Lycie 2003 – Dag winter, hallo winter.


  • De foto's

  • Roerige tijden. Amerika is Irak binnengevallen en het rommelt aan de Turkse grens. Vooraf zag het er op afstand allemaal wat angstaanjagend uit, vooral toen er een negatief reisadvies voor het oostelijk deel van Turkije kwam. Maar toen we er eenmaal waren konden we niet geloven dat we ongerust waren geweest. De Turken zijn ontzettend vriendelijke lui en het is een prachtig land. Geweldige landschappen, niet in de laatste plaats door een onverwachts grote lading versgevallen sneeuw. Af en toe lente en af en toe winter, het doel om afscheid te nemen van de winter en het vakantieseizoen te verwelkomen is goed gelukt.. Een hele leuke ervaring, helaas maar een weekje. Het verslag is vanwege de roerige tijden wat meer politiek getint dan normaal.

    DAG 1 – naar Turkije

    11:00, schiphol

    Het is lente. De zon schijnt en we staan op het punt om naar de Turkse zuidkust te vertrekken voor een ontspannen wandelweek. Maar de schijn bedriegt een beetje. Vanmorgen zijn naar verluid Turkse tanks Irak binnengerold en het prime time ‘amusement’ tijdens het avondeten gisteravond bestond uit een rechtstreeks uitgezonden Amerikaans bombardement op Bagdad. Het is oorlog.

    Het gebied waar wij heengaan, Lycie, ligt 400 km van het gebied af waarvoor gisteren een negatief reisadvies gold. Of de situatie met deze Turkse inval veranderd weten we niet. We hebben de hele week lopen wikken en wegen, terwijl de oorlogsdreiging toenam en vooral nadat de aanvallen begonnen waren. Direct oorlogsgevaar is er nauwelijks, tenzij Irak toch besluit om skuds op Antalya te schieten, maar de kans op chaos is niet denkbeeldig. CNN toont al beelden van rellen en geweldadige demonstraties overal in het Midden Oosten en veel vluchten die kant op zijn opgeschort. En dan is er ook nog SARS, een dodelijke longziekte zie zich via luchtreizigers over de wereld lijkt te verspreiden. We hebben dus een weekje ernstig zitten opletten en zelfs een alternatief plan bedacht, veilig naar de Ardennen.

    We hebben gisteren dus moeten besluiten of we de risico’s wel willen lopen. De meeste mensen op ons werk verklaren ons voor gek, maar er zijn er ook een paar die dat overdreven vinden. Wij denken zelf dat laatste, in de praktijk hebben zaken namelijk altijd de neiging om opeens te gaan meevallen. Maar hebben ons er ook op ingesteld dat alles misschien niet helemaal verloopt zoals gepland. Wat dat betreft is er niet veel te verliezen.

    Turkije, ik ben er nog nooit geweest en ik ken het alleen uit verhalen. Ik ben erg benieuwd hoe het zal zijn, ik vermoed letterlijk en figuurlijk een overgang tussen Europa (het westen) en het Arabische middenoosten. Peter vertelde ons dat we naar een echt derdewereldland vertrekken. Hij meende het serieus, maar daar hecht ik toch maar weinig geloof aan eerlijk gezegd. Ik zal in ieder geval gewoon zelf moeten gaan kijken om een oordeel te vormen, maar dat is natuurlijk de kern van reizen, you never know if you never go.

    Een medereizigster in de trein naar Schiphol bevestigde dat door ongevraagd te gaan vertellen dat ze Bush een klootzak vond, maar niet begreep dat mensen dan opeens een hekel kregen aan Amerikanen in het algemeen. Zij was juist verrast was door de openheid en vriendelijkheid van de Amerikanen tijdens haar reis door de USA. Een vrouw naar mijn hart. Ik vertelde haar dat ik vaak, vooral deze week, dezelfde domme vooroordelen tegenkwam en we waren het erover eens dat er in ieder geval 1 middel is dat tegen die kwaal werkt: reizen! Vooral omdat je dan de gewone mensen hoort in plaats van de politici, maar ook omdat je je dan even kan onttrekken aan een eenzijdig media geweld. Het effect daarvan merkten we bijvoorbeeld tijden onze reis in Zuid-Amerika vorig jaar, toen Pim Fortuyn vermoord werd. Wij kregen niets mee van de media hype en troffen 5 weken later Nederland compleet veranderd aan. Van clown tot martelaar in 5 weken, leuke titel voor een boek. In die trant merk ik bij mezelf dat mijn oorlogsstandpunt begint te veranderen na 2 dagen onafgebroken CNN en zelfs dat ik negatief over de Turken begin te denken, na hun dwarsligging in Irak. Maar…. Ik ken helemaal geen Turken! De hoogste tijd dus om CNN uit te zetten en me onder de Turken te gaan begeven!

    We hebben een gokje genomen door een paar uur eerder naar Schiphol te komen in de hoop op een eerdere vlucht naar Istanbul. Soms lukt dat en soms niet, ik ben er niet precies achter wat de dynamica er nou achter is. Het lijkt vooral van het humeur van persoon achter de balie af te hangen.. Er was nog wel plaats, maar het zou ons 120 Euro gaan kosten en dat was het nou ook weer niet waard. Helaas, 5 uur wachten op Schiphol dus, hopelijk geen voorproefje van wat nog komen gaat.

