Voorjaar 2002 - Een maand op de Gringotrail door Peru, Bolivia en Chili


  • foto's en verslag van de inca trail

  • Al zolang ik Petra ken heeft ze het over Peru, het land van de inca’s waar ze graag een keer heen zou willen om Machu Picchu te bezoeken, de verloren stad. Een lange groepsreis is niks voor mij, dus we hebben het individueel gedaan. We hebben zelf onze route en tijdschema verzonnen en hebben de SNP een offerte laten uitbrengen voor de eerste drie weken in Peru omdat we daar een paar excursies naar het Manu regenwoud en de Incatrail wilden doen. De rest hebben we in eigen hand gehouden. Wanneer we alles moesten geloven zou het een reis vol gevaren en ongemakken worden. Dieven, afzetters, hoogteziekte, diarree, armoede, chaos, gevaarlijke dieren en zou de kans dat we alles zonder problemen zouden doorstaan verwaarloosbaar klein zijn. En uiteindelijk heb ik ook zo ongeveer alles meegemaakt waar ik bang voor was...


    Peru


    Met een 4WD truck de Andes over naar het Manu National Park Manu, als de weg stopt verder met de boot Ara Kaaiman Wandelen in het regenwoud Terug naar Cusco vanaf Boca Manu International Airport

    Bolivia

    Het Titicaca meer oversteken Indiaanse vrouwen in La Paz Expresso del Sur van Oruro naar Uyuni Treinkerkhof bij Uyuni Salar de Uyuni, Isla Pescada Salar de Uyuni, Isla Pescada Laguna Colorada, Altiplano Flamingos bij Laguna Hedona, Altiplano Altiplano rond 5000m gekleed voor 5000m onze kokkin

    Chili

    Atacama woestijn, droogste plek ter wereld Fietstochtje naar vallei van de maan, Atacama woestijn Vicuna, Andes El Tatio geisers, Andes Herst in Santiago

    Dag 1, zondag 28 april 2002, ‘Naar Zuid-Amerika’

    7:00, Schiphol

    Hehe, eindelijk op schiphol, al kan je ook zeggen "nu al op Schiphol". We gaan een spannende reis maken en die extra zaterdag thuis is dan niet zo lekker eigenlijk. De hele dag tegen je ingepakte rugzak aan zitten kijken en rampscenario’s zitten bedenken. We hebben de helft van dit 5-weken durende avontuur geboekt, een kwart is min of meer geboekt en een kwart helemaal niet. Dat min-of-meer deel, het deel dat zich in Bolivia gaat afspelen is voor mij het spannendst, maar nu nog 3 weken weg. Op dit moment is voor mij het grootste obstakel nog gewoon de transfer van de luchthaven in Lima naar het hotel. Vanavond zijn we moe en prikkelbaar en dan moeten we in een vreemde ongure stad onze weg zoeken naar een veilig bed. Het eerste piepkleine sprongetje in Zuid-Amerika. Over 5 weken zijn we natuurlijk onverschrokken ervaren backpackers die het klappen van de zweep kennen en Chili maar een tam luxiues landjes vinden, kuch, maar nu zijn we nog nerveuze Vermaasjbol1ie verzonken in gedachten de druilerige Haarlemmermeerpolder instaren.

    Gelukkig hebben we vast wat kunnen wennen aan de dreigende cultureshock. Erik was namelijk een paar dagen op bezoek, inclusief mondharmonica en saxofoon. Die instrumenten kunnen alleen hard. Wat heel handig was is dat Erik ons in onze eigen auto naar Schiphol heeft kunnen brengen. Wat minder handig was is dat we er onderweg achterkwamen dat Erik een bord vol boterhammen met ei op tafel heeft laten staan. Ik ben benieuwd wat voor nieuwe levensvormen we over 5 weken onder ons bed aantreffen.

    Nog een uur voor vertrek. De rugzakken zijn doorgelabeld naar Lima en een felrode H moet ervoor zorgen dat ook de rugzakken de korte overstaptijd in Madrid redden. Ik probeer maar even niet te denken aan de laatste twee keer dat ik in Madrid moest overstappen met Iberia, toen redden de rugzakken het namelijk niet. Naja, we zijn op reis!

    6:00 (13:00)

    We zijn zojuist opgestegen vanaf Madrid en ik probeer maar alvast te gaan denken in Peruaanse tijd. Twee keer op dezelfde dag om 6:00 wakker zijn is wel een beetje een straf (gaap). We waren op tijd in Madrid en vertrokken daar met een paar minuten vertraging. We hadden tijd zat en eigenlijk heb ik er nu wel vertrouwen in de de rugzakken ook aan boord zijn. De meeste passagiers aan boord van deze Airbus 340 zijn groot en blond, ik heb al Nederlanders, Belgen en Fransen gehoord. Maar er zijn ook verrassend veel indiaanse gezichten te zien, Peruanen. Vreemd genoeg zie ik bijna geen Spaanse gezichten. Zouden de blanke Peruanen er niet Spaans uitzien en zouden Spanjaarden niet naar Peru reizen? Vreemd.

    Ik voel op dit moment wel een sterke verbondenheid met Europa. In Madrid zijn de prijzen in euro’s en ondanks dat ik de taal niet spreek voel ik me er veilig en op m’n gemak. Ik heb echt het gevoel dat ik Europa verlaat nu. Het gevoel is sterker dan toen we naar Amerika en Australië gingen. We verlaten nu namelijk ook de veilige vertrouwde westerse cultuur en ik weet niet zo goed wat we moeten verwachten en hoe we overal op zullen reageren.

    Er is ons voorspeld dat we tijdens onze reis grote chaos zullen aantreffen en zoveel moeilijkheden zullen ondervinden tijdens het reizen dat we onze planning niet zullen halen. Nou laat ik me door zulk soort negatieve voorspellingen eigenlijk nooit zo leiden omdat iedereen z’n eigen definitie van ‘moeilijkheden’ heeft, maar toch blijft het een beetje in m’n achterhoofd rondzingen. Het wordt wel spannend in ieder geval.

    11:00

    We zijn nu vijf uur in de lucht en moeten nog ongeveer zeven uur. Het is wat turbulent en behalve grote wolken is er niets te zien. Voor ons al helemaal niet vanaf de plaatsjes in de middenrij. De eerste film is geweest en er volgen er nog twee, maar ik probeer gewoon zoveel mogelijk mijn ogen dicht te houden.

    16:30

    Oef, het kaarsje begint wat uit te gaan, maar gelukkig komt er net koffie langs om een paracetamol mee weg te spoelen. We vliegen al een poos boven Zuid-Amerika en af en toe vang ik een glimp op van een groene wereld beneden ons. Nog ongeveer een uur naar Lima, geloof ik.

    20:00. Lima

    Goh, dat ging als gesneden koek. Nadat we nog net niet echt zenuwachtig waren geworden na het lange wachten op de rugzakken liepen we recht tegen een bord "Vermaas" aan. Onverwacht werden we toch opgehaald. Ondertussen lukte het ook nog eens om onze Euro’s voor Sols te wisselen. Toon bracht ons van het vliegveld naar het gezellige B&B Mami Panchita, waar we als welkomstdrankje een biertje uit Cusco aangeboden krijgen. Allemaal Nederlanders hier en zo te zien komt zelfs de Nederlandse gemeenschap hier even een pilsje drinken. Eigenlijk best lekker vertrouwd op zo’n eerste vermoeiende dag. De eerste indruk van Peru is dus Lima. Niet echt verrassend, een soort combinatie van de USA en Spanje. Druk, hectisch verkeer en bij de weinige westers aandoende restaurants lijkt bewaking te staan. Volle busjes, rechthoekige straten en een warme, klamme atmosfeer. Maar toch niet zo vreemd als Beijing en zelfs in eerste instantie minder onbekend dan Moskou. Maar heel veel indrukken komen nog niet door, daar ben ik te moe voor. We dompelen ons nog even onder in de Nederlandse enclave in Lima en dan onder zeil. We hebben ondertussen de tickets voor morgen en alle vouchers voor wat we geboekt hebben. Ah, pizza…

    DAG 2, Maandag 29 april, ‘Cusco’

    6:00 , Lima

    Vroeg opstaan is nog absoluut geen straf, om 4:00 uur lag ik al te wachten op de klop op de deur. Lekker geslapen trouwens, dit Mami Panchita is een leuk plekje. Ik heb er zin in nu, meer zin dan toen we nog thuis waren. Dat komt omdat je dan altijd meer problemen ziet dan wanneer je eenmaal in reismodus bent. Plus dat we nu natuurlijk onze tickets en bagage hebben. Eerst even ontbijten en dan op naar Cusco.

    9:00, vliegveld.

    Alles blijft op rolletjes lopen en we zitten nu in een 737-200 van Tans Peru op weg naar Cusco. De taxirit naar het vliegveld was waanzinnig. Toeterend, zigzaggend, snijdend werden we in een noodgang naar George Chavez Internationaal Airport gebracht door de kleurrijke straten van Lima. Een salse muziekje maakt de sfeer compleet. Eigenlijk zag Lima er best aardig uit, heel kleurrijk en veel bedrijvigheid. Ook op deze vlucht veel toeristen, maar ze beginnen er anders uit te zien. De gezinnen op weg naar de Canarische Eilanden zijn vervangen door lange jonge mensen in ardennen outfit: broeken met afritsbare pijpen, bergschoenen, rugzakken en een zelfvertrouwde, wat arrogante kijk-mij-eens-reizen blik in de ogen. Wij zien er precies hetzelfde uit en ik ben bang dat ik dus ook wel zo’n blik in m’n ogen zal hebben. Yup, wij zijn ook Lonely Planet reizigers. Ik geloof dat we hier "dos metros" worden genoemd, twee meters.

    12:00, Cusco

    Wauw, wat een perfect plekje. In de zon op het terras van hotel Casa de Campo. Het is precies zoals ik het me van de website voorstelde, met een geweldig uitzicht over de stad. Ik had meer verkeerslawaai verwacht. Je hoort het geroezemoes van de stad, maar ook vogels. We zitten in de oude wijk San Blas, wat hoger ligt dan de rest van de stad (3500m) en daarom kijken we er helemaal over heen. Wit en groen gepleisterde huizen, allemaal met roodbruine dakpannen. In de verte de kathedralen rond de Plaza de Armas en daarachter de bergen met in grote witte letters "Viva el Peru". Ik voel de hoogte trouwens behoorlijk, m’n hoofd voelt licht aan en ik hijg als een paard als ik omhoog loop. Het beste is om het nu gewoon zo rustig mogelijk aan te doen en veel te drinken. Ik zit nu dan ook aan de coca thee en het mineraalwater. Er stijgen heerlijke geuren op van kruidige gerechten, maar daar kan ik me ook beter nog niet aan wagen. Eerst maar eens afwachten of ik de komende uren hoogteziekte ga krijgen.

    We zijn trouwens al bestolen en afgezet. We spraken "5 soles por dos personas" af voor de taxi van het vliegveld naar het hotel , maar moesten bij aankomst 10 soles betalen (ongeveer 3,5 euro), maar wat ik vervelender vond was dat de karabiner waar ik mijn anti-dieven-net mee vastzet, gejat is. Etterbakken. Maar m’n humeur is er niet slechter van, ik zit nu in het zonnetje, gewoon helemaal relaxed met de Lonely Planet op schoot over de wereld te staren. Yeah, Peru lijkt zo gek nog niet eigenlijk.

    14:30, Chez Maggy

    Een echte Lonely Planet lokatie, een gezellige pizzeria, geliefd bij de medereizigers. Nu is het bijna leeg en het is ook een wat merkwaardige tijd om te eten. Maar we hebben honger en zijn licht in ons hoofd. Behalve wat kortademigheid gaat het prima. De reisbureautjes waar we onze vouchers moeten verzilveren zijn nog gesloten, dus we doen het even kalm aan. We hangen nu dus rond bij Plaza de Armas, een vrolijk kleurrijk plein vol toeristen en toeristenjagers. Er lopen zelfs uitgedoste indianen met lama’s die zich voor geld laten fotograferen. Ondanks de leuke sfeer is het hier een enorme touristtrap.

    18:00 Casa de Campo

    Bij Andean Expeditions vertelden ze ons dat hoogteziekte in 2 tot 4 uur toestaat. Die periode is al lang voorbij zonder dat we kotsend over de plee hangen. Toch ben ik niet in topvorm meer. Ik heb hoofdpijn gekregen en heb gewoon last van jetlag. Mijn ogen vallen dicht, en ik wordt een beetje misselijk, oh, oh…

    De jongen die we 200 soles voor de tour betaald hebben en die een permit zou komen brengen, hebben we nog niet weer terug gezien. Als het goed is worden we morgen om 9:00 uur opgehaald, voor een lange tour van een dag.

    DAG 3, dinsdag 30 april 2002.

    6:30

    Tjee, het was een spectaculair begin van mijn verjaardag. We lagen al op bed, maar om middernacht schrok ik wakker en kon nog net de w.c. bereiken. Terwijl in grote golven consumpties van de voorbije dag volgens het LIFO (last in first out) systeem naar buiten kwamen, dacht ik "hee, ik ben jarig". Hoogteziekte, leuk verjaardagscadeau. Ik was al een paar keer eerder wakker geworden, waarbij ik naar adem moest happen en een barstende koppijn had. Petra heeft helemaal nergens last van, zoals gewoonlijk, zucht… Ik ben nu wat opgeknapt en iemand van het hotel is coca-thee voor me aan het maken. Wat een prachtig hotelletje is dit. Het bestaat uit een stuk of 10 gebouwen met houten meubilair en overal doorgangetjes en trapjes met bloemen en planten. De ontbijtzaal is een overdekte veranda, die boven een afgrond hangt met een spectaculair uitzicht over Cusco. De zon is net op en begint de stad te beschijnen. Langs de schaars beboste hellingen lopen indianen in kleurrijke klederdracht lama’s voort te slepen, net echt. We hebben ze gisteren in de stad gezien, ze verdienen hun brood met het laten maken van foto’s.

    11:00, Pisac

    Meegesleept in een bus om tourist-trap na tourist-trap te bezoeken met onze medegeldbuidels. Een hoogtepunt is de "authentieke" markt van Pisac, waar eigenlijk alleen souvenirs verkocht worden en waar "authentiek" uitgedoste indianen voor een paar soles op de foto gaan. Welkom op de Gringo-trail. Tja, effen een knop omzetten en dan valt het wel mee. Ik ben allang blij dat ik niet ziek meer ben.

    18:00 Cusco

    Goh, wat een lange dag, we zijn net pas terug in Cusco. Tussen de middag hebben we onze eerste Peruaanse maaltijd gehad in Urubamba. Veel aardappelgerechten, bonen, rijst en groente. Als toetje allerlei soorten cake. Erg lekker. Ik ben wel een beetje voorzichtig te werk gegaan bij het buffet, na de ellendige nacht. Hoogtepunt vandaag vond ik de oude inca tempel bij Ollantaytambo en de kerk van Chinchero. Vooral die laatste was erg sfeervol, omdat de kerk in een prachtig landschap ligt en het licht aan het eind van de dag heel mooi op de omringende besneeuwde bergtoppen scheen. Het plein voor de kerk was weer overvol met indianen die souvenirs verkopen. Ze zien er leuk uit en zijn vriendelijk, maar toch werkt het een beetje op mijn zenuwen als je overal bestormd wordt met de woorden "amigo, un sol". Hoe kan je ooit met mensen in contact komen als ze je alleen als lopende geldbuidel zien, vraag ik me af. We zijn deze manier van reizen ook eigenlijk helemaal niet gewend. In Rusland en China kwamen we ook in zulke situaties terecht, maar verder kenmerken onze reizen zich meestal door rust en gelijkwaardige ontmoetingen. Toch heb ik geen last van de culture shock waar ik bang voor was. Ik Beijing kon ik geen Chinees meer zien en probeerde alleen maar rust te vinden. Hier is het lang niet zo chaotisch en op een of andere manier is het cultuurverschil ook niet zo storend, waarschijnlijk omdat het door de spaanse invloeden minder onbekend is ofzo. Of misschien ben ik er ondertussen gewoon een beetje aan gewend. Het interessantst is eigenlijk om tussen de tourist-traps door het gewone leven te zien. Er zijn weinig auto’s buiten de stad en de mensen doen bijna alles lopend. De meesten zijn indianen, Quechua, veel vrouwen lopen in kleurrijke klederdracht van wijde plooirokken en platte gleufhoeden. Meestal nog een baal van het een of ander (aardappelen, maïs, baby) op de rug en twee lange zwarte vlechten samengebonden op de rug. De huizen zijn minder bouwvallig dan ik verwacht had en eigenlijk ziet het er allemaal best gezellig uit. De mensen lijken arm, maar niet ondervoed of ongelukkig. Ze lachen veel en zijn vriendelijk en zien er niet ontevreden. Op de huizen staan veel politieke propaganda voor Toledo, de huidige president en zelfs nog voor Fujimori, de vorige corrupte president die het land is ontvlucht. Best een leuke dag, waarin we veel hebben gezien, vanachter het luie busraam. Toch denk ik niet dat deze "Amerikaanse" manier van reizen erg bij ons zal aanslaan. Petra begon vanmorgen zelfs al over "met een boek voor de tent in Frankrijk", terwijl dit nota bene haar droombestemming is.

    De twee uur zijn bijna om, de twee uur nadat de voedselvergiftiging toeslaat. Ik heb namelijk heel dom een stukje kaas op straat gekocht en naar binnen gewerkt. Bij een oud mannetje dat naast een openbaar toilet zat, oh, oh. Mijn hoogteziekte is gelukkig over en ik ben zelfs niet meer licht in mijn hoofd. Maar even genieten dat ik niet ziek ben.

    DAG 4, woensdag 1 mei

    7:00

    Nergens last meer van, geen hoogteziekte, geen hoofdpijn, geen diarree. Slechts een goed humeur. We ontwaakten met geknal van vuurwerk. Om het half uur gaan er een serie vuurpijlen de lucht in om de heilige mis aan te kondigen. Ik snap alleen niet goed waarom dat op woensdag is. De stad ontwaakt. Kraaiende hanen, blaffende honden en in de verte luiden de klokken van de kathedraal. De zon begint de vallei weer in een warme gloed te zetten en wij zitten het allemaal met een lekker ontbijtje in ons condornest te bekijken. Het is wel fris omdat de zon ons nog niet bereikt heeft. Truien aan en mutsen op. Terwijl er militaire marsmuziek door het lege ontbijtzaaltje schalt, kijken we neer op een huisje met het opschrift "shamanic therapy center", waar de vrouw van de tovenaar de was aan het ophangen is. Terwijl de vuurpijlen weer de lucht inschieten komt net de eerste lijnvlucht uit Lima laag over, net mis. Dit alles boven een kop dampende coca thee. Gek genoeg ruikt die thee een beetje naar thuis, namelijk naar de buurman met zijn eerste ochtendjoint. Toch heeft coca niks met marihuana te maken en je wordt er ook helemaal niet high van. Het is puur ter voorkoming van hoogteziekte en best lekker. Wat wel eigenaardig is dat je weken later nog positief test voor cocaïne gebruik. Vakidioot Petra wil dat thuis op het lab gelijk gaan uittesten. We hebben trouwens een missie. De indiaanse kok wil graag 10 koepeltenten kopen en wil weten wat die in Nederland kosten, omdat ze hier niet te koop zijn. Ik heb beloofd dat ik dat even op het web zou bekijken voor hem. Een goed excuus om even online te gaan. Dat kost hier trouwens niet veel, 2,5 sol voor een uur, minder dan een Euro.

    8:30

    Even een onsmakelijke update. Mijn darmflora is alsnog in transitie gegaan. Met andere woorden, diaree. Joepie, weer een reiservaring rijker, zucht. En Petra zit me gewoon keihard uit te lachen, grrr…

    10:30, Plaza de Armas

    Als vliegen op een hoop stront komen ze op ons af. Als je even ergens op een bankje gaat zitten komen ze gelijk naast je zitten. Amigo’s en amiga’s die achter ons geld aan zitten. Gelukkig zijn er meer toeristen, anders hadden wij ze allemaal. We hebben een tour geboekt voor vanmiddag. Helaas zijn alle musea en kathedralen gesloten vanwege de dag van de arbeid, dus we gaan de stad weer uit om wat ruines te bezoeken.

