Juni 2001 - Wraak op de Grand Veymont


  • De foto's

  • "Wraak op de Grand Veymont"

    Een half uur geleden zijn we teruggekeerd in Florac na een 8-daagse wandeltocht over de Causse Mejan en Sauveterre. Tijdens die tocht onstond mijn plan. Vorig jaar tijdens onze wandeltocht over het Haut Plateau de Vercors (GR91) hebben we de beklimming van de Grand Veymont moeten laten schieten omdat ik geblesseerd was geraakt aan m’n knie. We zijn toen op de eerste dag zonder echt te rusten in een moordend tempo 1500m omhoog gelopen met alle voorraden en water nog in de rugzakken. Ik heb vervolgens de hele tocht (7 dagen) behoorlijk pijn moeten leiden en kon ik m’n knie niet meer gebogen belasten. Maar op dit moment hebben we de tijd, de voorraden en de conditie om in een 3-daagse vanuit St. Agnan-de-Vercors een "toppoging" te ondernemen.

    Dag 1

    07:30, Chatillon-en-Diois

    Eigenlijk is het niet echt dag 1, maar dag 15 ofzo. We zijn nog steeds op reis door Zuid-Frankrijk en na de rugzaktrekking over de Causses hebben we een weekje lui gedaan in de Provence en de Alpen. Gisteren hebben we even de spieren losgemaakt door in de indrukwekkende Ecrins een wandeling zonder bepakking naar een bergmeertje te maken. Het plan is nog steeds hetzelfde. We rijden zo naar St. Agnan en gaan vanaf daar een driedaagse maken naar de Grand Veymont. Vandaag 1000m stijgen, morgen nog zo’n 700m erbij, maar verder wordt het een niet al te zware tocht. Het is bewolkt en lekker fris, ik heb ontzettend veel zin in dit korte avontuur.

    12:00, ca. 500m boven St. Agnan

    Op weg naar St. Agnan begon het te regenen en spectaculaire wolkenformaties verborgen de hoogvlakte. We vroegen met succes toestemming om de auto drie dagen op het kleine lege campinkje (N44.94230 E5.42989, 625m) (alle coordinaten zijn in LAT/LONG met MapDatum WGS84) in St. Agnan te laten staan en we pakten de rugzakken. De rugzakken zijn na de tocht over de Causses opnieuw voorzien van eten, brandstof en schone kleren. Het kostte even wat wilskracht om ons in de regenkleding te hijsen en het veilige dorp te verruilen voor de natte gladde berg. We zochten het Sentier Central op, het oude pelgrimspad over de Vercors, en begonnen het pad dat in de wolken verdween te volgen. Al snel liepen we een aardedonker druipend bos binnen. Als monniken diep weggedoken in onze waterdichte kunststoffen pijen schuifelden we voetje voor voetje het gladde pad omhoog. Het paadje werd stenig en begon gevaarlijk dicht langs afgronden te zigzaggen. Even leek het meer op koorddansen dan op wandelen en eigenlijk was het door de gladheid iets te gevaarlijk. Achteraf gezien hadden we misschien moeten terugkeren of een andere weg moeten zoeken, maar met veel geluk lukte het om voorbij het gevaarlijke stuk te komen en bereikten we een veilig weggetje. Volgens de kaart kwam er nog zo’n stuk, maar dat konden we voorkomen door het weggetje te blijven volgen. De prijs, 3 km extra, was de extra veiligheid wel waard. Op 1200m bereikten we de wolken. In de wolken regent het niet, dus de regencapes konden uit. Het uitzicht is niet-bestaand op het moment, maar ik hoop dat we nog boven de wolken uit zullen stijgen, dat zou spectaculair zijn. We richten ons op de schuilhut bij Jasse du Play, nog zo’n 500m boven ons. Daar is het droog en daar kunnen we afwachten of het weer genoeg verbetert voor een ‘toppoging’.

    16:00, "basiskamp" (Refuge Jasse du Play).