    21:30, Istanbul

    Eigenlijk is het meest onzekere moment van de reis de heenweg. En wel het moment waarop je maar net genoeg tijd hebt voor een transfer. Dat is het moment waarop je bagage zoek raakt en je vervolgens uren lang moet wachten en afspraken moet maken in een taal die je niet kent, met mensen die het geen barst kunnen schelen. Het zou niet de eerste keer zijn. We zitten nu in die fase, maar we hebben zelf in ieder geval na wat visum verwarring de juiste gate in de domestic terminal bereikt. "Antalya" staat er met geruststellende letters. Nu de rugzakken nog, maar volgens mij gaat dat wel goed. Dit is immers niet Madrid en we vliegen ditmaal niet met Iberia of Biman Bangladesh. Het vliegtuig was nog niet half vol en onder de passagiers waren bijna geen Nederlanders. Ook bij deze gate voornamelijk Turken. De mannen allemaal in pakken en de vrouwen gelijkmatig verdeeld in of vlot westers ogende kledij of soepjurken met bijbehorende hoofddoekjes. (de stedelingen en de plattelanders?). Een man met volgens Petra een gehaakt kleedje op zijn hoofd, sprak ons aan met "lekker slapen" en de eerste dollars zijn me al uit de zak geklopt door een "gids" die ons schier ongevraagd naar de domestic terminal bracht. Even m’n naieve toeristen blik proberen uit m’n ogen te krijgen, dat scheelt geld.

    01:30, Cirali

    Pjew, we zijn er. Eigenlijk ging alles gewoon van een leien dakje en eigenlijk begrijp ik nu al niet meer waar ik nou ongerust over was. Het is hier uitgestorven. Het vliegtuig was bijna leeg en 5 minuten na de landing stonden we op een verlaten luchthaven terrein. Een jonge, wat chaotische, bepaardestaarte Turk, pardon Aziatische Turk (daar stond hij op) bracht ons met een busje naar Cirali op een uur rijden van Antalya. Hij zei dat het belachelijk stil is vanwege de oorlog. Alle toeristen zijn bang en hij begrijpt het niet zo goed. Turkije heeft geen probleem met Irak en Saddam zal heus geen skuds hierheen schieten. En als hij dat wel doet dan staan de Nederlanders met hun Patriot raketten toch klaar om ze uit de lucht te schieten? Logica waar geen speld tussen te krijgen is. Gek, vanmorgen begreep ik nog helemaal waarom het gewaagd was om naar Turkije te gaan, maar nu ik er ben snap ik dat helemaal niet meer. Raar hoe snel je perspectief kan veranderen.

    Het is trouwens ijskoud in de klamme kamer bij ons pension Emin. Het vriest nog net niet en met 4 dekens op bed nog net niet echt oncomfortabel. We hebben nog niets gezien buiten en de slaperige eigenaar ook nog maar in een flits. Eerst maar eens flink pitten….zzzz….

    DAG 2 - De vuurberg (22 km)

    12:00 Chimaera

    Het was een klamme koude nacht, maar de slaap was diep. Vroeg in de ochtend werd ik half wakker omdat Petra me aanstootte en zei "luister". Een klagerig gezang schalde over het dorp. Ik was zo duf, dat ik niet zeker wist of ik droomde en sliep verder tot de zon hoog aan de hemel stond. Maar toen we onze hoofden om de hoek van de deur staken zagen we de bron van de nachtelijke herrie, een moskee op een steenworp afstand.

    We ontbeten rond een houtkacheltje in een serre, temidden van citroenbomen en rondrennende kippen. Op de achtergrond staken besneeuwde pieken in de halfbewolkte hemel. Niet zo afgesneden als ik hoopte, want ook hier laat CNN live de veldslagen zien en het koste me veel moeite om me daarvan los te rukken. Een Turk (onze chauffeur) juichte toen bekend werd dat er een Brits vliegtuig was neergeschoten. Smakeloos, ik had gelijk spijt dat ik hem een fooi had gegeven. Gelukkig kreeg hij gelijk een mep van z’n Engelse vriendin. Nadat we ons losrukten van de geopolitiek zaten we opeens in een leuk landschap.

    Blauwe zee, lege stranden en volop vogels en bloemen. Hier is de lente uitgebroken in plaats van de oorlog.

    Na een paar kilometer langs de kust kwamen we bij de ingang van het nationaal park. En na een korte stevige klim zijn we hier bij Chimaera aangekomen. Hier, bij de ruïne an het heiligdom van Haphaestos gebeurt iets merkwaardigs. Overal komen vlammen uit de grond omhoog, al duizenden jaren. Homerus beschreef hoe hier het gevecht tegen een vuurmonster door een held op z’n vliegend paard Pegasus werd gewonnen en uit de festiviteiten die volgden zijn de Olympische Spelen ontstaan. Het eerste Olympische vuur is hier gaan branden en naar het stadje Olompos gebracht, ons doel voor morgen. Geweldig weer trouwens. Zonnig, hier en daar een wolkje en een fris windje.