    12:00

    We zitten bij Yakamama Grill aan het plaza de Armas de geuren op te snuiven, m’n maag knort. We zitten op een blauw geschilderd houten balkonnetje terwijl onder ons op het plein de toeristen belaagd worden door de toeristenjagers en de toeristenjagers door de toeristenpolitie. Een verdekt opgesteld piepklein pelotonnetje oproerpolitie staat klaar om de piepkleine 1-mei-demonstratie uiteen te slaan. De demonstratie bestaat uit een stuk of 30 oudere mensen, dus het dozijn zero-tolerance me-ers is ruimschoots voldoende.

    We zijn even in de Compagna kerk gaan kijken. Standaard katholieke pracht en praal, met een paar merkwaardige details. Jezus draagt een indianen hoofdtooi in plaats van een doornenkroon en de heiligen in schilderijen hebben de boeventronies van de conquistadores. Lang, zwart haar met zo’n gemeen puntbaardje. Onze gids van gisteren heeft op de Inca tempel van Ollantaytambo een flinke tirade tegen de Spanjaarden staan houden, die in de naam van God de hele cultuur om zeep hebben geholpen. Ik moest daar even aan denken toen ik een traditionele indiaanse een kruisje zag slaan voor het altaar, terwijl de gezichten van de conquistadores op haar neerkeken, brrr.

    19:30, Casa de Campo

    Volgens hetzelfde recept als gisteren zijn we weer wat historische plekken gaan bezoeken. Ditmaal onder andere twee van mijn hoogtepunten die ik thuis al op het oog had. De eerste was het klooster Santa Domingo, het Spaanse klooster dat boven op de verwoestte zonnetempel is gebouwd. De onderste lagen van het gebouw zijn ronde Inca funderingen in die typische stijl van naadloos aansluitende blokken. Daar bovenop staat in schril contrast een prachtige vierkante barokke missiekerk, heel maf. Mijn tweede hoofddoel was Saqsayhuaman (spreek uit als sexy woman), het fort/tempel net boven Cusco, waar Manco Inca met zijn leger de Spanjaarden in Cusco belegerde. Uiteindelijk bestormden de Spanjaarden het fort en overwonnen in een bloedige slag. Er is nu niet veel meer van over dan wat muren en hopen stenen, maar toch nog een indrukwekkende plek. De rest van hetzelfde recept was dat overal waar het busje stopte, we bestormd werden door verkopers. Vooral daardoor was ik aan het eind van de dag wel even aan wat stilte toe. Ik heb me nog wel even kunnen uitleven trouwens. Bij Saqsayhuaman waren een paar indianen een spel aan het doen met een soort slappe frisbee. Ze zagen dat ik er grijnzend naar stond te kijken en ze gooiden hem naar me toe. We gooiden een paar keer heen en weer, maar na een paar minuten was ik helemaal uitgeput en ik werd vriendelijk doch meedogenloos uitgelachen, 3600 m. voel je toch best wel eigenlijk.

    DAG 5, 2 mei 2002

    8:00

    De laatste dag in Cusco voorlopig. Eigenlijk staat vandaag in het teken van de voorbereiding voor het Manu regenwoud. Vanavond hebben we een briefing bij Pantiacolla en morgen vertrekken we voor een week het regenwoud in. We hebben wat documenten gekregen, die we moeten doorlezen en de boodschap is dat het geen makkelijke week gaat worden. Er zijn talloze gevaren van giftige roggen tot aan jaguars, maar de grootste problemen zullen de hitte en de insecten zijn. Ik zie het meest tegen de hitte op, daar ben ik niet zo goed in. We gaan de bagage scheiden in wat wel en niet meegaat naar het regenwoud en wat we niet meenemen laten we in bewaring bij het hotel. Het is fris in ons kamertje en daar geniet ik nog maar even van. Mmm, ik heb wat hoofdpijn gekregen en heb blauwe wallen onder mijn ogen. Volgens mij is het niet de hoogte, maar het effect dat ik me de afgelopen weken wat te druk heb gemaakt. Het plannen van de reis en de lopende sollicitatie bij Astron zijn me niet in de koude kleren gaan zitten. Maar ik moet weer in de benen, Petra wil dingen gaan doen en bekijken.

    10:00 , Mama Africa

    Dit is een internetcafé aan het Plaza de Armas. Popmuziek, computers, dure koffie en de plek waar de reizigers samenkomen. Ik heb even behoefte aan een flinke kop koffie en even verlost te zijn van de schoenpoetsers en ansichtkaartverkopers. Meestal lukt het me redelijk om ze te negeren, maar wanneer mijn humeur niet zo goed is, zoals nu, erger ik me behoorlijk aan die lui. Dus effe onderuit op een lekkere luie stoel tussen de andere vogelvrije westerlingen die continu lastig gevallen mogen worden. Er lopen trouwens speciale agenten rond die met een fluitje de verkopers bij toeristen wegjagen, werkt goed. Wat dat betreft kijk ik wel uit naar de week in de natuur vanaf morgen.

    13:00 Chez Maggy

    Weer zo’n Lonely Planet locatie. We zijn niet zo bang meer voor het eten en proberen wat Mexicaans. Hopelijk lekkerder dan waar we gisteren waren en in ieder geval stukken goedkoper. We zijn teruggelopen naar Qoricancha, het vroegere religieuze centrum van het Incarijk. Nu was het open en erg leuk om te zien. Het klooster Santa Domingo is helemaal verweven met de oude tempels. Ook lekker rustig in de oude kloosteromgang. Daarna vochten we ons weer een weg terug door de toeristenjagers, hier en daar een sol kwijtrakend aan een bedelaar of lamafoto. Naja, m’n humeur is weer wat beter gelukkig.

    16:30. San Blas kerk

    Ons tempo is gedaald tot bijna nul. Na een internetsessie en een kop koffie zijn we een poosje op de plaza gaan zitten kijken. Op weg naar Casa del Campo zijn we nog even in de San Blas kerk beland, het laatste ding op onze Cusco visitor ticket. Die ticket kost 10 $ per persoon en is een week geldig, maar na vandaag hebben wij er niets meer aan.

    Gek, een week geleden was Cusco nog een enge stad in een ver land, waarvan ik de indruk had dat het een groot dievenhol was. Nu voelt Cusco gezellig en vertrouwd aan en zie ik op tegen het volgende avontuur dat morgen begint, het regenwoud. Dit vind ik eigenlijk een van de leukste dingen van reizen, dat onbekende enge plekken vertrouwd worden en dat je je op die manier in steeds meer verschillende soorten omgevingen op je gemak kan voelen. "You never know, if you never go"

    DAG 6, vrijdag 3 mei 2002

    5:00

    We zijn in afwachting van een telefoontje dat Pantiacolla tours voor de deur staat. De bagage is gescheiden en de rugzakken zijn nu hopelijk minder dan 10 kilo. Die 10 kilo is het maximum gewicht voor het kleine vliegtuigje waarmee we uit de jungle worden gevlogen volgende week. De rest van de spullen mogen we op de kamer laten en alle papieren en bijna al het geld ligt in de kluis van het hotel. Gisteren hebben we de briefing voor de Manu tocht gehad en hebben we ook de rest van de groep ontmoet. Er is toch nog een Nederlands stel bijgekomen, dus we zijn met z’n zevenen nu.

    6:00

    We zijn met een taxi naar een busje gebracht en met het busje naar een stoere bus op hoge grote wielen van Russische makelij. Het wordt licht en we staan op het punt om te vertrekken. De staf is aan ons voorgesteld en het plan voor vandaag is uitgelegd. We bezoeken nog Incaresten, maar het is vooral lang rijden. 8 uur naar het nevelwoud waar we zullen overnachten.

    Acceptabel risico

    "Gringo, gringo!" Een paar ondeugende indiaantjes riepen ons na, in de stoffige straatjes van Paucartambo, het laatste dorp voor de jungle. We hadden al uren voortgeploeterd over de stoffige bergwegen van de Andes. De bevolking is hier bijna helemaal indiaans en hier lopen ze echt in klederdracht lama’s achter zich aan te slepen. Na de lunch in Paucartambo reden we verder richting Manu en na een paar uur kwamen we bij de laatste pas. Diep onder ons lag het Amazonebekken en zelfs de Amazone zou zichtbaar moeten zijn, wanneer er niet een dik wolkendek onder ons lag. Via een onmogelijk klein modderig pad reden we langs enorme afgronden en dwars door watervallen. Regelmatig moest de truck een paar keer steken, omdat de bochten te scherp waren of omdat er stukken weg waren weggeslagen. Ik moest aan de briefing denken van gisteravond, waar we een verklaring moesten ondertekenen dat we ons ervan bewust waren dat we dood konden gaan bij het bezoeken van dit soort afgelegen plekken. Marianne relativeerde het door te vertellen dat deze verklaring speciaal voor Amerikanen was. Maar toch ging het door mijn hoofd toen de truck weer een keer scheef boven een peilloze afgrond hing. Maar we leven nog. Sterker, we zitten op ons bed onder een rieten afdak te luisteren naar de geluiden van de jungle om ons heen, terwijl er net een regenbui losbreekt. Officieel is dit nog het nevelwoud, op 1600 m., dus nog comfortabel qua temperatuur en muggen. Het is natuurlijk wel supervochtig en de klamheid is overal. De eerste kennismaking was een korte hike naar de campground. Met halverwege een bezoek aan een observatie hutje voor de "cock of the rock", de felrode nationale vogel van Peru. We zagen er inderdaad een stuk of 10, herrieschoppende grappige vogels.

    Het tweede acceptabele risico dat we nemen is de malaria. We hebben besloten om geen medicijnen te nemen, omdat de kans op besmetting niet opweegt tegen de bijwerkingen, aldus de mensen van Pantiacolla en m’n medereizigers.

    Na het diner van rijst en vis trok iedereen zich snel terug om te gaan slapen en om 20:00 uur was het kamp in diepe rust. Leuke groep trouwens, iedereen lijkt het met elkaar te kunnen vinden. Verrassend homogeen trouwens, allemaal rond de 35 en allemaal nogal zelfstandig ingestelde mensen. We zullen elkaar nog wel beter leren kennen.

    DAG 7, Zaterdag 4 mei

    5:30 Nevelwoud

    Heerlijk geslapen. Het was iets boven de 20 graden en lekker fris in m’n lakenzak onder het muskietennet. Om ons heen het geluid van het woud, de snelstromende beek, krekels en af en toe een vogel. Nog niet de echte junglegeluiden en er zijn ook nog geen muskieten, we zijn ook nog niet in het echte regenwoud. Al zou ik dat wel zeggen als ik om me heen kijk. Het ruikt hier zo lekker, een zoete sterke bosgeur. Vandaag moeten we nog 3 uur met de truck en dan stappen we op de boot. Nog een uur of 6 varen tot het volgende kamp. Vandaag komen we echt in het regenwoud aan. Ik zie wel op tegen de hitte en de muggen, wij allemaal trouwens, maar tot nu toe is het alleen maar erg leuk.

    10:30

    Na nog een aantal uren hobbelige en modderige weg zijn we in het dorpje Alania aangekomen, waar we aan boord gaan van onze boot. Onderweg zijn we nog even in een dorpje gestopt omdat Chakotay (David, onze gids) zich even moest melden aan de basis. Houten krotjes en af en toe een stenen gebouw. De indianen staren ons aan en wij staren terug. Er wordt gelachen en gezwaaid en gelukkig zijn er hier geen souvenirs om te verkopen. We gaan nu dus de rivier Madre Dios op en terwijl de bemanning de boot in aan het laden is, zoeken wij passende rubber laarzen. Oef, ik overtrad een jungleregel. Ik trok m’n laarzen aan zonder z’n uit te kloppen terwijl er een paar eigenaardig fanatieke kippen om me heen liepen. Vervolgens pakte Petra haar laarzen en klopte ze uit. Er vielen een paar grote rode kakkerlakken uit die tevergeefs de kippen probeerden te ontlopen. Iedereen begon te kloppen en overal zag je opeens kakkerlakken rennen, shiiiit. Mijn laarzen voelden opeens heel onaangenaam aan en binnen een paar seconden had ik ze weer uit. Geluk gehad, ze waren leeg. We ontmoetten een paar reizigers die zojuist de jungle uitkomen met de boot waarin wij erin gaan. Zij gaan met onze truck terug naar Cusco. Ze zitten onder de muggenbulten, maar zeggen dat het absoluut de moeite waard is. Pjew, ik kan niet zeggen dat ik er erg naar uitkijk, maarja eigenlijk zit ik daar nou ook weer niet zo mee. Dit wordt Petra’s feestje.

    11:30 Madre Dios Rivier

    We zijn zojuist vertrokken voor het tweede deel van onze reis naar Manu. In een gemotoriseerde kano zakken we in hoog tempo de bruine rivier af. De boot is kleiner dan ik dacht. Er kunnen 3 mensen naast elkaar in, maar hij is wel een meter of 15 lang. Een rank snel scheepje. De rivier is hier zo’n 50 meter tot 100 meter breed en we zigzaggen om de eilandjes en zandbanken te ontwijken. Op de ondiepe stukken spat het water hoog op, maar tot nu toe blijven we droog. De oevers bestaan uit riet, palmen en allerlei onbekende bomen. Daarachter steken donkergroene heuvels omhoog, waar de laaghangende bewolking ervoor zorgt dat dit nevelwoud aan haar naam komt. Heerlijk om in dit briesje over de rivier te zoeven.

    Along for the ride

    Gek, along for the ride. Het blijft ergens een beetje benauwend voor mij om op deze manier te reizen. Iemand anders die bepaalt hoe laat je opstaat, wanneer en wat je eet, wanneer je naar de wc kan. En ergens voelt het ook comfortabel en veilig. Geen enkele verantwoordelijkheid en ik hoef alleen maar te kijken en te ervaren. Chakotay (hij heet David, maar ik vind hem net op de bootsman van Star Trek Voyager lijken) heeft alles verder onder controle, weet veel en straalt vertrouwen uit. Ons lot ligt deze week helemaal in zijn handen. Petra is daar iets beter in dan ik en zit volop genietend rond te turen met haar verrekijker. Ik vind het ook een mooi avontuur, maar ik mis wel een beetje m’n kaart, kompas en vooral m’n vrijheid. Along for the ride.

    16:30 Boca Manu

    Een keurig dorpje met voetpaden en hutjes met rieten daken. Via de weg kon je hier niet komen en het dorp bestaat van het bevoorraden van iedereen die langskomt varen. Er zijn wat winkeltjes en de prijzen zijn natuurlijk torenhoog. 10 km verder stroomafwaarts de Manu rivier ligt de landingsstrip vanwaar we over vijf dagen de jungle weer zullen verlaten. We zijn nu eventjes gestrand omdat de boot even uitgeleend is om wat voorraden van de landingsstrip te halen. Ondanks dat we nu ver van de rest van de beschaving zijn, heb ik het idee dat ze ook hier vooral oog voor onze soles hebben. Een sol om te mogen plassen is nog duurder dan in Nederland. Het was een lange zit, we hebben bijna non-stop doorgevaren met uitzondering van het afgeven van een pakje bij een lodge en even "tanken", waarbij een vat diesel uit de jungle werd getoverd. Na deze onderbreking gaan we op zoek naar een geschikt strandje om te kamperen, op de oever van de Manu.

    DAG 8, zondag 5 mei

    6:00, Manu

    Shit, letterlijk, ik ben aan de diarree. Wat ik er boven ingooi komt er onder weer even hard uit. Misschien komt het van het rivierwater, ik ben gisteren namelijk even gaan afkoelen in de rivier, nadat ik eerst even gekeken had of er geen kaaimannen, roggen, piranha’s of grote slangen op de loer lagen. Misschien komt het van het eten, misschien gewoon van de klimaatsverandering komt. Slecht geslapen, niet zozeer van de hitte, maar meer omdat m’n hoofd een beetje koortsig was. Mmm, ik moet nu goed uitkijken dat ik niet uitdroog.

    Gisteravond was gezellig trouwens. Dineren op het strand onder een prachtige sterrenhemel. Vanaf dit deel van de wereld kan je zowel de noordelijke als de zuidelijke sterrenhemel zien, het zuiderkruis tegenover de grote beer, heel leuk. Ik heb me even kunnen uitleven en heb wat sterrenbeelden, nevels en planeten aangewezen. De muggen vielen eigenlijk wel mee en toen de zon onder was viel eigenlijk ook de hitte wel mee. Lang niet zo erg als in Australië, twee jaar geleden. We zitten nu dan ook aan het begin van het droge seizoen, een relatief comfortabele periode.

    8:00 , Boca Manu

    Zo ongeveer om de 15 minuten ren ik met de schep en het wc-papier naar de bosjes om een merkwaardige smurrie in camouflagekleuren te deponeren. Ik heb inmiddels twee zakjes ORS en een hand norit naar binnen gewerkt, maar dat werkt nog niet. Chacotay heeft wat sterke pillen tegen diarree bij zich en op aanraden van Jeroen, een dokter, heb ik die genomen. We zijn hier in Boca Manu even gestopt om extra pillen te kopen. Vervelend om ziek te zijn, vooral in de rimboe. Ik blij met de morele steun van Jeroen, Chacotay en Petra. De koele bries van de varende boot helpt trouwens goed tegen de misselijkheid en het lijkt erop alsof die pil begint te werken. Gelukkig maar, elke 15 minuten de boot afmeren is ook een beetje omslachtig. We zagen net in Boca Manu onze Duitse lifter weer even. Hij is gestrand in Boca Manu en weet niet hoe hij weer terug moet komen. Hij hield zich groot, maar ik zag een beetje paniek in zijn ogen, arme man. Vandaag bereiken we de "reserved zone" van het park. Nog ongeveer acht uur varen.

    14:00 Manu River

    Tjemig, wat duurt een dag lang wanneer je ziek bent. Ook niet zo’n fijn idee dat we steeds verder de rimboe intrekken. M’n lunch bestond uit norit en een antidiarree pil. Maar ik geloof dat het ergste voorbij is, de misselijkheid trekt langzaam weg. De rivier wordt interessanter. We hebben al apen, schildpadden, capiwara (de grootste knaagdieren ter wereld) en kaaimannen gezien. Zowel de witte als de reusachtige zwarte kaaiman. Boven ons vliegen van tijd tot tijd grote zwarte gieren en allerlei papagaai-achtigen als parkieten, ara’s en lorrekieten. We zitten nu ook echt in het tropisch regenwoud en het is een stuk warmer dan gisteren. 32 graden. De luchtvochtigheid is hoog en wanneer de boot even stopt wordt je platgeslagen door de hitte. Ik weet nog niet of ik net als gisteren de rivier in durf te duiken nadat Chacotay net heeft lopen vertellen dat er een poosje geleden een toerist is opgegeten door een kaaiman, brrr…

    We legden aan en de laatste twee uur liepen we door de dikke jungle naar de lodge. Belachelijk hoge bomen met ruziënde apen, giftige reuzenmieren die voor 24 uur hevige pijn zorgen als ze je bijten, sporen van een poema of jaguar en een tapir. Nadat we via een wankelende boomstam een riviertje waren overgestoken bereikten we de boot die ons de Manu rivier overzette naar de lodge. De lodge bestaat uit een paar houten hutjes, waar we onder een muskietennet op een matras op de vloer konden slapen. Iedereen had z’n eigen soort insecten in z’n hutje, wij hadden rode mieren, grote rode kakkerlakken en een reusachtige sprinkhaan. En iedereen had natuurlijk z’n eigen wolk muggen.

    DAG 9, maandag 6 mei

    Goed geslapen ondanks de verpletterende hitte. Eigenlijk een beetje oneerlijk omdat de antidiarree pil ook als een slaapmiddel werkt. De diarree is onverminderd hevig en ik verlies nog steeds liters water aan de verkeerde kant van m’n lichaam. Pollo voert me zwarte thee en Chacotay ORS en pillen. Ik mag niet meer eten, alleen brood, maar honger heb ik al dagen niet meer.

