NKBV C1 2004


  • De foto's

  • Proloog, Matrei, 7 aug 2004

    We zijn omringt door groene bergen. Bebost, beweid en behuisd. Veel van die typische alpenchalets, de meesten met het woord 'gasthof' wel ergens op de gevel. De slanke torenspits van Matrei glinstert in de zon en de lucht is afwisselend blauw en wit. We zijn gisteravond aangekomen op deze camping waar we ons morgenochtend moeten melden voor de C1 bergsportcursus van de NKBV, iets waar we inmiddels zo tegenop zien dat we desertie overwegen. Petra maakt zich vooral zorgen over de moeilijkheidsgraad. Haar conditie is in orde, maar ze is bang dat ze dingen niet durft. Ik maak me meer zorgen om onze spullen. Onze wandeluitrusting is geen bergsportuitrusting en die willen we voor een eenmalige avontuur ook niet volledig aanschaffen. We hebben wel stijgijzervaste zware C bergschoenen gekocht (Meindl Perfekt), maar die lopen als klompen en bij het inlopen krijg ik na een kilometer of 10 last van mijn tenen. Ik mis nu mijn eigen goed ingelopen slofjes (Meindl Island) al.
    En dan natuurlijk het groepsaspect. Een week lang onder leiding van de fuhrer, voor een deel letterlijk aan elkaar vastgebonden, overnachten in drukke dure duits-sferige bergutten. Oh mein gott. Maarja, alles in het kader van de Nieuwe Ervaring en omdat ik mijn bergkennis toch wat boven mijn trekkingniveau wil krijgen.
    Het lijkt me wel indrukwekkend als ik de kaart bekijk en het lijkt me een verademing om die verschrikkelijke hitte achter me te laten na twee tropsiche dagen op de drukte hectische duitse autobahn (extra heet omdat de verwarming van onze arme oude VW Polo niet meer uit kan en extra hectisch omdat de versnellingsbak niet meer zo goed werkt en schakelen op zich een avontuur geworden is). Ach, de ervaring leert dat het meestal in de praktijk reuze meevalt en dat weerhoudt ons er nog net van om alsnog met de staart tussen de benen Tirol te ontvluchten. Frankrijk en de vrijheid lonken, maar we rechten onze ruggen en trekken de Tiroler bergen in, berg heil! (zucht).

    DAG 1 - Omhoog

    8:00, Matrei

    We kijken nog eens goed rond naar onze spullen. Tentje, auto, stoelen en koffietechnologie. Nog even onze eigen tijd en privacy. Ik stel me nu al de opluchting voor wanneer we dit allemaal over een week terugzien. Onze zwakke punten tekenen zich haarfijn af. Petra's angst voor angst en mijn angst om mijn vrijheid uit handen te geven. Ergens best wel mooi, ergens tegenop zien en het dan toch toen. Zo, nog een uur, even rustig afscheid nemen van mijn private space.

    18:30, Essener-Rostock hut (2208m)

    Moe. Niet zozeer van de lichamelijk inspanning, maar van de indrukken. Na een eerste kennismaking met de gids (Karl) en de groep reden we vanmorgen naar het eind van het Pragraten dal. We parkeerden de auto's en begonnen aan de wandeling naar de eerste hut. Het was erg warm en de 800m hoogteverschil was verhittend. Als prettige verrassing konden we na een paar honderd verticale meters de rugzakken in een gondeltje laden die rechstreeks via een kabelbaan bij de hut uitkwam.
    De groep is klein en rustig. Het lijken mensen waar we het best wel een week mee kunnen uithouden. De gids lijkt wat onervaren, maarja, hij weet altijd oneindig veel meer dan wij. We waren net na de middag boven en nadat we de spullen op onze gezamelijke kamer hadden gedumpt zijn we eerst gaan lunchen. Daarna begon het leren. Stijgijzers, gordels, touwen, knopen, inbinden. Uur na uur en knoop na knoop totdat het me duizelde voor mijn ogen. Vanavond staat er niets op het programma en dat wordt vroeg slapen wat mij betreft. De hut is luxe en druk. Erg luxe. Electra, stromend water, computers en alles is er te koop. Eten a la carte aan lange houten tafels. En druk, heel druk, effe wennen.