    14:00 uur

    Lunch. Het schiet niet hard op. 7,5 km gelopen en nog 12,5 km te gaan. Nog ruim 4 uur tot zonsondergang, niet echt comfortabel veel tijd. Gelukkig hebben we zaklampen bij ons, maar misschien valt het mee. Morgen vroeger weg in ieder geval. Wel een leuke wandeling, door een geurig en fleurig mediterrannee landschap. Witte rotsen, veel dennebos, ruisende beekjes en bloesemende fruitbomen. De Turken zijn trouwens geweldige vriendelijke lui. Ze grijnzen breed als ze je aan zien komen en proberen vaak een praatje te maken. Helaas spreek ik geen woord Turks. Eigenlijk doen ze me wel wat aan Amerikanen denken, die komen ook vaak zo nieuwsgierig en open over.

    17:00 uur

    Na de lunch volgde een levensgevaarlijk paadje, vol weggeslagen stukken boven een stijle afgrond van een meter of 30. Niet zo hoog, maar gevaarlijk genoeg. We waren dan ook opgelucht toen we het dorpje Ulupinar bereikten. Ulupinar bestaat bijna alleen mara uit aantrekkelijke visrestaurantjes, die bevoorraad worden door de forellenkwekerij bij de rivier. Een van de resto’s had het geluk dat een bus Turkse toeristen kwam eten, voor de rest was het stil. We zijn twee grote groepen Turken tegengekomen in het nationaal park. Misschien reizen ze net als Japanners en Duitsers graag in kudde’s. Stom, ik heb minstens 50 keer het Turkse woord voor "hallo" gehoord, maar ik ben het weer vergeten. Het eindigt op "ba". Na Ulupinar ging het als een speer en we zijn nu op minder dan een uur van Cirali met nog ruim een uur tot zonsondergang. "Het ken net", zoals ze in Friesland zeggen.

    19:00 uur, Cirali

    Net voor donker binnen, dankzij de hulp van een paar vriendelijke Turken. Aan het begin van het dorp had ik tegen een halve dronkaard die me vroeg waar ik heen ging, gezegd "Emin". Dat nieuws schoot zo snel door het dorp dat ik gelijk teruggefloten werd toen iemand anders verderop in het dorp doorhad toen ik een verkeerde weg in sloeg. Die iemand anders riep weer wat naar twee anderen, die ons al babbelend (in het Nederlands!) bij ons Pension Emin bracht. Ik ga die Turken steeds leuker vinden.

    DAG 3, Tomb raider (8 km)

    7:30, Cirali

    De enige andere gasten bij Emin zijn 2 andere wandelaars, die dezelfde SNP route lopen als wij. Hans en Margien lopen 1 dag op ons voor en hebben vandaag de zwaarste dag, wij hebben vandaag een makkie. Omdat we op deze route 2x 2 nachten in dezelfde accommodatie blijven zullen we elkaar 2x treffen, grappig. We hebben gisteravond met z’n vieren gegeten en de hele avond vooral over wandelreizen zitten praten. Grappig hoe je soms gelijkgestemden kunt ontmoeten, vreemden die met 1 woord precies begrijpen wat je bedoeld, terwijl je het aan bekenden nog niet zou kunnen uitleggen als je er een heel boek over zou schrijven (ik spreek uit ervaring). Vandaag wordt behoorlijk waar voor ze en Hans zei dat hij er al naar uitkeek om daar op terug te kijken. Hahahah, no pain no gain, ik begrijp precies wat hij bedoelt.

    De moskee gaat een paar keer per dag af. Door luidsprekers op de minaretten galmt het ochtend en avondgebed door de lucht. Pjew, als dat echt elke dag zo gaat dan kan ik me voorstellen waarom onze mede-Edenaren geen moskee in ons dorp willen. Zo’n schreeuw imam mag in NL trouwens toch niet, dus ik vermoed dat daar toch andere, minder begrijpelijke, motieven een rol spelen. Intolerantie, wat kan religie soms toch lelijk zijn. Het ziet er minder mooi uit dan gisteren. Bewolkt en winderig, de besneeuwde pieken zijn verdwenen, maar het is droog.

    10:00 uur

    Nog steeds niet weg. We waren getuige van organisatorische problemen bij onze collega wandelaars. Bizar fascinerend nu wij het een keer niet zelf zijn, maar wel over 24 uur met exact dezelfde organisatie te maken krijgen. Hun transfer naar Beycik kwam niet opdagen en een half uur later werd er gebeld dat het zo hard sneeuwt dat de looproute onbegaanbaar is. Hetzelfde voor de komende dagen en ze worden dus zometeen gewoon met de auto naar de volgende accommodatie gebracht, balen. Voor ons is dit een blik 24 uur in de toekomst. Ons heden bestaat uit een betrekkende lucht, waar het zachtjes uit begint te regenen, mmm. Op weg naar Olimpos dan maar

    12:00 uur Olimpos

    We zitten op een strategische rotspunt boven de ruïnes van het antieke Hellenische Olimpos. Ooit een gevreest zeeroversnest tot het 2100 jaar geleden door de Romeinen werd platgewalst. Eeuwen later ging het geruisloos op in het Byzantische rijk en weer een paar honderd jaren later werd het een garnizoensstad voor de kruisvaarders op weg naar Jeruzalem. Uiteindelijk werd het weer platgewalst door de Ottomanen, het moslimrijk dat Turkije tot supermacht maakte. Nu is het stil, vergane glorie. Het platwalsen door supermachten gebeurt nu 1000 km verderop, bij de Irakese buren.