    Vanwege de kou zijn we eigenlijk niet gestopt tot we de refuge van Jasse du Play (N44.91059 E5.50224, 1617m) bereikten. Bovenop het plateau staat een harde koude wind, erg onaangenaam om buiten te verblijven. De hut was niet leeg, een groep jonge rugzakkers uit Grenoble had al een houtvuurtje branden. Ze deden gelukkig niet bezitterig en maakten gelijk een plekje voor ons vrij. Franse gezinnetjes willen nog zich nog wel eens gedragen als kleine Napoleons en zo’n hut voor zichzelf opeisen, waarbij ze als ultiem verdedigingswapen schreeuwende krijsende kinderen in de strijd gooien. We hebben ons binnen opgewarmd en hebben de natte spullen te drogen gehangen. Ik vind het heel leuk om hier weer te zijn, dit is de plek die vorig jaar grote indruk op me maken vanwege de eenzame natuurpracht. Niet echt eenzaam nu, maar nog steeds even mooi. Petra heeft een dipje, ze heeft het koud en wil het liefst weer naar beneden, maar dat is qua verbruikte energie even niet mogelijk denk ik. We hebben net totaal 35 kilo aan spullen een kilometer de lucht in gesleept. Toch alleen al een potentiele energie van 35*9.81*1000=343350 kgm/s, dus zo’n 343 KJ, een paar flinke repen chocola op z’n minst. En die heb ik nou net niet bij me. Petra ziet vooral op tegen de ijskoude nacht in de tent. Ik hoop dat ik een plekje kan vinden waar het minder hard waait. Eerst even naar de bron (N44.90529 E5.51052, 1668m), een kilometer (889m in een rechte lijn) verderop, om water te halen.

    19:00, "basiskamp"

    Meer en meer verkleumde rugzakkers verzamelden zich bij de schuilhut tot elk hoekje en gaatje gevuld was met mensen en materiaal. We kozen eieren voor ons geld en zochten een plekje voor de tent (N44.91000 E5.50150) op zo’n 100 meter ten zuidwesten van de hut. (87 meter op 222 graden om precies te zijn). Een klein redelijk vlak deukje in het landschap. M’n trouwe Hillersberg Nallo 3 heeft veel voordelen. Superlicht (3 kilo) voor een luxe ruime 3 persoonstent. Deels omdat het een tunneltent is in plaats van een koepeltent, waardoor de stokken niet kruislings staan, maar parallel. Op die manier heb je relatief weinig stok. Een nadeel van zo’n tunnel tent is dat hij niet erg windvast is omdat er een ‘lange’ kant aanzit. De truc is dan om hem precies met de (schuine) kont in de wind te zetten. Ik heb alle extra haringen gebruikt om elk ankerpunt met een dubbel stel haringen vast te zetten. Zo te zien staat hij als een huis, maar hij klappert als een vlag in de wind. Het is een comfortabele 11 graden Celsius buiten, maar door de harde wind lijkt het kouder. Zelfs met 5 lagen kleding voel je de kou nog. Ik kan nog 2 lagen verder gaan, waarna ik altijd nog in de donzen mummieslaapzak kan kruipen die me gegarandeerd tot 4 graden onder nul warm zou moeten houden. Het was gewoon echt te koud om buiten te blijven, dus ik maakte zo snel mogelijk een pak ‘Tibetaanse stoofpot’ warm op m’n MSR Whisperlite benzinebrander. Die brander heeft ons vorige week wat kopzorgen gegeven omdat hij het nauwelijks deed. Ik heb de benzinefles weer helemaal gevuld, en nu lijkt het weer bijna als vanouds te doen. Hij sputtert nog wat af en toe, maar er komt weer genoeg hitte en geluid vanaf om een luchtballon op te laten stijgen. Met de volle borden zijn we de overvolle hut ingegaan om te eten en er werd spontaan plaats gemaakt aan het kleine tafeltje zodat we zittend konden eten. Blijkbaar is dat een stilzwijgende regel, eters hebben voorrang, leuk. Er hangt toch best een leuke sfeer hier. Een stuk of 40 mensen inmiddels, ongeveer de helft mannen en de helft vrouwen, verspreid over de volle hut en zo’n 10 tentjes. De meesten hebben de Grand Veymont in hun hoofd, het lijkt wel of we in het Everest basiskamp zitten. M’n fantasie begint ondertussen dan ook overuren te maken (zoals gewoonlijk eigenlijk).