    7:00

    We varen op een nevelig meer op een primitieve houten catamaran (twee kano’s met een vlot erop). In de verte klinkt van misthoorns alsof er een groot schip onze kant opkomt, bizar. Maar het zijn geen misthoorns, maar brulapen die hun territorium afbakenen. We zijn op zoek naar de reuzenotters. De zon schijnt nevelig door de mist en iedereen is doodsstil. Het enige geluid is dat van de vogels, de krekels en het zachte geplons van de roeispaan in het water. Tot nu toe nog geen otters, maar wel een kaaiman, die ons kil ligt aan te staren met z’n snuit net boven de waterspiegel.

    14:00

    Het duurde even, maar uiteindelijk vonden we de "giant otters". Ze waren minder groot dan ik dacht, maar erg leuk om te zien. Er kwamen er een paar een kijkje nemen op een paar meter van de boot. De terugweg was heet, bloedheet en toen we terug waren in het woud, leek het zelfs even koel. Na het ontbijt zijn we een wandeling gaan maken en gelijk daarna was er lunch. De etensgeuren maken me erg misselijk en het kostte me veel moeite om een broodje en een biscuittje weg te werken. Kathy, een serieuze Schotse, heeft me wat homeopathische antidiarree pillen gegeven. Ik krijg niet meer ORS van Chacotay omdat ik anders teveel mineralen ofzo binnenkrijg. Ik moet overstappen op zwarte thee. Tja, je moet wat overhebben voor dit soort avonturen, maar als ik eerlijk ben, zou ik blij zijn als ik weer in het koele Cusco naar adem loop te happen.

    20:30

    Diner, tenminste voor de rest van de groep. Ik kauw nog steeds op een droog broodje, dat ondertussen al vijf dagen niet meer vers is. Maar och, het went en de geur van gekookt eten doet me nog steeds gruwen, al lijkt dat wat beter te worden. We zijn zojuist terug vanaf een spectaculaire nachtelijke wandeltocht. Eerst liepen we in ongeveer een half uur naar het meer, waar we vanmorgen de otters zagen, daar gingen we weer aan boord van het vlot. Ditmaal met het doel om met de zaklantaarn naar de ogen van kaaimannen te zoeken. We vonden er inderdaad een paar. Maar ik vond de weerspiegelende sterrenhemel in het donkere water nog spectaculairder.

    Mooie tocht, wat een gebied, en wat weet David toch een hoop te vinden. We hebben met z’n alleen een theorie ontwikkeld dat David ergens een voorraad doosjes heeft met allerlei beesten erin die hij stiekem te voorschijn haalt en dan net doet of hij iets ontdekt heeft.

    DAG 10, dinsdag 7 mei

    De brulapen klinken weer als misthoorns in de verte en vreemde vogelgeluiden kondigen de dag aan. Het was fris vannacht, een graad of 23 en zonder slaapzak, had ik het voor het eerst een beetje koud, lekker. Het is hier ’s nachts zo ontzettend donker, helemaal zwart en de lucht is van onder de bomen nauwelijks te zien. Toen ik vannacht de 200 meter van de hut naar het wc-hok aflegde herinnerde ik me opeens dat we eerder op de dag verse jaguar en poema sporen hadden gezien bij het kamp, brrr. Met m’n zaklamp keek ik links en rechts of ik oplichtende ogen zag en versnelde m’n pas iets. Niet te veel, want anders zien ze je juist als prooi. Au! Shit, ik kreeg een tak op mijn kop. Een aap zit me vanuit een hoge boom te bekogelen, de etterbak. Gelukkig is het maar een klein takje. Eigenlijk begin ik het best leuk te vinden in de jungle.

    9:00

    Dat was wel een leuk wandelingetje. Eekhoorns, apen, een giftige slang en een kudde pecari’s. Pecari’s zijn luidruchtige wilde zwijnen en we hoorden, roken en zagen ze al van verre. We zijn het pad afgegaan en hebben ze beslopen om ze te bekijken. Het valt op, hoe ontzettend voorzichtig Chacotay is met het vastpakken van takken en bladeren. Hij loopt constant met z’n machete te kappen. Het is lekker fris en ik heb honger. Eindelijk weer honger. En er wordt zojuist een bord met bananen voor me neergezet, yum.

    10:00

    Aaah, we zijn weer op de rivier. Een heerlijke koele wind vanwege de snelheid en geen mug meer te zien. Ondanks de DEET zit iedereen onder de bulten en de vlekken, maar de jeuk valt wel mee. We verlaten vandaag de "reserve" en gaan weer richting Boca Manu, het dorpje waar de Duitser is gestrand. Daarna nog een paar uur verder, zodat we in de buurt van de "clay-lick" kunnen kamperen. Iedereen stinkt, ondanks de koude douche gisteravond. Vooral de voetengeur is goed waarneembaar, omdat we al dagen op rubberlaarzen hebben rondgelopen, door de zompige jungle. Het is vandaag sowieso een stuk koeler, maar toch wen je op een of andere manier ook wel wat aan de hitte en de muggen. Je hebt het nog steeds even heet en je wordt nog steeds even vaak gestoken, maar dat wordt gewoon iets ‘normaler’ als het langer duurt, zodat je je er minder aan ergert ofzo. Maar toch speelt de hitte zo’n grote rol dat andere "probleempjes" nauwelijks een rol spelen, zoals vieze douches, vieze kleren, kakkerlakken in je bed, elke dag oud brood (voor mij dan). Dat op zich is wel interessant om mee te maken. Dat neemt niet weg dat ik nu weer erg blij ben dat ik in een koele bries over de rivier zoef.

    14:30 Boca Manu

    We zijn het park weer uit en zitten op een veranda in Boca Manu. Even een pauze, omdat er brandstof gekocht moet worden. Het is wat warmer geworden en de zon is gaan schijnen. Rare plek dit dorp, houten hutten met rieten daken en toch is er in de winkels alles te koop wat de verwende westerling wenst: zakken chips, fotorolletjes, chocola en zelfs potten mayonaise. Het is het beste dat we hier nog wat tijd doorbrengen, voordat we de laatste twee uur gaan varen. Op het strand waar we gaan kamperen schijnen nogal wat zandvlooien en vliegen te zitten. DEET in de aanslag dus. Na vijf uur ’s middags schijn je daar minder last van te hebben.

    DAG 11, woensdag 8 mei

    6:30 ups en downs

    Wat een prachtige ochtend, al had ik dat vannacht niet kunnen vermoeden, maar daarover later.

    Het begon wel een beetje verwarrend trouwens. We zouden om 5:45 ontbijten en om 6:00 vertrekken en ik had mijn alarm daarom op 5:00 gezet. Maar gisteravond vroeg Mary of ik haar en Anna om "half five" wilde wekken. Half vijf? Ik vroeg nog of ze dat zeker wisten en legde een heel klein beetje tegenwerping in mijn stem toen ik zij dat ik zojuist mijn wekker op vijf uur had gezet. Maar goed, dan sta ik wel een half uur eerder op om de dames wakker te maken, zucht. Wegens de ondertussen standaard sanitaire verplichtingen liep ik om 4:00 al weer buiten met de schep en nadat ik een halfuurtje zielig op een boomstam in het duister had zitten staren riep ik fluisterend "Mary, Anna, it is 4:30. Er klonk een wat verbaasd en lichtelijk geïrriteerd "thank you" uit de tent. Een uur later kropen de dames uit de tent en omdat ik ondertussen wat tijd had gehad om na te denken vroeg ik ze of het Engelse "half five" soms toevallig hetzelfde is als het Nederlandse "half zes" in plaats van "half vijf". Oeps, gelukkig konden ze er om lachen.

    Terwijl het geluid van de brulapen weer begon aan te zwellen werden de contouren van het regenwoud zichtbaar boven de nevelige rivier. De wolkenflarden daalden neer uit de gigantische kapokbomen en al snel was het helemaal mistig. Leonidas en Haime stuurden de boot voorzichtig over de brede rivier op zoek naar een overdekte houten catamaran die als observatie post zou gaan dienen om naar de macaws (ara’s) bij de clay-lick te gaan kijken. De clay-lick is een klei afzetting vol mineralen, waar de papagaaien van komen eten om het gif te neutraliseren dat ze binnenkrijgen bij het eten van giftige bessen. De groep ging aan boord, behalve ik...

    Gisteravond besloot ik hoopvol om weer met het eten mee te doen, omdat mijn darmproblemen bijna over leken. Een paar minuten na het eten rende ik dus met de billen samengeknepen en de schop in de hand richting bosrand. Dit tafereel herhaalde zich nog een paar keer ’s nachts en toen ik in een zeer kwetsbare positie recht in de oplichtende ogen van een kaaiman keek, begon ik me even af te vragen hoe het zou zijn om thuis op de bank met de benen op tafel lekker tv te kijken. Ik haastte me weer net zo snel weg als ik gekomen was en bedacht dat Chacotay had gezegd dat er 4 uur lang geen toilet mogelijkheden waren bij de clay-lick. Ik heb dus besloten om de clay-lick te laten schieten.

    Nadat de groep op de catamaran was afgezet, zetten Leonidas en Haime koers naar de lodge waar we vannacht verblijven, een minuut of 10 varen bij helder weer. Nu, in de dichte mist, deden ze er precies even lang over. Boomstammen staken als monsters van Loch Ness uit de rivier omhoog en Leonidas zigzagde er vaardig omheen. Ik kon de oevers niet zien en ook niet welke kant we opvoeren, maar toch draaide Leonidas op precies het juiste moment bij, om bij het kleine aanlegsteigertje van de lodge uit te komen. Zonder GPS, zonder kompas, gewoon op het gevoel. Wat zijn deze lui toch goed. Ik werd overgedragen aan Patty, een vriendelijk kamermeisje en zit nu dus moederziel alleen op een trapje te schrijven met een fles ORS naast me en een Donafan pil in m’n lijf om m’n darmen koest te houden. Maar eigenlijk vind ik het wel even prima zo. Het is nog niet warm, geen mug te zien en om me heen klinkt het geluid van allerlei tropische vogels. Af en toe komen er wat papagaaien en ara’s over, hopelijk op weg naar de clay-lick zodat de anderen een mooie show krijgen. Er zit een merkwaardige kalkoen naar me te staren, er liep net een staartloze bever langs me en er valt een paar bomen verderop een aap uit een boom. Geen mensen, geen schema, geen gids, geen groep. Gewoon even alleen met m’n fles ORS, prima zo.

    8:30

    Gek hoe weinig je soms nodig hebt om tevreden te zijn. Lucca, de opzichter, kwam me halen voor een kop coca thee en Patty zat een half uur lang vrolijk in het Spaans tegen me te babbelen. Wonderlijk genoeg verstond ik zo ongeveer de helft van wat ze zei, denk ik. Maar dat is niet het verhaal wat ik wilde vertellen (ik ben een beetje onsamenhangend vanwege de medicijnen en de vermoeidheid geloof ik). Gek hoe weinig je soms nodig hebt. Voor deze reis hebben we twee volle rugzakken en een dagrugzakje meegenomen, samen zo’n 35 tot 40 kilo aan spullen. Maar naar Manu mag je maar maximaal 10 kilo meenemen. Het grootste deel ligt dus nog in Cusco in ons hotel en dat hebben we dus blijkbaar niet nodig. Nou ben ik ook nog vergeten om m’n rugzak mee te nemen naar de lodge, omdat ik dacht dat "the guys" die snel zouden brengen nadat ze het tentenkampje op het strand hadden afgebroken, dus niet. Maar er zit eigenlijk ook niks in dat ik nodig heb. Petra heeft mijn dagrugzakje mee en het enige dat ik nog heb is een fles water en een schrijfblokje. Geen muggenspul, geen camera’s, geen boek en eigenlijk is dat ook wel best. Patty heeft een bed voor me opgemaakt. Dat opmaken bestaat uit een muskietennet ophangen boven een bed in een bamboe hut. En ze heeft een schone handdoek neergelegd. En daar ging het verhaal eigenlijk om, die schone handdoek. Ik ben gaan douchen onder de koude straal (nog nergens warm water gezien deze week) en ik moest natuurlijk m’n klamme stinkende vieze kleren weer aantrekken (opeens ruik je dat dan wanneer je gedouched heb). Maar het afdrogen met een schone handdoek, man, wat is dat ongelofelijk lekker! Zo zacht, zo droog en zo’n lekkere geur. Dat maakt het afzien van vannacht gewoon weer goed, alleen al om het contrast te kunnen ervaren. En wat een luxe om gewoon even alleen te zijn, op een bankje in de hut, omringt door vogels. Eigenlijk vind ik dat nog leuker dan de clay-lick, waar je met z’n allen perse vier uur naar ara’s moet gaan zitten kijken. Wat dat betreft ben ik niet zo gericht op de details. Het maakt me niet zoveel uit wat voor vogels er nou allemaal om me heen in de bomen zitten, zolang ze maar een leuk achtergrondkoortje vormen. Maarja, dat mag ik natuurlijk nooit toegeven. We betalen zo’n 1000 euro per persoon voor onder andere die claylick en ik zit liever met een schone handdoek naar een paar musjes te kijken hahaha. Petra vindt dat gelukkig wel fantastisch allemaal en ze heeft gisteren de hele dag als arendsoog door de verrekijker zitten turen. Ze heeft bijna alle vogels uit de documentatie al gezien en volgens mij staat Chacotay op het punt om haar tot hulpgids te bevorderen. Ik geniet meer omdat Petra zo geniet dan dat ik zelf zo loop te kicken op de jungle.

    10:30

    Ik ben in slaap gevallen en werd gammel wakker. Ik begin te merken dat ik m’n krachten aan het verliezen ben. Maar ik ontdekte dat Leonidas en Haime geweest zijn, want de rugzakken zijn er. Ik heb m’n stinkende natte was uitgepakt en opgehangen en ontdekte diep in m’n rugzak nog twee paar schone sokken, jee wat kan het leven toch mooi zijn! Die sokken heb ik wel nodig overigens, juck. Verder heb ik twee granola-repen opgegeten om wat energie terug te krijgen, maar m’n maag begint gelijk hevig te borrelen. Ik lig bijna lekker rustig te lezen, net niet helemaal, want er is een grote vogel verliefd op me geworden. Een soort rare kalkoen, die z’n kam opzet en begint te knorren. Toen ik aankwam vanmorgen rende hij gelijk al achter me aan en is niet meer van m’n zijde geweken. Hij zit constant op de bamboemuren van de kamer naar me te kijken, al 5 uur ongeveer. Ik heb geprobeerd hem weg te jagen, want hij heeft in de gang al een kwat gedeponeerd. Maar wegjagen helpt niet. M’n laatste taktiek was weglopen, me verstoppen en terugsluipen. Zo te zien heeft dat even geholpen, wat een mafketel.

    Later op de avond werd het beest trouwens behoorlijk agressief. Vooral Jeroen kreeg het hard te verduren, omdat de vogel z’n scherpe klauwen ging gebruiken, allemachtig. De kalkoen liep wat rake klappen op, maar bleef aanvallen. Chacotay vertelde dat er hier vaker van deze rare wilde beesten bij lodges zitten en hij begon verhalen te vertellen over macaws die vrouwen aanvallen, apen die tenten als trampoline gebruiken en zelfs reusachtige tapirs die je nachtrust gijzelen en kaakjes als losgeld eisen. Un poco loco.

    DAG 12, donderdag 9 mei

    7:00 Manu River

    We zijn op weg naar de airstrip voor onze vlucht terug naar Cusco. Om 10:30 moeten we opgepikt worden door een vliegtuigje. Het is nog heerlijk fris nu en we kunnen voor de laatste keer nog even goed het regenwoud in ons opnemen. We zijn nu in de buurt van het meer waar Petra en Kathy gisteren de brulapen gezien hebben. Deze luidruchtige misthoorns dienden vanmorgen ook weer als wekker. Dit zijn waarschijnlijk de laatste warme uren tot aan Chili, vanaf nu zal het klagen over de hitte, wel overgaan in klagen over de kou. Wat wel een groot voordeel hier is in het regenwoud, is dat er bijna niet gestolen wordt. De deuren hebben nergens sloten en behalve de groep en het personeel van de lodge is er ook niemand. De spullen, camara’s, dagrugzakken liggen gewoon onbeheerd en onbewaakt overal en nergens. Lekker relaxed. Maar zo meteen moeten we weer op onze hoede zijn. Mary vertelde dat haar rugzak al opengesneden is in Bolivia en dat een reisgenoot in La Paz van haar dagrugzak verlost is. Tijd om de paranoiaknop weer aan te zetten.

    10:00 Boca International Airport

    We zitten in de vertrekhal van Boca Internationaal Airport. De vertrekhal is een houten hut, met in de hoek een radio. Achter de radio zit Pollo als air traffic controler en wanneer hij uitgebabbeld is met het vliegtuig, komt hij met z’n eeuwige grijns naar ons toe. De meeste van de 10 passagiers zijn toeristen, maar er zijn ook een aantal indianen die volgens mij wachten op voorraden die gebracht worden. Een van de moeders met een baby aan een blote borst gedrukt neemt de radio over en schreeuwt wat tegen god weet wie aan de andere kant. De landingsbaan is een strook gras, waar de 12-seater Cessna zo meteen aan moet komen hobbelen. Hahaha, ze hebben zelfs een ‘tax free shop’. Een vitrine waar 3 speren, een kralenketting, een trechter en 1 vuilniszak wordt verkocht. Het is hier vergeven van muggen en de temperatuur begint behoorlijk op te lopen. Dit is kicken zeg.

    14:00 Cusco

    Yeehee!…hijg…hijg…we zijn eruit…hijg…hijg… De 12 persoons Cessna had ongeveer anderhalf uur vertraging en het was bloedheet onder het afdak en op het grasveld. Maar het was de laatste vochtige hitte voorlopig. Mary en Anna bleven achter, samen met de bootbemanning, ze varen en rijden terug zoals we gekomen zijn. We stegen op en stegen en bleven stijgen. Dit soort vliegtuigen heeft geen drukcabine, dus we werden in een hoog tempo blootgesteld aan de hoogte. Een schitterend uitzicht over het regenwoud en de rivier en even later zigzagden we tussen de bergen van de Andes door. De piloten hadden ondertussen zuurstofmaskers opgezet, maar wij zaten te knikkebollen en hijgen van de hoogte. Je wordt er heel slaperig van. Toen we na minder dan een uur Cusco bereikten ging ik bijna van m’n stokje. Duizelig en met trillende benen wankelde ik ondersteund door Petra naar een taxi. Ik probeerde door heel snel te ademen wat meer zuurstof in m’n bloed te krijgen, maar ik heb eigelijk geen idee of dat effect heeft. De vijf dagen nauwelijks eten eisen toch hun tol, of ik ben gewoon een mietje natuurlijk hahaha. Tjemig, wat lekker om weer "thuis" te zijn in Casa de Campo. We hebben weer volop kleren, water, tijd en vrijheid. Ik heb opeens honger, een goed teken.

    We hebben broodjes en fruit gehaald en voorlopig blijf ik op dat veilige dieet, om maag en darmen te kalmeren. Eigenlijk moet ik nu naar een dokter gaan zoeken, volgens David en Jeroen, want ik was vanmorgen nog onveranderlijk aan de diarree. Kathy trouwens ook. Het is dus geen simpele reizigersdiarree, maar misschien een parasiet. Kathy en ik zijn de enige twee die de tweede dag in de rivier hebben gezwommen en ik denk dat daar ergens de oorzaak ligt.

    DAG 13, vrijdag 10 mei

    8:00 Cusco

    Ik ben in afwachting van de dokter, hij moet hier binnen een half uur zijn om het laatste resultaat te kunnen onderzoeken op parasieten. Eigenlijk gaat het wel wat beter, m’n ontlasting is niet meer echt waterdun en ik eet weer goed. Alleen brood en fruit, maar toch al weer drie maaltijden per dag. Maar vandaag is de enige goede kans die ik heb op dit soort medische hulp, morgen is het weekend en zondag gaan we op de inca-trail. Daarna zijn we onderweg naar Bolivia en Chili. Met de hoogte heb ik aanmerkelijk minder problemen dan de eerste keer. Natuurlijk hijg je als een paard als je een trap op loopt, maar geen hoofdpijn en niet misselijk. Misschien is de acclimatisatie toch wat blijven hangen.

