moet ze alleen niet allemaal laten passeren anders slapen wij vannecht weer naast De Verschrikkelijke Snurker.

    15:00 Moturau Hut

    Sandfly's, sandfy's en nog eens sandfly's. Bijtende vliegjes die in wolken om mijn hoofd vliegen terwijl ik op de veranda van Moturau Hut naar het landschap zit te kijken en te luisteren. Net als met die schotse midges heb ik een soort immuniteit tegen de jeuk. Ze bijten me wel en ik krijg rode vlekken, maar ik heb er verder geen last van. Volgens de boeken kunnen ze niet door kleding heenbijten, maar dat is zojuist als incorect bewezen door een paar exemplaren die door mijn sokken hapten. Het is de hele weg prima weer gebleven, een aangename dag door een mooie omgeving. Het leek wel vakantie. Deze hut ligt aan een groot meer en het is helder genoeg om de besneeuwde toppen daarachter te zien. Mooi plekje.
    Een aanzienlijk deel van de groep is doorgelopen naar rainbow bridge, vanwaar je met de bus naar Te Anau kan. Het lijkt erop dat er maar 7 mensen over zijn, inclusief ons. Ik vind het wel lekker dat we morgen nog een wandeldag hebben.

    DAG 10 (Kepler 4)

    8:00, Motorau Hut

    Net als iedere avond ging iedereen tegen 21:00 naar bed en stond iedereen om 7:00 weer op. We werden gewekt door de vogels en begroet met prachtige luchten boven lake Manipouri, het lijkt weer een kalme dag te worden. Vandaag hebben we een makkelijke wandeling van ongeveer 6 uur terug naar Te Anau en dan zit de Kepler Track er op. Ik vind het een geweldige track, jammer dat het bijna voorbij is. Het smaakt naar meer, maar gelukkig komt er als het goed is ook nog veel meer.

    12:00

    Moe, dorst, honger, pijn. Allemaal in niet zo hevige mate, maar genoeg om het allemaal een beetje zwoegend te laten gaan. We zijn Rainbow Bridge inmiddels voorbij, het punt waar veel hikers de Kepler verlaten en de bus naar elders nemen. We hebben nog ruim 2 loopuren te gaan. We hebben ook de rand van de beschaving bereikt. We lopen langs de Waiau rivier (de Aluin river uit Lord of the Rings) en aan de overkant daarvan ligt de weg, weilanden, bouwwerken.
    Onze gedachten gaan al uit naar 'straks'. Een lekkere douche, vers fruit, glaasje wijn. Yup, het was een goede hike en nu mag het einde wel komen. Maarja, eerst nog een paar uur een beetje zwoegen.

    15:30, Lakeview Campground, Te Anau

    Been there, done that, got the t-shirt. We zijn terug op lakeview campground. De tent staat en de rugzakken zijn ontdaan van vuile was en afval van 4 dagen (al je vuilnis moet je mee terug nemen). De hemel is strakblauw en we staan op het grote tentenveld aan de rand van een eucaliptusbosje waar vogels ons toezingen. Een perfecte kampeersetting en erg lekker om weer wat private space te hebben. Vreemd genoeg was vandaag mijn zwaarste dag terwijl we bijna alleen horizontaal liepen en de rugzakken licht waren zonder kampeerspullen en etenswaren. Ik heb zelden zo'n spierpijn gehad geloof ik, maar geen blessures gelukkig. En nu snel douchen en snoepen!