    DAG 2 - IJsbenen kweken

    7:30

    Het viel niet mee gisteravond. Het was bloedheet binnen en ik kreeg zware koppijn. Ik ben na het eten naar buiten gevlucht en heb in de heerlijke koelte en heerlijke rust rond zitten kijken. Mooi hier, woeste bergstromen, overal bloemen en in de verte de gletjsers die we beter zullen leren kennen de komende dagen.
    Wel redelijk geslapen ondanks het onvermijdelijke gesnurk van wat groepsgenoten. Vaak wakker, maar verder comfortabel genoeg en tot mijn opluchting is mijn hoofdpijn bijna weg. Ik geloof dat ik vannacht een heel klein beetje last van de hoogte had, dat verbaast me een beetje op slechts 2200m. Vorig jaar begonnen we in Bryce Canyon op 3000m en toen dachten we niet eens aan de hoogte en hadden we er ook geen last van. Misschien zit het wel een beetje tussen de oren omdat ik me bewust was dat mijn ene dag acclimatisatie op 2500m niet eens in de buurt kwam van de week die de NKBV voorstelde.
    Ik heb steeds flash-backs naar mijn eerste dagen in dienst. Met onbekenden in een groep allerlei nieuwe dingen doen met vreemde uitrustingsstukken. Een beetje onwennig en onzeker omdat we niet precies weten wat er gaat gebeuren, maar natuurlijk veel vriendelijker en minder grillig. (opm: op dit moment wist ik nog niet dat Karl zich als echte 'drill sergeant' zou ontpoppen). De mensen zijn aardig en de sfeer is goed, en nu op naar de gletjer.

    18:00

    Tjemig, wat een dag. Een korte verhittende klim bracht ons bij de voet van de Simony gletsjer en daar hesen we ons in de wirwar van touwen, schlingen, knopen en karabiners en deden we onze stijgijzers onder. Het donkere ijs liep onser een hoek van 30 a 40 graden omhoog en onwennig liepen we rondjes op het laagste punt van de gletjer om aan de stijgijzers te wennen. Constant omhoog kijkend om stenen die met dodelijke snelheid omlaag kwamen glijden te kunnen zien aankomen en dan onder de kreet 'achtung stein!' op het laatste moment weg te duiken. Zover kwam het niet, we zagen alleen wat kleinere exemplaren voorbij zoeven. En toen moest het gebeuren. Met z'n allen aan het touw en omhoog. Onmogelijk stijl leek het en al snel keken we ver naar beneden langs de ijshelling, tjemig. Af en toe kwamen we langs een gorgelende spleet of een stroompje en al snel werd het minder steil. Op een horizontaal stuk zijn we van het touw gegaan en zijn we voor het eerste de seilrolle en toter man gaan oefenen. Een techniek om iemand uit een gletjerspleet te redden die we aan het eind van de week allemaal moeten beheersen. Om de beurt verdwenen we in een spleet en om de beurt moesten we prutsen met prusikken en martelen met mastworpen en kloten met knopen.
    Het was ontzettend mooi op die gletsjer. Prachtig scherpe rotstorens tussen de bizarre ijsvormen van de gletjer die om de bocht kwam kruipen. En wij zaten er patsboem bovenop, prachtig. Het hoogtepunt vond ik toen ik vooraan het touw onze weg naar beneden mocht zoeken. Weer die onmogelijk steile helling af tussen de spleten door. Stijgijzers stevig in het ijs en 6 collega's achter me, kicken! Ik ben trots op Petra, ze heeft al dingen gedaan die ze normaal niet zo snel zou durven. Haar cursus is al geslaagd hoorde ik haar tegen Karl zeggen. Het weer gaat omslaan en waarschijnlijk kan de zware dag over het gletsjerdag morgen daarom niet doorgaan, te gevaarlijk. Het zou een dag van minimaal 7 uur worden, grotendeels aan het touw over de gletsjer. Het alternatief ziet er iets vriendelijker uit. Ach, ik zie wel, de bergfuhrer beslist.