    8:30

    Het kleine doktertje nam met een vies gezicht m’n fotocontainertje met ‘materiaal’ in ontvangst en hield het op een armlengte afstand, terwijl hij snel de aftocht blies. Om 10:00 uur komt hij terug met het resultaat.

    11:00

    Geen parasieten, geen infectie, alleen wat bacteriën, maar dat is mijn eigen darmflora. Ik krijg wat medicijnen om m’n stoelgang te normaliseren. De dokter zei dat de Incatrail extreem goor is en dat je zelfs de grond niet moet aanraken. Hij raadde me sterk aan om meer antidiarree medicijnen mee te nemen, omdat de kans daarop erg groot is daar. Vooral omdat de campinggrond vervuild is door de stront van de duizenden trekkers, bah. Naja, ik wordt blijkbaar vanzelf weer beter. De dokter heeft mijn laatste soles ingepikt en ik ben nu in totaal $60 armer.

    13:30, Mama Africa

    In een lekker traag tempo doen we onze klusjes. Geld halen, Tonito e-mailen, de aansluiting naar La Paz uitzoeken, briefing voor Incatrail aanvragen. Nu zitten we even in ons favoriete internet cafe voor de lunch. Alleen heel lastig dat ik voor e-mailen naar een ander internetcafé moet, dat werkt hier niet. Maarja, er zit er een om de paar meter. In de krant staat dat de terreurorganisatie "lichtend pad" weer actief is geworden. Ze hebben met honderden manschappen vier dorpen overvallen, geplunderd en twee jongens ontvoerd. En het is helemaal niet zo gek ver hiervandaan, brrr. We hebben het Merced klooster en het Inca museum bezocht, vooral de laatste was de moeite waard. Maar ook Merced is erg mooi van binnen. De rest van de tijd hebben we slenterend en zittend op Plaza de Armas doorgebracht, net vakantie.

    DAG 14, zaterdag 11 mei

    11:30, Pisac

    Nadat we nogmaals een Cusco visitor ticket voor $10 per persoon hebben gekocht, hebben we een lokale bus naar Pisac gezocht. Het kost 3 soles (1 euro) voor de 32 km naar Pisac. Zo op eigen houtje vind ik het toch heel wat leuker dan met een tour. Je kan nu zolang blijven als je wilt en het is een stuk minder hectisch dan wanneer je met een bus vol toeristen op zo’n marktje gedumpt wordt. De souvenirverkopers komen dan als een zwerm vliegen op je af. Het plan is om naar de ruines te lopen die hoog boven het dorp liggen. Ik ben benieuwd of we dat redden op deze hoogte.

    14:00

    Schitterend wat een prachtige plek. Bogen, poortjes en nog werkende aquaducten van steen. De citadel ligt hoog boven Pisac en de klim omhoog was flink hijgen. Maar het is heerlijk rustig hier. Af en toe een toerist, maar verder alleen de wind en onze voetstappen. Het uitzicht is ook voortreffelijk. Ver beneden ons stroomt de Urubamba rivier en overal om ons heen steken groene puntige bergen omhoog met af en toe een bosje en akkertje onder belachelijke hoeken op belachelijke hoogtes. Wat lekker om dit in je eigen tempo te doen, zonder dat je continu op sleeptouw wordt genomen.

    17:30, Cusco Status Nominaal

    Terug in Cusco op het Plaza de Armas. Hehe, wat een lekker dagje en nu nog even relaxen op een bankje op het gezellige plein ( het wordt steeds gemakkelijker om de toeristenjagers te negeren). We beginnen ons goed op ons gemak te voelen in Peru. Voor het eerst zelf met een lokale bus heen en weer verhoogt ook weer het zelfvertrouwen. Eigenlijk is het hier gewoon helemaal niet moeilijk, chaotisch of eng. En met die paar woordjes Spaans lukt het ook best. Ik verheug me van tevoren vaak een beetje op dit moment, waarop je het gevoel begint te krijgen dat je je overal vrij kunt bewegen zonder bang te zijn om in de problemen te komen. Voor mij is dat zelfs voor een groot deel de essentie van dit soort reizen. Namelijk dat je je ‘angst’ verliest en je je daardoor dus niet meer laat tegenhouden. Ik heb nu meer zin in de rest van de reis dan voor we vertrokken. Ik ben trouwens wel heel blij dat ik uit die klote jungle ben en heel opgelucht dat m’n diaree over is. Kortom, status nominaal.

    DAG 15, zondag 12 mei

    Onze laatste dag in Cusco. Gisteravond hebben we onze "briefing" voor de Incatrail gehad. Alleen wij tweeën waren aanwezig en een gladjanus met een onbetrouwbare grijns en piepende GSM legde ons uit wat er gaat gebeuren. We worden om 4:00 uur al opgehaald en beginnen bij km 82 in plaats van km 88. Dit in verband met wegwerkzaamheden. We moeten zelf voor twee dagen drinkwater meenemen en voor daarna zuiveringstabletten, omdat we op dag 3 uit de rivier moeten drinken, tjemig. Dit bevalt me niet zo en ik zei dat ook. Gladjanus zei dat je sowieso niet zoveel moet drinken tijdens het lopen, omdat je dan steken in je zij krijgt en dat je daarom makkelijk voor twee dagen water mee kan nemen, allemachtig wat een malloot. Typisch een geval van toch maar even zelf nadenken en dan toch maar wat extra kilo’s omhoog sjouwen, naja. Bij het bivak voor de eerste dag staat in mijn "Inca Trail Guide" dat die plek sterk wordt afgeraden vanwege diefstal. Een uur verderop ligt een veel mooiere en veiliger plek. M’n oog valt op het visitekaartje van de dokter en ik herinner me weer hoe hij hoofdschuddend zei dat de Incatrail een groot gezondheidsrisico is en ook mijn trailguide heeft het over de onvermijdelijke "Inca trail quickstep",diarree. Al met al heb ik niet overdonderend veel vertrouwen in een goede hike, dus ik neem maar wat extra hardkeks (die kan ik tenminste verdragen bij diaree), mijn ondertussen niet onaanzienlijke diaree medikit en 3 liter drinkwater per persoon mee. We moeten ook onze eigen slaapzakken en matjes dragen en in totaal worden de rugzakken dus zwaarder dan ik dacht, een kilo of 10 denk ik, misschien iets meer. Vooral de tweede dag wordt zwaar, 1200 meter stijgen van 3000 meter naar 4200 meter, dat wordt naar adem happen dus. Er was wel een meevaller. Ik kreeg gisteren de treintickets van Cusco naar Puno overhandigd, dus die schakel is weer wat steviger. We kregen ook de treintickets van Machu Pichu naar Cusco alvast. Vandaag moeten we even goed plannen. Als we namelijk donderdagavond laat terugkomen moeten we alles weer in de rugzakken zien te krijgen voor ons vertrek naar Puno de volgende ochtend. Gelukkig mogen we de spullen tot die tijd op de kamer laten liggen, want het wordt al hectisch en haastig genoeg donderdag. Maarja, om het allemaal wat te relativeren, er is nog geen enkele trektocht geweest waar ik me niet vooraf enigszins ongerust over heb gemaakt.

    12:00 Cusco

    ‘El condor pasa’ galmt weer door de straat. Indianen met panfluiten en trommels proberen een man met een megafoon te overstemmen. We hebben de hele ochtend doorgebracht bij Saqsayhuaman. Beneden op het Plaza de Armas was een of ander feest aan de gang dat nu afgelopen is (het is moederdag vandaag). Er is een verschrikkelijke loomheid over me gekomen, ik wil alleen nog maar zitten snoepen, gaaap. Tijd voor een grote hamburger bij Mama Africa, daar heb ik al heel lang zin in. Weer even een westers luchtje scheppen.

    19:00

    Terwijl de enorme hamburger met vette patat bij mij een onaangenaam opgeblazen gevoel veroorzaakte, ging Petra spontaan letterlijk over haar nek van de lauwe lasagne. Geen Mama Africa voedsel voor ons meer en het diner is weer de inmiddels traditioneel geworden brood met banaan of tomaat.

    De voorbereidingen voor de Inca Trail zijn nu echt begonnen en net als voor Manu hebben we de bagage gescheiden in wat wel en niet meegaat. De rugzakken zijn ingepakt en deprimerend zwaar, onder andere van de 3 liter water en de kilo extra voedsel, verder de slaapzakken, matjes, warme kleren en regenkleding en alle kleinigheden die je tijdens zo’n tocht nodig hebt. Morgen wordt niet zo zwaar, 4 uur lopen en 300 meter stijgen. Het zwaarste is misschien wel dat we om 3:30 uur moeten opstaan. Dat inpakken van de rugzakken werkt bij mij altijd wat ontspannend. Het geeft het gevoel dat je spullen in orde zijn en dat de boel onder controle is. Toch bespeur ik nog wel wat lichte spanning voor de komende dagen. De afgelopen dagen waren een rustige opbouw voor de komende tijd, alsof je in een achtbaan zit die langzaam naar boven wordt gehesen. We zijn nu boven en morgen storten we naar beneden door een serie spins en loopings en we komen pas tot stilstand in La Paz over een week. Vanaf morgen zijn we weer overgeleverd aan planningen en tijdschema’s. M’n eigen planning trouwens, dus ik moet niet te hard zeiken natuurlijk. Maar het verschil met hoe we dat normaal doen is dat deze planning keihard en bijna onveranderbaar is, omdat we tickets, vouchers en afspraken hebben. Gek, ik heb van verschillende kanten te horen gekregen dat je op deze manier niet kan reizen in Zuid-Amerika en ik hou er ook nog steeds rekening mee dat er iets gigantisch misloopt. Op zich zou dat geen ramp zijn, omdat we tijd zat hebben om uiteindelijk Santiago te bereiken. Maar toch heb ik het op deze manier gedaan en zo een ingecalculeerd risico genomen. Tot m’n eigen verbazing loopt alles helemaal op rolletjes. Elk vliegtuig, elke bus, boot, taxi, afspraak, alles gaat gewoon helemaal goed tot zover. Het zou best kicken zijn als deze overmoedige manier van doen gewoon helemaal zou werken. Het wordt sowieso een goed leermoment, of het nou lukt of niet. En reken maar dat ik de zwartkijkers er tot in de eeuwigheid mee om de oren zal slaan. Maarja, op dit moment is er nog de kans dat de zwartkijkers mij met m’n eigenzinnigheid om de oren zullen slaan. Maar zelfs dan heb ik het nog geprobeerd, amen.

    DAG 16, maandag 13 mei, Inca Trail 1

    Midden in de nacht, om 3:30 uur ging de wekker en een uur later waren we in een busje onderweg naar het begin van de Inca Trail. De zon was al lang op toen we bij Ollantaytambo de verharde weg verlieten voor het laatste onverharde stuk naar km 82. Km 82 is een kilometerpaal langs de spoorlijn van Cusco naar Machu Picchu. We waren niet de enigen, lang niet de enigen. Een stuk of 50 wandelaars en ongeveer hetzelfde aantal dragers waren net als wij klaar om te vertrekken. En nadat we onze tickets hadden laten stempelen waren we eindelijk begonnen aan de Inca Trail. Het eerste stuk ging langs de onstuimige Urabamba rivier met aan de andere kant af en toe de toeterende trein naar Machu Picchu. Hoge besneeuwde pieken achter ons en kale bergen voor ons. Het pad is goed te lopen en is omzoomd met agave’s, boemen en eucaliptus bomen. Af en toe een boerderijtje met wat vee en helaas vieze bedelende kindertjes. Het is druk op het pad, om de paar minuten komen er wat dragers volgeladen met spullen langs. Onze groep bestaat uit vijf wandelaars. Een Oostenrijks echtpaar (Manfred en Christina), een Amerikaan (Scott) en wij (Petra en Nico). De Oostenrijkers hebben een extra drager gehuurd en de Amerikaan heeft gewoon bijna niets bij zich. Ondanks dat dit het makkelijke dagje moet zijn, loop ik best te zweten. Maar het loopt lekker, ook omdat we nog onder de 3000 meter zitten en de afgelopen dagen op 3500 hebben doorgebracht.

    12:00

    Langzaam trekken we de schitterende vallei van de Rio Cusichaca in. Tussen de indrukwekkende scherpe pieken liggen kleurige akkertjes en boerderijtjes met rieten daken. Het is hier prachtig groen met hier en daar tekenen van de herfst. Volle appelbomen en pasgeoogste mais. De mais ligt in kleurige stapels te drogen. Meestal op het dak van een schuurtje, zodat de rondscharrelende kippen en varkens er niet bij kunnen. Het is warm en zonnig, maar toch dansen er donkere wolken rond de grillige rotspieken.. Eigenlijk lijkt het pad hier erg veel op een van de Franse GR’s in de nazomer. Krekels, veel groen, bloemen, brem en een leuk riviertje. Het enige wat niet klopt zijn de bedelende kindertjes en al die kleine indianen die met bagage voorbij komen rennen op kapotte sportschoenen of slippers. Eigenlijk ben ik wel blij dat ik gewoon mijn eigen rugzak draag. Ik vind het toch niet zo’n lekker idee om tijdens een wandeltocht in de bergen mijn spullen af te geven. En vandaag is het ook nog helemaal niet zwaar. Leuk.

    We zijn nu voor de lunch gestopt op een idyllisch veldje aan de snelstromende rivier. Er komen heerlijke geuren aandrijven bij de brander van de dragers vandaan. Best comfortabel zo’n klein groepje, 5 peruanen voor 5 westerlingen

    14:30

    Huh? We zijn er al. Opeens was er dit prachtige plekje langs de rivier met een paar tentjes, ons bivak. We zijn dus niet doorgelopen tot Huayllabamba, maar we zijn een kilometer eerder gestopt. Ik had liever tot de camping voorbij het dorp gelopen, anderhalf uur verderop, maar ik ben allang blij dat we niet in het dorp zelf staan, zoals het plan eigenlijk was. Dat wordt namelijk sterk afgeraden vanwege diefstal. Een grasveldje, de snelstromende river vlakbij, een aangenaam temperatuurtje en de hele middag voor ons zelf om gewoon naar het prachtige landschap te staren. Tot nu toe bevalt de Incatrail me uitstekend. Oh, ik hoop zo dat ik niet ziek wordt deze keer. Paranoia-knop aan en even handen gaan wassen.

    16:00

    Het is gaan regenen en iedereen is de tenten ingevlucht. Mooi dat we droog binnen zijn. Manfred, de Oostenrijker, baalt verschrikkelijk. Hij haat kamperen, zijn vrouw heeft er iets minder moeite mee geloof ik. Scott is onder zeil, die was na een uur lopen al behoorlijk moe. Dit is zijn eerste trekking en hij is het met me eens dat dit dan niet de allerhandigste trekking is om mee te beginnen. Ik denk dat hij hartstikke dood gaat morgen, arme Scott. Op dit moment zijn wij er dus het beste aan toe, wat een verademing om lekker te wandelen en te kamperen in een aangenaam landschap en aangenaam klimaat na die verschrikkelijke diarreeweek in de tropen. Maar ik blijf nog wel even paranoïde en het bevalt me niet zo dat de kok zojuist een pan water uit de rivier haalde terwijl er een kilometer stroomopwaarts een dorp ligt. Wij hebben voor 10 soles 3 liter mineraalwater extra gekocht. Ik ga 3 kilo water de pas van de dode vrouw opslepen en ik heb op dag 3 dus lekker een fles vol mineraalwater in plaats van gechloreerd rivierwater, hah! Ah, de thee is klaar, een lekker sterk bakkie uit de Rio Cusichaca.

    DAG 17, dinsdag 14 mei, Inca Trail 2

    7:00

    Geslapen als een roos. Ik werd even misselijk wakker en vreesde het ergste, maar ik viel snel weer in slaap en werd pas om 6:00 uur weer kiplekker wakker omdat een indiaan een beker cocathee naar binnen schoof. Het is bewolkt en lekker fris. Het idyllische plekje is als je wat beter kijkt toch wel een groot gezondheidsrisico. Overal ligt stront en er zijn veel gaten waar een latrinetent heeft gestaan. Maar de maaltijd van gisteren hebben we overleefd. Vandaag is het belangrijk dat we ons vocht en energie vasthouden, want dit is een killerdag, de pas van de dode vrouw wacht. Ik probeer zoveel mogelijk te drinken en te eten.

    De dragers staren ons aan, ze hebben vannacht buiten geslapen en kijken hoe wij in ons Odlo thermo-ondergoed uit onze donzen nomad slaapzakken kruipen en snel onze north face en patagonia truien en broeken aantrekken. Onze dollars hangen veilig op ons lijf, zodat de jongens in hun kapotte kleren niet onder hun dunne dekens vandaan kruipen om ons te bestelen. Ik schaam me er gewoon voor om zo'n rijke westerling te zijn godverdomme!. Ik heb een van hun mijn reddingsdeken gegeven.

    9:30, 3265 meter

    Het gaat lekker, bijna 400 m gestegen en nog iets minder dan 1000 m. te gaan. Op deze hoogte hebben we nog helemaal geen moeite, want we zitten nog onder Cusco hoogte. Het landschap is erg mooi. Felgekleurde bloemen, varens, mos, klaterende beekjes, kolibries en steile groene bergen. De pas van de dode vrouw torent boven ons. Er zal nog heel wat zweet vergoten worden voor we daar zijn. Scott heeft problemen, last van zijn maag. Hij lijdt in stilte en zal nog heel wat meer moeten lijden voor we er zijn, arme Scott.

    11:30, 3600 meter

    Tjemig, dit is buffelen zeg. Vanaf 3500 meter kreeg ik last van de ijle lucht en het tempo vertraagde tot stapvoets. Cocablaadjes kauwend sleepten we ons omhoog tot we dit kampje troffen. De dragers hebben de lunchtent opgezet en brood en cocathee klaargezet. We zijn pas net over de helft, nog 600 meter omhoog. Dat wordt zwaar. Toch heb ik dit soort zwaar veel liever dan diarree in de tropen. Scott hebben we nog niet gezien, de arme Amerikaan is nog aan het afzien.

    14:00 , 4200 meter

    tjemig…hijg…hijg…hijg…

    15:00 uur

    Allemachtig, het laatste uur tot de pas was echt afzien. Centimeter voor centimeter schuifelden we omhoog. Ook de dragers bewogen zich nu stapvoets op het steile pad. Af en toe striemde de hagel op ons neer een eenmaal stak een kudde lama’s vlak voor onze voeten het pad over, lichtvoetig omhoog huppelend, pfff. Dit is precies zoals ik me de Andes had voorgesteld, prachtig. Tot aan de pas voelde ik me erg sterk, ondanks het constante ademgebrek. Maar eenmaal boven begon ik hoofdpijn te krijgen. De enige remedie is weer afdalen en dat zijn we dus maar snel gaan doen. Ik zie ondertussen ons kamp al liggen op 3600m, tussen de wolkenflarden door die onder me door drijven.

    16:30, Pocamayo Camp, 3600m

    Zoals het guidebook zei is dit kamp schitterend gelegen, maar overvol. Het lijkt een kruising tussen de noord-Franse campings tijdens de eclips van 1999 en het Everest basecamp. Onze 6 tenten staan dicht opeen gepakt tussen de kampementen van andere organisaties. Wij zijn klein, en volgens mij ook lowbudget ondanks dat we $250 per persoon hebben betaald. Het is merkwaardig dat er voor ons geen dragers zijn voor onze spullen terwijl onze 3 groepsgenoten dat wel hebben. Net als dat het een beetje vreemds is dat wij zelf slaapmatjes moeten meenemen en dragen en onze groepsgenoten niet. Een extra drager zou $100 per dag meer kosten. Naja, ik vind het niet zo erg, ik heb nou wel mooi mijn eigen rugzak over de pas van de dode vrouw gedragen. Het is lawaaierig, vooral de Amerikanen praten veel en hard, maar ook onze Oostenrijkse buurvrouw kan er wat van. Op de trail was het best rustig. Na de lunch en de kampen zag je veel mensen, maar er waren ook hele stukken waar je niemand zag. Het landschap is geweldig. Heel afwisselende begroeiing en over die ruige bergen om ons heen. Het liep ook best lekker vrij vandaag. Luis, de gids, is bij Scott gebleven en die hebben we niet meer teruggezien na de lunch. En de dragers waren ons al vroeg voorbij gerend. Geen gids bevalt me prima, in m’n eigen tempo, af en toe het guidebook raadplegend. Alleen nog steeds gek dat iemand anders m’n tent voor me opzet en me heel onderdanig een kop soep komt brengen. Tja, het is niet anders. Het was een mooie dag, een zware dag, maar erg mooi.