    14:00 uur Olympos

    Het tempo is, net als de Amerikaanse opmars in Irak, gereduceerd tot bijna nul. De ruines zijn overwoekerd en het lijkt bijna alsof we ze zelf ontdekt hebben. Geen toegangskaartjes, geen mensen, en na Rome vorig jaar maakt dat de sfeer van een verre Romeinse provincie bijna voelbaar in al z’n onbetekenendheid, geweldig. We lunchen nu in een overwoekerd klein Romeins amphitheater, nadat we net een voor Olympos redelijk grote necropolis vol tombes achter ons gelaten hebben. Ik voel me als een soort Indiana Jones in Ardennen outfit. Petra’s humeur daalde ne even net zo snel als de barometer van mijn hoogtemeter, toen ze bij het oversteken van de rivier in een dieper gedeelte terecht kwam en haar schoenen vol water schepte. Maar zo’n 10 minuten later relativeerde ze dat door te zeggen: ’wat zijn nou natte voeten, vergeleken met wat er 1000 km verderop gebeurt’.

    Ondanks de stilte, of misschien wel dankzij de stilte, blijft het goed merkbaar dat er wat loos is. Iedereen praat er over en ook hier laat de tv continue live het oorlogsgeweld zien. Mmm, het trekt weer dicht en het begint hard te waaien. De hobbit krijgt een vuurrode neus, ze krijgt het koud.

    17:00 uur, Cirali

    Pjew, de ontsnapping uit Olimpos viel niet mee. Het pad hield op en al snel probeerden we ons een weg te banen door struikgewas en kreupelhout. Scherpe braamstruiken grepen onz enkels alsof ze ons de spookachtige ruines niet wilden laten verlaten en met m’n stok hakte ik een weg door de brandnetels in de richting van het geluid van de zee. We begonnen te dwalen en alle bogen, muren en struiken leken op elkaar, fascinerend om te bedenken dat we in een overwoekerde 2 millenium jaar oude stad aan het ronddwalen waren. Uiteindelijk vonden we de rivier die bij zee uitkwam. Het was inmiddels gaan stormen en de vloed was opgekomen. Terwijl de schuimende branding ons probeerde te bespringen, zwoegden we tot aan onze dijen door de snelstromende rivier om Olympos achter ons te laten. Prachtig, zomaar opeens een avontuur.

    Volgens de route zouden we eigenlijk nog naar de verschillende baaien moeten gaan. Maar het waaide erg hard en het werd erg koud en ook al behoorlijk laat. Dus besloten we dit stuk niet meer te doen. We waren vroeg terug bij Emin, vergezeld van een blije hond , een korte relaxte dag, erg leuk. Hans en Margien zijn weg, ik ben benieuwd naar hun verhalen over een paar dagen.

    DAG 4, Over de winterse hoogvlakte (21 km)

    08:00, Cirali

    Midden in de nacht werd er aan de deur geklopt, telefoon. Slaperig keek ik op mijn horloge, 21:00 uur nog maar. Het was Berry, de lokale reisagent, om ook ons over de sneeuwproblemen te vertellen. We spraken af, dat wanneer het goed weer zou zijn, we dan een alternatieve route van Beycik naar Akcacil zouden gaan lopen. Hij is wel wat verder, 25 km, maar we komen minder hoog en hoeven maar 500 m. omhoog i.p.v. 1250 m., best.

    Het weer is prima en we hebben nog helemaal geen spierpijn. Petra heeft al wel wat slijtagesporen, een kapotte enkel en koude natte schoenen van de onhandige rivierdoorsteek gisteren. De taxi is besteld, de afspraken gemaakt en het ontbijt verschijnt op tafel. Het loopt allemaal.

    Even later belde Berry, en wat verwarrend gesprek:

    Berry: "goedemorgen, en gaan jullie lopen?"

    Nico: "euh, dat zou jij ons toch vertellen? Je zou de accomodatie toch bellen over de sneeuwcondities terplekke?"

    Berry: "nou, hier in Antalya is het mooi weer"

    Nico: "en op onze route? Heb je die boer gebeld?"

    Berry: "euh... dat ben ik vergeten hihihi".

    Nico: (zucht) "okay, laat maar, wij gaan lopen en als we vastlopen keren we wel om". Ik herinnerde me de traagheid van gisteren die Hans en Margien een dag kostte en dat risico wilde ik niet lopen. Dan liever het risico op om moeten keren.

    11:30 uur, Yaylasi Karagol, 1434 m.

    Wauw wat mooi hier. We hebben twee en half uur gestegen en zitten midden in een winterwonderland. Een pak sneeuw, varierend van 5 tot 15 cm. Knispert de hele weg al onder onze schoenen en de dreigende lucht belooft nog meer sneeuw. We zijn door een dolmus (taxi busje) afgezet boven het dorp Beycik, aan de rand van de sneeuwgrens. Het leek wel of de chauffeur nog nooit sneeuw gezien had, want hij werd helemaal enthousiast en begon plastic zakken te vullen met sneeuw om thuis te laten zien, grappig. We zijn nu voor een pauze gestopt in een verlaten houten dorpje, waar ‘s zomers herders/nomaden wonen. De sneeuw is overal maagdelijk, onze voetstappen zijn de enige sporen, behalve af en toe wat konijnensporen. Het is wel koud, rond het vriespunt, schat ik. We zitten dik ingepakt op wat energiereepjes te knabbelen. Ik ben blij dat we vandaag kunnen lopen, het is te mooi om het te missen.