    DAG 3 - naar Defreggerhaus

    6:00, Essener-Rostock hut (2208m)

    Karl heeft besloten om niet het gletsjerdak over te gaan. Omdat er voor vanmiddag slecht weer wordt voorspeld en het dan gevaarlijk kan worden op het laatst. Karl zag dat Petra moeite had met het blokkenterrein en omdat de zware variant voor een deel over blokkenterrein gaat zou ons dat gevaarlijk hebben kunnen vertragen en met deze weersvoorspelling durft hij dat niet aan. Petra baalt ook ontzettend, ze heeft het gevoel dat ze nu de zwakke schakel is en het voor de anderen verpest. Op een enkeling na staat iedereen schijnbaar achter Karl's beslissing. Ik zou zelf deze beslissing ook zo hebben genomen, maar dat is irrelevant. Karl beslist, en terecht.
    Het is bewolkt en nog lekker koel, op weg.

    14:30, Defreggerhaus (2962m)

    Allemachtig wat een dag. 1400m omhoog en 650m omlaag brachten ons via de Johannishut naar het Defreggerhaus op bijna 3000m. Prachtige uitzichten, maar ook afzien. Het begon onder een aangenaam wolkendek in genadige koelte. We kregen een lesje in groepswandelen en Karl stond erop dat we dicht bij elkaar bleven in verband met vallende stenen. Het nadeel is dan wel dat we allemaal hetzelfde tempo moeten lopen. Gaby ging op kop en al snel begonnen er mensen oververhit te raken, waaronder ik. Petra trok aan de noodrem, maar wilde niet op kop omdat ze zich dan opgejaagd voelde. Dan ik maar en in een rustig tempo bereikten we de Turmljoch pas op 2790m. Er hing een mysterieuze spookachtige sfeer omdat we de wolken inliepen en een voor een veranderden we in schimmen tussen grote hopen stenen.
    Er volgde een lange afdaling richting de Johannishutte en de temperatuur nam toe. In het dal hadden we een ontspannen pauze die tot een natuurlijk einde kwam doordat we zo ongeveer onder de voet werden gelopen door een kudde koeien. Nieuwsgierig tot aan het opdringende toe walsten ze met hun natte neuzen over onze spullen heen. Dus verder maar weer.
    En toen kreeg ik het zwaar. Ik kan niet eens zeggen dat ik nou tot zo'n extreem tempo gedreven werd al ging ik wel sneller dan ik zelf zou gaan, maar het was heet en dat is mijn zwakte. Ik zweet niet zo goed en af en toe doopte ik mijn kloppende kop in een koude bergbeek om af te koelen. Sonja gaf me nog een grote oppepper door het 3 kilo zware touw van me over te nemen. Uiteindelijk kwam ik als laatste schuifelend en hijgend bij het Defreggerhaus aan en nadat ik mijn spullen van me af had gegooid ben ik op zoek gagaan naar een hand aspirine om de kloppende pijn achter mijn ogen weg te werken. Ik had het zwaar vandaag. Volgens onze 'expeditieartsen' moet ik veel meer drinken. Morgen gaan we de Gross Venediger op, naar 3674m, hopelijk ben ik dan weer fit.
    Langzaam kwam ik weer terug in het land der actievelingen en voegde me bij de groep om de seilrolle te gaan oefenen. Ditmaal met een geweldig uitzicht op de gletjers onder ons. Toen we allemaal een keer succesvol een ander hadden 'gered' zochten we een tafel in de overvolle hete rokerige hut. Het alcoholvrij bier en het bergsteigeressen gleed soepel naar binnen. We hebben wel een hele leuk 'kamer' gekregen. Een zolderkamertje voor ons zessen waar binnen mum van tijd zo'n enorme puinhoop onstond dat we ons helemaal thuisvoelde. Het leek wel onze huiskamer nadat er lang geen bezoek meer is geweest die tot opruimen noopt.
    De groep klikt erg goed, het is comfortabel.