    Routeburn & Greenstone Track (5 dagen)


    Na de succesvolle Kepler Track zaten we beter in ons vel, dit smaakte naar meer! Maar eerst hebben we het een paar dagen lekker rustig aan gedaan en onszelf op een cruise naar de Doubtful Sound en de Tasman zee gestuurd. Over meren en door smalle fjorden helemaal dwars door het schitterende Fiordland National Park naar zee. Eerlijk gezegd ben ik er niet zo gek op om een dag lang opgesloten te zitten in bussen en boten met andere stervelingen, maar de dolfijnen en zeehonden maakte het verlies aan controle ruimschoots goed en een dagje zitten tussen twee trekkings in is ook best wel lekker.
    De volgende dag reden we naar Queenstown. Een stad die bruist van de buitensport en toerisme. We hadden erg veel geluk met de Kepler en dit geluk herhaalde zich moeiteloos toen we ons gingen inschrijven voor de Routeburn Track, weer een van de populaire Great Walks. Dit geluk kostte wel 210 NZD (zo'n 100 euro) voor 4 hutten en transport van en naar de trailheads. Omdat de Routeburn ons 3 dagen aan de verkeerde kant van de bergen zou brengen besloten we er de Greenstone Track bij aan te plakken. Zo zouden we na 5 dagen in een hoefijzervormig route weer terugkomen bij Lake Wakatipu, waar we zouden worden opgepikt door een boot.
    Nadat alles was geregeld ontvluchtten we Queenstown. We stonden er al op de camping, maar het was toch wat te druk allemaal. Het stille Glenorgy beviel ons beter en dat was ook de plek waar we opgepikt zouden worden voor onze wandeling...

    31 maart 2004

    19:00, Glenorgy Campground

    Een bekende spanning maakt zich van me meester, ik heb dat meestal voor een trektocht. Het is een soort onzekerheid ofzo. De komende dagen zijn we blootgesteld aan de elementen met alleen onze rugzakken en onszelf. Maar het is niet zo spannend als anders omdat we niet kamperen, maar van veilige warme hut naar hut lopen. Toch is het besef van eht naderende zware weer en het onvermijdelijke gezwoeg zoals gewoonlijk genoeg om wat kriebels in de buik te veroorzaken.

    DAG 1, naar Routeburn Falls

    8:30, Glenorgy Cafe

    We zitten zwaarbepakt te wachten op het busje van 'Info & Track' dat ons bij de Routeburn trailhead moet afzetten. De ochtend begon helder met een prachtige zonsopgang, maar inmiddels is het helemaal dichtgetrokken. Net als het busje is ook het slechte weer onderweg. Er hangt een aangename rust... eh, er hing een aangename rust. Zojuist stopt er een karavaan landrovers met 'lord of the rings' emblemen. Er wordt een lading toeristen gedumpt die allemaal om ons heen beginnen te krioelen en vragen of onze rugzakken zwaar zijn, zucht. Ach, over een uur zitten we in de stilte, lekker.

    12:00, Routeburn Flats Hut (500m)

    We zitten onder het afdak van de toiletten onze droge muesli op te knabbelen, een experimentele lunch in plaats van de eeuwige hardkeks. Een paar meter verder op miezert het. Het stinkt een beetje en de sandflies vallen de onbedekte stukjes huid aan. Toch is het erg lekker om weer op weg te zijn, het leven is weer supersimpel. Stap-stap, hap-hap, snurk-snurk. Vandaag hoeven we niet ver, nog anderhalf uur tot onze hut. Hee, we zijn in Aspiring National Park en weer op weg naar Fiordland National Park aan de andere kant van de bergen, leuk.

    14:30, Routeburn Falls (1000m)

    Net voordat het echt begon te regenen kwamen we aan bij de hut. Tot mijn verbazing is het er erg stil. Een handjevol trekkers en een handjevol dagwandelaars die nog door de regen terug moeten, brrr. Ondanks het droevige weer was het best een mooie wandeling door het beech bos met af en toe mooie uitzichten over de routeburn vallei. Nu dan maar een paar uur met een leesboek op schoot de regenachtige verte instaren, niet zo'n straf eigenlijk.