    18:00

    De zon is onder en het wordt koud hier op 3600m. Het begint te schemeren en Scott en Luis zijn nog steeds niet aangekomen. Via de radio wordt Luis opgeroepen, ze leven in ieder geval nog. Ik heb me even teruggetrokken uit de drukte en lig vanuit de tent naar het laatste licht op de besneeuwde toppen te kijken. Ik heb koppijn, waarschijnlijk een combinatie van de inspanning en de hoogte. Petra loopt de hele dag gigantisch te kicken. De incatrail was haar droom en ze vind het nog leuker dan ze verwacht had. Ze loopt de hele dag naar bloemen en kolibries te wijzen. Ik ben blij voor haar en ik vind het ook een stuk leuker dan ik verwacht had.

    DAG 18, incatrail 3

    Heerlijk geslapen. Het was lekker fris en ik werd wakker zonder hoofdpijn of spierpijn. Vandaag wordt het weer een lange dag, maar het is meer de afstand dan de hoogte ditmaal.

    9:00, Second Pass, 3940m

    Een prachtig uitzicht op de besneeuwde bergen aan de andere kant van de pas. Maar wat is het hier druk. Bijna allemaal luidruchtige Amerikanen die het ‘fucking great’ en ‘fucking hard’ vinden. Net als op alle andere vlakke stukjes ruikt het hier naar stront. Ik heb even een beetje last van mensen-claustrofobie, te veel, te dichtbij, te luidruchtig. Ik wil eruit! Petra heeft er niet zo last van, die krijgt meer de kriebels als er gesocialiseerd moet worden op een moment dat het haar even niet past.

    13:00 Third Pass (3600m)

    Wauw, wat een prachtig stuk. Vanaf Sayac Marca liepen we anderhalf uur helemaal alleen over het mooiste stuk van de trail. Hoog over de bergen door een schitterend stuk nevelwoud. Na een paar minuten was ik de lawaaierige Amerikanen alweer vergeten en m’n humeur schoot omhoog. Wel een dozijn verschillende soorten mos in allerlei kleuren. Tolkien-achtige sprookjesbossen met baardmossen die in lange slierten naar beneden hangen. Dit was landschappelijk zeker het mooiste stuk van de trail.

    We hebben nu lunch boven op de pas met een schitterend uitzicht op de valleien beneden ons. Het enige minpuntje is de constant babbelende Oostenrijkse. Met harde stem blijft ze praten en praten en praten en praten, zucht. Ik probeer haar te negeren en m’n eigen gedachten te horen.

    16:30 Huanya Huina, 2700 m.

    Dit is het overnachtingsbrandpunt van de Inca Trail. Hier komen alle groepen samen. Dit is ook de plek waar een fles water 10 soles kost, 3.5 Euro. Deze plek is berucht vanwege de overweldigende drukte en viezigheid, maar onze tentjes staan op een terras aan de rand van de camping en we zien geen anderen. Alleen de mooi verlichte bergen met wolken en gletsjers, een goede plek. We kwamen zelfs Jeroen en Sasja uit Manu nog tegen, die zijn een korte variant aan het lopen en slapen in het hotel. Ik benijd ze niet, zij ons wel een beetje geloof ik.

    De afdaling vanaf third pass was loodzwaar. 1000 meter naar beneden en voornamelijk Incatrappen, verschrikkelijk. Ik heb bij wijze van experiment dezelfde techniek gebruikt als de dragers en ben gewoon naar beneden gerend. Ik was dan ook al drie kwartier eerder beneden dan Petra, maar van het landschap heb ik niets gezien en volgens mij was het levensgevaarlijk.

    DAG 19, donderdag 16 mei, Inca Trail 4

    6:30, Sungate

    Op 21 juni schijnt hier een zonnestraal doorheen en raakt precies de zonnetempel van Machu Picchu, een paar kilometer verderop. Maar nu is het 16 mei en komt de zon gewoon op en als op elke andere plaats. Toch vertrokken alle groepen om 5:00 uur in het stikdonker bij het licht van zaklampen voor een belachelijke race om als eerste hier te zijn. Wij liepen in eerste instantie helemaal vooraan, maar het tempo lag zo hoog dat we ons lieten terugvallen. Er waren zelfs mafkezen die rennend in het donker over het smalle pad langs diepe afgronden, de hele groep probeerden in te halen, wat een idioten. En nu zit iedereen hier te wachten tot de zonnestralen Machu Picchu raken en volgens mij duurt dat nog wel even. En net als overal stinkt het hier naar stront en oude pis. Het mysterieuze indrukwekkende gevoel ontbreekt een beetje, ik wil hier weg.

    9:30, Machu Picchu

    We zijn wat verder het pad afgelopen en zijn op een rustig plekje gaan zitten kijken hoe de zonnestralen op Machu Picchu vielen. Best wel erg mooi en even konden we in alle rust een glimp opvangen van de oude grandeur. De hoge vreemdgevormde bergen, de Urubamba rivier ver onder ons en de oude Inca stad. Nadat we onze rugzakken in bewaring hadden gegeven zijn we Machu Picchu ingegaan. Een bewaker probeerde m’n wandelstok in beslag te nemen, maar ik rukte me succesvol los, deed net of ik het niet begreep en liep snel door. Luis gaf ons een rondleiding door Machu Picchu. Zijn steroptreden relatief gezien, want verder hebben we hem nauwelijks gezien deze trip. Kwalitatief was de organisatie niet zo heel best. Slecht materiaal, matige gids, maar eigenlijk boeit me dat niets. Behalve de tent hadden we onze eigen spullen en we hebben prima onze weg gevonden op de trail en het heel goed naar onze zin gehad. Eigenlijk was ik best blij dat de gids meestal pleitte was. Hij was trouwens niet echt pleitte, maar bleef constant bij Scott, die een paar keer doodgegaan is in de afgelopen dagen. We hebben vanmorgen toch de mannen nog fooien gegeven, 50 soles voor de 6 dragers, 10 soles voor de kok en zojuist nog 5 dollar voor de gids, Luis. We hebben afscheid genomen van iedereen en zijn weer lekker op ons zelf. Nog een paar uurtjes bij Petra’s hoofddoel van deze reis en dan met de trein terug naar Cusco. Al met al vond ik de Inca Trail een geweldige ervaring, heel mooi.

    14:00 Agua Caliente

    Tjemig wat een dorp. Rijen vol souvenir tentjes en restaurantjes rond de spoorlijn gebouwd. Het is warm hier, we zitten ook maar net boven de 2000 meter volgens mij. Toch maar even lunchen in een van de restaurantjes voor we over twee uur op de trein naar Cusco stappen. Ik snap nu ook waarom we de trein van 16:10 uur hebben, dat is de lowbudget backpackers trein. Goh, hebben we daar $250 per persoon voor betaald?

    DAG 20, vrijdag 17 mei ‘sleutelpassage’

    6:30 Cusco

    Wat een lange treinreis gisteravond, we hebben er vijf uur over gedaan. Wel door prachtige landschappen, langs de Urubamba rivier. Backpackers-klasse is niet zo comfortabel, maar vijf uur is nog wel vol te houden. We klommen meer dan een kilometer tot boven Cusco en daar maakten we een aantal merkwaardige zigzag manoeuvres naar beneden om op het San Pedro station aan te komen. We werden wel opgehaald en naar Casa de Campo gebracht gelukkig. Gisteren was onze sleutelpassage van de reis, de plek waar vertraging het meeste pijn zou doen omdat we al een dure treinticket voor de volgende ochtend in onze zak hadden en omdat we vanwege de afspraak met Tonito in La Paz die trein ook wel erg graag willen halen.

    Terug in Casa de Campo vertelde ik Raul dat we vandaag naar Puno gingen. Hij stelde voor om een hotel te reserveren en ze vast de bustickets naar La Paz te laten kopen, goed idee. Toen hij de telefoon ophing zei hij dat het hotel 90 soles kost en dat de tickets niet gelukt waren. Naja, dan regelen we het terplekke wel. En of ik even de telefoonrekening kon betalen: 10 dollar. Godverdegodver, ik heb betaald, maar ik heb hem wel verteld dat ik goed pissig op hem was. Hij liet de tarieven zien en bood z’n excuses aan, dat hij ze niet eerder had laten zien, de eikel. We worden nu in Puno van het station gehaald en de hotelmensen zullen helpen om de tickets naar La Paz te kopen, we hebben namelijk niet zo gek veel tijd om dat te regelen vanavond. Gek, we zijn allebei wat kortademig van de hoogte. Dat had ik toch niet verwacht na de Inca Trail, daar waren we namelijk hoger. We hebben alleen de laatste 24 uur een stuk lager doorgebracht. Vreemd dat je dat zo snel merkt.

    8:30

    We zijn weer op reis. Alles zit in de rugzakken en die liggen ergens in de buik van de super-de-luxe Inca klasse trein naar Puno. Deze trein ziet er een beetje zo uit zoals ik de Trans Siberie Express verwachtte. Houten lambrisering, gedekte tafels met schemerlampjes en vaasjes bloemen. Geen banken, maar fauteuils, schilderijen aan de muur, brrr, nou begrijp ik wel waarom deze trein zo duur was. Voor deze trein naar Puno werd eerste klas trein aangeraden omdat er dan minder kans op diefstal is. Maar we zijn al snel tot de conclusie gekomen dat dit niet onze stijl is en dat ‘kans op diefstal’ waarschijnlijk een ook nogal subjectieve term is. Zo bang zijn we nou ook weer niet en de tweede klasse trein van gisteren was toch een stuk gezelliger. Hier zie je vooral wat oudere en rijkere toeristen. Gisteren, in de backpackerklasse, waren het ..euh.. backpackers en Peruanen. Voordeel van de backpackerklasse was dat ik verplicht de hele weg moest voetjevrijen met een leuke Peruaanse tegenover me. Ze had trouwens meer oog voor de Russische Igor en Petra trad succesvol op als cupido, waardoor ze aan het eind van de rit hand in hand zaten en ik koude voeten kreeg. Maarja, ook de incaklasse is wel weer leuk om een keer mee te maken.

    De gringotrail

    We reizen over de gringotrail. De route die de meeste toeristen af leggen. Het voordeel is dat er veel voorzieningen zijn en dat je je met engels goed kan redden. Het is makkelijk reizen en veilig. Het nadeel is dat alles duur is, dat het druk is en dat iedereen achter je dollars aan zit. Dat laatste ervaar ik toch wel als belastend. Je kan geen moment je schild van achterdocht neerlaten, of je wordt wel weer ergens genaaid of afgezet. Iedereen loopt met dollartekens in de ogen en deze reis kost daarom onnodig veel extra geld, jammer. We wisten dat van tevoren natuurlijk, als je doet wat de meesten doen, dan betaal je de prijs in dollars en in drukte. Dat bevalt me niet en dat is goed om te weten. Je hebt natuurlijk overal op de wereld gringo-trails. De stranden van Zuid-Europa, de Volendams, alle touist-traps en soms moet je dat maar gewoon op de koop toe nemen, als je wat wilt zien. Deze keer doen we dat en de volgende keer zoeken we het "unbeaten path" wel weer op.

    11:00

    Peru trekt aan ons voorbij. Een kleurrijk landschap met hoge bergen en spectaculaire rotspieken. We volgen de rivier en daarmee ook de vruchtbare vallei, vol akkers. Maïs, graan, aardappelen en velden vol schapen, koeien en ezels. Indianen families zitten loom op hun veldjes of lopen een beetje achter hun vee aan te sukkelen. Veel bedrijvigheid zie ik niet. Bouwvallige dorpjes met vieze zwaaiende kindertjes. Blaffende honden en stinkende varkens die de vuilnis doorzoeken. De grote weg naar Puno aan de andere kant van de rivier is verlaten. Af en toe rijdt er een bus, maar auto’s zie ik niet. Peru lijkt erg groen en vruchtbaar. Het ziet er gezond uit. Ik begrijp daarom de armoede niet zo goed vanaf hier. Buiten glijden de kleine boerderijtjes voorbij. Elk boerderijtje heeft een groen hokje op het erf met een nummer erop. Dit zijn wc’s die in het kader van een of ander hulpproject zijn uitgedeeld. Honderden van die hokjes staan er. Felgekleurde indianen staren naar de trein die langzaam voorbij tuft. Achter de gordijntjes en schemerlampjes nippen we aan onze pisco sour (een soort kleine marguerita’s) en wordt net een driegangen lunch opgedient, het contrast kan bijna niet groter. Een Duitser klaagt dat hij zo weinig lama’s ziet en een paar Amerikanen laten duidelijk merken dat ze het allemaal maar oninteressant vinden.

    Langzaam trok de zware dieseltrein ons hoger de Andes in, tot we op zo’n 4000 meter kwamen. De akkers maakten plaats voor uitgestrekte grasvlaktes, omzoomd met groene bergen, soms bedekt met sneeuw. Het landschap leek wel wat op de prairies van Montana, alleen zie je daar geen grote kuddes lama’s en vicuna’s. Af en toe een meertje waar grote roze vogels staan te vissen, flamingo’s. Een mooi landschap waar we doorheen tjoeken. Vreemd genoeg is de weg naar Puno hier minder verlaten, opvallend veel fietsers. Raar gezicht, die traditionele indianen met vlechten en bolhoed op de fiets.

    17:00 Juliaca

    De derde wereld. De huizen zijn krotten of afzichtelijke bouwsels van gewapend beton. Alles volgekalkt met namen van presidentskandidaten. De straten zijn onverhard en modderig. Grote plassen en overal vuilnis. De trein reed langzaam en toeterend door de hoofdstraat tussen de marktkraampjes door. Bijna geen auto’s, maar veel bakfietsen en af en toe een bus. Het is druk op straat, erg druk. Iedereen staart ons aan. De meesten lachen en zwaaien vriendelijk, maar sommigen roepen ons na, geven een middelvinger en er zit zelfs een kwat mest op een van de ramen. Het station en de bedrijven buiten de stad worden bewaakt alsof het forten zijn. Gewapende bewakers, prikkeldraad en wachttorens. Als ze me hier zouden droppen zou ik in het gunstigste geval een behoorlijke culture shock oplopen, denk ik. Ik hoop dat Puno en La Paz anders zijn.

    19:00 Puno

    Het gaat van een leien dakje. Dankzij het telefoontje van $10 gisteren, stond er een piepklein mannetje met een bord "Perkel-Perma". Mijn gok dat hij ons bedoelde klopte en twee minuten later waren we in het hotel. Uit het niets dook een ander mannetje op dat buskaartjes Puno- La Paz verkocht, van hotel tot hotel, voor $15 per persoon, perfect. We zitten nu dus zeer tevreden in een restaurantje aan Lima Street in Puno. Het is gigantisch druk in Puno, het is markt. Getoeter, geschreeuw, neonreclames en muziek. Het duizelt me allemaal even en ik ben blij dat alles geregeld is en dat we even achterover kunnen leunen.

    DAG 21, zaterdag 18 mei, ‘via Lake Titicaca naar La Paz’

    6:30 Puno

    Goed geslapen in hotel Ferrocarril. Raul had het toch nog niet zo slecht gedaan, want onze kamer kost officieel $44 en wij betaalden ca $30. Ik had een klein beetje last van de 3800 meter en werd een paar keer naar adem happend wakker, maar niet ziek of koppijn gelukkig. De route gaat vandaag toch via Copacabana, in plaats van de kortste route via Desaguerdo. We gaan nu via de mooie route langs het Titcaca meer en zijn toch nog rond 16:00 uur in La Paz, perfect.

    9:30 Lake Titicaca

    We werden met een busje bij het hotel opgehaald en naar een luxe touringcar gebracht, naar het busstation in Puno. We kregen alvast Boliviaanse inreisformulieren. Goed geregeld allemaal. Rond het hoogste meer ter wereld ziet het er iets vrolijker uit dan op de koude kale hoogvlakte vlak voor Puno. Maar misschien komt dat omdat nu de zon schijnt en het gisteren regende. Ook hier graanakkers, maar ook mensen die het riet oogsten om die typische rieten bootjes te maken, die je overal aan de oevers ziet liggen. Verder dezelfde lemen huisjes en indiaanse vrouwen met bolhoedjes. In de verte doemen de besneeuwde toppen van de Cordilla Blanca op.

    13:30 Copacabana

    Nadat we een uurtje door het dorp hebben mogen banjeren, zijn we overgeladen in een Boliviaanse bus. De bus is kleiner en minder luxe en de rugzakken liggen op het dak. In Copacabana zijn het vreemd genoeg blanke hippies die sieraden verkopen in plaats van de indianen. Maar toch blijven er genoeg lokale souvenirs over om te verkopen. Wat een stuk leuker was, was de markt. Fruit, groente en varkenskoppen worden door kleurrijke vrouwtjes met bolhoedjes verkocht. Ze wilden helaas niet hebben dat ik foto’s maakte, dan wordt hun ziel zeker gestolen tenzij ze er harde cash voor krijgen. We zijn nog niet vertrokken en er lijkt wat verwarring te zijn. Toch lijkt alles steeds gewoon goed te werken. Tenminste in Peru, met Bolivia hebben we nog geen ervaring, maar ik heb er wel vertrouwen in. We moeten ook steeds een passagierslijst invullen, dus mochten we ergens van de aardbodem verdwijnen, dan kunnen we aan de hand van de passagierslijsten teruggevonden worden. Ah, we vertrekken, op naar La Paz, dit is leuk reizen.

    18:00 La Paz

    We zijn er en in hostal Republica kennen ze onze namen, mooi. Leuke rit vanaf Copacabana. Het hoogtepunt was dat we het Titicacameer moesten overvaren. De bus ging op een soort houten vlot en wij in een wiebelige sloep erachter aan, heel leuk. Aan de overkant reden we over de altiplano naar La Paz. Het werd steeds drukker en het verkeer hectischer en opeens doemde er een grote canyon op waar een grote stad in lag. De helft van La Paz ligt namelijk op 4000m en de andere helft in de canyon op een wat comfortabelere hoogte. La Paz is de enige stad waar de arme mensen ven het mooie uitzicht mogen genieten, maar dus ook van de hoogte en de kou. Het gedeelte in de canyon is dus het rijkere deel van de stad. We werden bij het kantoor van combi-tours gedumpt, i.p.v. bij ons hostal, dus we hebben maar een taxi genomen. De eerste indruk van La Paz is niet zo gunstig. Het lijkt nogal een vervallen oude troep, zelfs het centrum. In het hostal hangen overal waarschuwingen tegen dieven en vooral tegen nep-agenten. Ik denk dat we maar niet in het donker gaan verkennen, daar heb ik ook niet zoveel puf voor op het moment. We moeten trouwens ook nog even wachten op Tonito. Dat is het bureautje dat ik vanuit Nederland via e-mail heb gevraagd om dit hotel te boeken. We gaan met Tonito de 3-daagse over de Salar de Uyuni naar Chili maken en ze zorgen voor transport naar Uyuni, onder andere met de Expresso del Sur. Dat is de trein van Oruro naar Uyuni en het schijnt een van de mooiste treinritten ter wereld te zijn. Ik heb dus gevraagd of ze tickets voor me willen regelen en als het goed is komen ze die zo brengen.

    Om 19:00 uur kwam Veronica alle tickets en vouchers brengen. Ik betaalde met m’n traveller cheques en heb er nu nog maar twee over. Die ga ik verzilveren voor US dollars. Aah, fijn gevoel dat dit gelukt is. Dit was eigenlijk een van de gevoeligste delen van de reis, omdat we vandaag in La Paz moesten zijn om die deal met Tonita te laten lukken en het is gelukt.