    DAG 4 - Gross Venediger

    5:30

    Spanning en wat onzekerheid. Iedereen is in stilte bezig met z'n spullen. Ieder verzonken in z'n eigen gedachten. Aan het touw de gletsjer op en dan 700m omhoog naar de top van de Groos Venediger. 3674m zal het hoogste punt zijn dat we deze week bereiken. Mijn hoofdpijn is afgezakt, maar mijn hoofd gloeit en ik hijg als een paard als ik de trap op loop. Mmmm, ik voel me niet overlopen van zelfvertrouwen vandaag.

    14:00

    Beng. Ik ben mijn grens tegengekomen en er overheen gegaan. Ik ben niet zo snel bang, maar de topgraat van de Gross Venediger is wel het engste en gevaarlijkste dat ik ooit gedaan heb. Geef mij maar grizzlies en krokodillen, daar kan ik het stukken beter mee vinden dan met topgraatjes van 30 cm.
    We liepen om 7:00 weg en al snel gingen we aan het touw de gletjser op. Om op de gletsjer te komen moesten we een rotswandje af waar we normaal gesproken al zouden blijven steken geloof ik. Karl hielp Petra omlaag en de rest volgde. Daarna volgde er uur naar uur, stap voor stap over de gletsjer door een geweldig landschap. De wolken lagen diep onder ons en de indrukwekkende bergtoppen om ons heen begonnen in de diepte te verdwijnen naarmate wij hoger kwamen. Helaas konden we de uitzichten nauwelijks bewonderen omdat we ons volledig op onze voeten en het touw moesten concentreren. Zelfs even op adem komen of een plas doen mocht eigenlijk niet. "Nein, kein zeit!" riep Karl bits toen ik hem toeriep "Karl, ich muss pissen!". Op de gletsjer was Karl weer veranderd in de strenge sergeant die ons regelmatig liet weten wat wij (en anderen) allemaal fout deden en dat we te langzaam waren. Niet zo sfeervol, maar wel vertrouwenwekkend. Het is immers een cursus. Soms moesten we met volle concentratie over gletsjerspleten of ijsvelden, waar we nogal wat vertraagde omdat Karl treedjes in het ijs hakte voor Petra en andere touwgroepen in de file achter ons kwamen. Maar het was grotendeels simpelweg omhoog zwoegen en toen ik na een uur achterom keek waren die andere touwgroepen ver achter ons verdwenen. Zo langzaam waren we dus ook weer niet. Van 3000m naar bijna 3700m, hijg hijg, bonk, bonk, zwoeg, zwoeg.
    En opeens stonden we op de top, tenminste bijna. We konden eindelijk even om ons heen kijken. Geweldige uitzichten rond, prachtig, maar... het echte allerhoogste puntje lag nog net 100m verderop. De Top, met een groot topkruis. En dat was natuurlijk ons doel, en het doel van de tientallen andere 'bergsteiger'. Maar om er te komen moet je over een sneeuwgraatje van zo'n 30 a 40cm breed waar je voeten net naast elkaar kunnen staan met aan beide kanten diepe afgronden. Karl zei dat het inderdaad levensgevaarlijk was en dat wanneer iemand zou uitglijden dat de rest dan de andere kant op moest springen (we bleven aan het touw namelijk). Petra haakte letterlijk af en bleef na zachte aandrang van Karl achter op de voortop, gelukkig. We schuifelden voetje voor voetje over de graat met het touw strak. Toen ik het graatje voor me zag had ik gelijk spijt, maar nu kon ik niet meer terug. Supergeconcentreerd op mijn voeten zette ik stapje voor stapje en af en toe gleden tot mijn afgrijzen mijn onwennige gladde schoenen even weg, luttele centimeters van de afgrond. Waanzin eigenlijk. We haalden het en opgelucht namen we foto's van elkaar bij het topkruis. Terug precies hetzelfde, geconcentreerd schuifelen, op het laatste de neiging om te gaan rennen onderdrukken en wat een opluchting aan de overkant, tjemig.
    Op de terugweg naar beneden over de gletjser zwabberde ik als een dronken pinguin en ging regelmatig onderuit in de sneeuw. Ik was zo onvast ter been en kon gewoon niet overeind blijven, heel frustrerend. Ik dacht met afgrijzen terug aan dat topgraatje. Wat een risico, waarvoor eigenlijk? Voor de ervaring? Voor een paar meter hoger? Voor 'de top'? Ik ben over mijn grens gegaan. Hoogtevrees heb ik blijkbaar niet echt, maar ik heb wel voor het eerst het gevoel dat ik een onverantwoord risico heb genomen en dat bevalt me niet. Eigenlijk heb ik achteraf spijt dat ik die graat ben overgestoken.
    Nu lig ik koortsig op een matras met 3 aspirines in mijn lijf. Behalve Arno en Petra ligt de rest ook op apegapen. Het is zwaar, erg zwaar, en eigenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat deze vorm van bergsport niet voor ons is. Ik heb aan Karl gevraagd of het een probleem voor de groep zou zijn als we stoppen. 'Kein problem' zegt Karl, dus we dalen morgen af...