    17:00

    De trekkers die van de andere kant komen, van MacKenzy Hut, zijn ook binnen. De meesten zijn tot op de laatste vezel doorweekt, ze hadden dramatisch slecht weer aan de andere kant van de pas. Morgen is het onze beurt, de 'alpine crossing', 5 uur naar MacKenzy hut. Het verbaast me een beetje dat er veel meer mensen van de andere kant komen dan van onze kant. Misschien vanwege de weersvoorspelling. De tegenliggers zijn al een paar dagen geleden vertrokken en onze lichting pas vanmorgen.

    DAG 2, Alpine Crossing

    7:30, Routeburn Falls

    Oh, kreun. Dit is zo'n dag waar ik later grijnzend over terug lees, maar die ik nu liever zou overslaan. Het stormt en regent pijpenstelen. Af en toe klinkt er een onweersklap. Dit is weer waartegen bijna geen regenkleding bestand is. Tot overmaat van ramp moeten we eerst ook nog een paar honderd meter stijgen, een zweterige bedoeling in regenkleding. Daarna de pas en de gevreesde 'alpine crossing' waar we urenlang onbeschut volledig blootgesteld zullen zijn aan het weer, recht van voren. Hoe dat is hebben we bijna een week geleden op de Kepler Track ondervonden. Kortom, een dag om in bed te blijven, maarja, dat kan niet op deze tracks. We hebben namelijk tickets en reserveringen, pfff. Dat geregelde is wel een nadeel, maar ik ben ook wel blij dat we nu niet kamperen. Een ander nadeel van de hutten is de snurkers. Vannacht was het weer raak, Petra had er een in het stapelbed boven haar. Onze verschillen in karakters werden goed duidelijk bij het omgaan met snurkers. Ik accepteer het onvermijdelijke, probeer me er niet aan te ergen en slaap er doorheen. Petra wordt steeds driftiger, begint zelf herrie te maken en vannacht stapte ze zelfs uit bed om de snurker een klap te gaan geven. Beide aanpakken werken, maar Petra's aanpak was effectiever. Mijn aanpak werkt beter met betrekking tot het weer. Een geweldadige oplossing is er niet. Tanden op elkaar, blik op oneindig en mentaal uitloggen. Over een paar dagen klaart het vast wel weer een keer op.
    De ranger bracht Om ons humeur nog beter te maken laat Petra zojuist het ontbijt uit haar handen vallen. De opgeveegde drab zullen we nog 4 dagen moeten meesjouwen, zucht, je moet alle vuilnis namelijk weer meenemen.

    11:00, Harris Saddle, Emergency Shelter

    Tjemig, mijn schoenen gaven het al na 10 minuten op. Het pad was een rivier en de watervallen om ons heen donderden spectaculair naar beneden. Mijn regenkleding werkt verder goed, maar Petra is weer doorweekt van het zweet. Normaal gesproken lopen we aanmerkelijk sneller dan de tijd op de kaart, maar nu hebben we 2 uur moeten zwoegen om hier te komen. Dit is de enige shelter en we moeten nog 3.5 uur naar MacKenzie Hut. We brunchen hier dus nog een keer en eten vanmiddag wel wat reepjes. Maar als je in je slaapzal ligt lijkt het allemaal een stuk erger dan wanner je er echt in loopt. Ons beider humeur is prima, Petra's humeur opmerkelijk goed voor de natte omstandigheden, en eigenlijk lijkt die storm wel mee te vallen.

    15:30, MacKenzy Hut

    Pjew, best wel moe. Regen, hagel, wind, onweer en kou maakte het moeilijk om te rusten en behalve een repenpauze van 5 minuten zijn we in een keer doorgelopen. We hadden zelfs af en toe wat uitzicht op de Hollyford rivier en toen we de hut in zicht kregen brak zelfs even een paar minuten de zon door. Ik was wel opgelucht toen we weer afdaalden en in het regenwoud kwamen. We zijn weer in Fiordland National Park nu. De twee zwaarste dagen hebben we nu gehad, maar de komende dagen worden langer. Morgen slaan we vlak voor het einde van de Routeburn Track de Greenstone vallei in. Dan zal het ook een stuk rustiger worden op het pad al zijn we vandaag maar 10 tot 15 mensen tegengekomen.