    DAG 22, zondag 19 mei

    8:30 Hostal Republica

    Voor het eerst in een week moeten we niks, we hoeven niet vroeg op te staan. We hebben een vrije dag zou je kunnen zeggen. We laten ons een beetje bang maken door alle waarschuwingen die hier hangen en in de krant en de Lonely Planet staan. We laten paspoorten en het grootste deel van onze dollars in het hotel. M’n zakken zijn leeg en ik neem me voor om nergens in te trappen. Ach, ik ben niet echt ongerust, er gebeurt toch nooit wat (afkloppen). Eerst maar eens een leuk ontbijt tentje vinden en dan een wisselkantoor.

    15:00

    Op het tweede gezicht was La Paz toch eigenlijk best leuk. We zijn naar Plaza Santiago gelopen en zijn over de marktjes gaan slenteren. De heksenmarkt is wel wat luguber, er worden gedroogde padden en lama foetussen verkocht. (Lama foetussen worden in de fundering van een huis gedaan en deze moet dan geluk en vruchtbaarheid brengen). Verder kan je het zo gek niet bedenken of ze verkopen het wel op een van de kraampjes. Het eten dat in de stalletjes werd aangeboden zag er maar ietsjes beter uit. Maar wat een gezellige drukte. Ik schat dat hier zo’n 10 % van de vrouwen in de wijde rokken met bolhoedjes lopen. Op de marktjes is dat ongeveer 25% en op het platteland zo bijna 100 %. We zijn een hofje ingelopen waar een bordje "Pecena" boven hing en kwamen bij een terrasje vol vrolijk drinkende Bolivianen. We zijn gaan zitten en hebben op goed geluk wat op de kaart aangewezen. Het duurde vervolgens ruim een uur voor er voedsel verscheen. Een lekker loom uur met Zuid-Amerikaanse muziek en babbelende, dobbelende en drinkende oude mannetjes om ons heen. Na een uur werden er twee gigantische borden met eten gebracht. Een soort snitsels met rijst, ei, rauwe ui, tomaat en paprika. En het smaakte verrukkelijk. Helemaal volgegeten en gedronken betaalden we het gigantische bedrag van 55 bolivianos, minder dan 10 Euro. Het is trouwens nationale schoonmaakdag ofzo. Overal staan militairen aanplakbiljetten weg te poetsen. Ik geloof dat er verkiezingen geweest zijn en nu wordt de rommel opgeruimd door militairen en studenten. Over verkiezingen gesproken. Er is thuis een hoop gebeurt sinds we weg zijn. Pim Fortuijn is vermoord en dat heeft hem een hoop stemmen opgeleverd. De grootste twee partijen zijn nu CDA en LPF. We verlieten een links zakelijk land en komen nu terug in een rechtse staat, shit.

    Interview

    Nico: "Wat vond je het mooist tot nu toe?"
    Petra: "Manu."
    Nico: "Wat precies?"
    Petra: "Alles, het geheel, het eten en we hebben heel veel gezien. We hadden een goede gids."
    Nico: "Wat vond je het minst leuk?"
    Petra: "De busreis gisteren, want ik was liever nog een dagje in Puno gebleven."
    Nico: "Wat was anders aan Peru dan je verwachtte?"
    Petra: "Het was een stuk groener en Cusco was een stuk mooier dan ik dacht. De mensen waren aardig en je kan je een stuk beter redden zonder Spaans dan ik dacht."
    Nico: "Wat vind je van deze manier van reizen?"
    Petra: "Minder erg dan ik verwacht had, alleen het gesleep met de rugzakken is wat lastig. En het is wel erg duur met die hotels en restaurants."

    20:00 uur

    Oef, iets te hard geroepen dat alles gladjes verloopt. Gisteravond hebben we een grote zak vuile was afgeleverd met onder andere Petra’s warme kleren voor de 3-daagse. Vanaf vanmiddag is ons steeds beloofd dat over een half uur onze was terug zou zijn. We beginnen ons er ondertussen op in te stellen dat we het nooit meer terug zullen zien. Tja, de rugzakken zullen dan wel wat lichter zijn en het doel "geen vuile was meer" is toch ook op een bizarre manier bereikt. Petra’s dikke trui is het ergst, maar toch ook jammer van de dure Tenson en Fjallraven merkkleding van mij. Misschien is het toch niet zo handig om dat af te geven of zelfs überhaupt mee te nemen, mmm. Petra is er iets minder nonchalant over: "klote land, ik haat Bolivia nu al, ik wil terug naar Peru, ze lachen ons gewoon uit." De receptioniste probeert te helpen, maar de knakker van de tourist-info begon inderdaad te gniffelen. Naja, shit happens.

    20:30

    Mmm, de les was gratis deze keer. Een grote zak met zachte, droge, schone, dure kleren werd afgeleverd, pjew.

    We hebben zelfs winst, een onbekende adidas sport BH. Toch iets minder nonchalant zijn de volgende keer, alhoewel… Ik heb trouwens een ander alleraardigst probleempje. Het lijkt er een beetje op alsof we tijdens de Inca Trail huisdieren hebben verzameld, vlooien. Mijn benen zitten onder de jeukende bulten en er komen er steeds meer bij. Ik heb ze nu allemaal met een pen omcirkeld om te kijken of er nog steeds vlooienactiviteit is de het wassen van de kleren en douchen. Als het überhaupt vlooien zijn, ik heb nog niks zien wegspringen.

    DAG 23, maandag 20 mei.

    9:30 La Paz, busterminal

    Tijdens deze reis wisselt het gevoel van onrust en het gevoel van tevredenheid elkaar continu af. Wanneer je een bus of trein moet halen is er de onzekerheid van de tickets, waar je moet zijn, hoe je er moet komen en hoe het werkt. Meestal is het simpelweg een taxiritje naar de juiste plek en daar even goed uit je doppen kijken. Zo ook hier, we hebben onze rugzakken afgegeven bij de TranCopacabana balie en nog even goed gecontroleerd of we echt de bus van 10:00 uur naar Oruro moeten hebben en waar hij precies vertrekt.

    Vervolgens komt het gevoel van tevredenheid. We zitten aan de cocathee bij een klein ontbijtstalletje tussen de bolhoedjes en ontbijtende politieagenten. Het is comfortabel in het ochtendzonnetje en alles is onder controle. Dit zijn de momenten om te genieten, een beetje om je heen kijken wat er allemaal gebeurt en overdenken wat je de laatste dagen hebt meegemaakt. Ondanks dat backpacken niet mijn meest ideale modus van reizen is, beginnen we toch te vermoeden dat deze reis misschien wel als meest indrukwekkende onze geschiedenis in gaat. We doen zoveel verschillende dingen en zien zoveel. Het meest interessant vind ik de onderdompeling in het straatbeeld. De dingen die ik in mijn ene uur in Mexico als onaangenaam en bedreigend ervoer, lijken nu allerdaags en helemaal niet eng meer. Niet dat het klassenverschil leuk is, of de bedelaars pittoresk zijn, maar het stoort me gewoon minder. Verder ben ik toch wel erg blij met de natuuronderbrekingen. Manu, de Inca Trail en de komende trip over de Salar de Uyuni. Ik kijk ook uit naar Chili, maar ik denk dat ik gek genoeg de alledaagse sfeer uit Peru en Bolivia wat zal missen. Eigenlijk heb ik mijn negatieve oordeel over La Paz ook herzien, eigenlijk is het hier gewoon beregezellig op straat. Gisteravond hebben we tot zonsondergang met z’n honderden op het Plaza Morillo popcorn zitten eten en duiven zitten voeren. Leuke plek.

    14:30 Oruro (3700 m)

    Na een soepel busrit, met film, zijn we in Oruro aangekomen. Over een uur vertrekt de Expresso del Sur naar Uyuni. We zitten al bij het station, naar het gedoe om ons heen te kijken. Oruro ziet er niet zo spannend uit, al is het best groot, 150.000 inwoners ofzo. Het ziet er niet arm uit, maar de vierkante huizen in een grauwe grondkleur zijn slordig tegen de heuvels gemept. Oruro lijkt rijker dan de andere plaatsen die we gezien hebben. Relatief veel dure auto’s en relatief weinig campesino’s, de arme boeren. De dorpjes onderweg waren kleurrijker, overal stalletjes en marktjes en gedoe. Ook het landschap tussen La Paz en Oruro was niet geweldig spannend. Enorme grasvlaktes met af en toe een enorme vulkaan aan de horizon. Het was zo verschrikkelijk helder dat we de grote vulkaan van het Leica Nationaal Park aan de grens met Chili konden zien. Goh, Oruro, maanden geleden trok ik met mijn vinger een route over de kaart en besloot om via Oruro te gaan om met de Expresso del Sur te kunnen reizen. De Expresso del Sur staat nu op een paar meter afstand te glinsteren in het keiharde zonlicht, wauw.

    16:30

    Ondiepe zoutmeren vol flamingo’s, grasvlakten vol lama’s en fata morgana’s die de bergen achter de horizon weerspiegelen. Langzaam trekt de Expresso de Sur door het landschap van de altiplano. De coupe is nog niet halfvol en er klinkt een lui Boliviaans muziekje uit de speakers. We hangen lui achterover te genieten van dit alles, af en toe graaiend in onze tas vol lekkers. We zijn op weg naar Uyuni, Yeah!

    22:30 Uyuni

    Pjew, wat een lange dag, we zijn helemaal gaar. Voor de tweede keer de film "family man" gezien zonder geluid, de eerste keer van Madrid naar Lima en nu van Oruro naar Uyuni. Op het station stond er opeens een vrouwtje achter ons die zei: "Petra, Nicolas?". Ik vroeg heel dom "huh? Hoe weet je dat?" en ze zei dat ze van Tonito was en iedereen op het perron vroeg of ze toevallig "Petra en Nicolas" heten hahaha. We werden naar het Tonito kantoortje gebracht en heel voorzichtig begonnen ze met "euh, we hebben een klein vraagje…". oh,oh, meestal hebben kleine vraagjes grote gevolgen.…" Morgen vertrekt er een Jeep met nog 2 open plaatsen en voor overmorgen hebben we nog helemaal niemand, Zouden jullie misschien morgen mee willen? Por favor?,"

    Omdat ik eigenlijk zoiets al min of meer had verwacht, begreep ik het Spaans gebrabbel. Eigenlijk had ik zelfs van tevoren al tegen Tonito willen zeggen dat het me niet uitmaakte of we 1 of 2 nachten in Uyuni zouden doorbrengen, dus ik kon moeilijk tegenwerpingen maken vond ik. Maar eigenlijk hadden we ons nu wel op een rustdag in Uyuni ingesteld, ondanks dat andere backpackers dat hadden afgeraden omdat het een troosteloos gat is (ik hou juist vaak wel van troosteloze gaten). We wilden ons niet als wij-hebben-er-recht-op-eikels gedragen en hebben toegestemd. Wel een beetje jammer, want het hotel waar we vervolgens naar toe werden gebracht, Magia, is schitterend. Stro op de vloer, de deur en uitstraling van een boerderijtje. Maarja, reizen betekent ook dat je soms een beetje flexibel moet zijn en tot nu toe hebben we maar weinig hoeven in te schikken. Petra is iets teleurgestelder dan ik, terwijl ze in eerste instantie mijn keuze om een extra nacht in het ongezellige (volgens de reisboeken) Uyuni te blijven in twijfel trok. Het komt ook omdat we ontdekt hebben dat we die kleine plaatsjes eigenlijk het leukst vinden en nu geen kans hebben om rustig zo’n Boliviaans dorpje te bekijken helaas. We zijn nu ook een dag eerder in Chili, 6 dagen in San Pedro is wat lang en de bufferdagen heb ik niet hoeven te gebruiken. We denken dus nog na over een Chileense toegift. Misschien nog een paar dagen verder reizen, misschien gewoon een auto huren, of toch gewoon tours vanuit San Pedro. We zien wel.

    DAG 24, dinsdag 21 mei

    8:00 Uyuni

    Brrr, het is koud hier. De houtkachel brandt en buiten lopen dikingepakte bolhoedjes voorbij. Volgens een Francaise aan de ontbijttafel is het ijs- en ijskoud op de Salar en ze is blij dat ze weer terug is. Tijd om de winterkleren op te zoeken.

    13:00 Salar de Uyuni, zouthotel

    Wow, wat een landschap. Een witte woestijn vol witte zouthoopjes en luchtspiegelingen. Zonder zonnebril zie je helemaal niets en navigeren kan alleen op basis van de bergen aan de horizon. We zijn nu bij het beroemde zouthotel. Het is dus helemaal van zout gebouwd, inclusief de meubels. Het is overigens niet meer in bedrijf vanwege vervuilingsproblemen. We reizen met een stoere Toyota Landcruiser en de groep bestaat uit 6 man, plus een chauffeur en kokkin. Een Zwitsers stel, Manu en Zelline, de australische Richard, de franse Gwen en wij. Allemaal jonge mensen en een leuk groepje, het klikt. Gwen spreekt ook Spaans en is daarmee ons communicatiemiddel met de Bolivianen. Het tempo is lekker laag en we stoppen vaak. We krijgen alle tijd om rond te kijken en iedereen lijkt tevreden en relaxed. We zijn pas twee uur onderweg, maar ik vind het nu al een heel plezierige trip. We zijn vanmorgen wel gewaarschuwd voor de venijnige kou ’s nachts, maar hier zijn we op voorbereid, warme kleren en dikke, dubbele slaapzakken. We hebben vanmorgen nog even door Uyuni rondgelopen. Best aardig dorp voor een dag en zo te zien is het behoorlijk welvarend. Het is er wel stil en koud, we hebben ons thermo ondergoed aangetrokken en zelfs in de zon is het niet heel warm.

    18:00 San Guan

    We zijn gestopt in dit piepkleine stoffige dorpje. Omringt door roodgekleurde bergen en graslanden vol lama’s en vicuna’s. We slapen met z’n allen in een slaapzaal en het leven lijkt hier supersimpel. Leuke plek, maar niet om al te lang te blijven. Ah, leuke dag zo.

    DAG 25, woensdag 22 mei

    We hebben de dag gisteren in stijl afgesloten in de enige pub van het dorp en daarna bereidden we ons voor op de koude nacht. Maar zes lichamen in een klein kamertje werkt even goed als een kachel en de extra fleece deken was eigenlijk niet eens nodig. Ik heb goed geslapen tot op 6:30 uur m’n alarm ging. Wij waren als eersten op en zijn even de zon gaan begroeten in de ijskoude straatjes van San Guan. Mijn thermometer zegt –7 graden.

    9:00 Altiplano

    Een andere planeet, kaal, koud en onbewoond. Je kan oneindig ver kijken tot aan de besneeuwde vulkanen in Chili. In het absolute niets doemt opeens een militaire controle post op, "passaportes por favor" huh? Petra houdt niet zo van dit soort landschappen, maar ik vind het wel kicken. Dit is het meest afgelegen deel van de altiplano. Wegen zijn er niet, we volgen een vaag spoor over een bevroren moddervlakte. Geen boompje of zelfs maar een sprietje gras te zien. Het meest wonderbaarlijke is dat er opeens een vos liep. Midden in het niets, waar moet die nou van leven? Op dit soort plekken begin je je opeens af te vragen waarom de chauffeur gisteren een half uur onder de moterkap keek en waarom het nu zo naar diesel stinkt. Yeah, ik hou wel van dit soort plekken.

    12:00 Laguna Hedona, 4165 meter

    Het pad is ruig en af en toe hobbelen we stapvoets over de keien. Maar wat is het hier mooi. De kale vlakte heeft plaats gemaakt voor een kleurig landschap. Gele spinifex en een keiharde felgroene mosachtige plant, die hier als brandstof wordt gebruikt. Groen, rood, gele vulkanen met soms een pluimpje rook boven een krater, of met een witte sneeuwlaag. Zwarte meren met groene strepen vol felroze flamingo’s. En alles onder een strak blauwe lucht. Het ruikt hier naar zwavel en dat brengt herinneringen terug aan Yellowstone National Park in de USA. Alleen is het hier oneindig veel afgelegener al tel ik nu wel zes landcruisers. Hier missen ook de hekken, de paadjes en waarschuwingsborden van Yellowstone.

    16:00, Laguna Colorado (4300 meter)

    Laguna Colorado, de gekleurde lagune. Dat klinkt vrolijk en exotisch, bijna tropisch. Niets is minder waar. Aan de voet van een besneeuwde berg ligt een verzameling keetjes met metalen daken. Er steken wat hoge radiomasten omhoog en een grote schotelantenne is op het noorden gericht, de richting waar vanaf dit punt op de aardbol de geostationaire communicatie satellieten hangen. Er staat een harde, gure wind en zonder muts, handschoenen en sterke zonnebril kan je je beter niet buiten wagen. Stromend water is er niet en elektriciteit alleen gedurende een paar uur. Er is wel internet wanneer ze een straalverbinding met La Paz opzetten, tegen astronomische prijzen natuurlijk. Al met al lijkt het net of we op een zuidpool basis zijn aangekomen. De witte zouthopen zijn net ijsbergen, alleen de pinguïns hebben een eigenaardige roze kleur en lange steltpoten die de verkeerde kant opbuigen. Om 18:00 uur is het diner, we hebben dus nog een paar uur om onze gezellige omgeving te verkennen. Het stuk van Laguna Hedona tot hier was net een scène uit de film Mad Max. We scheurden door het stoffige niets, terwijl parallel aan ons in de verte af en toe een collega landcruiser in een stofwolk voorbij kwam. Dit maanlandschap bevond zich op 4500 meter hoogte en elke heuvel waar we langs reden was hoger dan de hoogste alpentop, de Mont Blanc. De echte bergen die voorbij schoven staken bijna zes kilometer de hoogte in en markeren de grens met Chili. Dit is echt de meest afgelegen plaats waar ik ooit ben geweest geloof ik, prachtig.

    DAG 26 donderdag 23 mei

    5:30, Poolbasis, 4300 meter, -11 graden

    Stikdonker. Alle landcruisers staan te loeien en iedereen rent druk heen en weer om zijn spullen te pakken. Even opletten dat onze bagage op de juiste wagen gaat, namelijk die naar Chili. We zijn helemaal ingepakt in alle kleren die we bij ons hebben en dan is , -11 ºC niet oncomfortabel. Avontuurlijk dit, ik geniet.

    9:30 Laguna Blanco, hotspring

    Allemachtig wat is het koud en allemachtig wat is het mooi. Gwen en Richard liggen in de bron terwijl het nog vriest. Ik wilde eigenlijk ook, maar kan niet bij mijn rugzak met handdoek onder het zeildoek op de landcruiser, naja, zo graag wil ik nou ook weer niet. We bevinden ons in een ijs en sneeuw landschap op ongeveer 5000 meter hoogte, hoger dan de Mont Blanc. Vulkanen, geisers, borrelende modder, stomende gaten en warme baden. En er zijn geen mensen en het is ijs- en ijskoud. Gelukkig is de kokkin wat warms aan het maken. Petra houdt niet van kou en niet van vroeg in de ochtend. Ze sputtert en moppert en heeft allerlei probleempjes, ze wil naar huis. Gaat wel weer over als het ophoudt met vriezen (Petra: Hij bedoelt na het ontbijt of een kop koffie, want drie uur ’s morgens zonder iets is wel een beetje lang). Ah, ontbijt.