    Na een paar uur rust zijn we gaan prusikken. In het trapgat van de gidsenhut bond Karl het touw vast en wij mochten om de beurt omhoog klimmen met onze prusiktouwtjes. Remko kende als klimmer de techniek al en deed het ons voor. Het ging goed en eigenlijk vond ik het heel erg leuk. Met twee hulptouwtjes moeiteloos aan een touw omhoog klimmen, grappig.
    Na het prusikken het diner in de hut. Gisteren was het stamp en stampvol met jodelende, drinkende, zingende en kettingrokende oostenrijkers van middelbare leeftijd, maar vandaag waren we zo ongeveer de enige, weird.

    DAG 5 - Naar Badenerhutte

    6:00, Defreggerhaus (2962m)

    Mijn zware dip van gisteren is voorbij en we hebben ons besluit om te stoppen teruggedraaid. Mijn hoofdpijn is verdwenen, maar mijn hoofd gloeit nog wel. Waarschijnlijk ben ik oververhit geraakt en verbrand eergisteren. Vandaag gaan we verder. De gletsjer over naar de Badenerhutte. Op stijgijzers ditmaal, dus hopelijk blijf ik nou ook eens op de been. De bewolking verdwijnt en het wordt strakblauw. Oei, nog meer zon, ik hoopte stiekum op regen of op z'n minst wat wolken.

    13:00, Badenerhutte (2600m)