    14:00 uur, lunch

    Wat een prachtige dag. We zijn aan het afdalen en laten de ijzige hoogvlakte weer achter ons. Af en toe was het pad moeilijk te volgen, maar op een grotere schaal was het simpel. We moesten gewoon het dal uitlopen tot de rand. Het indrukwekkende Taurus gebergte staart ons aan en diep in het dal zien we de eerste rode daken van Altinyaka al. De wereld is stil. Je hoort alleen wat vogels en onze knisperende voetstappen in de sneeuw. Nu we in een beschut kommetje liggen, horen we alleen nog maar de natuur. We hebben 12.5 km. gelopen en zouden dus op de helft moeten zijn. We hebben vijf uur over deze helft gedaan, maar ik kan me niet voorstellen dat de afdaling meer dan twee uur gaat duren. Als we het warm kunnen houden, dan verwennen we ons hier met een flink uurt pauze. Leuk land, heerlijk stil.

    17:00 uur, Akacil

    Wow, geweldig! We zijn bij ons "hotel" aangekomen. Een boerderij bestaande uit een aantal rommelige gebouwen, half van steen, half van hout. Golfplaten daken, stukken plastic en in een boomgaard loopt wat vee.

    De boer, Hussein, spreekt geen woord non-Turks, maar grijnzend bracht hij ons naar onze accommodatie. Een schuurtje met muren van spaanplaat en een houten plafond waaronder ik maar net rechtop kan staan. Meubilair is er niet, maar in de hoek ligt een stapel matrassen en dekens en in het midden een gevaarlijk uitziend koolmonoxide houtkacheltje, waar de vonken vanaf spetteren. Maar gelukkig zijn dekens en spaanplaat niet brandbaar, hahahaha. De douche en wc zijn buiten en het uitzicht is magnefiek. Je kan de besneeuwde toppen van Mount Olympos bijna aanraken.Voor we hier aankwamen, kwamen we eerst door het dorp Altinyaka. Wat een deprimerende toestand, overal half afgebouwde huizen en krotten. Het enige levendige was de politiepost, waar verveelde militairen met grote mittrailleurs de Turkse vlag stonden te bewaken, alsof het Koerdische leger elk moment kon binnenvallen. Nu snel douchen nu het nog licht is, zo’n buitendouche moet ik even meemaken. Wel even oppassen dat de keurig gesluierde mevrouw Hussein mijn witte blote Nederlandse billen niet ziet, want dan zijn de rapen misschien wel gaar. Wat een geweldige plek, zo mag het van mij elke nacht wel.

    21:30

    Donkere verlegen mannen kwamen om het uur houtblokken in het kacheltje gooien om de gure wind die door de kier kwam buiten te houden. Nog verlegener meisjes met hoofddoekjes zweefden half onzichtbaar rond. Je hoorde hun gegiechel en af en toe schoot er een om een hoekje weg. Nadat we nog even het dorpje van vijf huizen hebben rondgelopen en de geleerde man van het dorp met een trots gezicht "how do you do" en "see you later" tegen ons had kunnen zeggen, werd het diner opgediend. In onze slaapruimte werd een laag tafeltje neergezet, waar we op onze knieen ons tegoed konden doen aan bonen, erwten, salade en een stapel nomadenbroodjes. Een soort tortilla’s, maar dan vierkant opgevouwen. Simpel, maar lekker en vooral de Raki en de thee maakten het compleet. Wat is het hier donker, wat is het hier stil, wat is het hier ‘in the middle of nowhere’, prachtig.

    DAG 5, In het spoor van Hans en Grietje (14 km)

    De hanen van het dorp kraaien en de zon schijnt al fel op de besneeuwde bergen. Het water bij het kraantje buiten is ijskoud, net als de heldere lucht. We hebben de koolmonoxide overleefd en we moeten zo dit prachtige in elkaar geflanste boerderijtje verlaten. Gisteren heb ik even bij de buurman van boer Hussein staan kijken hoe ze met het hele dorp een schuur stonden te bouwen. Elk stukje hout werd gebruikt, hoe schots, scheef, krom of kort dan ook. Het hele dorp zit op die manier in elkaar met losse stukjes hout, ijzerdraadjes, plastic, golfplaten en alles wat er maar te vinden is. Wat een knutselaars allemaal. Ik kan me voorstellen dat sommigen onterecht het ‘derdewereld’ idee krijgen als ze op het uiterlijk van dit soort boerendorpjes af gaan. Eerst even ontbijten en dan op naar Yayla Kuzdere. Thee, pannekoekjes, sla, komkommer, olijven, kaas en tomaten en honing. Hussein kwam zwijgend tegenover ons zitten en bleef ons aanstaren terwijl we aten. Ik probeerde nog een babbeltje, maar dat ging verloren in ons wederzijds ontbreken van een gemeenschappelijke taal.

    12:00, Belen Yayla (1700 m.)

    Poeh, bikkelen. We zijn de afgelopen 2 uur 600 m. gestegen, waarvan de helft door de sneeuw. Steeds steiler, steeds dieper en steeds moeilijker. Het pad was er al snel niet meer, maar als morele steun konden we de voetsporen van Hans en Marchien volgen, die hier zo’n 24 uur geleden zijn langsgegaan. Kaarten hebben we niet en de schetsjes die we van de SNP gekregen hebben zijn zo slecht dat je er beter niet naar kan kijken. Daar wordt je alleen maar ongerust van. Hans en Marchien (ik moet me steeds beheersen om niet Hans en Grietje te zeggen, gezien de ‘broodkruimels’ die ze voor ons hebben achtergelaten) hadden het misschien moeilijker in de maagdelijke sneeuw. Wij hebben een geweldige dag. Strakblauw en wat een voortreffelijke vergezichten. Een prachtig landschap. Hier op de pas kunnen we de zee zien liggen die we over een paar dagen bereiken en zelfs de bergen achter de baai van Antalya. Vanaf hier dalen we weer, 900 m. Omlaag naar Yayla Kuzdere.