    DAG 3, De Greenstone Vallei

    8:00, MacKenzy Hut (1000m)

    Hetzelfde ritueel. Om 7:00 wordt het licht en begint het geroezemoes waardoor iedereen gaat roezemoezen. Iedereen staat op en gaat ontbijt maken, dikke volle pap voor ons deze keer, van huis meegenomen. Het regent nog steeds en veel mensen zijn verkouden. Ik zelf inmiddels al 10 dagen, nog steeds dankzij die klote-pinguins. Gisteravond leek het wel sinterklaasavond. Met z'n alleen om de loeiende houtkachel met de schoenen braaf gezet. Niet in verwachting van kadootjes, maar in een futiele poging om schoenen, sokken, jassen en zelfs slaapzakken te drogen. Het droogt prima, maar het is nogal nutteloos omdat het vandaag toch allemaal weer nat wordt. Mijn systeem werkt. Regenbroek, regenjas en hoes over mijn rugzak en dooroverheen nog een keer mijn poncho. In mijn rugzak nog een waterdichte zak voor mijn kleren en papieren. Mijn spullen en kleren blijven droog, alleen mijn schoenen werken voor geen meter. Na een kwartier krijg ik natte voeten en loop dan de rest van de dag op zachte weke voetzolen. Toch valt de schade mee, nog maar 2 blaartjes. Dag 3 en nog geen problemen dus. Vandaag 5.5 uur tot McKellar hut aan de Greenstone Track.

    12:00, Howden Hut

    We klommen het dal uit de wolken in. Dat was goed, want in de wolken regent het niet. De berg was net een grote groene spons die werd uitgeknepen. Overal stroomde water uit het mos dat zich verzamelde tot beekjes en watervallen. Af en toe klonk er een luider wordend geraas in de lucht en in de nevel doemde dan een schimmige witte waterval op die los in de lucht leek te hangen. Pas als je dichterbij kwam werd de groengrijze berg zichtbaar. Het was te koud en te nat om te rusten, dus we hebben de 3 uur tot Howden in een stuk afgelegd met af en toe een korte stop bij een watervalletje of een uitzonderlijk mooie bemoste boom.
    Hier verlaten we trouwens de Routeburn Track. De meesten lopen nog 1 uur verder, naar de Divide en dan naar de wereld van warme douches, pizza's en wijn. Onze collega's fantaseren er luidruchtig over, maar voor ons zijn het nog een paar dagen van trekkingmaaltijden, stinkende sokken en regen. Maar ach, ik zou nog niet willen ruilen, nog niet.
    Een Amerikaanse bood aan om ons afval mee te nemen, een aanbod waar we graag op ingingen. We hebben The Divide trouwens al gezien, 9 dagen geleden kwamen we er op weg naar Milford Sound met de auto langs en hebben een poosje naar de stoere rugzakkers staan kijken die met grote grijnzen de routeburn afkwamen en zich met overgave in onze wereld van douches en pizza's stortten. Maar voor ons is het nu nog 2 uur tot de volgende hut, McKellan.

    16:00, McKellan Hut

    Deze hut heeft een wat andere uitstraling. Klein, 1 ruimte, geen aparte bunkouse, geen gasstellen. Het is wat primitiever, wat ruiger, wat nog benadrukt wordt door een kerel die zojuist in een camouflagepak met geweer komt binnenlopen, een jager. Verder is er een ranger en een japanner, dezelfde jappanner die al 3 dagen voor ons uit loopt en dat nog 2 dagen zal blijven doen. Het regent.... nog steeds. In het bos blijf je nog redelijk droog, maar het begint wat eentoning te worden. De laatste uren heb ik niet meer zo bewust meegemaakt. Af en toe in gedachten verzonken, af en toe gedachtenloos. De kadans van het gesjok is een beetje hypnotiserend en door het gebrek aan afleiding zink ik dan af en toe verrassend diep weg en komen er herinneringen aan gebeurtenissen en gesprekken naar boven die ik dacht vergeten te zijn. Wat werkt het brein soms merkwaardig.
    De man met het geweer is een jager, hij jaapt op herten. Herten schijnen nogal een plaag te zijn, toch hebben we er nog geen een gezien. Eigenlijk vind ik het niet zo sympathiek dat die beesten allemaal afgeknalt worden, maarja, een plaag. Tegenstrijdige gevoelens.