    Wat een geweldige dag! Een klein halfuur na vertrek kwamen we bij de Mullmits gletsjer en gingen we aan het touw. Na een paar minuten besloot Karl dat het toch te gevaarlijk was zonder stijgijzers en we kregen 5 minuten om ze aan te trekken. Karl was weer veranderd in de barse bevelen schreeuwende sergeant en de herinneringen uit mijn diensttijd kwamen weer boven. Ik hoorde Arno af en toe wat mopperen achter me, maar ik kon er eigenlijk wel om gniffelen. Vandaag wel, vandaag voel ik me topfit na de afgelopen 2 slopende dagen. De reden voor karl's haast is het weer. Het begon al snel dicht te trekken en hij maakte zich zorgen over het weer. Maar juist die dreigende lucht zorgde voor een fantastisch lichtspel. Het ijs kreeg een blauwe gloed en boven ons werd de gletsjer opgeslokt in de wolken. Onder ons het blauwwitte en blauwzwarte wasbordpatroon van spleten met daarachter de oplichtende bergpieken. Langzaam, heel langzaam, gingen we voetje voor voetje omhoog langs de steile besneeuwde helling van de gletsjer. Uit voorzorg met truien en handschoenen aan zodat we niet al te zwaar gewond zouden raken als we naar beneden zouden glijden over het scherpe ijs beneden ons. Petra kreeg het nog even moeilijk met haar ademhaling toen we naar de de pas klommen en Arno kreeg kramp in zijn voet. Maar verder kwamen we probleemloos boven. Aan de andere kant van de pas ging het steill omlaag de nevel in en de sneeuw was zo rul dat Remko en ik onderuit gingen en begonnen te glijden. De groep reageerde correct door zich massaal te laten vallen emt de pikkels in de sneeuw en met grote grijnzen liepen we verder. De sneeuw maakte plaats voor ijs. Wat een indrukwekkend landschap. Een groepje kleine mensjes schuifelend door een bizarre ijswereld vol spleten, gaten, stroompjes en vreemde geluiden. Om ons heen de nevel en voor ons bergfuhrer Karl die voorzichtig de weg zocht. Prachtig, iedereen liep te genieten. Al om 11:00 bereikten we de Badenerhutte, we hebben er 4 uur over gedaan. De sfeer was uitgelaten en we hebben op het terras van de hut uitgebreid gerust en gelunched.
    De sfeer is sowieso uitzonderlijk goed. Er is geen enkele wrijving of stress binnen de groep, niemand lijkt zich te storen aan een ander. En dat terwijl we allemaal nogal op onszelf schijnen te zijn. Gaby en Remko zijn bevriende artsen, Arno en Sonja een stel planologen en wij zijn wij. Dat groepsaspect was iets waar ik wel wat tegenop zag, maar in dit geval helemaal ten onrechte. We delen alles, inclusief het afzien en de strenge behandeling van bergfuhrer Karl. En dat schept wel een band.
    We hebben weer een heel leuk hoekje voor onszelf ingericht in deze hut. Behalve Gaby en ik ligt iedereen te maffen. Nog een half uurtje en dan gaan we weer aan het werk, zoals elke dag de seilrolle oefenen.
    Het leuke hoekje ging niet door. We werden weggejaagd en moesten verplaatsen naar de bezemkast waar we met z'n zevenen als sardientjes op een grote plank moeten slapen. Ach, mij best. De seilrolle begint te werken, we hebben hem inmiddels allemaal door dus Karl kan gerust zijn. Ook hij heeft nu overlevingskansen als hij in een spleet flikkert.

    DAG 6 - Spelen!

    8:00, Badenerhutte (2600m)

    We hebben als touwgroep geslapen. We hadden zo weinig ruimte dat we zo ongeveer als lepeltjes in een la moesten slapen. Maar ach, goed en lang geslapen. Het regent en het heeft zelf wat gesneeuwd. Vandaag blijven we hier in de buurt. We lopen terug naar de gletsjer waar we op een sneeuwveldje gaan spelen. Remmen met pickels.

    Het slechte weer bleef uit. Via het pad over de morene liepen we terug naar de gletsjer. karl zocht een sneeuwveld uit waar we allemaal onze pickels diep in de sneeuw moesten begraven om de 'toter mann' zekeringstechniek te oefenen. Daarna deden we een realistische simulatie van een ongeluk waarbij Sonja zogenaamd in een gletsjerspleet verdween. De groep liep aan het touw over de sneeuw en opeens trok Karl Sonja 'de spleet' in. Bij de eerste poging verdween ook Remko over de rand, maar bij een tweede poging voerde Gaby een perfecte seilrolle uit, inclusief de vermoeiende totermann onder stress, heel mooi, heel goed.
    Daarna gingen we spelen. In regenkleding een sneeuwhelling afroetsjen en proberen te stoppen. Eerst zonder pickel en daarna met. Probleemloos en een hoop lol. Maar het allerleukste onderdeel kwam aan het einde van de dag toen we weer terug waren bij de hut. Abseilen en klimmen. Karl zekerde ons en wij seilden ab vanaf een rotswandje van een meter of 8. En daarna mochten we voor de fun weer proberen dat wandje te beklimmen, op bergschoenen. Karl wachtte ons boven op met een grijns en een 'berg heil'. Vooral dat abseilen was 'great fun' en dat ging steeds soepeler en steeds sneller. Petra heeft soms wat moeite met de technieken waar lenigheid en durf vereist is, maar ditmaal ging ze ook grijnzend en huppelend over de rand. Leuke dag, hele leuke dag. Voor mij was er nog een wat bizar minpuntje. Halverwege de ochtend kreeg ik wat problemen met mijn ogen en kon niet meer met 2 ogen tegelijk kijken. 's Avonds was ik zo scheel als een meloen en kon niemand meer recht aankijken, heel vervelend.