    14:00 uur, lunch

    We zijn afgedaald tot beneden de sneeuwgrens. Net na de pas kwamen we opeens een boodschap tegen. In grote letters stond er in de sneeuw "hallo Nico en Petra", hahaha, wat grappig. We liggen nu in de brandende zon te lunchen aan de voet van de machtige Tahtali Dag, de vroegere Mount Olympos. De berg is grotendeels bedekt met sneeuw en z’n silhouet dat boven de dennenbossen uitsteekt, doet denken aan Mount Rainier in Washington (daar heb ik een T-shirt van, vandaar de associatie waarschijnlijk). Achter op onze rugzakken staat een plaatje van zo’n ultieme outdoor vista, dennenbomen met een besneeuwde bergpiek erachter. En als we in Nederland op een van onze oefentochtjes zijn dan droom ik daar wel eens bij weg, starend naar de achterkant van Petra’s rugzak. Maar nu hoef ik alleen maar op te kijken van mijn schrijfblokje en kan ik al hardkeks knabbelend de berg in me opnemen. Hardkeks, stom, ik heb in een reflex een lunchpakketje geweigerd toen boer Hussein het eetgebaar maakte en 12 vingers opstak (eerst tien en toen nog twee natuurlijk). Shit, spijt, die Turkse pannenkoekjes zijn namelijk erg lekker. Naja, pech, scheelt weer gewicht. Dat is ook onzin trouwens, zonder onze kampeerspullen zijn onze rugzakken zo licht dat we het bagagevervoer afgeslagen hebben en comfortabel veel water bij ons hebben. Maar toch was het even flink beulen door de sneeuw omhoog vanmorgen. Best lekker, daardoor vergeet je alle dagelijkse beslommeringen eventjes. Zo, tijd voor mijn middagdutje.

    16:30 uur, Yayla Kuzdere

    The worst case scenario. Na de lunch daalden we snel af naar Yayla Kuzdere, maar daar begon het zoeken. Volgens de beschrijving zouden we tegen het roodgeverfde huis van meneer Seyfettin moeten aanlopen (kreun, ik mis een kaart). We liepen het uitgestorven dorp in en even later weer uit, maar geen roodgeverfd huis te zien. We keerden terug om een boerin te vragen waar Seyfettin zou moeten wonen en overaf vandaan kwamen Turken toestromen tot er wel een stuk of 10 druk gebarende en schreeuwende mannen om ons heen stonden. Af en toe vroeg er een "english" of "deutsch", maar dat bleek dan ook gelijk het enige woord te zijn dat ze in die respechtievelijk genoemde talen konden uitbrengen. Uiteindelijk ontstond er consensus over waar Seyfettin dan moest wonen, een wit huis boven het dorp. We liepen er heen en klopten aan. Een grijnzende man stelde zich voor als Seyfettin, voordat ik iets kon zeggen zei hij verontschuldigend dat hij zijn huis vorig jaar wit geverfd heeft, hahaha. Een paar minuten later zagen we ook Hans en Marchien terug en we vertelden dat we de hele dag hun sporen hadden gevolgd. Ze bleken nog een tweede boodschap te hebben achtergelaten, maar die hebben we niet gezien, omdat de sneeuw daar al behoorlijk gesmolten was.

    Het was vandaag trouwens weer korter dan volgens de beschrijving. Slechts 14 km, maar wel 600 m. stijgen en 700 m. dalen. Wel comfortabel, maar ietsjes langer mag ook wel. Of liever iets accurater, zodat we onze pauze’s beter kunnen plannen en ons niet hoeven haasten omdat vervolgens om 15:00 al aan te komen.

    DAG 6, Een rustig dagje winter wonderland

    Seyfettin, een gepensioneerde luchtmachter, spreekt wat engels, een verademing na de commnicatieloze afgelopen dagen. We hebben gisteravond wat discussies gehad over Irak, Koerden, Griekenland en Cyprus. Best gevoelige onderwerpen zou je denken, maar we hebben ze allemaal zonder kleerscheuren doorstaan. Het meest verrassende was dat Seyfettin zei dat Turken en Grieken helemaal geen hekel aan elkaar hebben, maar dat het de politici zijn die de problemen maken. De gewone mensen willen allemaal hetzelfde, vreedzaam samenleven. Ook met de Koerden hebben ze geen problemen, alleen met de terroristen van de PKK. Ik zei dat hetzelfde geldt voor de Amerikanen. Hun politiek mag dan nogal verwerpelijk zijn, maar met de gewone Amerikaan is niks mis. Seyfettin knikte instemmend en schonk ons allemaal nog maar eens een glas thee in.