    20:00, "basiskamp"

    Na het eten kropen we gelijk in de tent. Twee lagen fleece konden uit, maar dan wel met een paar slokken 12 jaar oude single malt in de slaapzakken. Sokken, truien en mutsen blijven aan. Toch wel kicken dit. Ik heb m’n hoogtemeter (met thermometer) buiten gehangen en ondanks dat de zon nog niet onder is is het afgekoeld tot 3 graden boven nul. Volgens mij wordt het koud. Een van de jongens uit Grenoble heeft geen zin in de drukte in de hut, maar heeft ook geen tent meegenomen. Hij gaat een zelfmoordpoging doen door buiten onder de sterrenhemel te slapen, pjew, dat zijn de echte bikkels.

    Dag 2

    8:00, "basiskamp"

    Pfff, wat een nacht. Met de zon verdween ook het vloeibare water, het begon te vriezen dus. De vrieswind gierde om de tent en werd steeds harder. De tent schutte, kraakte, beukte en deukte soms voor de helft in. Elk moment verwacht je dan dat de haringen het begeven of dat het tentdoek scheurt. Ik voelde me een beetje Ronald Naar op ergens op de flanken van de Everest. Ik vroeg me af of hij soms ook wel eens denkt "jezus! Waar ben ik aan begonnen!! Ik wil eraf!". Tegen een uur of 2 hadden we nog niet geslapen en het licht van de volle maan liet veel te goed zien hoe flexibel tentdoek in. Ik ben naar buiten gekropen met al m’n kleding aan en ben zware stenen gaan zoeken. Er was nog maar 1 haring losgeraakt en de rest zat nog muurvast. Ik heb toch alsnog alle haringen en hoeken van de tent verzwaard met zware stenen. Door op die manier de spanning te verhogen voorkom je de ‘rukwinden’ aan de haringen, maar is het meer een gelijkmatige kracht. Eigenlijk zag het er zo stabiel uit dat ik er (bijna) alle vertrouwen in had dat het zou houden en viel uiteindelijk in slaap. Inmiddels is de zon op en lijkt het niet meer te vriezen, maar het stormt nog steeds. Hopelijk gaat de wind liggen, want zo kunnen we de berg niet op.

    10:00. Source du Play

    We zitten bij de bron en kijken uit over een zonnig helder verstild landschap. De enige geluiden zijn de wind door de dennenbomen, de borrelende bron en de vogels. Dat het flink gevroren heeft is te zien aan de grote ijspegels die aan de bron hangen. Gelukkig stroomt hij nog wel. Bij de hut hangt een gemoedelijke sfeer, iedereen is hier voor hetzelfde, de natuur, het avontuur, wandelen, kamperen. Het is opvallend hoe snel de rugzakkers in het grote landschap verdwijnen als ze de hut verlaten. Schitterend hier. De wind lijkt te gaan liggen, dus we gaan richting de Grand Veymont. De berg ziet er opeens wel indrukwekkend hoog uit ondanks dat we hier al op het plateau zitten. We zagen een paar dagen de Veymont toen we vanuit de Ecrins kwamen en toen zagen we hem helemaal vanaf de grond de lucht in priemen, verschrikkelijk hoog, sneeuw op de top, ik moest een beetje denken aan een bijna onbereikbare lange blondine met benen helemaal tot op de grond. Wij zijn dus geen bergbeklimmers en hebben ook geen klimuitrusting. We gaan dus gewoon proberen of we er tegenop kunnen lopen. De spieren protesteren nog een beetje van de wat geforceerde klim van gisteren, maar we gaan op weg, slik...