    DAG 7

    8:00, Badenerhutte (2600m)

    "Neeeeee!!!". Een enorme schreeuw weerklonk door de kamer. Het was 5:00 en nog stikkedonker. Arno had een nachtmerrie waarin Remko in een spleet verdween. We schrokken ons allemaal kapot en toen we ons mompelend en ritselend zaten af te vragen wat er was werd Arno wakker en vroeg doodleuk of het soms al 7:00 was omdat iedereen wakker leek te zijn, pfff. We sliepen weer in tot Remko's wekker z'n inmiddels bekende protserige concert begon te geven. Inpakken, ontbijten, betalen en op weg. Het sneeuwde en het vroor een beetje. De 2 NKBV groepen werden gecombineerd en we daalden gezamelijk af naar Gruben, 1400m lager. Er verschenen meer bloemen, struiken en bomen. Bos, we liepen weer door het bos, lekker, ik merkte dat ik dat gemist had.
    Halverwege hielden we halt voor een wat bizarre rustpauze. Bij een boerderij werden we naar een terrasje gedirigeerd waar we brood met verschillende soorten geitenkaas voorgeschoteld kregen, verrukkelijk. Er werdt een jochie met een trekharmonica geplaatst en die begon met een strak gezicht jodelliedjes te spelen. Er verscheen een tv-ploeg, een heleboel locals en een pastoor in vol ornaad die een mis begon voor te bereiden. Het leek wel een wat eigenaardige droom, vooral toen mijn blik op het bordje 'einkehr moglichkeit' viel, bekeren mogelijk. Tijd om te vertrekken en dat deden we. Een goed uur later stonden we op de grond in de beschaving en werden we met taxi's naar onze auto's gebracht.
    We hebben ons tentje opgezet op camping Eden, net als Remko en Gaby. Arno en Sonja zitten vlakbij in een pension (hun auto met kampeerspullen staat met panne ergens in het Zellertal) en Karl is naar huis. Vanavond ontmoeten we elkaar nog een keer voor een afscheidsetentje en dan gaan we ieder onze eigen weg.

    Evaluatie

    Goh, wat een ervaring, wat een avontuur. Iedereen heeft volgens Karl de cursus succesvol afgerond en we mogen allemaal door naar C2. Maar eigenlijk zal me dat worst wezen, ik vind mijn eigen ervaringen veel belangrijker. Iets gedaan waar we ontzettend tegenop zagen, helemaal kapot gegaan, bijna opgegeven, weer overeind geklauterd en uiteindelijk de kick en de trots en de conclusie dat we het niet hadden willen missen. Belangrijk om te onthouden. Ik heb veel geleerd en veel meegemaakt. Ik heb dingen gedaan die ik nooit meer wil doen, maar ik heb ook prachtige landschappen doorkruist en veel lol en goede gesprekken gehad met mijn tochtgenoten.
    Er is niet heel veel afstand tussen dat kapot gaan dankzij een te hoog groepstempo en het veilige comfortabele groepsgevoel dat ik eergisteren tijdens de oversteek van de gletsjer had. Het verschil zit hem eigenlijk alleen in de zwaarte. Het probleem is niet het groepsverband, maar conditie, gewicht, acclimatisatie. Onze conditie is voldoende, maar de benodigde acclimatisatie hebben we onderschat.
    Maar alles bij elkaar een geweldige ervaring die we allebei niet hadden willen missen... desondanks worden we geen bergbeklimmers en gaan we niet verder met C2. We zijn toch in hart en nieren solitaire natuurzoekers en kampeerders.

    Nico


    [ Home | Travel | Hiking | Photography | Links]