    14:00, San Pedro de Atacama

    Chili! We zijn in Chili. We zijn na het ontbijt naar het vlakbij gelegen Laguna Verde gereden en daar in een bus van Colque Tours geladen en naar de grens gereden. We betaalden met onze allerlaatste Bolivianos voor de exit stempel van 15 Bolivianos per persoon en begonnen aan de lange afdaling van 4500 meter naar 2500 meter. Bijna ging het me nog veel meer Bolivianos kosten omdat ik vergeten was dat je geen cocabladeren mee mag nemen de grens over, ik kon mijn zakjes nog net op tijd legen vanuit het busraam terwijl we bij de douane stopten. We werden eerst naar het immigratie kantoor gebracht, waar de rugzakken werden doorzocht en waar een douanier Petra’s nieuwe Europese paspoort als souvenir wilde houden, omdat hij die nog nooit had gezien. Daarna werden we in het dorp uit de bus geschopt. Met de Lonely Planet in de hand zijn we naar een hotelletje gelopen dat aangeraden werd en de eerste actie was het afpellen van de lagen thermo ondergoed en fleece. Het is hier namelijk een hele comfortabele 22 graden, 33 graden warmer dan vanmorgen. San Pedro, de eerste indruk is tweeledig. Aan de ene kant een gezellig adobe dorpje met leuke pensions, restaurants, bars en winkels. Een comfortabele plek. Aan de andere kant is het een van die tourist traps op de gringo trail, waar men op onze dollars uit is. Even een verademing om hier te zijn, maar zes dagen lijkt me wel wat erg veel. Eerst maar eens lui lunchen en dan eens gaan bedenken wat we met de overgebleven tijd gaan doen. De groep viel natuurlijk ook uit elkaar. Gwen, Manu en Zelinne keerden terug naar Uyuni, terwijl Richard en wij de grens overgingen. Richard is ondertussen met de bus naar Calama vertrokken en wij zijn weer op ons zelf.

    Gek, ik heb het idee alsof we klaar zijn. Toen we hoog in de bergen Chileens grondgebied opreden lag daar opeens een keurige glimmende asfaltweg. De bus stopte en de chauffeur riep "civilisation", de beschaving. We zijn eruit, we zijn op een of andere manier terug. Ik weet niet helemaal precies waaruit, maar vreemd genoeg mis ik het een beetje. Iets dat ik een paar weken geleden niet voor mogelijk had gehouden. Het avontuur van het onbekende, de bolhoedjes, de onbekende cultuur, de extremen van de natuur, de spanning en voldoening. Natuurlijk is het nog niet helemaal voorbij, maar wel datgene waar ik tegenop zag, maar waarvan ik ook wist dat ik er achteraf op deze manier over zou denken. Ach, ik raak een beetje beneveld. De vermoeidheid slaat toe door de warmte en de wijn. We zijn nog maar net tot stilstand gekomen in een restaurantje, nog zonder dat we het vuil van de laatste dagen van ons hebben afgewassen, na drie dagen en nachten hetzelfde thermo ondergoed, we zullen wel stinken, hahaha. Palmbomen, popmuziek, Europeanen, wijn, pizza, internet, een ideale temperatuur. Yeah, ik mis Peru en Bolivia.

    Planners en zwervers

    Als gringo op de gringotrail kom je ze in alle soorten en maten tegen, andere gringo’s. Grofweg zijn er twee soorten, de zwervers en de planners. Deze classificatie klopt niet helemaal, maar zo heten ze in mijn hoofd. De zwervers zijn de lui die een half jaar of een jaar onderweg zijn. Ze hebben ontslag genomen om te reizen. Ze weten ongeveer waar ze heen gaan, maar niet precies. Ze zijn vol zelfvertrouwen, kijken niet zo nauw en komen ontspannen over. De planners zijn er maar een paar weken, hoogstens zo lang als hun verplichtingen thuis (werk) het toestaat. Hun schema staat vast, het tempo ligt hoog en er moet zoveel mogelijk worden gedaan in de beschikbare tijd. Wanneer wij ze tegenkomen zijn ze vaak nog niet gewend aan hun omgeving of zijn ze druk bezig met te proberen ergens te komen waar ze op een bepaalde datum moeten zijn. De zwervers maakt het allemaal niet uit wat er misgaat, ze hebben het allemaal meegemaakt en hebben toch nog tijd zat om met een pilsje in de hand een oplossing af te wachten. De planners leven intensief en proberen alles op te nemen en vast te leggen. De zwervers nemen nog een pilsje en vertellen langzaam hun verhalen. Je herkent de planners aan hun veiligheidssloten, stalen netten, flitsende fotocamera’s, outdoor merkkleding en gehaaste blik in hun ogen. De zwervers zijn armer, gehavende kleding, verrassend weinig bagage en een vage grijns om de mond. Wij zijn planners, maar soms probeer ik om een beetje een zwerver te zijn en heel soms lukt het, een klein beetje.

    De Andes dimensie

    Gisteravond hadden we een geweldige lol. Onze groep bestond uit vijf planners en een zwerver, Gwen. En onze collega Tonito groep had dezelfde samenstelling. De zwerver van de andere groep, een Engelse barkeeper die zijn baan heeft opgegeven om te kunnen reizen, ergerde zich dood aan de vier Duitsers (planners tot in het extreme) in zijn groep en sloot zich bij ons aan. Hij had prachtige verhalen en samen met onze ozzie, Richard, zorgde hij voor eersteklas entertainment. Tussen de lachbuien door, kreeg ik een merkwaardige gedachte. Deze Brit gebruikte in elke zin het woord "fucking" , hij had een gigantische tik, waarbij hij zijn mondhoek zo ongeveer tot achter zijn oren trok en had als carriere barmeals opwarmen in pubs. In de "normale" wereld zou hij duidelijk tot de lagere klasse worden gerekend, door de "normale" mensen. Maar hier, in het meest afgelegen deel van de Andes, werd hij door zijn medereizigers gezien als de hoogste klasse, zowel door de planners als door de zwervers. Hij was overal geweest, had alles meegemaakt, wist de prijzen, tijden en belangrijke weetjes over de meest onmogelijke trips. Deze vent hoort helemaal geen barmeals op te warmen, hij hoort hier, reizend over de aardkloot en het deed me genoegen dat hij dat ook aan het doen was. Eigenlijk is dit verhaaltje met een moraaltje (sorry hoor, kan het af en toe niet laten). Ik hoor wel eens mensen minderwaardig doen over andermans capaciteiten en ik betrap mezelf daar ook wel eens op. Maar vaak liggen de capaciteiten van die anderen net op een ander vlak. De Engelsman is maar een domme, botte onwetende kroegkok zal de vastgeroeste intellectueel misschien zeggen. Maar in de dimensie van de Andes is de Engelsman een wijze, ervaren autoriteit en de intellectueel een onbelangrijk onwetend stipje, ver voorbij de horizon. Mmm, iets om in gedachte te houden.

    DAG 27, vrijdag 24 mei

    8:30 San Pedro

    Een rustige, vredige ochtend, na de hectiek van de afgelopen dagen. We hebben uitgeslapen en zitten nu te ontbijten in de tuin van hostal Rayco. Bomen vol fruit, vogeltjes en een zonnetje. Het is nog fris, maar niet te koud om buiten te zitten. Tjemig, dat denkt een grote zwarte hond ook, die komt hier spontaan bij me op schoot zitten. Naja, nadat ik hem aangehaald heb en een likje leverpastei gegeven. Ik sleep al vier weken vier pakjes hardkeks en vier blikjes leverpastei mee, voor het geval dat we ergens zonder eten zouden komen te zitten, maar vooral voor het geval dat we ziek zouden worden tijdens een van de expedities en het ons aangeboden eten niet zouden kunnen verdragen. Tijdens Manu waren er biscuits voor me en verder is het niet nodig geweest. Nu is het dus gewoon handig en lekkerder dan het zoete witte brood dat ze hier hebben. Wat opeens ook heel welkom is, is het kleine potje instant koffie dat ik meegenomen heb, we kunnen hier namelijk thermoskannen heet water krijgen. Als echte outdoor nerd had ik natuurlijk ook onze laplandmokken nog in de rugzakken gesmeten en al dat spul plaagt me al bijna vier weken, omdat het steeds in de weg zit en nogal onnoodzakelijk bleek. Maar toch is het wel aangenaam nu, we ontbijten uit de rugzak, net kamperen, leuk. Het plan voor vandaag is om mountainbikes te huren en naar de vallei van de maan te fietsen. Het hoofddoel is om even lekker te relaxen en de dag begint goed wat dat betreft.

    11:00 Vallei van de maan

    Tjee, wat is het hier stil. Geen verkeer, geen vogels, geen wind, helemaal absoluut niets. Je hoort de stilte in je oren piepen. Dit is wel weer kicken, met een mountainbike over de verlaten woestijnwegen met de besneeuwde toppen van de Andes op de achtergrond. Maar toen het asfalt overging in gravel en de weg begon te stijgen, ging het kicken over in stevig zweten. In de felle woestijnzon. Toch is het maar 18 graden in de schaduw.

    13:00 Atacama woestijn

    Tjemig wat een dorre droogte. Het is de droogste woestijn ter wereld, en dat geloof ik gelijk. We zijn de vallei van de maan uit en hebben de weg van San Pedro naar Calama bereikt. Het is zo droog dat we heel snel dorst krijgen en de watervoorraad van 2,5 liter slinkt snel. We voelen ons behoorlijk kwetsbaar hier op twee fietsbandjes op de scherpe stenen. We hebben geen kaart en ik rij nu op gevoel. Gelukkig hebben we de asfaltweg bereikt en ik schat dat het iets meer dan 10 kilometer is naar San Pedro. Verkeer is er bijna niet. Nu lunchen we in de piepkleine schaduw van een verkeersbord, dromend over de poelen aan de andere kant van het dorp, waar je schijnt te kunnen zwemmen.

    16:00 Pozo 3

    Dat was even verschrikkelijk afzien, nog zwaarder dan de laatste 100 meter naar de pas van de dode vrouw. De weg ging vijf kilometer lang stijl omhoog. Onze konten deden ontzettend zeer van de harde zadels en onze spieren begonnen verschrikkelijk te verzuren. We zijn dan ook afgestapt en zijn over het bloedhete asfalt met kelen als schuurpapier naar boven gelopen. Na vijf kilometer zwoegen keken we neer op het indrukwekkende landschap van de maanvallei en daarachter de groene oase, San Pedro.De volgende acht kilometer gingen we met een levensgevaarlijke rotvaart naar beneden en we waren in no time terug in San Pedro. Dit kon wel eens het meest gevaarlijke stukje van de hele reis geweest zijn. Er was veel wilskracht voor nodig om even later de fietsen weer te pakken en aan de andere kant het dorp uit te rijden op zoek naar Pozo 3. Pozo 3 is een andere oase, waar je in de bron kan zwemmen. Een kwartier lang verbeten we onze zere billen en even later plonsden we rond in de bron. De bron maakt deel uit van een camping, maar het is hier helemaal verlaten. Net als in de maanvallei, daar was ook helemaal niemand. Muisstil overal, heerlijk. Maar nu, na een verkoelende ontspannende duik , moeten we weer drie verschrikkelijke kilometers terug, slik.

    20:00

    Bedtijd, want over acht uur worden we opgehaald voor de tour naar de El Tatio geisers. Het lukte om wat van de prijs af te dingen, 10.000 i.p.v.12500 op voorwaarde dat ik niks tegen de anderen van de groep zou zeggen. We werden gewaarschuwd tegen de hoogte van 4300 meter en de temperaturen tot –10 ºC. Ik zei dat we gisterochtend nog bij Laguna Colorado zaten, hoger en kouder, no problem dus. Nu snel slapen, om 3:30 uur gaat mijn alarm.

    DAG 28, zaterdag 25 mei

    3:45

    Tjemig wat vroeg (gaap). Aangekleed als een Michelin mannetje en een Michelin vrouwtje zitten we te wachten op Cosmo tours voor het bezoek aan El Tatio, het geisergebied in de Andes een paar uur hiervandaan. Ik ben benieuwd hoe we na anderhalve dag op 2500m reageren op 4300m, interessant experiment. Ik durf wel te voorspelen dat we het koud krijgen ondanks de 5 lagen kleding, handschoenen en mutsen.

    El Tatio

    We hebben een ruim half uur in het licht van de volle maan naast een knorrige hond zitten wachten terwijl talrijke busjes door de straten van San Pedro scheurden om passagiers op te halen. Net toen we begonnen te denken dat zo ons waren vereten stopte er een busje voor ons. In het donker hobbelden we vervolgens 2 uur lang over onverharde paden de Andes in. Het werd kouder en Keiko, het Japanse meisje dat op mijn schouder in slaap viel en lekker tegen me aan kroop, was een aangename warmtebron. Toen we er waren werd ze verlegen wakker en daar heb ik haar natuurlijk wel even mee geplaagd. Het was niet zo superkoud bij de geisers, net een paar graden onder nul, en onze warme kleding was ruim voldoende. Net na zonsopgang kregen we een teleurstellend ontbijtje wat uit precies 1 broodje en een kop koffie bestond. Naja, maakt niet uit, want daarna kregen we het leukste deel van de tour. We reden naar een warme poel en daar hebben we heerlijk in liggen rondspartelen. Het water was zoutig en rook naar zwavel en af en toe kwamen er billenbrandende hete bellen omhoog borrelen vanaf de bodem. Het was heerlijk warm, alleen wanneer je er uit moet is het even verschrikkelijk koud in het briesje rond het vriespunt, brrr. We reden terug via onverharde paden langs schitterende vergezichten. De witte andespieken, vicuna’s, lama’s, flamingo’s alles kwam voorbij marcheren tegen de achtergrond van rode rotsen, enorme cactussen en de indrukwekkende Licanbur vulkaan. De berg die al dagen ons uitzicht domineert.

    Het Chileense spaans verstaan we overigens helemaal niet. In Peru en Bolivia was het nog af en toe te volgen wanneer mensen langzaam praten, maar hier praten ze snel en onduidelijk en met een merkwaardig dialect. Maar de mensen (mestizo’s) lijken wel iets toegankelijker, wat directer, dan de Peruanen en Bolivianen (voornamelijk indianen). De cultuur is hier zo anders, dit is gewoon het westen. Niet dat de mensen hier nou perse vriendelijker zijn, maar ze zijn minder verlegen. Soms bot, soms vrolijk, je krijgt in ieder geval niet het gevoel alsof de mensen denken dat je zojuist van een andere planeet bent gekomen.

    We gaan een riskante fase in. We hebben alles gedaan wat we van plan waren en er dreigt een periode te komen waarin we gewoon zitten te wachten tot we naar huis kunnen. In Australië is dat ook gebeurt en dat beviel slecht, vooral achteraf. We hebben nog 4 volledige dagen voor ons vliegtuig van Calama naar Santiago vertrekt en we weten niet precies wat we met die tijd zullen gaan doen. Er is wel een stok achter de deur om actie te ondernemen, we zijn namelijk bijna blut. We kunnen in San Pedro niet pinnen en onze traveler cheques zijn op. Ik heb net de 45000 peso’s voor 3 nachten hotel betaald en we hebben nu nog 5000 peso’s over. We hebben dus geen geld meer om hier te blijven en moeten naar Calama. De hoogste prioriteit is geld regelen, anders slapen we morgen buiten (nah, we hebben ook nog creditcards, maar die werden in ons hotel niet geaccepteerd). Het plan is verder om een auto te huren en een paar dagen rond te rijden. Als dat niet kan (officieel schijn je daar een internationaal rijbewijs voor nodig te hebben) (opm: achteraf bleek dat niet zo te zijn als Nederlander) dan proberen we onze vlucht te vervroegen. Als dat ook allemaal niet kan dan weet ik het ook niet meer. Maar voorlopig zit ik hier nog even zeer aangenaam en comfortabel aan een verlate lunch op een picknickbankje in de tuin van hostel Rayco. Het leuke is dat de gedachte aan ons gedwongen vertrek de laatste uren hier alleen maar aangenamer maken. Als ik in plaats daarvan wist dat ik hier nog 4 dagen zou zitten wachten dan zou ik het lang niet zo leuk vinden. Tja, het zit natuurlijk allemaal tussen de oren.

    19:00

    De voorbereidingen voor onze ontsnapping gaan redelijk gunstig. We hebben toch maar de dure transfer naar het vliegveld geboekt (10000 peso’s) en een kaart van noord chili gekocht (3500 peso’s). Die stapel peso’s hebben we bemachtigd door m’n geheime voorraad van $60 uit m’n schoenzool te halen en te wisselen bij Colque Tours. We zijn weer rijk, voor een dag of twee. We zitten nu trouwens achter een pisco sour bij een kampvuurtje te wachten tot de bakker z’n brood klaar heeft. Z’n baksel is namelijk mislukt omdat de stroom in het dorp voor de zoveelste keer uitviel. Het verband tussen de stroomuitval en het mislukken van het brood begrijp ik trouwens niet helemaal en ook niet waarom wij daar eigenlijk op zitten te wachten. Het heeft iets te maken met dat we wel 10000 peso’s voor een transfer naar het vliegveld uitgeven, maar 4000 peso’s voor een pizza te duur vinden ofzo. Dan maar een pisco sour voor bijna hetzelfde bedrag, proost...

     

    DAG 29, zondag 26 mei

    7:00

    Weer een vredig ontbijtje onder een vogelrijke boom. De rugzakken zijn weer ingepakt en en over een uur worden we opgehaald en naar het vliegveld naar Calama gebracht, ruim 100km verderop. Ik ben benieuwd waar we vanavond zijn, dat kan variëren van het nationale park in bij Iquique in het noorden tot Santiago. Misschien zitten we wel gewoon in Calama vanavond, of zelfs weer hier. Het hoofdplan is om met een huurauto naar het noorden te rijden en op een camping gewoon in de auto te gaan slapen, we hebben slaapzakken en zelfs matjes. Leuk om weer reisklaar te zijn, zelfs na een maand onderweg.

    10:00, Calama Airport

    Oeps, dit is wel weer een heel klein vliegveldje. Wel groter dan Boca Manu landingstrip in het oerwoud, maar kleiner dan vliegveld Eelde. Maar er staat een pinautomaat, dus de hoofdmissie is gelukt. We hebben weer comfortabel veel peso’s. Gek hoe beslissingen soms werken. De autoverhuurbalie gaat pas om 10:00 open (nu dus) en de Lan Chile balie was al een kwartier eerder open. Ik ben dus naar Lan Chile gelopen en heb gevraagd of ik met m’n SNP voucher (we hebben niet eens tickets) de vlucht van over een uur naar Santiago kunnen krijgen (Petra zag toevallig dat er over een uur een vliegtuig naar Santiago gaat, het enige vliegtuig van vandaag trouwens). Een oud mannetje rammelde vervolgens met z’n tong uit de mond een paar minuten op een computer en printte een lijstje getallen uit. Vervolgens liep ik naar een incheckbalie en nu zijn we op weg naar Santiago. Belachelijk hoe soepel dingen soms kunnen verlopen. Mmm, voor niks een kaart van noord chili gekocht, naja, staat leuk aan de muur.

    11:30, Antafagasto

    Na 20 minuten vliegen boven de droge dorre Atacama woestijn maken we hier een tussenlanding. Vooral Petra heeft wel genoeg woestijn gezien en ik heb ook wel zin in wat groenere landschappen. De omgeving van Santiago motiveert wel als ik de Lonely Planet mag geloven. Toch proberen we 2 dagen eerder thuis te komen en wanneer dat lukt dan huren we geen auto meer, maar blijven we in Santiago. Misschien is er dan nog wel een leuke dagtrip te maken naar een van de nationale parken buiten de stad. Vanuit de lucht ziet de Atacama woestijn er minstens zo indrukwekkend uit als vanaf de grond. Geel bruine aarde en naakte bergruggen. Wittige sporen op de grond die aangeven waar het zoute water gestroomd heeft tijdens een van de schaarse regenbuiten. Soms een kaarrechte zwarte streep, een asfaltweg, of iets vaker een witgele streep, een van de stoffige zandwegen die de woestijn doorklieven. Indrukwekkend gebied. Tijdens het stuk van Calama naar Antofagasta was het vliegtuig zo goed als leeg, maar nu komen er veel mensen bij. Ik geloof dat we geluk gehad hebben dat we een plaatsje hebben. Grappig, we zitten blijkbaar naast een beroemdheid, want mensen komen om handtekeningen vragen en vrouwen kussen hem vol op de mond. Maar wij hebben natuurlijk geen idee wie het is. Hij stond ook met z’n kop in de krant, maar voordat ik kon zien wie het was werd de krant al door een souvenirjager weggekaapt. Vreemd, je kent zo’n man helemaal niet en eigenlijk interesseert het je niks, maar toch wordt je nieuwsgierig wie het is als iedereen steeds naar hem zit te gluren. Misschien is het de Chileense Paul de Leeuw ofzo, op de heenweg zaten we namelijk bij de Nederlandse variant in het vliegtuig.