    12:00, 1750m

    Wow, prachtig, we zijn boven het plateau uitgeklommen en kijken nu over de luchtlaag heen waar het altijd heiig lijkt te zijn. Ik geloof dat dat de inversielaag heet ofzo. We kunnen nog niet naar het oosten kijken, daarvoor moeten we nog een paar honderd meter omhoog naar Col de la Ville. Om in Everest termen te spreken is Col de la Ville onze ‘southcol camp 4’. Op de Everest is daar het laatste tentenkamp onder de top waar de voorraad zuurstofflessen ligt. Col de la Ville heb ik vorig jaar met m’n overbelaste knie nog net kunnen bereiken en ditmaal gaan we proberen om het paadje te volgen dat nog 400m omhoog gaat naar de top. Ik heb besloten om mijn toppoging zonder extra zuurstof te gaan doen, kuch.

    12:30 Col de la Ville

    Southcol...euh.. ik bedoel Col de la Ville (N44.88126 E5.52231 1930m). Een schitterend uitzicht over de Alpen en de Ecrins. Tientallen besneeuwde plekken steken de strakblauwe lucht in. We zijn niet alleen, we herkennen de gezichten uit het basiskamp, euh, ik bedoel de refuge. We laten onze rugzakken op de col achter en gaan lichtbepakt naar de top. Alleen wat warme kleren, m’n dagboek en de volle chips uit m’n digitale camera. De rest is vervangbaar mocht het gejat worden. We wisselen wat grijnzen uit met onze mede-avonturiers en onder het heldhaftige "see you at the top" gaan we op weg. Grand Veymont, here I come to kick your ass!.

    14:30 Grand Veymont, (N44.86966 E5.52665, 2340m)

    Yeeeehah! We hebben het gehaald, wat een schitterend uitzicht! Deze berg is de hoogste van de Vercors en het enige dat er boven uitsteekt zijn de witte toppen van de Alpen. Het uitzicht gaat door tot in de oneindigheid, wat een superheldere dag. We zien alles om ons heen, de totale Vercors, het plateau met de piepkleine dennenbossen diep onder ons. Mont Aiguille, Mont Ventoux in de Provence, het Centraal Massief in het westen de Ecrin ten oosten van ons en in het noordoosten (47 graden) staat de Mont Blanc ruim 150 km verderop indruk te maken. Het is trouwens niet ‘lonely at the top’, we zijn met ongeveer 30 mensen. Behalve wij alleen Fransen. We zijn trouwens alleen nog maar Fransen tegengekomen tijdens onze twee wandeltochten deze vakantie. Terwijl de 4-sterren campings in de hete drukke dalen krioelen van de Nederlanders (waar zijn alle Duitsers gebleven!?) met hun caravans, campinggas en schreeuwende kinderen (moeten die niet naar school!?) is het hierboven voornamelijk Frans. Er wordt zelfs op de top van Grand Veymont stokbrood en kaas uit rugzakken gehaald, en ik zag zelfs een fles wijn voorbij gaan, tjemig. De klim was trouwens niet ongevaarlijk. In het begin is het steile pad nog goed herkenbaar door cairns, steenmannen, maar er zitten een paar verradelijke stukken in waar je de weg makkelijk kwijt kan raken. We raakten dus de weg kwijt en kwamen aan de verkeerde kant van de berg uit. Een bijna onherkenbaar 20 cm breed paadje langs afgronden van een kilometer diep. De eerste 10 meter waren dan onder een hoek van zo’n 70 graden en daarna was het loodrecht naar beneden. Een verkeerde stap en je bent dus gewoon mors en morsdood. Doodeng en veel te gevaarlijk. Omhoog ging wel, maar de ondergrond was af en toe los gruis waar je makkelijk op uitgleed, dus toen ik achterom keek begon ik heeeeel ongerust te worden over de terugweg, shit. Petra keek naar beneden en kreeg een lichte aanval van hoogtevrees. Duizelig en licht in haar hoofd, shit, ook dat nog. Gelukkig zagen we opeens tien meter verderop een grote cairn waar we naartoe klommen. Daar liep het relatief brede en relatief veilige pad. Het enige dat nog een beetje link was waren de sneeuwvelden waar we overheen moesten. We hebben geen stijgijzers of pickels en die sneeuwvelden verdwenen heel mooi over de rand, zoals we van beneden al hadden gezien. Voetje voor voetje gingen we over de minder gevaarlijke velden en bij een sneeuwveld dat ik gewoon te gevaarlijk vond zijn we er omheen gelopen. Daarna bereikten we de bijna sneeuwvrije topgraat en de laatste paar honderd (bijna horizonale) meters wandelden we opgelucht omhoog tot we opeens bij de topcairn waren. Wwwwwow, schitterend gewoon.