    Het is weer strakblauw vandaag en we gaan het hogerop zoeken op de flanken van Mont Olympos (eigenlijk heet de berg dus Tahtali Dag, maar ik vind de vroegere naam mooier). Vanavond slapen we weer hier. De houtkachel snort en de tafel is gedekt. Het enige minpuntje is dat ook hier de Amerikaanse tanks over het scherm rollen. Bagdad is blijkbaar nog niet gevallen.

    09:30

    Nog maar net een kwartier op weg en al de eerste pauze. Ik voel me wat slapjes en ik begin koppijn te krijgen. De man met de hamer, zelfs op deze niet zo zware wandeltocht. Misschien dat koffie en een paracetamol helpt.

    We hebben ook eigenlijk geen stok achter de deur vandaag, het plan is om een eind de Tahtali Dag op te lopen en via dezelfde route terug. We kunnen dus net zo lui doen als we willen en dat dreigt behoorlijk lui te worden.

    We hebben net afscheid genomen van Hans en Marchien. Ze lopen vandaag de laatste etappe en toen we ze richting het dorp zagen lopen keken we dus weer even 24 uur in onze toekomst. Ze hebben de route voor vandaag wat makkelijker voor ons gemaakt, door nog wat steenmannetjes achter te laten en een update van de routebeschrijving te geven. De zon brand en de truien en pijpen zijn in de rugzak verdwenen. Wat een verschil met vannacht, toen we met truien aan en mutsen op sliepen, ik begin geloof ik net zo’n koukleum te worden als mijn bevallige echtgenote.

    12:00 uur, 1400 meter

    Wauw, mooiere plekjes dan dit bestaan er niet veel. We liggen op een sneeuwvrij eilandje onder een denneboom, omringt door een flink pak van het witte goedje. We kijken uit over een dal en we kunnen in de verte de zee zien met daarachter het Taurusgebergte. Vlak voor ons de indrukwekkende Tahtali Dag. Een houten hutje tusen mooie dennebomen maken het kerstplaatje compleet. Een winters landschap, maar dan wel in korte broek en t-shirt in een al sterke zon en een temperatuur die precies goed is. We zijn 450 m. gestegen tot een eindje boven de sneeuwgrens. De sneeuw is papperig aan het worden en even verderop is het zo steil dat ik denk dat we daar nu gewoon niet naar boven komen. Voorlopig vind ik het wel best hier. De man met de hamer is niet ver weg, vochtgebrek vermoed ik, en een beetje kalm aan doen vandaag bevalt me wel. Petra hoor ik ook niet klagen trouwens. Die ligt ook tegen een boom in de zon te lezen.

    17:00 uur

    We zijn toch nog een stuk het witte sprookjeslandschap ingelopen. Te mooi om met een pen te beschijven en met spijt in het hart begonnen we uiteindelijk weer de afdaling en namen we afscheid van de winter. Het zadel hebben we niet bereikt, we zijn tot 1500 m. gekomen, ruim 500 m. boven ons B&B. Nu zijn we weer terug bij Seyfettin. Wel een beetje stil zonder Hans en Margien. Maar gelukkig staat de Turkse CNN weer knetterhard aan, zucht. Ik heb onderhand die bomberdementen op Bagdad wel gezien, vooral in het Turks waar ik geen woord van begrijp. Maar het "boem, boem, boem" zegt genoeg. Mijn hoofdpijn is nog niet over, ik geloof dat ik maar een een poosje uitlog en kwijlend voor me uit ga staren.

    Seyfettin is eigelijk een soort kluizenaar geloof ik. Hij woont in dit huisje een eindje buiten het piepkleine dorpje, in de stilte. Zijn vrouw vindt het hier te stil en woont ergens anders. Seyfettin zei dat hij overweegt om deze deal met de SNP\Myhtra te stoppen, hij vindt het te zwaar. Ik kan het me voorstellen. Een man van 70 jaar, die moet koken, afwassen, bedden opmaken en verschonen en zelfs zijn eigen bed moet afstaan aan vreemden. Seyfettin is een gematigde nationalist geloof ik. Aan de ene kant verlichtte ideeen over mensen en bevolkingsgroepen, maar er hangt wel pontificaal een Turkse vlag in zijn huiskamer en zijn geweren en pistolen zijn volgens hem niet voor de jacht, maar om PKK terroristen mee af te knallen, tjemig.

    DAG 7, in hoog tempo omlaag (23 km).

    7:30 uur, Yayla Kuzdere

    Mijn hoofdpijn is weg, maar ik heb druk liggen dromen. Over de beslommeringen en frustraties die me de afgelopen maanden hebben bezig gehouden. Misschien hoort dat net als de hoofdpijn bij een soort onthaastings proces. Maar nu voel ik me weer kiplekker, alleen wat stijve spieren van de hoogemeters van de afgelopen dagen. Goh, de laatste loopdag alweer. Het gaat veel te snel.