    18:00, McKellan Hut

    We hebben even met de jager zitten praten en hij liet ons zijn buit zien. Het karkas van een jong hert en een paar mooie hompen vlees. Tot mijn grote genoegen vroeg hij of we een koekepan hadden en voor ik het wist stond ik hertenbiefstukjes te braden. Oh, wat lekker, oh wat had ik daar een zin in naar een paar dagen droogvoer. Wat sappig, wat vers, wat verrukkelijk. Natuurlijk politiek incorrect als groenlinkser, maar ik vind dit toch wel een eerlijke manier van vlees verkrijgen. Beter dan de achterkamertjes executie van ons vee, al laat ik thuis een biefstukje ook niet staan. Jawh, ik zou best jager kunnen zijn denk ik, en toch nog groenlinks stemmen (om andere redenen uiteraard).

    DAG 4, Droog!

    7:00, McKellan Hut

    Het is net licht geworden. De jagers zijn weer vertrokken om een nieuwe lading hertenvlees te halen de hut is weer in diepe rust. Het is droog en ik kan de besneeuwde toppen zien. Waarschijnlijk een tijdelijke situatie, want voor de komende dagen is meer regen voorspeld. Vandaag wordt een wat langere dag. Volgens de kaart is het 7.5 uur lopen naar de Greenstone hut.
    Ik probeer nog steeds tevergeefs mijn verkoudheid eronder te krijgen. Daarvoor had ik een of andere kuur met grote capsules die ik moest slikken met extra sterke voor 's nachts. Daar sliep ik inderdaad geweldig op. Maar gisteren vergiste ik me en nam ik 'de blauwe' in de middag. Dat ondekte ik 's avonds pas, maar ik begrijp nou wel waarom ik zo ongeveer in trance door het bos liep. Maar nu is alles op en ik snuf en hoest nog steeds.

    11:00

    Halleluja, het is goed weer geworden. Halfbewolkt en droog. Helaas is de Greenstone vallei niet zo spectaculair, eerder vredig. Maar goed, liever vredig en zonnig dat ruig en nat zonder uitzichten. De eerste kilometers liepen niet lekker. Voornamelijk modder, stenen, modder, boomwortels, modder en modder. Maar nu zijn we in een brede aangename vallei terechtgekomen waar het even makkelijk loopt. In de bosrand zingen vogels en van de berghellingen klateren watervallen. Jah, het mag wel even zo.

    12:30

    Rustig stappen we voort. Je zou het landschap in deze lichtbeboste vallei misschien enigzins saai kunnen noemen, maar ik noem het liever rustgevend. Het landschap is tot rust gekomen, net als het weer, het pad en wij. Het loopt nu makkelijk en vlot en zwijgzaam bewegen we ons voort. Stroomafwaards met de Greenstone River steeds binnen gehoorsafstand en regelmatig worden we getraktreerd met een uitzicht op de rivier. Vandaag is een lange makkelijke dag. Dat klinkt tegenstrijdig, maar de afgelopen dagen zaten vol moeilijke zware uren terwijl de uren nu rustig voorbij glijden, zelfs de uren zijn tot rust gekomen.