    19:00, "basiskamp"

    Pjew, moe. Het stuk van de top naar de col was redelijk zwaar. Gelukkig waren we niet bepakt en lagen onze rugzakken nog onaangeroerd op de col. Na een korte pauze op de col vervolgden we onze weg naar beneden en daarna door de dennenbossen vol bloemen terug naar Jasse du Play. Wat een rust, iedereen moet weer werken morgen, dus de refuge was verlaten en alle tentjes waren weg. Het is helder en zonnig en bijna windstil, wat een verschil met de gure kou van gisteren. Goh, wat een volle dag vandaag. Eigenlijk hebben we nauwelijks gerust of gegeten, alleen wat energierepen op de col en op de top. Tijd om met een hapje en een drankje even lekker achterover te gaan leunen en te overdenken waar we zijn en wat we doen. Steenbokken hebben we deze keer niet gezien helaas, alleen een gems en wat marmotten.

    Dag 3

    9:00, Jasse du Play

    Langzaam, heeel langzaam, werd ik wakker uit een diepe droomloze slaap. Het heeft gevroren, maar het was lang niet zo koud als gisteren. Zelfs zonder muts en trui was het uit te houden in m’n thermo ondergoed diep weggedoken in de slaapzak. Gisteravond heb ik nog een poosje naar de zonsondergang zitten kijken en tegen de Grand Veymont zitten grijnzen. De berg lijkt op een of andere manier minder indrukwekkend nu en ik kan precies met m’n ogen het spoor volgen waar we gelopen hebben. De topgraat, de sneeuwvelden, de rotstorens. Ik voel gisteren wel trouwens. Omdat het koud was heb ik te weinig gedronken waarschijnlijk, dus vandaag de man met de hamer. Koppijn en m’n spieren voelen stroperig aan. Een paar meter omhoog en ik hijg als een paard. Maar wat aspirines en flink wat water moeten dat probleem oplossen. (opmerking: achteraf concludeerden we dat er wat mis is geweest met het water, waarschijnlijk met onze eigen waterzak die we hier voor het eerst gebruikten. Het water schuimde en smaakte vreemd, we raakten beide wat aan de diaree en hadden hardnekkige hoofdpijn). Vandaag dalen we weer af naar St. Agnan, maar we hebben alle tijd van de wereld. Dus eerst rustig ontbijten, pasta di papa.