    11:00 uur

    Zo langzaam als het gisteren ging, zo snel gaat het vandaag. Een breed, makkelijk pad, dat langzaam daalt. Twee uur na vertrek hebben we al ruim 10 kilometer van de 23 km afgelegd. We lopen door dennebos, dat doorkruist wordt door beekjes en waar vogels de lente begroeten. We zijn al een kilometer lager dan gisteren en de temperatuur is dan ook een stuk hoger. Korte broeken en zonnebrandcreme. We komen ook de eerste jeepsafari’s met toeristen tegen, een veeg teken. We zijn op weg naar Kemer. Kemer schijnt een toeristen-ghetto in wording te zijn en aan de Jeeps te zien zitten er nog wat toeristen ook. Ik haat zulke plekken en juist hier gaan we twee nachten doorbrengen. We hebben namelijk een extra nacht bijgeboekt en het leek me handig om dat aan het einde te doen, niet wetend dat juist dat een nacht in een toeristenghetto zou zijn. Aan de andere kant kan het me aan het einde van een wandeltocht maar weinig schelen. Mijn doel is bereikt, lekker inspannend ontspannen en prachtige landschappen te voet doorkruist. Ik heb het mooie Lycie op mijn netvlies en op de microdrive van mijn digitale camera. Vanavond geef ik me maar gewoon over aan de slechtere prijs/prestatie verhouding op de zoveelste "gringo-trail". Altijd nog beter dan het vermoeiende ritme thuis.

    13:30

    Lui hebben we ons neergevleid op een stenig strandje aan een kolkend riviertje. We hebben zojuist na 17 km de asfaltweg bereikt, bijna weer in de beschaving geloof ik. We doen ons te goed aan het lunchpakketje van Seyfettin: brood met aardappel, tomaat en komkommer een appel en een handjevol noten. Beter dan hardkeks.

    Vreemd, ik kan me nauwelijks voorstellen dat er geluid boven het donderend geraas van de rivier uitkomt, we moeten naar elkaar schreeuwen. Toch hoor je de vogels er bovenuit, zal wel door de toonhoogte van het geluid komen. Alsof het pulsars zijn die boven de ruis uitkomen om het maar eens in het werkjargon te zeggen. Gek, als ik ‘avonds naar de sterren kijk, denk ik niet aan mijn werk op de sterrenwacht, maar als ik een vogel bij een rivier hoor wel. Wat werken hersenen soms merkwaardig.

    16:30 Kemer

    Volgens de SNP beschrijving moesten we in Kuzdere een dolmus (taxi) naar Kemer nemen, maar toen we bij genoemde theehuis kwamen, stopte er net een busje met "Kemer" voor ons. Een half uurtje later waren we dus voor anderhalf miljoen lire bij ons hotel. Klinkt best veel, maar het is minder dan een Euro. Zoals verwacht worden we in het Duits aangeklampt en zijn we lopende geldbuidels geworden in plaats van lopende reizigers.

    Maar zoals verwacht boeit het me nauwelijks. Ik heb een ontzettende lekkere smaak in mijn mond van deze trip en over een half uur ook weer een lekkere geur om me heen (ik stink als een otter, zelfs Petra die nog erger stinkt omdat ik tenminste nog 1x gedouched heb, maakt er nota bene opmerkingen over). We hebben gelukkig een kamer die op een rustige binnenplaats met bomen en tuintjes uitkijkt en het geluid van vogels is luider dan het verkeer.

    DAG 8, "guten tag, Lekker eten, niet goed geld terug"

    12:00 uur Kemer

    "Allemachtig, prachtig. Lekker eten, niet goed, geld terug", "for you, my friend, special price" . Meer valt er over Kemer eigenlijk niet te zeggen. Moet je er nou om huilen of lachen, dat laatste dan maar. We zijn de opdringerigheid en nepheid al lang zat, maar het is wel een goede plek om de contrasterende authenticiteit van de afgelopen week beter te kunnen overdenken. De uren tikken lui weg. Krantje, kopje koffie, wat langs de haven slenteren en proberen de toeristenjagers te ontlopen. Petra waagt zelfs een duik in het 17 graden warme zeewater. Ze is zo ongeveer de enige. Langzaam sukkelt de dag voorbij. We hebben al kontakt met Mytra gehad, ze komen ons vannacht om 03:00 uur ophalen. Ze zijn wel vergeten onze vlucht te herbevestigen, zucht, dus misschien kunnen we wel uitslapen.

    DAG 9, naar huis

    Om kwart voor 2 ging onze telefoon op onze kamer. Toen ik opnam bleef het stil. Omdat we om kwart voor 3 hadden afgesproken, gingen we maar weer verder slapen, omdat we dachten dat het een misverstand was.

    Maar om twee uur ging de telefoon alweer. De jongen van Mytra stond al voor de deur. Het bleek dat het zomertijd is geworden vannacht en dat we ons nu moesten haasten om op tijd op het vliegveld te zijn. Maar dankzij een snelle rit, waarbij we door net zoveel rode als groene stoplichten scheurden waren we nog voor schema op het vliegveld. Tot onze verbijstering stonden er drommen Duitse toeristen voor de incheckbalies en de security checks. Waar komen die nou allemaal vandaan!? Op dit tijdstip!? Het onzalige uur is zo’n beetje de standaardtijd voor de goedkope chartervluchten (je weet wel, waarbij je moet applaudiseren bij de landing) en ik voelde me wel een beetje genaaid dat ik met mijn lijnvluchtticket ook om deze tijd moest vliegen en in dezelfde meute terechtkwam. Maar toen we na de zeer strenge controles (er is nog steeds oorlog en er is hier gisteren nog een vliegtuig gekaapt ook) bij de incheckbalies kwamen konden we de mopperende rijen Duitsers voorbij wandelen. Bij de balie van Turkish Airlines stond helemaal niemand. Ook het vliegtuig was zo goed als leeg en ook ditmaal vertrokken we zelfs eerder dan gepland en verliep alles van een leien dakje.

    Yeah, dit was wat je noemt een goede reis.