    17:00, Greenstone Hut

    Lekker moe. Het is altijd een plezierig ritueel, het eind van een wandeldag. Opgelucht gooien we de rugzakken af en schoppen we onze schoenen uit. Loopkleren uit, avondkleren aan en de tas met eten en lekkers op de kop om te kijken wat we nog allemaal hebben. Inmiddels staat een pan thee te trekken en beginnen we aan onze overnachtingsplek te wennen. Deze hut is nieuw, ruim, schoon en heel stil. Alleen de zwijgzame Japanner is er al, de op zichzelf gerichte Israeli's zijn onderweg. Samen met deze twee rustige Nederlanders zal dat wel de voltallige bezetting zijn voor weer een vrolijke gezellige avond, pfff. Ach, gisteren werd het ijs enigzins gebroken toen ik mijn gescoorde hertenbiefstukjes met de rest deelde en vanmorgen hebben we nog even met het israelische meisje zitten babbelen. De Kepler club was leuker.
    Tja, die hutten. Het dwingt je toch tot wat sociale omgang met anderen en dat is niet ieders sterkste punt, ook niet altijd het mijne. Eigenlijk zit ik daar meestal ook helemaal niet op te wachten als ik op trektocht ben. Ik doe het voor mijn natuurbeleving en vaak vind ik andere mensen dan storend. Soms klikt het, maar er zitten meestal wel wat personen bij waar ik me wat aan erger en dat staat toch de echte natuurervaring in de weg. Daarvoor moet ik blijkbaar toch mijn tent bij me hebben. Dan kan ik 's avonds rustig de dag verwerken in plaats van ondergedompeld te worden in het rumoer. Maarja, gezien het weer van de afgelopen dagen was dit toch wel de beste optie. En best leuk om dat huttengedoe ook een keertje mee te maken, maar volgende keer weer kamperen.

    DAG 5, Terug naar Lake Wakatipu

    7:00, Greenstone Hut

    Merde, het regen weer. Tjemig, de israeli's zijn eerder wakker dan wij, dat gebeurt niet vaak. Maar ik was de japanner net voor en dat gebeurt ook niet vaak. Waarschijnlijk zegt het iets over onze loopsnelheden. We moeten allemaal de bus om 14:00 halen, de enige bus. En de japanner is het snelst, dan wij, dan de israeli's.
    Gisteren aan het eind van de middag kwamen er twee bejaarde trampers binnenhobbelen met twee grote rugzakken op hun rug. Ze zijn over de 70 en voordat ze op hun (te drukke) kleinkinderen gaan passen gaan ze eerst nog even een paar dagen backpacken. Allemachtig, petje af, ik hoop dat ik daar nog toe in staat ben op die leeftijd.
    De laatste dag, 3 tot 5 uur lopen staat er. Meestal zijn we aan de snelle kant, maar meestal betekent zo'n groot verschil in verwachtte looptijden dat het pad slecht is en deze enige bus willen we niet missen. Vandaag komen ook wij weer in de wereld van douches, wijn en pizza's. Jippie!.. en jammer.

    12:30, Greenstone Carpark

    We zijn er. We hebben de 3.5 uur in hoog tempo afgelegd en hebben nog 1.5 uur tot de backpacker express ons komt halen. En dat is geen straf, de zon schijnt en de vogels fluiten. Het is lekker rusten na 5 dagen lopen.

    Glenorgy, de volgende dag

    We werden op tijd opgepikt door de backpackers bus en naar een jet boat gebracht die ons met grote snelheid het meer overzette naar Glenorgy.
    Terug in de beschaving. Wijn, chips en verse tomaten. En de heerlijke rust en privacy van mijn eigen tent, ik heb heerlijk gegeten en heerlijk geslapen. Maar ook weer de wereld van de schreeuwende tv in de kookhut, mobiele telefoons en auto's. Dat komt nogal opdringerig over, weer even wennen. Het is fris en half bewolkt, prima weer met dramatisch licht op de 'misty mountains'. We gaan noordwaards, verder met onze verkenning van Nieuw Zeeland...