    11:00

    Mmm, ik begin een beetje in een filosofische stemming te raken. Dat komt niet in de laatste plaats door het feit dat ik als enige leesvoer de "atlas van de filosofie" bij me heb. Leuke plek om zoiets te lezen trouwens. Alleen in een zee van rust (Petra is naar de bron) en een zee van tijd. Dat geeft op een of andere manier ruimte voor ‘gedachtebelletjes’ waar je normaal gesproken geen tijd voor hebt of neemt. Die gedachtebelletjes helpen om de dagelijkse beslommeringen weer even in een wat ander perspectief te zien. Wat we nu doen is veel en veel belangrijker dan (kunstmatige) deadlines of commentaar van anderen op onze levensstijl. Dit is zo goed voor ons, lichamelijk en mentaal. Omdat we dit willen kunnen doen moeten we trainen, we worden dus sterker en gezonder. Omdat we op dit soort plekken willen kunnen komen moet je het primitieve voor lief nemen, je krijgt dus meer waardering voor de kleinere dingen als droge voeten of een glas water. Uiteindelijk krijgen we steeds meer vertrouwen in onze capaciteiten en gaan we ons steeds meer op ons gemak voelen op afgelegen moeilijk bereikbare plaatsen, zoals de top van de Grand Veymont, yeah!!! En dat geeft weer een ontzettende motivatie voor meer en meer.. een prachtige opwaartse spiraal dus. Shit, ik heb best medelijden met degenen in onze omgeving die hoofdschuddend en grijnzend proberen negatieve punten uit onze verhalen te benadrukken. Die hebben het dus niet begrepen, jammer. Ik moet dan altijd denken aan het schitterende motto dat ik in de afgelegen outback in het noorden van Australie tegenkwam: "you never never know if you never never go". Genoeg moralistisch gelul en geluier. Petra is terug van de bron en we gaan ons klaarmaken voor de afdaling.

    13:30, 1300m

    Twee uur onderweg en 300m afgedaald, nog ruim 500m te gaan. We liepen tot nu toe door het langzaam dalende bos van het plateau. Het is hier nog vroege lente en de bomen zijn nog maar net uit de knop. Dik bemoste boomstammen en rotsen vol lychen geven de indruk dat het een nogal vochtige plek is. Dat komt trouwens behoorlijk overeen met onze ervaringen van eergisteren. Ik schok even toen ik in de verte een dorp zag liggen wat Chapelle-en-Vercors bleek te zijn. Op de heenweg had ik helemaal geen dorp gezien, dus ik dacht even dat we verkeerd zaten. Maar het bleek dat we op de heenweg hier in de wolken liepen en toch op het juiste pad zaten. (handig zo’n GPS met een opgeslagen track). De wortel die vandaag voor onze neuzen hangt is ‘Le Veymont’. Ditmaal niet de berg, maar het restaurant in St.Agnan. De kokkin is tevens de beheerdster van de camping waar we de auto hebben staan.

    16:00 St.Agnan

    We zijn weer beneden na een lange en redelijk pijnlijke afdaling. Ik heb m’n Meindl’s net een halve maat te klein gekocht, waardoor ik bij afdalingen met m’n tenen tegen de voorkant aanstoot. Ik kan het ongemak wat verminderen door m’n nagels kort te houden en m’n veters extra strak aan te trekken. Toch is de nagel van m’n linker grote teen blauw en zitten er een flinke kreukelzone in. Het is broeierig warm beneden, het zal wel gaan onweren zo. De auto stond nog intact op de camping en afgezien van twee super inefficiente grasmaaiers zijn we de enige hier (uiteindelijk hebben de twee mannen er 3 dagen over gedaan om het kleine grasveldje te maaien en vervolgens op een totaal ondoorzichtige manier stapeltjes te maken van kleinere stapeltjes gemaaid gras die de ene maaier/harker vervolgens van de ene naar de andere plek op het grasveld verplaatste waarna de andere maaier/harker ze gewoon weer terug harkte. Maar uiteindelijk hebben wij daar, nog luier, 3 dagen naar zitten kijken)

    Ik ben ontzettend tevreden. De tocht over de Causses vorige week, de luierdagen in de Provence en Alpen en nu de schitterende tocht naar de Grand Veymont. Een mooie revanche voor de gemiste kans van vorig jaar. Mission Completed! En nu de lekkersbak in de auto plunderen en gaan fantaseren over een nieuwe tocht... mmm.. Noorwegen lijkt me wel wat...