    15:00, Santiago

    Verkleurende bomen, goudgele wijngaarden, maar alles onder een dichte bewolking terwijl het zachtjes regent. Toen we incheckten in hotel Majestic raakten er allerlei mensen in paniek. Eerst Petra omdat ik de voucher niet meer kon vinden terwijl ik die op het vliegtuig nog had, toen de hotelklerk omdat mijn reservering niet bestaat en toen via de telefoon iemand van Azimut 360 (de lokale agent die onze kamer had moeten reserveren) omdat hij totaal niet begreep waar wij nou opeens vandaan kwamen. Hij vroeg of we wel een paar dagen van tevoren toestemming hadden gevraagd om zomaar van alles te veranderen, hahaha fuck off. Dat zei ik natuurlijk niet, ik zei dat ik dat zojuist verzonnen had en dat ik niet begreep waarom ik hem nou opeens aan de telefoon had. We hebben ondertussen besloten om 3 dagen eerder naar huis te gaan, we hebben op het vliegveld al onze tickets door een nogal onwillige klerk laten veranderen. Het kostte wel 100 euro per persoon, maarja, dat is het wel waard. Woensdag vertrekken we, donderdag thuis, lekker. Nog twee dagen in Santiago, ook lekker.

    19:30, Hotel Majestic

    Een kil hotel in een druilerig Santiago. Natuurlijk laat Santiago zich met het natte herfstweer zich niet van haar beste kant zien en we hebben maar een uurtje rondgelopen in het donker, dus een echt goed beeld hebben we nog niet. Maar dit hotel bevalt me helemaal niet. Een tweepersoonskamer kost 100 dollar per persoon, belachelijk. Er hangt een kille formele sfeer en de cliëntèle bestaat uit een paar zakenlui en luxe toeristen in dure kleren. Geen backpackers hier om mee te babbelen of medereizigers om een pilsje mee te pakken. Het laatste spoortje van die wereld verdween toen we afscheid namen van Keiko op het vliegveld van Santiago (we kwamen haar toevallig in Calama tegen). We zitten vanaf nu ook weer binnen de SNP boeking en hebben dus al 2 dagen in dit hotel betaald. We hebben nog een extra nacht in Santiago nodig, maar ik denk dat ik voor die laatste nacht een low-budget hotel ga zoeken. Niet alleen voor het geld, maar ook vanwege de deprimerende sfeer hier. Maar ach, een beetje melancholie aan het eind van zo’n reis is ook niet zo erg. Ik denk dat ik maar even een pilsje ga pakken en stilletjes toasten op iedereen die ik op deze reis ben tegengekomen. Godsamme, ik kan niet eens een simpel pilsje krijgen. Het moet perse door een lakei in een apenpak naar een duur glazen tafeltje gebracht worden voor de prijs van 2000 peso’s, 3 dollar, nondeju. Naja, dit pilsje had ik mezelf beloofd. Proost. Goh, een dikke Indiër, Casey, zag blijkbaar de mistroostige blik op m’n gezicht terwijl ik in gedachten aan m’n waterige Cristal biertje zat de lurken. Hij riep wat tegen een ober en na wat verwarring kwam de ober zeggen dat het pilsje van het huis is. Casey is een zakenrelatie van de eigenaar van het hotel (ook een Indiër, wat het indiase restaurant verklaart) en woont al 3 maanden in het hotel. Wat een bizarre plek is dit toch, ik begin het deuntje van Hotel California in m’n hoofd te krijgen: "you can check out any time you like, but you can never leave..."

    DAG 30, maandag 27 mei

    14:00, Santiago

    Tjonge, wat een doods dorp. Alles is dicht op een seksshop, de McDonnalds en een enkel restaurant na. We zitten nu in dat ene restaurant dat we konden vinden. Onze theorie is dat het een of andere feestdag is vandaag, pasen of pinksteren ofzo. Kerst zal het niet zijn in mei en daarvoor zien we ook net te weinig kerstballen. We zijn eerst op zoek gegaan naar het tourist office, dicht, en toen zijn we maar een flinke stadswandeling gaan maken. De stad ziet er best leuk uit. Niet overal, maar we hebben een strook van parkjes gevolgd en we kwamen door hele leuke kleurige buurtjes. Vooral het deel ten zuiden van het park Metropolitan zag er erg leuk uit. De herfstsfeer is ook best leuk. Hopen verkleurde bladeren in de parken en een dikke kruidige geur. Al met al hangt er nogal een dorpse sfeer. In Ede is meer open op zondag.

    15:00

    Kots, ik heb zelden zo slecht gegeten als bij San Pedro in Santiago. Alle ingrediënten waren oud en taai en gewoon goor. En dat voor 26000 peso’s, zo’n 100 gulden. Wat een gore afzetters. Ik begin me langzamerhand behoorlijk te ergeren aan de verschrikkelijke prijs/kwaliteit verhouding van Santiago.

    20:00

    De rest van de middag hebben we gewoon wat rondgehangen rond de plaza de Armas. Best leuk om te zien hoe alles z’n gang gaat rond zo’n plein. De straatartietsen, de zwerfhonden, verkopers en vooral de illegale markt. Een stuk of 10 a 15 verkopers proberen illegale waren aan de man te brengen, dvd’s, parfums, ruien etc. Ze spreidden hun waren uit en de voorsten en achtersten speurden de straat af of de politie eraan kwam. Wanneer de groene uniformen en platte petten van de carabineries in de verte verschenen werd er schel gefloten en binnen seconden liepen er nog slechts wat mensen met rugzakjes en boodschappentassen. De carabineries wisten precies hoe het zat, maar waren steeds te laat en werden steeds sjacherijniger hahaha.

    DAG 31, dinsdag 28 mei

    We zijn hotel Majestic ontvlucht. De klerk sputterde wat tegen en zei dat Azimut rond 12 uur zou bellen. Ha, precies wat Petra voorspelde, want dan is het namelijk voorbij de tijd waarop je moet uitchecken en dan moet je een extra nacht betalen. Mooi niet dus. Ik zei dat we het veels te duur vonden en we verruilden de $100 kamer voor een $15 kamer in hotel Caribe, een oud vervallen hotel dat me een beetje aan villa Kakelbont van Pipi Langkous deed denken. Maar aardige informele lui, veel meer onze stijl. Volgens mij zijn we voor het eerst een dure valstrik misgelopen, we zijn trots op onszelf.

    De feestdagen zijn voorbij en het is druk op straat. Strakke gezichten in de metro van de mensen op weg naar hun werk. De tourist office was nu wel open en we konden eindelijk informatie krijgen over tours en hoe we bij het nationale park buiten de stad konden komen. Voor de tours is het inmiddels te laat en de bussen naar het nationale park vertrekken in deze tijd van het jaar (herfst) alleen in het weekend, en in het weekend is het tourist office gesloten zodat je dat pas na het weekend ontdekt, aaaarch. Op een of andere manier werkt Santiago steeds tegen, mijn geluk werkt hier blijkbaar niet. Nog maar een dagje rondslenteren door de parkjes dus. Het is nog steeds donker weer, maar het is droog. En af en toe zijn er verrassend leuke doorkijkjes met mooie lanen. Verkleurde bomen en kleurrijke huizen. Ondanks dat Santiago niet erg z’n best doet kan het eigenlijk ons humeur toch niet verpesten. We hebben niets meer te verliezen de reis is helemaal geslaagd en de ervaring is binnen. Ik vind alles wel best nu.

    13:30

    Aaah, eindelijk. Heerlijk gegeten in een Mexicaans restaurantje in de wijk Succia. Dit is de wijk waar de restaurantjes en kroegen blijkbaar zitten. Kleurrijk, bosrijk en gewoon reijk zo te zien. De grote marguerita slaat behoorlijk in trouwens, hips, even een poosje ontnuchteren voor we de buiten deur proberen te bereiken. Mmm, hoe dichterbij het moment van vertrek komt des te minder zin ik daar in heb. We beginnen alweer te fantaseren over de volgende keer. Een reis van Panama naar de Verenigde Staten lijkt mij wel wat, Petra wil nog wel een keer terug naar Peru, maar we zijn het er over eens dat we de volgende Zuid-Amerika in Bolivia beginnen en dan naar het zuiden van Chili en Argentinie gaan voor een paar trekkings. Zucht, had ik nog maar 2 maanden vrij, of 6 maanden, of een jaar.

    19:30, Hotel Caribe

    Vermolmd hout, een krakend bed en het kale peertje verspreidt een hard licht. Met een pilsje in m’n hand luister ik naar de sirenes buiten. De sfeer is zwart/wit en om het beeld compleet te maken zou ik eigenlijk zwetend in een goor hemd moeten zitten roken. De perfecte sfeer voor een film over een aan lager wal geraakte privé detective. De muren zijn dun en we kunnen woord voor woord verstaan wat er in de kamer naast ons gezegd wordt. Een Duitssprekende malloot probeer iemand tot het Christendom te bekeren door constant dezelfde zinnen te herhalen. Ik slaap daar wel doorheen, maar Petra ergert zich kapot.Vroeger moet hotel Caribe best mooi zijn geweest, net als de eigenaresse misschien een aanzienlijk deel van een eeuw geleden. Maar verval heeft toegeslagen, net als in de rest van de straat trouwens, we zitten niet in de meest luxe buurt hier. Onze kamer heeft geen wc, geen wasbak, geen tv, niet eens een raam. Alleen een krakend bed en een nachtkastje, goed genoeg om de nacht door te brengen voor $15 in plaats van $100, een backpacker waardig.

    We hebben een relaxte middag achter de rug. Na de heerlijke mexicaanse lunch hebben we de kabelbaan naar de heuvel in het Metropolitan Park genomen en daar hebben we een paar uur gewandeld en gewoon zitten kijken. Ondanks de constante herrie van de stad onder ons was het toch even lekker. De zoete boslucht, kolibries die de bomen afzochten naar nectar en de frisse herfstsfeer en alles in een supertraag tempo, lekker. Eigenlijk kwamen we toch tot de conclusie dat Santiago nog zo gek niet is, alleen moet je het even rustig bekijken. Er zijn een paar hele leuke wijkjes om te eten en de stad heeft veel groen. Eigenlijk lijkt het zelfs niet zo’n gekke stad om te wonen, voor een stad. Toch ben ik wel blij dat ik er morgen weer uit mag.

    Pfff, fysiek ben ik ook over m’n hoogtepunt heen. Ik begon zwak met hoogteziekte en diaree en ik begin nu ook weer wat minder te eindigen. Ik heb al een paar dagen een dikke ontstoken vinger en net bij een ijssalon liep ik kei- en keihard met m’n kop tegen een glazen deur, tjemig. Ik dacht dat hij open stond. Nou staat er ook vaak zo’n mannetje die als taak heeft om de deur open te doen voor klanten en na de Big Bang deed hij dus met een uitgestreken smoel de deur alsnog open, net te laat dus, mijn vettige geplette neusafdruk zat al pontificaal op het glas. Ik wankelde naar binnen en iedereen zat me aan te staren. Ik was nog helemaal duf en had even geen zin in al die starende mensen en draaide me om. De deurknakker rukte gelijk half in paniek de deur weer open voordat ik ook de achterkant van het smetteloze glas een flinke kopstoot kon geven zodat hij dan aan twee kanten een vettige afdruk kon gaan wegpoetsen, fuck. Het resultaat is een pijnlijke buil en een lichte hoofdpijn.

    DAG 32, woensdag 29 mei

    8:00, hotel Caribe

    Reisdag. De rugzakken zijn gepakt en we zitten op bed broodjes met banaan te eten. Ik heb nog nooit zoveel broodjes met banaan en tomaat gegeten als deze reis. We gaan zo vervoer naar het vliegveld zoeken en dan eens kijken of we de vlucht van vandaag kunnen krijgen. We hebben vandaag een korte dag omdat we tegen de draaiing van de aarde gaan invliegen.

    10:30, Vliegveld Santiago

    Het grote hangen is begonnen. De rest van de dag, de nacht en een groot deel van morgen zullen we hangen op vliegvelden en vooral in vliegtuigstoelen. We hebben voor 7000 peso’s een taxi genomen naar het vliegveld en daar moesten we nog de 200 euro betalen voor het veranderen van de tickets. Maar vanaf nu mag de geldkraan weer wat verder dicht. Santiago zwaaide ons uit door ons nog even een glimp te gunnen op de besneeuwde Andes toppen, maar de lucht wordt alweer nevelig en ondoorzichtig. Ik heb weinig zin in de komende 24 uur, maar wel een lekker idee om naar huis te gaan eigenlijk.

    DAG 33, donderdag 30 mei

    01:30, ergens boven de Atlantische Oceaan

    We zijn 7 uur onderweg, nog ruim 5 te gaan tot Madrid. Twee uur geleden zagen we de laatste lichtjes van Brazilië onder ons doorschuiven. 5 uur vliegen van Santiago naar de Oceaan, wat een groot continent. Vlak na vertrek hadden we een schitterend uitzicht op het Anconagua massief en de hoogste berg van Zuid-Amerika. Daarachter lag de Argentijnse stad Mendoza te glinsteren tussen de lange rechte wegen door de woestijn. Brazilië gleed groot en groen onder ons door en verder was er op wat hevige turbulentie na niet veel te beleven. Maarja, elke intercontinentale vlucht is saai en zelfs het feit dat dit onze 13e was maakt het niet veel spannender. Uren en uren zitten en proberen te dutten. Dat laatste lukt niet en daarvoor ga ik de prijs betalen in Madrid over een uur of 6. Twee oersaaie films gehad, nog eentje te gaan, zucht.

    7:00, Madrid

    Naja, Madrid, het vliegveld dan. Lange vliegreizen hebben iets onwerkelijks. Alles is net verkeerd. Dagen en nachten duren te lang of te kort, steden en landen glijden voorbij zonder dat je ze aanraakt en wanneer je ergens een tussenlanding maakt ben je er ook niet echt. En wat ook niet helpt is dat je na 12 uur in een vliegtuigstoel alles ook niet meer altijd even helder ziet. Als je ’s avonds vertrekt is het niet zo erg, dan val je gewoon na een paar uur in slaap. Maar nu zijn we rond het middaguur vertrokken, gisteren, en omdat het volgens ons ritme nu net 01:00 is beginnen we nu pas slaperig te worden Maar hier is de zon net op en we moeten nog een hele dag voor we de ogen kunnen sluiten. Ah, Europa, we zijn weer thuis. Geen visa waivers meer nodig en we betalen weer gewoon met euro’s. Toch wel weer fijn om in ons eigen continent te zijn, ik voel me Europeaan.

    14:30, Ede

    Thuis! Wat is het toch altijd lekker om thuis te komen. Precies 24 uur nadat de wekker in Santiago ging ploffen we neer op onze eigen bank. Alle interessante spullen als computer, tv, video en post geven genoeg energie om het tot vanavond vol te houden. Zo moe ben ik ook eigenlijk niet. Goh, het is voorbij. Wat een prachtig afwisselend en leerzame reis. En wat fijn om weer thuis te zijn..... volgende!

    Evaluatie

    Goh, het is gewoon helemaal gelukt. Het was een reis vol verrassingen.

    No pain no gain:

    Wat we wel concludeerden achteraf is dat we ons wat te ongerust gemaakt hebben vooraf. Nou vind ik het meestal helemaal niet erg om me wat ongerust te maken vooraf, integendeel, omdat voor mij een van de grootste kicks van dit soort reizen is wanneer angst overgaat in zelfvertrouwen. "No pain, no gain" zou je kunnen zeggen. Maar we hebben ons toch vooraf een klein beetje te veel laten beïnvloeden door negatieve adviezen, waardoor we onze planning toch uiteindelijk iets te inflexibel hebben gemaakt. Aan het begin van de reis was het wel comfortabel dat de Manu excursie en de incatrail vast lagen, maar dat we de tocht over de Salar in Bolivia ook vast hadden gelegd bij Tonito was overkill. Vooral omdat we nu op een vooraf vaststaand tijdstip in La Paz moesten zijn. Dat is wel gelukt, maar achteraf gezien had ik die ‘druk’ liever niet gehad en we vonden het onderweg af en toe jammer dat we onze planning niet meer zomaar konden veranderen en ergens wat langer te blijven. Achteraf gezien was het ook volkomen onnodig om dat allemaal vooraf te boeken. Maarja, achteraf praten is makkelijk natuurlijk.

    Wel weer een belangrijk leermoment, of eigenlijk een bevestiging van wat ik al veel vaker heb geconcludeerd. Namelijk dat we ons niet moeten laten afschrikken door de angst van anderen. De truc zit hem er namelijk in in wat je als ‘problemen’ definieert. Objectief gezien was er wel een redelijke kans op allerlei soorten shit (en daarvan hebben we ook wel wat over ons heen gehad), maar wij ervaren dat uiteindelijk niet als ‘probleem’ zolang het niet de reis structureel minder leuk maakt dan verwacht. Integendeel, wat mij betreft geldt hier toch ook wel een beetje het ‘no pain, no gain’ principe, een beetje ‘avontuur’ levert vaak de mooiste ervaring op vind ik. En anderen kunnen dus never nooit voor je inschatten hoe je uiteindelijk die ‘shit’ zult ervaren, dat vind ik zelfs zelf al behoorlijk moeilijk om in te schatten. Zeer belangrijk om te onthouden voor de volgende keer, als er iemand over ‘problemen’ begint gelijk flinke korrels zout strooien.

    Reismodus:

    Ik ben ontzettend tevreden over de beslissing om het individueel te doen. Het scheelde niet zo heel veel of we hadden een groepsreis van 5 weken geboekt. Dat zou een verschrikkelijke vergissing geweest zijn, omdat het zo ontzettend makkelijk is om hier individueel te reizen. Angst zo’n slechte raadgever! We hebben een paar groepsexcursies van 7,4 en 3 dagen gedaan en vooral die laatste 2 bevielen erg goed. Leuk om een poosje met mede-backpackers op te trekken, maar zelfs bij de 7 dagen in Manu begon het verlies van vrijheid en gebruik aan tijd voor jezelf me al te storen.

    Reizen per openbaar vervoer met je hele hebben en houden in een rugzak, dat heet in reistermen ‘backpacken’, wat een beetje verwarrend is omdat dat weer heel wat anders dan wat we normaal doen en ‘rugzakken’ noemen (met een zware rugzak een meerdaagse kampeertrektocht doen). Dit backpacken heeft een paar hele aantrekkelijke kanten en een paar minder aantrekkelijke kanten. Het leuke is de luie sfeer van het reizen. Mensen ontmoeten (vooral medereizigers), de onverwachte situaties waarin je terecht komt, de onderdompeling in het lokale leven, tijd om na te denken en te filosoferen tijdens het wachten op bussen en treinen. De minder aantrekkelijke kanten zijn toch het verlies aan controle over je eigen tijd, je bent toch meer afhankelijk van de omstandigheden. Soms is dat leuk, soms is dat niet leuk. Nu vond ik het leuk, maar over het algemeen heb ik toch de voorkeur voor m’n eigen vervoermiddel, al zijn het maar mijn eigen voeten.

    Conclusie:

    Afwisselend, we hebben erg verschillende dingen gedaan, avontuurlijk, soms zwaar, soms leuk, verrassend, vooral verassend. Zuid-Amerika is veel toegankelijker en makkelijker dan ik dacht, veel minder eng. Ook iets waar ik om verschillende redenen behoorlijk tegenop zag uiteindelijk zeer bevredigend is verlopen en nog wel ondanks dat mijn meeste ‘angsten’ nog zijn uitgekomen ook. Blijkbaar kunnen we prima reizen in gebieden waar je nog wel eens het een of ander op je brood krijgt, een constatering waar ik blij mee ben. Behalve dat het dus gewoon een fantastische trip was bevestigt het gelukkig ook mijn motto: "you never know if you never go" en ik hoop dat ik dat goed in m’n oren knoop.